Het zaaien van de wintertarwe HET klaarleggen van /het zaaibed liefst niet al te .fijn' omdat dit gemakkelijk aanleiding geeft tot dichtslaan van die grond bij zware regenval. Doch ook weer niet te grof, want dan is er extra zaaizaad nodig omdat een deel van de korrels geen plant kan vormen en ook omdat het niet mogelijk is een goed resultaat te bereiken met de na- jaarsonkruidbestrijding met een bodemherbicide. Een vlak, grofkruimelig zaaibed is gewenst. Meer aardappelen en zaai-uien, minder blauwmaanzaad in 1974 Landbouwschap bevorderd onderzoek stroverwerking 10 A. DE REGT, C.A.R. - Goes. REKTIFICATIE RASÖENBERICHT WINTERTARWE 1975 In het in ons toegezonden en in ons vorig nummer opgenomen rassenbericht winter tarwe is, zo bericht ons C.A.R. Goes, een storende fout geslopen. Achter het ras Cy rano staat in de eerste kolom het cijfer 104 vermeld als gemiddelde over de jaren 1964 1973. Dit moet echter 99 zijn. ZAAITIJD ET zaaien van de wintertarwe staat weer voor de deur. Dit vindt overwegend plaats in de tweede helft van oktober. Alleen wanneer het weer in die tijd minder gun stig is, valt de zaaidatum later en wordt er soms nog wel gezaaid tot eind decemiber. Is vroege zaai minder gunstig door meer kans op voetziekte, decemberzaai daarentegen is meestal ook niet ideaal omi een topopbrengst te bereiken. Alhoewel tegen de legeringsvoetziekte nu een bestrijding met chemische middelen mogelijk is geworden, lijkt een erg vroege zaai (eind september-begin oktober) toch niet aan te bevelen. De kans op een vroegere en zwaardere aantasting wordt daardoor aanzienlijk vergroot. Wel speelt hierbij het aandeel van die granen in het bouwplan dn de achterliggende jaren een belangrijke rol. Daarnaast geven vroeg gezaaide gewassen vaak een (te) gulle ontwikkeling voor de winter te zien en daardoor een grotere vorstgevoeligheid. Ook het onkruid krijgt betere kansen tot ontplooiing, zodat meer aandacht aan de bestrijding hiervan besteed zal moeten wor den. N toegepast omdat het arbeidsbesparing oplevert, doch ook wel omdat op het bedrijf dikwijls geen zaaimachine meer aanwezig is. Uiteraard dient hierbij te worden gelet op een goede verdeling die verkregen kan worden door voldoende overlapping en een juiste rijsnelheid). Gebeurt dit onvol doende, dan krijgen we een gewas op baaien met een deels te dunne en een deels te dichte stand. Dit heeft dan weer consequenties t.a.v. stikstofbemestang, optreden van ziekten e.d. INWERKEN EN ZAAIDIEPTE W het inwerken betreft, dit zien we vrij veel gebeu ren met de cultivator, doch het gevaar is niet denk beeldig dat we hiermee een ongelijke diepteligging van het zaadi gaan bevorderen. Varieert deze diepteligging van 36 cm, dan as dit accep tabel, maar wanneer dit 310 cm wordt zullen de dieplig gende zaden verzwakt boven komen en we krijgen een on gelijkmatig gewas, dat ook voor toediening met stikstof, CCC e.d. moeilijker te beoordelen is. Ook de snelheid van rijden met de cultivator is van be lang, vooral op erg losliggende grond. Te hard rijden veroor zaakt in dergelijke gevallen een zekere rug vorming waar door de tarwe zodanig in banen komt te staan, dat een regelmatige zaai volkomen te niet wordt gedaan. MET DE ZAAIMACHINE yOOR zover het zaaien met de zaaimachine gebeurt overigens nog altijd een zeer goede methode zien we in de praktijk variaties in rijenafstand van 1025 cm, Omdat er toch niet meer geschoffeld wordt is het uit het oogpunt van plantenverdeldng wel aantrekkelijk om naar een nauwere rijenafstand te gaan. De plantenverdieling kan ook nog beïnvloed worden door overdwars in te eggen, waar door de zaairij aanmerkelijk wordt verbreed. Meestal ge beurt het ineggen echter met de combinatie zaaimaohine- egge. De zaaidiepte is bij rijenzaai veel beter te regelen en geeft dan ook een gelijkmatiger plantenbestand. HOEVEEL ZAAIZAAD? ^LS alle zaden zouden opkomen, de winter, de bespui tingen en de bewerkingen overleven, en vervolgens uitstoelen tot 2 of 3 volwaardige halmen per plant, dan zou 70 a 80 kg per ha voldoende zijn. Uit praktij kgegevens blijkt, dat er 140200 kg zaaizaad wordt gebruikt en dat het aantal planten per m2 wel uiteen loopt van 110350 m2. Een diioht gewas met meer dan 25J planten per m2 stoelt weinig uit, geeft nogal wat onvol groeide halmen en aren is vatbaarder voor ziekten en ge voeliger voor legering. Algemeen wordt aangenomen dat 150200 planten per m2 voldoende zijn. Onder behoorlijk goede omstandigheden tijdens de zaai kan dan ook met 100 k 120 kg zaaizaad vol staan worden. Ook de resultaten van proeven met verschil lende zaaizaadhoeveelheden wijzen in die richting. FACTOREN DIE DE HOEVEELHEID ZAAIZAAD BEÏNVLOEDEN |TR zal echter rekening moeten wordien gehouden met diverse factoren die van invloed zijn op de toe; te pas sen hoeveelheid zaaizaad. Het wordt dus plussen en minnen volgens een stelsel van kortingen en toeslagen, hetgeen aan de hand van de onderstaande punten gedaan kan worden. Door zeer ongelijke zaaidiepte weinig uniforme ontwikkeling van de planten. Wel goed breedwerpig gezaaid, maar bij het inwerken is de zaak flink verknoeid. ZAAIBED BREEDWERPIGE ZAAI HET zaaien zelf gebeurt voor een breedwerpig met de centrifugaal- of pendelstrooier. Deze methode wordt WEL OF NIET PLOEGEN Het niet ploegen van aardappelland in verband met de opslagbestrijding gaf het afgelopen jaar nogal eens aanleiding tot een te lang nafcblijven van de grond, hetgeen in februari aan de stand enl de kleur van het gewas duidelijk te zien was. Of dit invloed heeft gehad op de opbrengst is moeilijk na te gaan. Niettemin ervaren we deze methodiek als een noodzakelijk kwaad. Bij een zeer natte winter zou de nadelige invloed op de tarwe waarschijnlijk groter zijn geweest. Wanneer niet wordt geploegd), dan dient het culti- vateren wel zodanig plaats te vinden, dat de grond in één keer tot op ploegdiepte wordt losgemaakt. Daardoor wordt het waterbergend vermogen vergroot. Hierbij moet wel ge waakt worden tegen een te fijn maken van de grond, anders is het middel erger dan die kwaal. Toeslagen bij: grof zaad slecht zaaibed laat zaaien schrale voorvrucht/grond breedwerpige zaai Kortingen bij: fijn zaad mooi zaaibed vroeg zaaien rijke voorvruoht/grond rijenzaai onderteelt graszaad Het is bekend dat men toeslagen veelal wei toepast, maar dat dit met kortingen (te) weinig gebeurt. Wellicht dat U na lezing van dit artikel uw zaaizaadhoe veelheid eens wat kritischer gaat bekijken. Uiteraard zijn er ook rasverschillen. Nadere informatie hierover verschaft de rassenlijst. Zo kan bij de rassen Clement en Lely met circa 10 kg minder worden volstaan dan bij Manella. Cyrano en Norda vragen echter wat meer zaaizaad! VOORLOPIGE OOGSTRAMING PER 6 SEPTEMBER j.l. Consumptie-aardappelen. Het netto rendement van de klei-aardappelen wordt 2 hoger geraamd dan verle den jaar, n.l. 33.500 kg tegen 33.000 kg per ha in 1973. Doordat tevens het areaal is toegenomen, wordt een totale netto produktie verwacht van 2.400.150 ton, d.w.z. 5 meer dan in 1973. Een en ander blijkt uit de voor lopige oogstraming per 6 september j.l. van het C.B.S. De netto-opbrengst van zand- en veenaardappelen wordt geschat op 31.000 kg per .ha, 32 meer dan in 1973. Door een vermindering van het areaal vertoont de totale verwachte netto-opbrengst slechts een stijging van 18 en wordt geraamd op 473.350 ton. Het verruimen van de gebruiksmogelijkheden van stro kan leiden tot een waardevermeerdering en in het belang zijn van de producenten. Daarom besloot het bestuur van het Landbouwschap in zijn openbare vergadering van woensdag 11 september j.l. maximaal 1 miljoen be schikbaar te stellen voor onderzoek naar een nieuwe mogelijkheid van stroverwerking. Het gaat hier om een nieuw zogenaamd „ontsluitings procédé". Daarbij wordt op scheikundige wijze met be hulp van bepaalde zuren de strovezel ontsloten (vrijge maakt). Deze vezel zou zeer goed gebruikt kunnen wor den bij het maken van papier. De ontsluitingszuren kun nen teruggewonnen worden, zodat er geen vervuiling van lucht, bodem of water plaatsvindt. Er zal dan nog een aan tal scheikundige produkten uit het ontsloten stro vrijko men en benut kunnen worden. Het bestuur van het Landbouwschap volgt met zijn be sluit een voorstel van de hoofdafdeling Akkerbouw. Het geld zal vanaf 1975 in dxie jaar door middel van een hef fing van circa 50 cent per ha bouwland worden bijeen gebracht. Wanneer in de toekomst inkomsten verkregen zullen worden uit benutting van verkregen rechten, zal het aandeel van het Landbouwschap hierin ten goede ko men aan deze sector. Het plan voor het tot ontwikkeling brengen van dit nieuwe ontsluitingsprocédé voor stro is ontwikkeld door het IBVL (Instituut voor Bewaring en Verwerking van Landbouwprodukten) te Wageningen. Het ligt in de be doeling dat het IBVL een samenwerkingsverband zal gaan vormen met de papierindustrie Bührmann Tetterode NV te Amsterdam en Benckiser Knapsack te Ladenburg (West-Duitsland) De totale kosten van het onderzoek zijn geraamd op 4 miljoen. De bijdrage van het Landbouwschap daarin zal maximaal 1 miljoen bedragen, terwijl ook het EBVL daarin voor een zelfde bedrag zal deelnemen. De rechten en verplichtingen van het Landbouwschap zullen wor den vastgelegd in een overeenkomst met het IBVL. Zaai-uien. De voorlopige raming van de opbrengst per ha bedraagt 39.000 kg, dit betekent een toeneming van 7 vergeleken met 1973. De beteelde oppervlakte is eveneens toegenomen, waardoor een opbrengst wordt verwacht van 393.950 ton, welke 18 hoger ligt dan in 1973. Blauwmaanzaad. Door een aanzienlijke vermindering van het areaal, maar door een iets hogere opbrengst per ha. nl. 1.150 kg, 15 hoger dan in 1973, komt de ge raamde produktie op 1.700 ton; dit is 22 minder dan verleden jaar. Oppervl. Opbrengst p/ha mei '74 1973 1974 ha kg (voorl.) Totale opbrengst 1973 1974 ton Consumptie- aard.1) incl. uitval excl. uitval w.v. op kleigr. incl. uitval excl. uitval op zand-en veengrond incl. uitval excl. uitval Zaaiuien Blauwmaanzaad 86.600 71.200 15.400 10.050 1.450 37.000 38.000 31.000 33.000 38.500 38.500 33.000 33.500 30.000 35.000 23.500 31.000 36.500 39.000 1.000 1.150 3.175.200 3.282.400 2.692.600 2.873.500 2.666.200 2.748.000 2.292.500 2.400.150 509.000 534.400 400.100 473.350 334.700 393.950 2.200 1.700 1) Incl. vroege, voer- en pootaardappelen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1974 | | pagina 10