Centrale
merriekeuring in
's-Hertogenbosch
KORTE WENKEN
7
GROEPENKEURINGEN
Van de groepen willen we twee speciaal noemen: Bij de
groepen van 5 stuks zelfgefokt melkvee werd stal Brasser
met een mooie en uniforme groep eerste. Bij de 3-tallen was
de la plaats voor de groep van L. Matthijsse.
KOE MET MOOISTE UIER
Ook bij deze keuring was de strijd spannend. Uit een felle
strijd, waarbij o.a. de algemeen kampioene Mieneke 18 en
de jeugdkampioene Corrie 26 op het laatste moment afvie
len kwam, evenals twee jaar geleden als overwinnaar te
voorschijn: Roosje 7 van 't Hof Zwagerman van G. Blankers.
SCHAPEN
Door 5 Walcherse schapenfokkers werden in totaal 6 ram
men, 65 ooien en 51 lammeren van het Texels ras aange
voerd. Met opzet noemen we hier Texels ras, omdat er op
Walcheren ook geregistreerde Zeeuwse melkschapen voor
komen. Jammer genoeg namen zij niet deel aan deze keu
ring. De behoorlijke belangstelling die er voor dit ras be
staat hadi deelname zeker kunnen rechtvaardigen. De kwa
liteit van de aangevoerde schapen lag op goed niveau alhoe
wel onze verwachtingen ten aanzien van de jaarlingooien
blijkbaar toch iets te hoog gespannen waren. De oudere
ooien gingen namelijk met de ereprijzen strijken.
Bij de drie 2-jarige en oudere rammen werd Z 1991 van
Gebr. De Lange, Ritthem eerste en tevens kampioen. Dit
was een typische vleesram met beste bespiering. De niet
te grote maar zeer typische ram Z 1989 van Gebr. De Buck,
Oostkapelle werd als anderhalfjarige ram eerste en boven
dien res. kampioen.
De enkeling ramlammeren waren zeer matig, er werden
geen eerste prijzen toegekend. De 2-, 3- en 4-tallen ooilam
meren van één vader imponeerden niet al te sterk. Het vrij
uniforme stel van 1814 Pref van W. Verhage, Oostkapelle
werd eerste. De enkeling jaarling ooien waren door hun
groot aantal in 2 rubrieken gesplitst. De oudere groep vorm
de een knappe klasse met goed ontwikkelde ooien, waarvan
verschillende een bemerking op het beenwerk kregen. Eer
Koe met de mooiste uier: Roosje 7 van 't Hof Zwagerman. Links kampioen ooi Z 012, rechts reservekampioen ooi
Eig. G. Blankers, Grijpskerke. Z 971, beide van Gebr. De Lange, Ritthem.
ste werd 7803 van Gebr. De Lange, een goed ontwikkelde,
gelijnde ooi met een reeds genoemde bemerking. De jongere
jaarlingen waren zeker zo goed met de typische goed be-
spierde ooi 4964 van W. Verhage aan de kop.
Uit de rubriek oudere ooien kwamen zowel kampioen als
reserve kampioene voort. Kampioene werd de massale ooi
Z 012 van Gebr. De Lange. Res. kampioene werd de minder
massale maar wel typische ooi Z 971 van dezelfde eigenaar.
De ooien met lammeren vertoonden nogal wat variatie. In
de verschillende rubrieken kwamen echter een aantal goed
uniforme stellen voor.
Z 367 met ooi- en ramlam van W. Verhage behaalde een
le plaats. Onder de ooien met één lam kwam nogal was on
dereind voor. Aan kop kwam een goed stel met een best
ooilam t.w. Z 9613 van Gebr. De Buck. In de rubriek ooien
met twee ooilammeren kwam het vrij uniforme stel Z 9601
met 2 goed ontwikkelde lammeren vooraan. De rubriek
ooien met twee ramlammeren was zeer matig zonder eerste
prijzen. Bij de bedrijfscollecties werd de uniforme groep
best ontwikkelde oudere ooien van Gebr. De Lange als
eerste geplaatst.
Links kampioen ram: Z 1991, Eig. De Lange, Ritthem.
Rechts reservekampioen ram: Z 1989. Eig. Gebr. De Buck,
Oostkapelle.
B. D. EUGENRAAM.
Zaterdag 10 augustus werd' in Brabants hoofdstad de cen
trale merriekeuring van de afdeling Noord-Brabant-Zeeland
van het Warmbloed Paardenstamboek Nederland (W.P.N.)
gehouden.
Hoewel het weer niet meewerkte, eerder het tegendeel
deed, was er veel bezoek. „'De Centrale in Den Bosch"
spreekt de Brabanders aan en ook veel Zeeuwen komen kij
ken.
De leuze van het W.P.N.: „Paardensport wordt volkssport"
kan voor het zuiden rustig als een vaststaand feit worden
aangemerkt, want daar is het al zq ver.
Er waren op de 10 regionale keuringen veel paarden naar
Den Bosch afgevaardigd, een 60-tal eenjarige merries, onge
veer 50 tweejarige en 80 driejarige merries vormden samen
een geweldige groep van veelal knappe jonge fokpaarden.
Bovendien waren er nog bijna 50 oudere stermerriën, de
meeste 4 jaar oud, die werden bekeken of ze waard waren
in rang verhoogd te worden en van „ster" voorlopig „keur"
(vroeger „kroon") te worden. Hierbij werd streng gekeurd,
slechts ongeveer 40 kwam voor verhoging in aanmerking.
Opvallend dat de groep van jaarlingen ook dit jaar weer
de minste indruk maakte. Men had er wel enige van thuis
Wunnen laten, dat ziet men jaar op jaar. Er is veel indivi
dueel verschil, er zijn fors ontwikkelde bij, maar ook van
die echte slungelachtige, die de groep als geheel omlaag
halen, deze kunnen over een jaar heel anders zijn,, als ze de
ontwikkeling van het lelijke jonge eendje hebben doorge
maakt.
De tweejarigen waren veel beter, dit zijn al meer paarden,
er waren leuke rijpaarden bij, maar ook enige, vooral drie
kwartvolbloeds, die te fijn van benen waren en te weinig
stokmaat hadden.
De driejarigen waren door elkaar genomen goed, sommi
gen enigszins in werkconditie, het werk bestond dan in het
zogen van een veulen.
Behalve bij de eenjarigen worden nog steeds dirie typen
onderscheiden: rij-, tuig- en veelzijdigheidstype. Het is de
bedoeling dat dit laatste type zal verdwijnen en men alleen
rij- en tuigpaarden overhoudt. Dit is echter gauwer gezegd
dan gedaan, want het veelzijdigheidstype is nog sterk ver
tegenwoordigd. Misschien niet op papier in het programma
boekje, maar in werkelijkheid, want bij het type rijpaard
ziet men in alle jaargangen er veel rondstappen, dat eigen
lijk veelzijdigheidstypen zijn. Op verschillende keuringen
gaan stemmen op de veelzijdigheidspaarden nog te bewaren,
men wil zware fokmerries houden om door kruising met
bloedhengsten rijpaarden te fokken. Verschillende veelzijdig
heidspaarden kunnen goed gebruikt worden onder het zadel,
vooral in de landelijke ruitersport, die toch wel een beste
afnemer van onze paarden blijft, doch geen algemene be
hoefte heeft aan lichte halfbloeds.
In het nummer „Rijpaarden onder den zadel" werden
paard en ruiter flink aan de tand gevoeld. Een Artilleur-zoon
van J. Voskens te Tilburg bleek de beste te zijn. Een zwaar
paard en toch soepel en snel met veel ausdauer. Er waren
nog meer nakomelingen van Franse hengsten onder prijswin
naars. Fokker „let op uw saeck" en profiteert van de fok
waarde die onze Anglo-Normands telkens weer blijken te
bezitten!
Voor de kampioenschapskeuring bestaat steeds een enor
me belangstelling. De hoogstgeplaatste van elke jaargang
doet daaraan mee.
Bij de tuigpaarden waren dat drie dochters van de hengst
Indiaan. De driejarige Marijke, eig. A. Dirks te Eindhoven*
werd kampioen.
Bij de veelzijdigheid werd het een Homerusdochter, de 3-
jarige Marianne van J. Scherf te Almkerk.
Bij de rijpaarden kwam een Idool aan de kop, hier had
driejarige heel veel goeds, maar dat had de tweejarige ook
en die was meer gesloten van bouw en van het echte rijtype,
zonder licht te zijn, dat gaf de doorslag en Natasja van Fr. v.
Loon te Hooge Mierde was een fraaie kampioene!
C.A.R. - Zevenbergen
Akkerbouw
BIJ HET ONDERPLOEGEN van een grasgroenbemes-
tingsgewas wordt bij het in- en uitzetten van de ploeg
het gras slecht ondergedekt. Dit is te voorkomen door
op de in- en uitzetstroök ter breedte van ongeveer 2 m
het land te frezen of te cultivatoren. Ook de perceels
kanten met veel kweek tussen het gras kunnen het beste
met een frees of een cultivator intensief worden bewerkt.
RHIZOCTONLA GEEFT BIJ AARDAPPELEN een
slechte opkomst, onregelmatig gevormde en minder oog
lijke knollen en opbrengstderving. Het kopen van „blank"
pootgoed kan veel narigheden voorkomen. Bij de partij-
keuring mag het aantal licht door Rhizoctonia aangetaste
knollen maximaal 25 zijn. Matig aangetaste knollen
mogen niet worden geëxporteerd. Indien het percentage
aangetaste knollen meer dan 25 bedraagt, moet het
pootgoed onder toezicht van de Keuringsdienst worden
gesorteerd en ontsmet.
DE LARVEN VAN DE WITLOFMINEERVLIEG vre
ten gangen in de bladstelen en zijn nadelig voor de ver
koopwaarde van de witlofwortelen. De bestrijding be
staat uit het spuiten met 0,75 liter dimethoaat 40 per
ha. Het is nodig de bespuiting 2 keer te herhalen met
tussenpozen van 2 weken. Niet later spuiten dan 3 we
ken voor de oogst.
EEN AARDAPPELMOEHEIDS-VATBAAR ras zoals
b.v. Bintje mag U in '75 verbouwen op een perceel waar
in '72, '73 en '74 er geen gestaan hebben. Hierop zijn uit
zonderingen, o.a. stond er in 72 een aardappelmoeheids-
resistent ras b.v. Amaryl of Provita,.dan mag U in '75
weer een vatbaar ras als b.v. Bintje verbouwen. Stond
er in '72 een vatbaar ras en werd de grond volgens voor
schrift ontsmet, dan mag in '75 hierop eveneens een vat
baar ras worden verbouwd.
NA HET VERSPUITEN van bestrijdingsmiddelen moet
de lege verpakking worden vernietigd, dit om narigheid
te voorkomen. Bedenk dat het onverantwoord is de lege
verpakking zomaar ergens te laten liggen. De jeugd ge
bruikt dit heel gemakkelijk als speelgoed. Bovendien kan
dit aanleiding zijn tot een proces-verbaal.
GRONDONTSMETTING TEGEN AALTJES maakt het
mogelijk jaarlijks meer dan Va van het bouwland met
aardappelen te betelen. Of dit voora U ekonomisch ver
antwoord is, kan door een begroting worden vastgesteld.
Uw bedrijfsvoorlichter is gaarne bereid U daarbij te hel
pen. Het aanmeldingsformulier voor de grondontsmetting
moet direkt na de uitvoering gezonden worden aan het
distriktskantoor van de P.U.; voor Zeeland is het adres
Landbouwcentrum Goes en voor westelijk Noord-Bra
bant Hoogstraat 122 te Roosendaal.
EEN GRONDONTSMETTING TEGEN AALTJES kost
ongeveer f 600,per ha. Om 80 doding van de aaltjes
te krijgen, moet het middel 18 tot 20 cm diep nauwkeu
rig worden ingewerkt. Om het te snel ontwijken van het
gas te voorkomen moet het land dichtgerold worden met
een aangedreven rol. De bouwvoor moet een losse struk-
tuur hebben en gelijkmatig fijn verkruimeld zijn. De ge
wenste grondtemperatuur is 15 tot 20° C. Het vochtge
halte moet ongeveer gelijk zijn aan dat van een goed
zaaibed.
Veehouder ij
KWEEKGRAS IS EEN LASTIG ONKRUID. Als dit in
grasland sterk toeneemt, is« scheuren en herinzaaien de
oplossing. Door vooraf te spuiten met 50 kg T.C.A. per
ha kan het kweekgras worden vernietigd.
NA EEN BESPUITING MET T.C.A. mag niet direkt
een grasmengsel worden ingezaaid. Inzaai van stoppel-
knollen of bladkool is wel mogelijk. Dit kan bij tijdige
zaai een hoge opbrengst opleveren.
IS HET GRASLAND VERSLETEN en komt er weinig
of geen kweekgras in voor, dan is scheuren en direkt in
zaaien een goede methode voor verbetering. Zo nodig
kan daarbij een kalkbemesting toegediend worden. De
volgende zomer mag U op een hoge opbrengst rekenen
als tijdig, dus vóór half september, wordt ingezaaid.
ALS KALVEREN OP STAL worden gehouden, krijgen
ze in het algemeen geen immuniteit tegen maagdarmwor
men. Deze kan verkregen worden door ze aan een lichte
besmetting bloot te stellen door ze enkele weken buiten
te doen in een voorgemaaid perceel.
OVERHEIDSFINANCIERING van ruilverkavelings-
werkzaamheden levert een voordeel op, dat met het stij
gen van de rente voor geleend geld steeds) groter wordt.
In de huidige situatie is het te berekenen voordeel reeds
50 tot 90 van de verschuldigde totale kosten. Dit is
vooral afhankelijk van de tijd tiLssen uitvoering van het
werk en invordering van de kosten.