Beroep op
saamhorigheid
Eisen en wensen
der actiecommité's
Wensen ten aanzien van de organisaties
Drs. J. DIJKGRAAF,
L.CC. - Goes.
CAAMHORIGHEID is een ietwat versleten begrip.
Het herinnert aan een ver verleden en het woord
komt in een modern woordenboek nog wel voor, maar
dan meer als afleggertje. Het gevoel bij elkaar te horen
leefde vooral sterk op het platteland. Maar ja er is niet
veel meer over van het echte platteland. Het isolement
is opgeheven. Het uniforme denk- en gedragspatroon is
verdwenen en ook wij van het platteland leiden ons eigen
leven los van de gemeenschap. We zijn teruggevallen op
onze eigen problematiek en waarom zouden we nog lan
ger bij elkaar horen? Krachten van buiten en van binnen
hebben het samen leven in de gemeenschap opgerold.
Saamhorigheid is te veel gevoelsmatig en dat willen we
niet meer. De vraag is nu steeds weer: ,,Wat koop je er
voor?" We zijn verzakelijkt. Voorheen wisten we echter
het gevoelsmatige met het zakelijke beter te combine
ren. Als we in de geschiedenis van de onderlinge ver
zekeringen en coöperaties duiken dan komt dit overdui
delijk naar voren. Zo'n onderlinge samenwerking in de
plattelandsgemeenschap rustte in feite op twee peilers:
het gevoel bij elkaar te horen en daarmee de zaken sa
men te doen. Mét de concentratie echter verplaatste het
zakelijk bezig zijn zich naar elders en daardoor verzwak
te ook de saamhorigheid.
OP DE BEEN BLIJVEN
TOCH is de hang naar het verleden nog wel duide
lijk aanwezig. Denkt U maar aan de verwoede po
gingen om met veel inzet, professionele mankracht en
subsidies het gemeenschapsgevoel weer nieuw leven in
te blazen. Zowel in dorpen als in vele stadswijken. Het
dicht bij elkaar wonen, leven en werken geeft nieuwe sti
mulansen om het saamhorigheidsgevoel op te peppen.
Het laten we het klein en overzichtelijk houden" doet
opgeld. Wij juichen dit toe als we ons maar realiseren,
dat er geen sprake kan zijn van restauratie, dat wil zeg
gen herstel van de oude toestand maar van een eigen
tijds gebeuren. Bovendien zit er ook veel defensiefs in
de pogingen om het saamhorigheidsgevoel te verster
ken. Met name in kleine dorpskernen, die aan bloedar
moede lijden en waarin alle krachten gebundeld worden
om als gemeenschap op de been te blijven.
SOLIDARITEIT
KAAAR dit terzijde. Naast het woord saamhorigheid
kennen we het woord solidariteit. Dit begrip heeft
veel meer met positie kiezen en met strijd te maken. Het
is daardoor een veel geladener begrip. Maar dat niet al
leen, want het heeft ook meer betrekking op mensen,
die tot eenzelfde economische groep behoren. Het zich
solidair verklaren met is sterker beroepsgebonden dan
plaatselijk gebonden.
Zo is solidariteit een heel bekende klank in de vak
beweging. Het zich aaneensluiten om iets te bereiken of
om zich gezamenlijk te verweren. Het heeft dus zowel
een offensieve als een defensieve betekenis. Welnu ook
binnen de land- en tuinbouw is het begrip solidariteit op
gedoken. In deze beroepsgroepen wordt een sterk be
roep op het solidair met elkaar zijn gedaan. Een groep
koplopers probeert boeren en tuinders te mobiliseren
(dat betekent letterlijk in beweging brengen). Nu is het
altijd een heel moeilijke zaak om mensen in beweging
of tot aktie te brengen. In de eerste plaats al vanwege
de menselijke traagheid. De ene mens loopt nu eenmaal
veel eerder warm voor iets dan de ander. Dat is een kwes
tie van karakter en van maatschappelijke bewogenheid
of van bewustwording. Vele mensen beseffen dikwijls erg
laat of zelfs te laat in welke beroerde positie ze zich
eigenlijk bevinden. Bovendien zijn er altijd ondernemers
binnen een bepaalde beroepsgroep, die er niet zo be
roerd voor staan om welke redenen dan ook. En. soms
denken of vinden ze dit alleen maar. Daar komt bij, dat
veel verschil van mening en inzicht kan bestaan over
doel en middelen. Wat willen we bereiken en hoe? Dat
zijn dan de centrale vragen en de verschillen in opvat
ting beïnvloeden het solidariteitsgevoel nadelig. Nog af
gezien van de lauwen, die aan de kant blijven staan en
zich niet druk wensen te maken.
WEES SOLIDAIR
■^ET het stijgen van de nood neemt het solidariteits
gevoel toe. Als het water tot aan de lippen staat
vallen de onderlinge verschillen en ruzietjes steeds meer
weg. De harde noodzaak richt de ondernemers gelijk en
daardoor komen ze massaal in beweging. Dan gaat het
er ook om door te drukken, want je moet het ijzer sme
den als het heet is. In onze land- en tuinbouw blijkt dit
een geheel nieuw verschijnsel te zijn. Van saamhorig
heid weten we wel wat af, maar met de solidariteit we
ten we niet allemaal goed raad. Nu zeggen ze wel, dat
goede raad duur is, maar daar geloven we niet in. Wij
zeggen: laat blijken, dat je je solidair voelt dan is er al
heel wat gewonnen. Niet alleen als enkelingen maar ook
als organisaties en instellingen, die nauw verwant zijn
met of zich nauw verbonden voelen met de boeren en
tuinders. We mogen, zo menen wij, de standsorganisaties
en aktiegroepen niet alleerï laten staan. Ga in Uw eigen
kring na hoe U hieraan vorm en inhoud kunt geven. En
we zouden willen zeggen: wees niet te bang, maar houdt
de zaken waar het om gaat goed voor ogen! Vandaar dat
we hierboven schreven: beroep op saamhorigheid met
de toevoeging: wees solidair!
Door het Landelijk Aktie-comité van boeren en tuin
ders, waarin de verschillende actie-comité's in Neder
land samenwerken is het volgende eisenprogramma op
gesteld.
TEN AANZIEN VAN HET LANDBOUWBELEID
IOp korte termijn moeten de kostenstijgingen van
agrarische productiemiddelen die sinds 1 juli 1973
(voor veevoeders sinds 1 september 1972) hebben
plaats gevonden, doorberekend worden in de ver
schillende producentenprijzen. Het kostenverho
gende effect, dat prijsverhogingen van landbouw
producten voor andere landbouwsectoren (b.v. voer
kosten in de veeteeltsector) heeft, moet mede in de
prijsaanpassingen worden betrokken.
2 Straffe prijsbeheersing van alle agrarische produc
tiemiddelen, inclusief olie en aardgas. Met namé
m.b.t. aardgas prijsaanpassing in 6 jaar, mits de in
komenssituatie op de bedrijven dit toelaat. M.b.t. de
zware stookolie dient de voorschotregeling zodanig
te worden verbeterd, dat de prijs hiervan voor de
bedrijven komt op 100/ton.
O Boeren en tuinders moeten kunnen afschrijven op
basis van vervangingswaarde.
A Naast afschrijving op basis van vervangingswaarde
moet de investeringsaftrek zodanig verruimd wor
den, dat per sector de gemiddelde zelf gefinancier
de uitbreidingsinvesteringen (noodzakelijk om het
bedrijf zodanig op peil te houden, dat de gemiddel
de besteedbare uurinkomens overeen blijven komen
met die van de Nederlandse loontrekkenden) door
deze aftrek gedekt worden.
C Door middel van jaarlijkse prijsaanpassingen, even-
tueel aangevuld door BTW-compensaties, moet er
voor gezorgd worden dat binnen de verschillende
Nederlandse landbouwsectoren op het gemiddelde
bedrijf de besteedbare uurlonen gelijke tred houden
met de loon- en salarisontwikkeling in Nederland.
De prijsaanpassing resp. BTW-compensatie dient
om de drie maanden gecorrigeerd te worden voor
tussentijdse kostenstijgingen. Onder kostenstijgin
gen dienen mede de kosten van eigen arbeid te wor
den begrepen.
6 Bij generatiewisseling een rentesubsidie voor jonge
boeren met onvoldoende eigen vermogen bij de
overname, zodanig dat het renteniveau niet hoger
is dan 2%.
7 Harmonisatie van de belastingwetgeving in de EEG
voor land- en tuinbouwbedrijven.
O Invoering van een algemene volksverzekering waar-
O in opgenomen de verplichte ziekenfondsverzeke
ring, de ziektewet en de arbeidsongeschiktheidswet.
Voorts gelijktrekking van de positie van boeren en
tuinders met die van de loontrekkenden op het ge
bied van de kinderbijslag.
De premies voor één en ander dienen voor de agra
rische zelfstandigen gelijk te zijn aan die van de
werknemers.
Q De oudere boer of tuinder dient als hij wil saneren
een hogere uitkering te ontvangen dan thans, of
wel een inkomenstoeslag gelijk aan die sanerings
uitkering.
De normen om te kunnen saneren, moeten worden
verruimd.
Voor het toekennen van een inkomenstoeslag zou
den deze (verruimde) normen eveneens kunnen
worden gehanteerd.
In samenhang met het minimuminkomen kan de in
komenstoeslag hoger of lager dan genoemde sane
ringsuitkering zijn.
|0 Beschermende wetgeving voor contracttelers.
11 Van de voor de agrarische sector getroffen regelin-
11 gen kan alleen door hen, die hun hoofdberoep in
de land- en tuinbouw uitoefenen, gebruik worden
gemaakt.
10 Er moet een onafhankelijk onderzoek komen, die de
waardetoevoeging analyseert van producten-af-
boerderij tot consument, onderscheiden naar de be
drijfstakken in de productiekolom.
10 Er moet onmiddellijk binnen de drie CLO's één na-
tionale actiecommissie worden gevormd, die het
vertrouwen van de boeren en tuinders geniet.
Wij gaan er vanuit dat het als lid van eén belangen
organisatie mogelijk moet zijn om invloed uit te oefenen
op de inhoud en vorm van de belangenbehartiging. Men
moet daartoe
vrijelijk kunnen bijdragen in discussies binnen de land
bouwbladen;
binnen de afdelingen het functioneren van de land
en tuinbouworganisaties aan de orde kunnen stellen;
bestuursleden ter verantwoording kunnen roepen.
Dit lijken voor de hand liggende en democratische wen
sen. Gezien echter het gebrek aan vertrouwen binnen
de standsorganisaties, (zie de uitslag van de NIPO-
enquête) moet men aannemen dat er hier iets aan schort.
Wanneer men wil komen tot een beter functioneren van
de standsorganisaties op het gebied van belangenbeharti
ging, zijn dan ook een aantal veranderingen noodzake
lijk. Om een vertroebeling van de belangenbehartiging
van boeren en tuinders te voorkomen, ia op de volgende
punten een verandering in de structuur van de organisa
ties noodzakelijk:
Bedrijfstakgewijze belangenbehartiging van boeren en
tuinders. Op ieder niveau, van de plaatselijke afdelin
gen tot en met het landelijk bestuur, dienen bedrijfs
takgenoten gezamenlijk te overleggen over det belan
gen van de boeren of tuinders in die bedrijfstak. Men
sen met dezelfde belangen dienen die ook gezamenlijk
te kunnen verdedigen.
Om de belangen van alle boeren en tuinders te kun
nen behartigen, moeten de VERSCHILLENDE be
drijfstakken LANDELIJK en aan de TOP weer BIJ
ELKAAR gebracht worden.
Bestuursleden van de land- en tuinbouworganisaties
mogen niet daarnaast nog functies bekleden in onder
nemingen en instellingen, die een tegengestelde be
langenbehartiging met zich mee kunnen brengen.
Bestuursleden van de land- en tuinbouworganisaties
mogen geen zodanige politieke verantwoordelijkheden
dragen, dat het kan voorkomen dat ze „onderhande
lingen met zichzelf" moeten voeren.
r\E verdeling van de 115 miljoen voor de boeren, over-
eenkomende met 2 B.T.W., is door weinigen en
thousiast ontvangen.
Het voorstel van de regering houdt in om de boeren en
tuinders inkomenstoeslagen te verstrekken, zodat deze
nieuwigheid, die als precedent kan werken voor andere
bevolkingsgroepen, haast tersluiks is' binnengeslopen in
het systeem dat de regering ter beschikking staat om een
landbouwbeleid te voeren. Of dit instrument gewenst is,
of het geschikt is om tot een rechtvaardige beloning of
verdeling te komen is een vraag die nauwelijks is beant
woord.
Principiële bezinning over deze materie is naar wij me
nen erg noodzakelijk. Het is niet gering om als onderne
mer afhankelijk te worden van sociale maatregelen van
de regering.
LOEREN en tuinders moeten leven van de opbrengst
van hun produkten. Dat is hun bron van inkomen als
ondernemer. Zij moeten hun inkomen verwerven uit de
prijzen die ze maken.
Kan dat niet dan deugt het markt- en prijsbeleid niet.
Het feit dat de regering overstapt van markt- en prijs
beleid naar het systeem van inkomenstoeslagen is niet op
de economische maar op sociale basis gefundeerd.
JX//EN bevindt zich op een tweesprong. Ofwel de rege-
tri ring moet het bestaan van onafhankelijke onderne
mers en vrij beroepen erkennen, maar dan ook de voor
waarden scheppen om hun bestaan te garanderen, ofwel
'zij moet via een algemeen systeem van inkomenstoesla
gen, het ondernemen of het uitoefenen van vrije beroe
pen aantrekkelijk maken. De vraag is alleen maar of men
in dat geval nog werkelijk van zelfstandig ondernemer
of van vrij beroep kan spreken. De hoogte van het in
komen wordt dan namelijk geheel van de regering uit be
paald.
Dit is een aspect van deze zaak, die naar wij menen gro
te aandacht verdient!
PA AU WE