De maand september
op het zuid-westelijk landbouwbedrijf
AKKERBOUW
AARDAPPELEN EN UIEN - aandacht voor teelttechnische-
en kwaliteitszorgen
SUIKERBIETEN - eind deze maand begin oogst
loof arm gewas
STAMBONEN - dorsen is precisiewerk
GRONDBEWERKING - deze maand stoppelbewerkingen
VEEHOUDERIJ - zorgen voor de ruwvoederpositie
T"\OOR de wel bijzondere gunstige weersomstandigheden kon de graanoogst nog
vóór september worden afgewerkt. Ook het stro kon anders dan bij gebrek aan
mankracht, die bestemming krijgen, die men er in zijn opzet aan wilde geven.
In deze maand behoren het rooien van aardappelen en de uienoogst tot de hoofd
werkzaamheden. Op verschillende bedrijven zal de oogst van stambonen eveneens
de nodige aandacht vragen. Er zijn door de omstandigheden nogal wat nieuwe telers
van dit gewas.
Het uitvoeren van de diverse grondbewerkingen dient op de meest geschikte tijd
stippen en onder gunstige omstandigheden plaats të vinden.
Voor een vlot verloop van de werkzaamheden spelen twee factoren wel een hoofd
rol, namelijk gunstige weersomstandigheden en een goede organisatie, hetzij in sa
menwerking met collega's, hetzij met het loonwerkbedrijf. Verschillende in deze
maand uit te voeren werkzaamheden lenen zich nu eenmaal niet meer voor individuele
uitvoering.
Bonen ruiteren nog: altijd de meest oogstzekere methode.
AARDAPPELEN
UIEN
iUETT is niet ondenkbaar dat de oogst
van dit gewas wat problemen zal
geven in verband met een ongelijkmatige
afrij ping. Vele percelen hebben immers 'n
ongelijkmatige stand. Ook al tellen we de
laatst bovengekomen planten niet mee
dan is er nog een groot verschil in ont
wikkelingsstadium. We zullen dus een zo
goed mogelijk gemiddelde rooitijd moe
ten kiezen.
Alleen uien van goede kwaliteit zijn
geschikt voor langere bewaring. Is de
kwaliteit minder goed, dan 'bestaat het
gevaar dat de bewaarverliezen zodanig
hoog zijn, dat beter vanaf het veld ver
kocht kan worden.
Evenals bij aardappelen speelt ook bij
uien de kwaliteit een voorname rol bij de
afzet. Om te kunnen concurreren op de
wereldmarkt moet een produkt van top
kwaliteit worden aangeboden. Zo niet,
dan gaan anderen ons voor. Naast de ge
nomen teeltmaatregelen speelt ook hier
de behandeling van het produkt bij oogst,
transport en bewaring een grote rol. In
het nummer van 4 augustus is hierover al
uitvoerig geschreven. In het kort komt
het erop neer dat bij het rooien beschadi
ging moet worden voorkomen. Bij het op
rapen en transport dient kneuzen van de
bollen te worden voorkomen. Vooral het
produkt van een wat snel gegroeid gewas
is hier mogelijk nog extra gevoelig voor.
In verband met het voorkomen van druk
plekken mag de storthoogte de 3 meter
niet te boven gaan.
Het inbrengen in de bewaarruimte kan
gebeuren als de „hals" van de uien onge
veer droog is. In ieder geval moet 3 4
weken geventileerd worden om het vocht
af te voeren en bruin worden van de uien
ge vulling en het voorkomen van stort-
kegèls is ook bij uien belangrijk,
door broei te voorkomen. Een gelijkmati-
In een omgeving waar men de laatste
jaren regelmatig aantasting door de prei-
J. VAN AERTS
W. JANSE
C.A.R. - Goes
worden. Het tijdstip van doodspuiten
hangt in de eerste plaats af van het groei-
stadium waarin het gewas verkeert. Ver
der speelt ook de gezondheidstoestand en
de zwaarte van de grond in verband met
het rooien een rol. De omstandigheden
liggen van bedrijf tot bedrijf verschillend
en moeten dan ook per bedrijf worden
beoordeeld. Hierbij moet ook bedacht
worden dat een gewas met een nog goed
gezond groen bladapparaat per dag/ha bij
gunstig weer 600800 kg in knolgewicht
toeneemt. De opbrengst kan dus nog aan
zienlijk toenemen, terwijl de produktie-
Zorgvuldige behandeling van de aardap
pelen bij oogst en transport is om verschil
lende redenen bijzonder belangrijk.
kosten nagenoeg gelijk blijven. Daarbij
moet men het toenemende oogstrisico
i.v.m. de weersomstandigheden echter
wel in zijn overwegingen betrekken.
We zijn er echter niet met een hoge kg-
opbrengst alleen. Ook de kwaliteit is van
bijzonder groot belang. Voor een goede
afzet is een kwaliteitsprodukt een eerste
vereiste. Na de teelttechnische zorg moet
alles in 't werk gesteld worden om kwa
liteitsvermindering tegen te gaan. Om af
te harden dient er voldoende tijd te zijn
tussen doodspuiten en rooien, o.a. in ver
band met ontvelling.
Rijsnelheid en kettingsnelheid van de
machine moeten op elkaar afgestemd zijn.
Getracht moet worden zolang mogelijk
grond op de ketting te houden.
Door juiste dieptestelling doorgesne
den knollen voorkomen.
Een goede overgang van rooischaren
naar zeefketting.
Goed werkende scherpe schijven voor
komen verstoppingen.
Bij veel loof kan loofklappen zowel de
capaciteit als de kwaliteit van het werk
tijdens het rooien bevorderen.
Vooral onder droge omstandigheden is
het gebruik van een met rubber of kunst
stof beklede zeefketting noodzakelijk.
Ook bij transport kunnen beschadigin
gen optreden:
De valhoogte in wagen of kisten dient
zo klein mogelijk te zijn.
Meenemers van loswagens of stort
bakken moeten minstens 3 cm hoog zijn.
De kettingen moeten gelijkmatig en vol
doende gespannen zijn.
Stortbak en transporteurs moeten niet
na elke wagen leeggedraaid worden. De
transportbanden dienen vol met aardap
pelen te zijn.
Verder dienen alle maatregelen geno
men te worden die beschadiging kunnen
voorkomen.
De bewaring kort na het rooien dient
erop gericht te zijn dat de knollen ver
der vlug afharden en de gewichtsverlie
zen beperkt blijven. Als de aardappelen
nat en met vochtige grond in de bewaar
plaats komen moet de partij direct droog-
geblazen worden. Er mag niet meer ge
ventileerd worden dan noodzakelijk is.
Een kiemremmingsmiddel kan worden
toegediend op droge, in de grond reeds
afgeharde, aardappelen.
De bewaarplaats dient vooraf gecon
troleerd te worden op mogelijke „lekken"
in de isolatie. Vooral in oudere bewaar
plaatsen kunnen deze zeker voorkomen.
Bedacht moet worden dat er de laatste
winters weinig vorst is voorgekomen. Bij
een wat strengere winter worden hogere
eisen aan de isolatie gesteld. Het is beter
nu nog de nodige voorzieningen te treffen
dan de aanstaande winter met de handen
in het haar te zitten. Hetzelfde geldt ook
voor de beluchtingsapparatuur.
Tenslotte, mocht u twijfelen aan de
blauwgevoeligheid van uw aardappelen,
schroom niet een monster te nemen en
dit te laten onderzoeken, hetzij via de be
drijf svoorlichter, hetzij door uw afnemer.
Alleen uien van goede kwaliteit zijn geschikt voor langere bewaring. Partijen
waarin veel onvolgroeide en/of uien met rottingsverschijnselen voorkomen zijn
ongeschikt om te bewaren en kunnen beter vanaf het veld verkocht worden.
Indien een nog volop groen gewas bij
droge grond en hoge temperatuur abrupt
wordt uitgeschakeld door doodspuiten
van het loof, bestaat het gevaar dat aan
tasting van het naveleinde bij de knollen
optreedt. Deze aantasting bestaat uit een
bruin enigszins ingezonken plekje van
enkele mm's tot enkele cm's doorsnede.
Verliezen door beschadigingen dienen
bij het rooien zoveel mogelijk te worden
voorkomen door een goede afstelling van
de rooimachine. Enkele punten hierbij
zijn:
Na het rooien van de aardappelen dient het land zo spoedig mogelijk gecultiva-
terd te worden. Men voorkomt hiermee verslemping van de grond.
IIET ziet er naar uit dat er nogal wat
spreiding zal zijn in het rooitijdstip.
Er zijn zowel percelen die pas in volle
groei, als percelen die nu al vrijwel uit
gegroeid zijn. In tegenstelling tot de aan
vankelijke verwachting lijkt het erop dat
de kg-opbrengst goed tot zeer goed zal