Erf en akker Rundvleesproduktie en onderzoek in West-Duitsland Grootste daling Amerikaanse graanoogst sinds 20 jaar '2rT 12 GR.A. - Eindhoven, Ing. L. ROMPELBERG. den op ongeveer 110 grotere akkerbouwbedrijven met in verhouding veel grasland eenheden van 4050 zoogkoeien en/of -vaarzen gehouden. Meer dan de helft van deze vee stapels is opgebouwd met de Aberdeen Angus (gemakkelijk afkalven), ongeveer 25 bestaat uit Carolais en de krui- singsprodukten hiervan.'De arbeidsinkomens zijn laag in verhouding tot melkveehouderij (in 1972 gem. 550 DM per koe). Op de diverse onderzoekinstellingen wordt aandacht be steed aan voeding, huisvesting, selektie en gebruikskruising ter verbetering van kwaliteit en kwantiteit van de rundvlees produktie. De coördinatie van het onderzoek laat wel eens te wensen over. In december 1973 maakten twee Nederlandse onder zoekers een studiereis naar Midden- en Noord-Duitsland om meer inzicht te krijgen in het onderzoek en de be drijfsontwikkeling op het gebied van de rundvleespro duktie in de Bondsrepubliek, Er werden bezoeken ge bracht aan onderzoekinstellingen en proef- en praktijk- bedrijven. De belangrijkste ervaringen van deze reis zijn vermeld in een rapport dat onlangs door het P.R. te Wa- geningen is uitgegeven. GEEN VER DOORGEVOERDE SPECIALISATIE De rundvleesproduktie is in het bezochte deel van Duits land overwegend gebasseerd op de zwart- en roodbonte melkveerassen in kleine eenheden en oude gebouwen. De specialisatie dn de rundveehouderij is, zowel voor melk als vlees minder ver dan in Nederland. Op de meeste bedrijven wordlt het jongvee dat bestemd is voor de vleesproduktie zelf aangehouden. De vleesstierenhouderij neemt als bedrijfstak een veel gro tere plaats in dan in ons land, terwijl de kalfsvleesproduktie van minder betekenis is. Het slachtrijp maken van ossen is belangrijk in betekenis afgenomen. De stierenvleesproduktie vindt of in kombinatie met akkerbouw plaats, op basis - n de bijprodukten, of op bedrijven meti veel weide en grasla. d- produkten. Vooral in Noord-Duitsland worden bij een grotere be- dlrijfsoppervlakte de dieren op een betrekkelijk laag voeder niveau met inschakeling van weidegang op wat oudere leef tijd slachtrijp gemaakt. In tegenstelling tot Zuid-Duitsland komt snijmais in rantsoenen voor stieren die op stal slacht rijp worden nog maar weinig voor. De stieren worden afgeleverd op een leeftijd van gemid deld 25 maanden, bij eindgewichten van 500-—550 kg (meer dan 300 kg slachtgewicht). Het onderzoek richt zich nog voor een belangrijk deel op het slachtrijp maken van stieren in de weidie. In het alge meen wordt aan het inhaaleffect in de eindperiode, na een voorbereidingsperiode met weinig of geen krachtvoer 's win ters op stal, een grotere betekenis gehecht dan in ons land. De omschakeling van melkvee naar vleesvee neemt in Duits land nog geen grote vormen aan. ZOOGKOEIEN Zoogkoeienhouderij' leveren in de gehele RRD ca. 5 van het inkomen aan rundvlees. Er is jaarlijks een geringe uit breiding, vooral in Sleeswijk Holstein, Hessen en Rijnland. Van ruim 7000 zoogkoeienhouderijen in West-Duitsland wor Oude gebouwen op een praktijkbedrijf. SELEKTIE OP VLEESPRODUKTIE Bij de selektie op vleesproduktie neemt zowel de eigen prestatietoets van KI-stieren als het nakomelingenonderzoek een belangrijke plaats in. De eigen prestatietoets vindt plaats op zeven centrale opfokstations met een gezamenlijke kapa- citeit van ruim 1100 stieren. De opfoksystemen zijn echter niet uniform, hetgeen een goede vergelijkbaarheid van de selekjtieresultaten niet ten goede komt. De groei van de stie ren vormt het voornaamste selektiekriterium. Bij een uitval van ongeveer de helft van de stieren tijdiens de test, wordt een selektiescherpte van 1 op 4 aangehouden. Dit is een kompromis tussen de bereikbare vooruitgang en de kosten van het onderzoek. Aan het nakomelingenonderzoek wordt, aansluitend op de prestatietoets, grote waarde toegekend, waarbij groei en slachteigenschappen kriteria zijn. Er zijn 7 stations voor dit onderzoek, waarvan er twee zijn gekombineerd met een cen traal opfokstation. In Kiel verricht onderzoek toonde aan dat de resultaten van de prestatie- en nakomelingentest met stieren verkregen op krachtvoerrantsoenen en bij afsluiting op een gewicht van 350 kg, goed overeenstemmen met die op ruwvoerrant- soenen bij afsluiting op ca. 500 kg levendgewicht. Aangezien laatstgenoemde systeem vrij algemeen geldt op praktijkbe- drijven en de duur en kosten van onderzoek met krachtvoer- regimes aanzienlijk zijn te beperken. Is deze overeenstem ming van grote praktische betekenis. RASSENVERGELIJKING Vergelijking van groepen stieren van diverse rassen en kruisingen naar geschiktheid voor vleesproduktie vindt plaaté op grond van groeisnelheid, voederverbruik en slacht eigenschappen. Per ras of kruising worden groepen van 10 stieren individueel volgens vastgestelde normen gevoerd. Charolaiskruising-stieren en vaarzen, in de BRD geslacht op 18 maanden (gevoerd naar gewicht), hadden ca. 10, resp. 12 betere groei bij een voederkonversie die 0,2 gunstiger was dan bii zwartbeden. De «lachteigenschaoDen van de kruisingen waren steeds aanzienlijk beter. Soortgelijke resul taten weruen met Maine Anjou-kruislingen verkregen, hoe wel deze wat meer vet aanzetten dan dde van Charolais. De resultaten van zuivere Charolaisstieren waren beter dan die van de kruislingen. De mogelijkheden van een grote meeropbrengst van Cha- rolaiskruislingen worden echter beperkt geacht, omdat de Fi-vaarzen, in tegenstelling tot zwartbonte vaarzen, alleen geschikt zijn voor vleesproduktie, er 1015 verlies aan kalveren optreedt en de melkkoeien op de grotere Duitse bedrijven na gemiddeld 3l/i jaar worden vervangen. De in Duitsland! vrij veel toegepaste kruising met Aber deen Angus-stieren gaf in de Fi aanzienlijk mindere groei, voederkonversie en slachtresultaten (te vet). Betere resul taten worden in de zoogkoeienhouderij verkregen met pro- dukten uit de driewegkruising van Aberdeen Angus x DZB met Charolais-, resp. Fleckviehstieren. De mogelijkheden van toepassing op praktijkschaal van gescheiden sperma van KI-stieren worden vooralsnog niet groot geacht. De resultaten van kruisingsproeven met DZB- koeien en Holstein Friesian-stieren bleken vrij goed overeen te stemmen met die in ons land. De verbetering van de melkprodtuktie kwam bij de Fi- dieren ten opzichte van de zwartbonten sterk naar voren terwijl voor vleesproduktie bij geringe groeiverschillen meestal een duidelijke achteruitgang in slachtwaarde werd gekonstateerd. De konklusie van Duitse onderzoekers is dat geschikte HF-stieren voor gebruikskruising met zwartbonten voor delen bieden, maar dat heriiaalde terugkruising met HF- stieren de nodige reserves oproept, zolang de bedrijfsecono mische konsekwenties ten aanzien van melk- en vleesop brengst nog onvoldoende bestudeerd zijn. i) Onderzoek rundvleesproduktie in West-Duitsland, door Ir. W. L. Harmsen en Ir. C. A. S. Zwetsloot. P.R.-rap- port nr. 24. Verkrijgbaar door storting van 4,op giro 2307421 t.n.v. Proefstation voor de Rundveehou derij te Wageningen met vermelding van: Rapport nr. 24. Het Amerikaanse ministerie van landbouw -heeft maandag de ernstigste daling in de Amerikaanse graan oogst sedert 20 jaar voorspeld en heeft gewaarschuwd voor hogere prijzen en een mogelijke vermindering van de voedsel lul-p aan landen overzee volgend jaar. Een slechte oogst zal ook dwirugen tot een verminde ring van de graan verkopen aan het buitenland. Dit heeft de onder-minister van landbouw, Richard Bril, op een persconferentie meegedeeld. De voedselprijzen zullen volgend jaar weer omhoog gaan als het tekort voelbaar begint te worden en de ver hogingen voor veevoerprijzen zullen leiden tot een ver minderde produktie van varkens en pluimvee, zo zei een econoom van het ministerie, Dawson Ahalt. De grote droogte in het Midden-Westen van de Ver- eniglde Staten leidde er toe dat de meeste voorspellin gen inzake de oogst moesten worden herzien. Naar verluidt heeft EG- landbouwcommissaris ir P. Lardinois reeds geïnformeerd in hoeverre dit alles con sequenties kan hebben voor de Amerikaanse export van graan en soya naar Europa. Dit vooral ook omdat de veevoederpositie hiermee gemoeid is. Van officiële zijde zou hij antwoord hebben gekregen dat er een grote kans is dat de vooruitzichten voor de oogst in de komende weken zullen verbeteren. Daaren tegen zou een voorman van de landbouworganisaties al van mening zijn dat de export van o.a. mais en soya moet worden beperkt. Die ochtend in alle vroegte toen we naar Schiphol reden, zat de moed in mijn schoenen. Niet omdat het verre en toch zo bekende Afrika me angst inboezemde. Nee, het was het feit dat ik straks over een paar uren afscheid zou moeten nemen van Corry en de jongens Jacky en Kristian, hadden al gezegd dat ze me vast zouden binden met een touw. Dat was gelukkig alleen maar bij woorden gebleven. Maar of ze beseften dat hun vader voor een jaar wegging, en dat er weinig kan-d sen zouden zijn dat hem: binnen dat jaar nog te zie: zouden krijgen, dat geloven we niet. Een jaar is ee: lange tijd, en kinderen van die leeftijd kijken nog nie' zo ver vooruit. Maar ik wist het wel. En ofschoon ik door niemand werd gedwongen terug naar Afrika te keren, vond ik de heengang toch een martelgang. Die laatste avond in dat kleine huisje, waar we tijdens het verlof zo gastvrij onderdak hadden, zat ik bij ieder van hun nog een poosje langer bij de bed jes. En dan maak je wel dat je niets laat blijken van je eigen gevoelens tegenover hen. Ik beloofde ze dat ik allereerst naar de poes van Jacky en de kip van Kristian zou kijken, dat ik hun vriendje Mohammed de groeten zou doen. Toen ze sliepen, de laatste hand aan de kof fers was gelegd, en we na nog even te hebben gezeten naar bed gingen, moest ik toch nog lang kijken naar de vredig slapende kopjes van mijn kinderen. Een jaar lang zouden we elkaar niet zien. Ik sloeg mijn arm rond Corry en zuchtte: „Het zal niet meevallen". Ze knikte en dacht hetzelfde. Maar de tijd van Afrika was voor at je i-Jj&ha riwije lopig voor hen voorbij. Over een paar weken zouden ze naar kostschool gaan. Daarmee kwam een eind aan een onafgebroken periode van zeven jaar dat vader, moe der en de kinderen dag in dag uit bij elkaar waren ge weest, gelijk iemand leeft op een onbewoond eiland. Eén ding stelde me gerust, Corry zou nog een poosje in Ne derland blijven om de eerste weken van de kostschool van een afstandje mee te maken. En de jongens kunnen het opperbest vinden met de grootouders. Die zijn het ook die ze straks in hun vrije tijd en vakanties opvangen. Op Schiphol is het iedere keer hetzelfde, je draait als een kat rond de hete brij. Nog vijf minuten wachten en dan ga ik door de douane. Nee tien minuten kan ook wel. Maar wat maakt vijf minuten of zelfs een half uur uit. 't Moet er toch van komen nietwaar. Ik kuchte en zei tenslotte schor: ,,'t Is tijd". We liepen naar de douane. Ook al heb ik nog zo'n zwarte snor, met geweld wist ik me te beheersen toen ik me bukte en de jongens vaar wel kuste. Veel woorden wist ik niet te vinden. Zij ook niet. Je denkt dat je zo een beetje aan het stikken bent. Je moet happen naar lucht. En ineens besef je hoe je eigen ouders zich voelden toen je zelf voor twee jaren de piste in ging. Goed ieder krijgt zjjn beurt. Corry hield zich ook goed. Vóór alles moest er geen drama van gemaakt worden. Zo gewoon mogelijk doen. Afscheid ne men doet altjjd zeer, maar van je eigen gezin nog meer. Je beseft hoeveel je van elkaar houdt. Dan grijp je de ".andbagage bij de hengsels alsof je die hengsels wilt rmorzelen en je stapt door. Je kijkt nog wel twintig leer achterom tot er niets meer te zien valt. Eenmaal bij de belastingvrije winkel ben je in nie mandsland. En dan moet je de hersens weer wakker schudden, want straks zit je alleen in Hola en een neutje en een rokertje kan geen kwaad. Vyf flessen Bokma, een paar flessen whisky. Volop sjek, een doos sigaren, voor een habbekrats. Twee plastic tassen vol. Nog een verrekijker, om straks op de zondagen mee naar de bush te nemen. En dan ineens ben je er weer. Je scha kelt voorlopig je weemoedige gedachten uit. In de slurf naar het vliegtuig werden we gefouilleerd. We willen graag dat jullie ook echt in Nairobi aanko men, zei de marechaussee. Terwijl ze de tassen doorzoch ten, zag ik Corry en de kinderen door een raampje. Ze zwaaiden. Ik zwaaide ook fel en onverwacht. Degene die net mijn tas aan het doorzoeken was, schrok zich dood. Ze moest minstens hebben dat ik een handgranaat wegslingerde. Twaalf lange uren in de super DC 8. Een hele zit. In München goot de regen met bakken uit de hemel. In Kaïro was de lucht heet en deed het gele woestijnzand pijn aan je ogen. Toen door naar Entebbe, het paradijs van Amin. De zon ging onder, de lucht bleef nog een lange tijd gloeien in allerlei kleurschakeringen, maar in eens was het aardedonker buiten. We bestelden nog een pilsje en rookten nog een sigaret. Ik had een bank alleen. Achter me zat een missionaris, die terug ging naar Tan zania. Sinds 1938 in dat land. Tot voor kort mochten ze maar om de tien jaar met verlof naar Nederland. God moet wel sterk staan in je leven, wil je dat volhouden. In Entebbe landen de vliegtuigen geloof ik alleen nog om hun landingsrechten niet te verliezen. De luchthaven lijkt op een spookplaats. Nergens enige aktiviteit. De grote hallen, verlicht, maar niemand te zien. Idid Amin, goed voor minstens tachtig tot negentig duizend moor den, of althans gepleegd met zijn toestemming, en dat in nog geen twee jaar regeren. Het was één uur toen het KLM-toestel neerstreek op de luchthaven Nairobi. Vermoeid, suf gerookt en gezeten, zocht ik mijn spul len bij elkaar. In de bus die ons van het vliegtuig naar de gebouwen reed kreeg ik een brief van de vertegen woordiger van het Irrigation Board. Hij had met veel moeite een hotelkamer gereserveerd. Er was een inter nationale konferentie in Nairobi, drie duizend deelne mers uit drie en zeventig landen. Een zucht van verlich ting, in ieder geval een bed, zonder lang te moeten zoe ken. De douane maakte het me erg lastig. Nog nooit geen last gehad, nu werd alle schade ingehaald. Vijf flessen Bokma, waren er vier te veel, verrekijker, invoerrechten, plus nog eens zes procent andere belas- tinng. In mijn koffer nieuwe kleren, invoerrechten en ga zo maar door. In ontzetting hoorde ik het aan. Wacht even zei ik in mijn beste Swahili, en liep naar zijn chef. Ik maakte duidelijk dat ik naar Hola ging, waar niets was, en dat ik daar helemaal alleen zat, en toch wat te drinken en te doen moest hebben in mijn vrije tijd. Het aangeslagen bedrag was dertien honderd shilling. Maar hij zei: „Mmm, weet je wat je kunt, doorgaan als je tweehonderd shilling betaalt, maar dan krijg je geen ontvangstbewijs". Het was inmiddels twee uur in de nacht en ik ging er grif mee akkoord. De twee douane beambten grijnsden vriendelijk, toén ik mijn rommel tje weer op de kar laadde. Hun late avond, was goed be taald geworden. De klok in het gebouw van de Citty Council sloeg drie uur toen ik dodelijk vermoeid een gat in een Kenyaanse dag ging slapen. SGHRIJFKOUTER.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1974 | | pagina 12