Oppervlakte, produktie, afzet en prijs van
consumptieaardappelen
Resultaten lnterprov;nciale
Rassen proefvelden IVR.0. Wageningen
winterkoolzaadoogst 1974
7
Ing. P. A. DEN HOLLANDER
C.A.R. - Zevenbergen
De aardappel is voor veel akkerbouwers een belangrijk
gewas. Niet alleen omdat op veel bedrijven de oppervlakte
20 a 25% van de kultuurgrond inneemt, maar ook omdat
de opbrengst en de prijs van zo'n enorme betekenis zijn voor
het inkomen. Juist daarom wordt er veel gesproken over de
oppervlakte aardappelen die is uitgepoot, de te verwachten
opbrengst, export en prijs. Een vraag is ook of men de aard
appelen of een deel daarvan zal kontrakteren en voor welke
prijs?
In dit artikel is wat materiaal bijeengebracht die enige
steun kan bieden bij het afsluiten van teeltkontrakten en
die wat inzicht geven in de verbouwde oppervlakten, de
export en de gemaakte prijzen. Een aantal gegevens zijn
ontleend aan jaarverslag 1973 van het Produktschap voor
aardappelen.
OPPERVLAKTE, EXPORT EN TELERSPRIJS
In de tabel is de oppervlakte klei- en zandaardappelen inklusief pootgoed over
een aantal jaren weergegeven. De vermelde prijzen zijn de gewogen gemiddel
de telersprijzen van Bintje consumptieaardappelen geteeld op kleigrond. De prij
zen zijn af bedrijf teler en gelden voor binnenland en export gesorteerde aard
appelen in de meest gangbare maat van 35 ep 40 mm opwaarts, weergegeven
in guldens per 100 kg. Bij de bepaling hiervan zijn de prijzen die middels teelt
kontrakten en bij afzet via pool verband tot stand zijn gekomen, buiten beschou
wing gelaten.
Uit tabel I is af te leiden dat de oppervlakte kleiaardappelen wel enige
schommelingen te zien geeft maar toch vrij konstant blijft. De oppervlakte zand
aardappelen daalt regelmatig. De totale oppervlakte consumptie- en pootaard-
appelen beweegt zich tussen 80.000 a 90.000 ha. De netto-opbrengst (het aan
bod) blijft de laatste jaren erg stabiel. Het is bekend dat de totale binnenlandse
consumptie ook geen grote schommelingen vertoont. De telersprijzen geven
aanzienlijke schommelingen te zien met dieptepunten in 1967, 1970 en 1971. Voor
al de laatste jaren is de netto-opbrengst en de oppervlakte aan weinig grote
schommelingen onderhevig. Bij een gelijkblijvend binnenlands verbruik zal de
prijs sterk afhankelijk zijn van de exportmogelijkheden. Veel vraag in het bui
tenland zal de telersprijs gunstig beïnvloeden. De export heeft dus in feite de
meeste invloed op de prijsvorming. Voorzichtig zou men kunnen zeggen dat er
van Nederlandse zijde steeds ongeveer 200.000 ton aardappelen boven de markt
zweeft die een bepaalde invloed heeft op de prijsvorming.
HET PRIJSVERLOOP IN DE VERSCHILLENDE MAANDEN
Om inzicht te hebben in het prijsverloop binnen een bepaald oogstjaar en ge
durende een aantal jaren is een overzicht samengesteld. Bovendien is een jaar
gemiddelde en een daaraan ontleend 3 jaarlijks voortschrijdend gemiddelde be
rekend. Dit vlakt de toppen wat af en vult de dalen wat op. Voor 3-jarige kon
trakten zouden deze cijfers als uitgangssituatie kunnen worden gebruikt. De cij
fers zijn weergegeven in tabel II, waarin voor de eenvoud niet alle maanden
zijn opgenomen.
Uit tabel I blijkt dat gemiddeld over de jaren de prijzen in september het
laagst zijn en na februari wat stijgen. Dit is echter niet elk jaar zo, terwijl men
bovendien rekening moet houden met bewaarkosten en bewaarverliezen.
TABEL I
x 1.000 ton
VERGELIJKING TUSSEN VERKOOP IN SEPTEMBER EN APRIL
Bij een vergelijking tussen deze twee maanden heeft men te maken met be
waarverliezen, gebouwenkosten, kosten voor kiemremmingsmiddelen, inbren
gen en uithalen en renteverlies.
De bewaarverliezen bedragen in oktober en november 13 per maand, ge
middeld b.v. 2 Van december t/m april zijn de verliezen per maand,
gemiddeld b.v. per maand. De totale verliezen worden dan: twee maanden
a 2 vijf maanden a is 6% of afgerond 7 Wanneer men 36 ton
gesorteerde aardappelen per ha aflevert bij de oogst, wordt dat 33.660 kg in april.
De kosten voor bewaring- hangen nauw samen met de investering en de daar
mee verband houdende jaarkosten aan afschrijving, rente en onderhoud, stroom-
kosten en brandverzekering. Bij een investering van 20 cent per kg aardappe
len en een jaarkosten van 10 worden de bewaarkosten minimaal 2 cent per
kg. Bij 3x grassen a 1,50 per ton wordt dit 4,50 per ton, afgerond 0,5 cent per
kg.
De kosten voor inbrengen en uithalen van de aardappelen zijn moeilijk te
berekenen, maar dit zou men eveneens kunnen stellen op 0,5 cent per kg. Bij
verkoop direkt na de oogst heeft men deze kosten ook als vanuit de schuur moet
worden afgeleverd.
Bij verkoop in september wordt volgens de tweede tabel voor gesorteerde
Bintje consumptieaardappelen 12,45 per 100 kg ontvangen. Aangenomen dat
36 ton wordt afgeleverd, dan wordt 4.482,ontvangen. Renteverlies bij april
verkoop 7/12 a 10 6% van 4.482,269,Men kan zich nu af
vragen welke prijs moet ik ontvangen bij verkoop in april om de gemaakte kos
ten en verliezen vergoed te krijgen. De vergelijking geldt hier uiteraard voor
gesorteerde aardappelen. De kosten aan bewaring, kiemremmingsmiddel, inbren
gen en uithalen zijn becijferd op 3 cent per kg. Na aftrek van de bewaarverliezen
wordt geleverd 33.660 kg waarvoor in september 4.482,werd ontvangen. Be
waarkosten 3 cent per kg of 1.080,en renteverlies 269,Totaal te ont-
ƒ5.831,voor 33.660 kg aardappelen of ƒ17,32 per 100 kg.
Volgens het overzicht in tabel II wordt in april een gemidueiu^ prijs gehaald
van ƒ18,59, zodat we kunnen stellen dat de- bewaarkosten en veinzen k:
prijs zijn vergoed. Voor een goed begrip is het nodig te stellen dat in beide ge
vallen, zowel in september als in april, uit de gemaakte prijs de sorteerkosten
moeten worden betaald.
Een zelfde vergelijking is ook op te stellen voor ongesorteerde aardappelen.
De kg-opbrengst en de prijs moeten dan worden omgerekend. Bij 15 uitval,
een voerprijs van 5 cent per kg uitgesorteerde aardappelen en sorteerkosten van
2 cent per kg bedraagt het verschil tussen gesorteerd en ongesorteerd globaal
3% per kg.
TABEL H
oogstjaar
opp.
aard x
1.000 ha
export
telersprijs
conc. aard
appelen
maand
oogstjaar
sept.
dec.
febr.
mrt.
april
jaaióé- 3j.VJ
middelde schr. ger
klei
zand
totaal
netto
opbrengst
pootgoed cons.
en ind.
1959
1960
14.75
8.40
15.90
8.90
14.25
8.40
14.45
7.40
13.65
7.25
14.90
8.20
11.95
1961
9.60
10.45
13.05
20.75
25.80
12.75
11.65
59/63
60.-
36.-
96.-
2.070
216*
12.04
1962
11.20
11.55
17.70
18.15
17.05
14.—
12.37
1964
56.4
24.8
81.2
2.213
254
480
13.10
1963
9.50
11.85
8.60
8.70
10.20
10.35
12.48
1965
56.-
22.7
79.2
1.822
259
287
20.40
1964
10.55
11.60
12.55
14.15
19.60
13.10
14.62
1966
60.7
26.2
86.9
2.252
291
429
16.40
1965
15.40
19.35
22.75
27.40
35.70
20.40
16.63
1967
67.1
24.9
92.-
2.643
294
480
7.70
1966
13.90
14.60
14.50
18.80
25.15
16.40
14.83
1968
67.9
22.3
90.2
2.422
281
623
12.85
1967
11.50
8.35
5.60
5.10
4.70
7.70
12.32
1969
62.9
20.-
82.9
2.369
278
653
23.20
1968
9.05
11.70
9.65
12.05
18.70
12.85
14.58
1970
69.2
21.5
90.7
2.586
290
667
9.70
1969
16.30
25.75
23.85
27.30
31.60
23.20
15.25
1971
67.1
18.-
85.1
2.688
277
738
9.90
1970
11.45
9.85
7.95
8.50
8.40
9.70
14.27
1972
64.6
15.2
79.8
2.696
334
997
26.15
1971
9.50
8.40
8.10
8.50
9.75
9.90
15.25
1973
69.4
16.9
86.3
2.692
310
777**
15.80**
1972
18.—
25.75
26.85
33.90
40.20
26.15
17.28
1974
71.2
15.4
86.6
1973*
Gemidd.
17.60
12.45
17.50
14.10
13.20
13.80
12.15
15.82
11.15
18.59
15.80
14.36
Geldt alleen voor 1963.
Voorlopige cijfers.
Voorlopige cijfers.
Zaadopbrengst in verhoudingsgetallen
Reg. nr.
Proefveldhouder
Zaaidatum
Oppervlakte
veldje
in are
Proefgem.
in kg/are
Marcus
Rapol
Major
O
6
u
<D
Q,
W
ca
(h
'55
Gezaaid in augustus
ZFI 29
Rijksd. IJsselmeerpolders
16
aug.
35,5
100
105
138
114
54
65
ZFI 29
Rijksd. IJsselmeerpolders
25
aug.
39,7
111
99
129
110
57
70
FH 1
Proefb., Kloosterburen
0,56
36,5
98
104
120
EH 85
Proefb., Nw. Beerta (30 N herfst)
24
aug.
0,60
35,2
109
103
103
78
EH 85
Proefb., Nw. Beerta (60 N herfst)
24
aug.
0,60
35,4
107
96
112
80
IVRO
Proefb., Dronten
24
aug.
2,26
28,1
101
117
104
75
RH 250
P. Maenhout, Clinge
30
aug.
0,84
30,8
99
103
97
84
91
Gemiddelde:
34,4
104
101
117
106
71
75
Gezaaid in september
ZFI 29
Rijksd. IJsselmeerpolders
13
sept.
30,9
93
112
120
113
80
79
RH 250
P. Maenhout, Clinge
14
sept.
0,84
30,7
97
100
98
91
104
IVRO
Proefb., Dronten
7
sept.
2,26
29,9
100
118
104
88
Gemiddelde:
30,5
95
106
113
105
86
92
erucazuur-vrije rassen
GEMIDDELDE PROEFVELDRESULTATEN WINTERKOOLZAAD 1967—1974
Marcus Rapol Major Primor
Gezaaid 1530 augustus 102 (7) 98 (7) 111 (5) 102 (3)
Gezaaid 1—10 september 100 (4) 100 (5) 106 (3) 98 (2)
Gezaaid 11—20 september 96 (5) 104 (5) 108 (4) 103 (2)
De tussen haakjes geplaatste cijfers achter de opbrengsten zijn de betrouwbaarheidscijfers. Deze worden af
geleid uit het aantal beproevingsjaren en het aantal proefvelden. Hoe hoger het cijfer is, hoe betrouwbaarder
het opbrengstgegeven.
Expander
65 (3)
83 (2)
82 (2)
Lesira
70 (2)
89 (2)
KORTE TOELICHTING OP DE GEGEVENS
VAN DE BEPROEFDE RASSEN
De in de Rassenlijst opgenomen rassen Marcus en Ra-
pol hebben in alle beproevingsjaren zeer goede op
brengsten gegeven. Marcus is bij zaai in de 2e helft van
augustus gemiddeld wat produktiever geweest dan Ra-
pol, maar geeft een wat massaler gewas en heeft een
wat latere rijping. Begin september gezaaid geven beide
rassen ongeveer gelijke opbrengsten, bij latere zaai heeft
Rapol gemiddeld hogere opbrengsten gegeven dan Mar
cus.
Het nieuwe ras Major, dat sinds 1972 in beproeving
is, rijpt belangrijk vroeger dan de hiervoor genoemde
rassen. Ook blijft het gewas belangrijk korter. Over de
wintervastheid zijn nog geen gegevens bekend. Wat op
brengst betreft heeft dit ras zowel vroeg als laat ge
zaaid een zeer goede indruk gemaakt.
Dit jaar zijn voor het eerst erucazuur-vrije rassen in
onderzoek geweest. Van deze heeft alleen Primor goede
opbrengsten gegeven. In vroegheid en in lengte van stro
komt dit ras geheel met Major overeen. De erucazuur-
vrije rassen Expander en Lesira blijven in opbrengst sterk
achter; vooral op het proefveld R.IJ.P. was dit het ge
val door het optreden van Phoma, waarvoor deze rassen
sterk vatbaar bleken. De beproeving ervan zal niet wor
den voortgezet.
Een mogelijk hogere geldelijke waardering van ercuca-
zuur-vrij zaad ligt voorlopig en zeker niet voor de
oogst van 1975 in de verwachting!