WAT MOGEN WE ETEN!
DE
Joor de <^Drouw
17
Drs. W. VISSER,
Directeur
Süikerstichting Nederland
te Amsterdam
|E hedendaagse mens, is sterk geïnteresseerd in de voeding en met name in wat wél en niet gezond is.
Kortgeleden stond op deze pagina een artikel over eieren, waarbij de meningen van het Voorlichtingsbu
reau voor de Voeding te 's-Gravenhage en die van de voorzitter van het Produktschap voor Pluimvee en Eie
ren, de heer J. T. Mellema, met elkaar botsten. Deze botsing van meningen is een normaal verschijnsel in de
voedingswetenschap. De oorzaak is, dat voedingsaspecten pas korte tijd onderwerp van studie zijn, in tegenstel
ling tot b.v. wis- en sterrenkunde (enige duizenden jaren), natuur- en scheikunde (enige honderden jaren), medi
cijnen (honderd jaar) en voeding (enige tientallen jaren).
De natuurwetenschappelijke benadering van onze voeding in relatie tot de menselijke gezondheid heeft pas na
de 2e Wereldoorlog een grote vlucht genomen. Daarbij werden en worden resultaten uit dier- en andere labo
ratorium-proeven vaak te snel overgebracht naar de voeding van de mens, met veel misverstanden, onenigheid
en foutieve interpretaties.
Zouden wij alles moeten geloven wat zoal in de kranten over onze voeding wordt geschreven, dan blijft er
bitter weinig over: vetten, speciaal die met verzadigde vetzuren en thans ook eieren zouden het ontstaan van
hart- en vaatziekten bevorderen. Dus geen roomboter rundvet, gewone margarine, melk en melkprodukten en
eieren gebruiken! Suiker en yoghurt zijn slecht voor het gebit, dus ook maar weglaten. Veel vissoorten bevat
ten te veel kwik, in het dierlijk lichaam hoopt zich D.D.T. op, dus vis en vlees ook mondjesmaat gebruiken. Aard
appelen en meel maken evenals de andere koolhydraten dik, dus zijn ook minder gewenst. Groenten en fruit
zijn bespoten en al die chemicaliën wilt u toch niet. Alcohol is slecht voor de lever, drinkwater vooral in geïn
dustrialiseerde gebieden is van bedenkelijke kwaliteit, dus ook hier is minimaal gebruik aan te raden. Kortom,
wanneer we de voedingsspecialisten" c.q. profeten" zouden volgen, resteert de hongerdood van een misschien
redelijk gezond lichaam. Tenslotte is de lucht, die we inademen voor onze longen niet al te best, talloze medi
cijnen hebben bijverschijnselen, wasmiddelen bevatten te veel fosfaat of zijn niet biologisch afbreekbaar enz.,
enz. En zelfs als we al deze adviezen maar ten dele opvolgen, vermindert het aantal levensgeneugten aanzien
lijk: kinderpartijtjes zonder snoep, maar met zure augurken en uitjes, diners zonder wijn maar met mineraalwa
ter, geen toetjes, geen cognac bij de zwarte koffie en geen „Hollandse Nieuwe" tussen de maaltijden doorl
AFSCHUIFSYSTEEM
pEN zeer bekend verschijnsel in de voedingswereld
is het afschuifsysteem. Als er veel gesproken
wordt over de co-relatie hart- en vaatziekten en vetten,
dan wordt altijd wel een wetenschapsman gevonden, die
bereid is, op grond van al dan niet betrouwbare resul
taten van onderzoek, het probleem naar een ander door
te spelen. De internationale zuivelorganisaties hebben in
prof. Yudkin een woordvoerder, die voor nagenoeg iedere
welvaartsziekte de schuld geeft aan suiker.
Ook dit blad nam in haar Ei-beschouwing" de visie
van Yudkin over, zodat ook hier een afschuifsysteem
ei naar suiker werd gevolgd. In Nederland kennen we
het afschuifsysteem verder uit de kreet „Snoep verstan
dig, eet een appel", waarbij het Nederlands Centraal
Bureau voor Tuinbouwveilingen jaarlijks grote bedragen
schenkt aan reclameacties voor grotere appelconsumptie
ten koste van suikerwerk en chocolade.
De praktijk is anders: het menselijk lichaam heeft
bouwstoffen nodig (eiwitten, vitaminen, mineralen) en
energiebronnen voor het verrichten van arbeid, voor het
op temperatuur houden van het lichaam, voor sport en
spel, en deze energiebronnen zijn de vetten en de kool
hydraten. Eén van de koolhydraten is het produkt suiker.
Deze suiker levert direct energie en heeft bovendien het
voordeel dat het nog lekker smaakt ook. De mens kan
vier hoofdsmaken onderscheiden (zoet, zuur, bitter en
zout) en van deze wordt de zoete smaak hogelijk gewaar
deerd. Dit kan niet anders, want het wordt niet alleen
met de paplepel ingegoten, ook de moedermelk is miere-
zoet. Propagandisten van „minder zoetgewenning bij
kinderen" moeten derhalve beginnen met het uitselec-
teren van stamboekmoeders met een laag melksuikerge
halte in de borstvoeding .Zolang dat nog niet gebeurt,
is iedere actie zinloos: het kind wil zoet. Daarnaast is
een snoepje of koekje ook vaak een beloning, hetgeen
van grote psychologische waarde is bij de opvoeding.
Deze rol lijkt moeilijk weggelegd voor een rauwe wortel
of een zure appel.
WAT IS SUIKER?
CUTKER is een natuurprodukt. 'Het is geen toevallig
zoetsmakendè chemische stof, maar een onmis
bare stof bij de plantengroei.
Wat gebeurt er namelijk in een groeiende plant? Een
plant zuigt met haar wortels vocht uit de bodem, waar
in allerlei voedende stoffen zijn opgelost. Dit voedende
sap stijgt op naar de bladeren waar zich het wonder
baarlijke proces der fotosynthese afspeelt. Het water
uit de grond wordt onder invloed van het zonlicht met
het koolzuurgas uit de lucht gecombineerd tot suiker.
Deze suiker wordt weer door de sapstroom meegenomen
om te dienen voor de verdere groei van de verschillen
de delen van de plant. Deze wordt groter, vormt meer
wortels, ontwikkelt bloemen en uit de bloemen ontstaan
tenslotte de vruchten.
Suiker is dus een natuurlijke stof, die dient voor de
groei en ontstaat uit de verbinding van de meest ele
mentaire stoffen uit de bodem en lucht onder opneming
van zonne-energie. Suiker is dus vastgelegde zonne-
energie.
De ene plant vormt meer suiker dan de andere. Dit
hangt samen met de groei-eigenschappen van de plant.
n anten gebruiken de gevormde suiker voor om
zetting in zetmeel.
Zo ontstaat de graankorrel, die de taak heeft het
•kiempje, wanneer dat in het voorjaar begint te groeien,
van voedsel te voorzien totdat zijn wortels voldoende
ontwikkeld zijn om daar zelf voor te zorgen. De aard
appel slaat zetmeel op in zijn knollen; eveneens een
voedselvoorraad die straks de nieuwe groei mogelijk
moet maken.
Bij de bieten is er iets anders aan de hand. De biet
is een tweejarige plant. Dat wil zeggen, dat zij in het
eerste jaar een stevige plant vormt, maar niet gaat
bloeien en dus geen zaad voi*mt. In dat eerste jaar
wordt in de wortel een flinke voorraad voedsel opgesla
gen die dan het volgend jaar wordt gebruikt voor de
ontwikkeling van de bloemstengel. En nu is het ken
merkende van de suikerbiet dat die voedselopslag ge
schiedt in de vorm van suiker. Wel te verstaan: suiker
die in het sap van de plant is opgelost. Wie veronder
stelt dat er suikerkorrels in een biet zouden zitten, ver
gist zich'. Hetzelfde geldt ook voor de suiker in suiker
riet.
DE SUIKERHUISHOUDING EN DE SUIKER IN DE
HUISHOUDING
MEDERLAND produceert jper jaar ruim 700.000 ton
suiker, waarvan een deël geëxporteerd wordt als
zodanig en een ander deel in verwerkte vorm. De bin
nenlandse consumptie bedraagt circa 570.000 ton. Bij
een inwonertal van bijna '13 5 miljoen betekent dat ruim
<40 kg per hoofd per jaar. Hierin is niet alleen de sui
ker begrepen, die als zodanig in de huishouding wordt
verbruikt, maar ook die geconsumeerd wordt in de
vorm van suikerhoudende produkten: chocolade, suiker
werk, boterhambeleg, gebak, ijs, jams en dranken. Dit
verbruik „in verwerkte vorm" is groter dan het directe
verbruik. Het belangrijkste suikerhoudende exportpro-
dukt is^ condensmelk. Daarop volgen de produkten van
cacao en suiker, suikerwerk en met suiker bereide lek
kernijen zoals bakkerijprodukten, jams, vruchtencon-
serven, stroop, kunsthoning enz.
De suikerindustrie draagt haar steentje bij tot de na
tionale welvaart. En niet zo'n klein steentje! Bij de hui
dige prijzen is de waarde van de in Nederland door
de suikerindustrie voortgebrachte produkten te stellen
op ongeveer 700 miljoen gulden. Daarvan ontvangen de
37.500 bietentelers, die gezamenlijk 112.000 ha bieten
verbouwen ongeveer 365 miljoen gulden, terwijl de
rest betrekking heeft op verwerkings-, transport- en
verpakkingskosten.
De staat ontvangt door op suikeraccijns en omzetbe
lasting te heffen, 100 miljoen; de suiker is zwaar be
last in Nederland! De verwerking van biet tot suiker
geschiedt in 11 fabrieken, die geëxploiteerd worden
door twee grote ondernemingen, de Suiker Unie en de
Centrale Suiker Maatschappij. De Suiker Unie (zes
fabrieken) omvat de coöperatieve fabrieken; de Centrale
Suiker Maatschappij (vijf fabrieken) is een naamloze
vennootschap. Tussen deze beide ondernemingen bestaat
op verscheiden punten een hoge mate van samenwer
king. Het ligt voor de hand, dat de fabrieken worden
aangetroffen in die streken waar de suikerbietenteelt
van oudsher het belangrijkst was, d.w.z. in de klei
streken.
Het transport van de bieten naar de fabrieken is
een zaak van grote omvang, zodat de suikerindustrie
belangrijke inkomsten verschaft aan de binnenscheep
vaart en het Weg- en spoorvervoer.
Gezamenlijk bezit de suikerindustrie twee spiritusfa
brieken waar de melasse centraal wordt verwerkt tot
alcohol (hoofdzakelijk voor industriële doeleinden). De
pulp wordt grotendeels in gedroogde vorm als vee
voeder gebruikt.
DE VOEDING IN DE SPORT
ilIET valt .niet te ontkennen, dat de moderne mens
slachtoffer dreigt te worden van de toenemende
automatisering van de arbeid. Immers, tengevolge van
een aanzienlijke vermindering van de lichamelijke in
spanning de machine kwam in de plaats van de
„mankracht" worden aan de verschillende orgaan
stelsels, waaronder het spier-, hart- en vaatstelsel, min
der eisen gesteld. Doch niet alleen dat ons lichaam
onderbelast wordt, onze geest wordt door het voortdu
rende jagen naar meer en beter overbelast.
Het is dan ook niet juist de voortschrijdende techniek
als een zegen voor de mensheid' te zien, wanneer daar
niet tekelijkertijd het verhogen van lichamelijke aktivi-
teiten tegenover staat. Het zijn deze lichamelijke aktivi-
teiten, die ons moeten behoeden voor de in verschil
lende vormen optredende civilisatie-ziekten. Aan de
sportbeoefening moet dan ook een zeer belangrijke
plaats in de moderne maatschappij worden toegekend;
voor iedere leeftijdsgroep, dus ook voor ouderen.
Het zou te ver voeren hier nader op de verschillende
invloeden van sport op lichaam en geest in te gaan. Wel
komt het wenselijk voor aan een 'belangrijk facet enige
aandacht te schenken: de voeding in de sport. Hierover
bestaan zeer uiteenlopende meningen en een aantal
merkwaardige opvattingen.
Dr. J. F. de Wijn, verbonden aan het Centraal Insti
tuut voor Voedingsonderzoek T.N.O. te Zeist, geeft
hierover in zijn boekje „De Voeding bij de Sportbeoefe
ning" een aantal interessante voorbeelden.
Voor ieder individu, dat een grotere dan normale licha
melijke arbeid gaat verrichten geldt, dat de voeding
evenwichtig opgebouwd moet zijn en wel zodanig dat
daarin de vijf groepen van in Nederland voor dagelijks
gebruik onmisbare voedingsmiddelen, vertegenwoordigd
zijn.
Nu speelt naast de behoefte aan eiwitten, vetten, vi
taminen, mineralen ook die aan koolhydraten een be
langrijke rol. Onderzoekingen hebben aangetoond, dat
na koolhydraatrijke maaltijden de beste presaties wer
den geleverd. In de behoefte aan koolhydraten kan men
voorzien door het gebruik naas wittebrood, van bruin- of
roggebrood, grove graanprodukten als havermout, gort
en boekweitgrutten. Betekent dat nu, dat suiker niet op
het menu van de sportbeoefenaar voorkomt? Zeker niet!
De suiker in het menu van de sportbeoefenaar vindt
men terug bijvoorbeeld in thee of koffie in de yoghurt
of melk met brinta en de boterham met zoet beleg. Bij
de langduur-sporten verdient het zeker aanbeveling
suikerhoudende dranken te gebruiken, omdat deze voor
zien in een gemakkelijke en snel beschikbare bron van
energie. Puur suiker, honing e.d. worden minder aanbe
volen omdat deze veelal het dorstgevoel vergroten. Sa
menvattend kan worden gesteld:
1. Dat sportbeoefening noodzakelijk is;
2. Dat een evenwichtige voeding ook daarbij van groot
belang moet worden geacht;
3. Dat de koolhydraten in de voeding bij de sport een
belangrijke rol spelen;
4. Dat een verantwoord gebruik van suiker gewenst
is en dat bij landgeduur-sporten het gebruik van
suikerrijke dranken de voorkeur verdient.
Voor hen, die deze regels ter harte nemen, zal de
voortschrijding van de techniek een zegen kunnen zijn
en de angst voor het te dik worden verdwijnen.
SUIKER IN HET DAGELIJKS MENU
IYE hoeveelheid voedsel die men tot .zich neemt, kan
precies berekend worden. Dat wordt gedaan door
het voedsel in kaloriën uit te drukken. 1 Kalorie is de
hoeveelheid warmte die nodig is om 1 liter water -
1 graad Celsius te doen stijgen. Deze warmte, die uit het
voedsel gehaald wordt, zet het lichaam om in energie.
Niét iedereen heeft behoefte aan eenzelfde aantal ka
lorieën. Hier ziet men een tabel waarin dit voor mannen
en vrouwen tot uiting komt.
Hoe langer hoe meer mensen gaan bewust op hun
lijn letten. Men spreekt dan veel over kalorieën en spe
ciale diëten waar filmsterren grote successen mee schij
nen te boeken. De één weet het nog beter dan de ander;
dit voedingsmiddel wel, dat beslist niet. Daarbij ver
geet men soms, dat onder normale omstandigheden het
.aankomen" of „afvallen" méér afhangt van het totaal
aan kalorieën in verhouding tot de verrichte lichame
lijke arbeid dan van een bepaald voedingsmiddel.
(Zie verder pag. 18).