TSJAAD
REPUBLIEK IN
MIDDEN-AFRIKA
10
Ir. J. A. H. HAENEN
Hydronamic B.V. te Sliedrecht heeft najaar 1973 een
team van vier personen naar Tsjaad uitgezonden om te
werken aan een opdracht in het kader van de ekonomie
en de sociale ontwikkeling van dit land. Dit team bestond
naast de manager uit een ekonoom, een deskündige op
het gebied van de weg- en waterbouw en schrijver dezes
als landbouwkundige, die hiervoor verlof had gekregen
van de overheid.
Het werken in een team van op verschillend terrein
deskundigen verdient in het algemeen meer aanbeveling,
omdat op deze wijze immers de te verrichten opdracht
breder uitgewerkt wore'": dan bij meer eenzijdig samen
gestelde teams mogelijk is.
De republiek Tsjaad is één van de Sahel-landen en
enkele karakteristieken en enige indrukken van dit land
zijn als volgt.
per jaar elf droge maanden en in het zuiden vier.
In het uiterste noorden en het oosten en verder ten
zuiden van de landsgrens komt bergland voor, maar
overigens is Tsjaad evenals Nederland een overwegend
vlak land. In het bergland ontspringen rivieren, die naai
en door het vlakke land stromen en verschillende hier
van monden tenslotte uit in het Tsjaadmeer, het laagst
gelegen gebied van dit vlakke land. De twee belangrijk
ste rivieren zijn de Chari en de Logone en deze brengen
per jaar gemiddeld 35 a 40 milliard m3 zoet water naar
dit meer met een oppervlakte van 20.000 km2; van
Nederland aan de rand van de woestijn. Deze afge
voerde hoeveelheid water stemt overeen met een schijf
water ter dikte van 1,80 m over het hele Tsjaad-meer.
Volgens officiële gegevens telt Tsjaad 3,8 miljoen in
woners dit komt neer op 3 inwoners per km2. In plaat
sen met meer dan 5.000 inwoners woont 10 van de
bevolking, zodat Tsjaad is aan te merken als een over
wegend agrarisch land, waar 90 van de bevolking een
bestaan vindt in. landbouw, veehouderij of visserij. In
het noorden wonen arabieren en in het zuiden negers.
LANDBOUW EN VEEHOUDERIJ
Bij de granen deze gewassengroep is de voornaam
ste voedselbron voor de wereldbevolking nemen mil
let en sorghum de belangrijkste plaats in. De milletsoort,
petit mil, kan bij minimaal 300 mm neerslag rijp worden
en brengt dan per ha 400 a 500 kg graan op. De meer
produktieve millet- en sorghumsoorten vragen in de
groeiperiode minimaal 500 a 700 mm neerslag en kun
nen dan 700 a 1.000 kg graan per ha opbrengen. Waar
per jaar meer dan 500 mm neerslag valt, kunnen ook
aardnoten worden verbouwd en voor de teelt van katoen
moet er in de groeiperiode minimaal 700 mm regen val
len.
In het Sahelgebied is er per hoofd van de rurale be
volking ongeveer 25 ha grond en per 100 inwoners had
deze, naar gegevens van 1971, gemiddeld 270 schapen/
geiten, 250 runderen, 30 paarden/ezels en 30 kamelen.
In een groot deel van het 'Sahel-gebied kan geen rijp
graan worden gewonnen. Hier kan zich in de korte regen
periode nog wel een grasachtige vegetatie ontwikkelen,
die aan het vee schapen, geiten en runderen voed
sel levert.
In de regenperiode heeft deze vegetatie de hoogste voe-
derwaarde en dan worden de jonge dieren geboren. Naar-
tsja
Bij de trek meet het vee droge grasvegetatie eten en bij de hoge temperaturen moet Het katoengewas is rijp en levert grondstof voor industriële verwerking. Katoen is het
het vee dan regelmatig op tijd worden gedrenkt. belangrijkste produkt voor de ekonomie van het land.
LIGGING, KLIMAAT EN BEVOLKING
i
Tsjaad grenst in het noorden aan Libye en 1.500 km
zuidelijker ligt het nabuurland, de République Centra-
fricaine ter oriëntatie Amsterdam ligt op 1.500 km
afstand van MadridDe gemiddelde afstand tussen
haar oost- en westgrens is 800 km en een eenvoudige be
rekening leert ons dat Tsjaad qua oppervlakte ruim 40
keer zo groot is als Nederland.
Dit land ligt 1.000 a 1.500 km van de zee en heeft
geen spoorwegen. Het transport is wel een zeer groot
probleem. De produkten in de zeehaven, bijv. kunstmest,
zijn na een moeizaam transport over land in Tsjaad 2 a
3 keer zo duur. De hoofdstad N'djamena heeft een be
hoorlijk geoutilleerd vliegveld, dat op de internationale
vliegroutes is aangesloten. Het wegennet omvat onge
veer 2.000 km en daarnaast zijn er nog een 20.000 a 30.000
km wegen ondermeer voor de trek van het vee.
Klimatologisch is het land van noord naar zuid in te
delen in 3 gebieden:
a) het woestijn Sahara gebied,
b) het Sahelgebied met 200 mm neerslag in het noor
den en naar het zuiden oplopend tot 600 a 800 mm
per jaar,
c) het semi-humide tropische gebied waar in het zui
den per jaar gemiddeld meer dan 1.000 mm regen
valt.
De neerslag valt niet gelijkmatig verdeeld over het
jaar. Augustus is de natste maand in het noorden zijn er
mate het droogteseizoen begint te vorderen, droogt deze
vegetatie op en wordt op deze wijze als veevoer goed
gekonserveerd. Als het voedsel voor het vee opraakt,
trekt de bevolking met haar kuddes naar het zuiden,
waar wegens de meerdere neerslag meer voedsel voor
het vee groeit. De trek naar het zuiden wordt door de
tsé-tsé-vlieg de overbrenger van de beruchte slaap
ziekte bij het vee die in het semi-humide tropische
gebied voorkomt, tegengehouden. De nomadenveehou-
ders zorgen er voor bij het begin van de regenperiode
weer terug te zijn in het noorden, waar het vee dan over
vers gegroeid plantenmateriaal kan beschikken.
Bij de trek van deze nomadenveehouderij is hèt nood
zakelijk dat het vee niet alleen vanwege de hoge tem
peraturen maar ook voor de vertering van het droge
voedsel tijdig wordt gedrenkt. In dit gebied met weinig
neerslag is er dankzij de veehouderij, die vlees, melk,
huiden en wol levert menselijk leven mogelijk.
Op plaatsen met een ondiepe grondwaterstand of in
het zuiden, waar relatief meer neerslag valt, teelt de
bevolking in het Sahelgebied overwegend voor eigen
konsumptie ook land- en tuinbouwgewassen. De ak
kerbouw en veehouderij zijn dan sterk met elkaar ver
weven en de mensen hebben er, in tegenstelling met de
nomaden, een vaste woonplaats in hun dorp.
VEEHOUDERIJ EN STANDING
De standing van de mensen wordt voornamelijk be
paald door het aantal stuks vee, dat een familie bezit.
Hierin schuilt het gevaar, dan men te gemakkelijk ge
neigd is het aantal dieren, koste wat het kost, op te voe
ren. Dit kan er toe leiden, dat er te veel vee te lange
tijd bij en om de drenkplaatsen gekoncentreerd blijft,
waardoor de plantaardige vegetatie tot wijd in de om
trek van zo'n waterbron blijvend schade ondervindt met
alle nadelige gevolgen vandien. Goede behoorlijke we
gen (paden) voor de trek van Tiet vee met daar waar
nodig op regelmatige afstanden betonnen waterputten
voor de bevolking en als drenkplaats voor het vee
zijn zeer zeker gewenst en noodzakelijk. On dit terrein
mag de onderlinge harmonie tussen vegetatie, veestapel
en bevolking echter geen geweld worden aangedaan. Bij
een eenzijdige aanpak in de vorm van de aanleg van
teveel betonnen waterputten of bij een te intensieve
bestrijding van veeziekten worden de kudden vee, het
trotse familiebezit, in verhouding tot de voedselproduk-
tie in het Sahelgebied veel te groot. Door overbeweiding
is de kans dan groot, dat de hier aangehaalde harmonie
(onherstelbaar) wordt verstoord.
IN HET NOORDEN VAN TSJAAD DE WOESTIJN
Het woestijngebied is zeer dun bevolkt met gemid
deld één inwoner per tien km2. Om de plaatsen, waar
enig voedsel voor het vee groeit, te bereiken, verplaat
sen de veehouders zich over zeer grote afstanden. De
veestapel van deze nomadenbevolking bestaat overwe
gend uit schapen/geiten, kamelen en verder wat ezels.
Op die plaatsen, waar men over water kan beschikken
plaatsen met ondiepe grondwaterstand, oases, e.d.
heeft zich de.bevolking gekoncentreerd. Gewassen als
tarwe, diverse palmsoorten dadels e.a. worden hier
geteeld.
IN HET ZUIDEN HET SEMI HUMIDE
TROPISCH GEBIED
Hier valt de meeste neerslag en de rivieren, die on-
bedijkt zijn, zetten jaarlijks grote gebieden van dit vlak-