Meer aandacht voor
toevoeging van ureum
mineralen en vitamines
aan snijmais
Goede vraag naar appelen
DINGEN VAN DE WEEK
11
In Oost-Brabant is in 1972 voor het eerst op een
praktijkbedrijf ureum met mineralen aan snijmais toege
voegd. De resultaten waren dusdanig dat in Oost-Bra
bant in 1973 toegevoegd werd op 19 bedrijven, waar meer
dan 20 kg snijmais per koe per dag gevoerd werd. Ook
dit seizoen werd aan de verwachtingen voldaan, zodat
hoogstwaarschijnlijk de toepassing in 1974 op veel gro
tere schaal zal plaatsvinden.
WERKING UREUM
De stikstof uit ureum wordt in de pens van de koe door
bacteriën omgezet tot eiwit. De bacteriën kunnen dat alleen
onder bepaalde voorwaarden n.l. als
1. Voldoende koolhydraten (zetmeel) aanwezig zijn.
2. Voldoende mineralen aanwezig zijn.
3. Dé ureum geleidelijk de hele dag in de pens komt.
4. Het rantsoen weinig eiwit bevat.
Snijmais waaraan ureum, mineralen en vitamines zijn toe
gevoegd voldoet aan de gestelde voorwaarden voor bacte-
riële omzetting van ureum tot eiwit. De snijmais met ureum
dient in grote hoeveelheden verstrekt te worden zodat de
ureum geleidelijk in de pens terecht komt.
HET TOEVOEGEN
Op de maishakselaar kan een doseeraparaat gemonteerd
worden waarmee het ureum, rmneralen, vitamine-mengsel
regelmatig door de snijmais verdeeld kan worden. De nor
male dosering is 4 toevoeging op de droge stof. Per ton
stiijmais is dat 10 kg bij 25 d.s., 12 kg bij 30 d.s. of 14
kg bij 35 d.s. Per ha komt dit neer op een toevoeging van
350500 kg produkt al naar gelang de opbrengst van de
mais. Om een goede benutting van de ureum te krijgen dient
deze regelmatig door de snijmais gemengd te worden. De
enige praktische manier waarop dit kan gebeuren is via de
hakselaar. Toevoegen op de kuil of later op stal geeft een
slechte verdeling en dit zal tot moeilijkheden kunnen leiden.
Snijmais met te veel ureum wordt door het vee slecht op
genomen en deze zal tot vergiftiging kunnen leiden. Daar
vandaan wordt aan snijmais met minder dan 25 droge stof
géén ureum toegevoegd omdat de ureum in het perssap op
lost en dan verdwijnt of ophoopt in de benedenste laag.
VOORDELEN VAN TOEVOEGING
Alleen bedrijven met veel snijmais hebben nut van het toe-
voegen. Per koe per dag dient minimaal 6 kg d.s. snijmais
(is ongeveer 20 kg kuilprodukt) gevoerd te worden. Door
het toevoegen wordt de snijmais een compleet ruwvoer zodat
in de melkstal alleen A-brok (standaard voer) verstrekt
dient te worden. Snijmais met toevoeging vormt met enkele
kg voordroogkuil of hooi een evenwichtig rantsoen voor
1012 kg melk.
In dit rantsoen hoeft géén eiwitrijke brok gevoerd te wor
den. De meeste koeien krijgen minimaal 1 2 kg krachtvoer
in de melkstal. Door géén eiwitrijke brok te voeren kan voor
de koeien tot 15 17 1 melk één tot twee kg krachtvoer be
spaard worden als snijmais met toevoeging verstrekt wordt.
Op de bedrijven waar in 1972 en 1973 toegevoegd is zien wij
ook dat het probleem van te vette koeien nagenoeg verdwe
nen is. De conditie was overigens goed evenals de melkpro-
duktie.
Behalve de besparing op eiwit voor alle koeien en op ener
gie voor een groot deel van de veestapel zijn de veevoed-
kundige, arbeidstechnische en organisatorische voordelen
niet te verwaarlozen. Een compleet grond-rantsoen is ge
makkelijk aan te vullen met één soort krachtvoer in de melk
stal al naar gelang de melkproduktie. Een extra werkgang
wordt bij het voeren bespaard evenals de problemen hoe en
waar gevoerd moet worden. Bij voorraad en zelfvoedering
van veel snijmais is het toevoegen van ureum, mineralen en
vitamines nagenoeg de enige oplossing om een evenwichtig
grondrantsoen te krijgen.
DE KOSTEN VAN TOEVOEGEN
Dit jaar komt voor het eerst het gemengde produkt van
ureum, mineralen en vitamines op de vrije markt. Het is
daarom moeilijk een prijs te noemen. Om echter toch voor en
tegen te kunnen afwegen kan gesteld worden dat het pro
dukt met vergoeding aan de loonwerker voor het apparatuur
en het extra werk, per ha 300,tot 600,kan gaan kos
ten. Hier krijgt de boer dan 400500 kg eiwit, 200250 kg
mineralen, een goed rantsoen, minder vette koeien en minder
werk voor terug.
VOORWAARDEN
In het reeds gestelde is duidelijk gebleken dat niet overal
toegevoegd kan worden. De volgende regels dienen in acht
genomen te worden om met succes ureum, mineralen en
vitamines toe te voegen:
1. De koeien moeten per dier per dag minstens 20 kg snij
mais opnemen (6 kg d.s. of meer!)
2. De ureum, mineralen en vitamines moeten goed verdeeld
wordien door de snijmais.
3. Het rantsoen moet een duidelijk tekort hebben aan eiwit
4. De dieren dienen één tot drie weken aan de snijmais met
toevoeging te wennen.
5. De toevoeging van het ureum, mineralen en vitamine
mengsel moet 4 op de droge stof bedragen. Per ha is
dat 350—500 kg.
6. Aan snijmais beneden de 25 d.s. kan niet toegevoegd
worden omdat de ureum in het perssap oplost en ver
dwijnt of ophoopt beneden in die kuil.
Of aan deze voorwaarden voldaan kan worden is vaak
moeilijk door de veehouder te zeggen. Bedrijven die denken
in aanmerking te komen doen er goed aan om contact op te
nemen voor nadere informatie met de bedrijfsvoorlichter.
De aanschaf van apparatuur door de loonwerker moet tijdig
gebeuren. De loonwerker moet echter weten of er belang
stelling bestaat voor toevoeging. Een goed samenspel tussen
veehouder en loonwerker zal ook hier weer het resultaat
gunstig beïnvloeden.
TOT SLOT
Toevoeging van ureum met mineralen aan snijmais heeft
2 jaar op praktijkbedrijven aan de verwachting voldaan.
Een ruimere toepassing ligt voor de hand. Bedrijven die
meer dan 20 kg snijmais per koe per dag voeren kunnen met
succes ureum, mineralen en vitamines toevoegen. De voor
bereiding voor het toevoegen moet nu beginnen. Contact
met uw voorlichter en vervolgens de loonwerker zal de mo
gelijkheden voor uw bedrijf in uw streek aangeven.
MUURBESTRIJDING OOK BIJ LAGE TEMPERATUREN GOED MOGELIJK
Veel muur in grasland is schadelijk omdat de graspro-
duktie er sterk onder lijdt. Herinzaai van grasland wordt
vaak in de nazomer toegepast en dat is juist de belang
rijkste kiemingsperiode voor de muur. De muur kan zich
dan zo snel ontwikkelen dat het gras vrijwel geen kans
krijgt. Bovendien groeit de muur in de herfst langer door
dan gras.
ONDERZOEK
In de winterperioden van 19711972 en 19721973
werd een aantal muurbestrijdingsproeven genomen op
jong grasland, met verschillende herbiciden, aangewend
bij temperaturen van ongeveer 5° C. Steeds was er een
onbehandeld object aanwezig. Naast de toegelaten mid
delen fenoprop en mecoprop (nieuwe namen voor resp.
2, 4, 5-TP en MCPP) en sinds kort ook MCPA/benazolin,
was er ook een aantal middelen dat nog niet voor muur-
bestrijding in grasland is toegelaten.
In een proef werd vooral gelet op de invloed op klaver
naast de werking tegen muur. De andere proeven wa
ren meer gericht op een goede muurbestrljding. Klaver
was hier veelal in geringe mate aanwezig. Tevens werd
bij één proef het effect van toppen nagegaan.
CONCLUSIE
Chemische bestrijding van muur in grasland buiten het
groeiseizoen blijkt met de daarvoor toegelaten middelen
goed mogelijk te zijn. De opbrengst aan gras in het groei
seizoen is daarbij aanzienlijk hoger dan wanneer deze
middelen niet gebruikt worden.
(Persbericht Proefstation
voor de Rundveehouderij
I9V Jsrl ni
Op de fruitveilingen in ons gebied is het aanbod van appe
len belangrijk toegenomen. Er komt veel James Grieve,
waarbij opvalt dat het percentage klasse II kwaliteit groot
is ten gevolge van de hagelschade die op veel bedrijven is
opgetreden. Door de grote vraag was het prijsverschil tus
sen klasse I en II kwaliteit niet groot. In het begin van de
week werd steeds rond 1,10 en 1,per kg betaald voor
de maat 70/80 resp. klasse I en II. In het einde van de week
werd voor de klasse I rond 90 ct betaald en voor de klasse
n rond 80 ct. De aanvoer van Benoni nam eveneens sterk
toe. De grote maten van deze fijne handappel brachten prij
zen op vani 1,20 tot 1,40 per kg. Klasse I 60/65 mm werd
verkocht rond en iets boven ƒ1,per kg.. Klasse II was
1020 ct per kg goedkoper.
Zeer grote vraag is er naar de fraai gekleurde en van zeer
goede kwaliteit zijnde Discovery. De grote en middelmaten
van dit ras deden tussen 1,50 en 1,95 per kg, terwijl voor
de klasse I 60/65 mm tussen 1,en 1,25 per kg werd
betaald, waarmede deze appel de duurste is van het sorti
ment van dit moment en misschien wel van het gehele sei
zoen.
In de komende weken mag op aanhoudend ruim aanbod
van appelen in ons gebied worden gerekend, want ook dr
Tydeman's Early Forcester gaat dan een rol spelen in het
aanvoerbeeld en de zomerrassen zuilen over het algemeer
een goede oogst geven.
In de perenhoek ging het in hoofdzaak om de Précoce de
Trévoux, waarvan dagaanvoeren tot 100 ton per veiling wa
ren. De grote maten deden rond 50 ct per kg maar het aan
bod hiervan is klein. De klasse I 55/60 werd in de tweede
helft van de vorige week rond 35 ct verkocht en de I 50/55
rond 16 ct per kg.
De komende week verwachten we een behoorlijk aanbod
van Clapp's Favourite. Verder namen de pruimen een be
langrijke plaats in op de Zeeuwse fruitveilingen. Het aanbod
van Czar en Ontario liep in de tweede helft reeds wat terug,
maar andere rassen als Monsieur Hatif en Belle de Louvain
kwamen er voor in de plaats. Da prijsvorming was matig tot
slecht, vooral voor het grote percentage vruchten in de klei
ne maten. Klasse I Czar deed meestal rond en soms iets
boven een gulden per kg maar de kleine maat van dit ras
kwam niet verder dan 30 cent. Monsieur H&tif I noteerde
rond 1,50 per kg.
Door bijzondere omstandigheden moeten we dit week
overzicht schrijven op het moment dat de grote demon
stratie van mensen uit de land- en tuinbouw in Utrecht
nog moet beginnen. U zult op deze plaats dus geen ver
slag lezen van hetgeen er zaterdag in Utrecht is gebeurd
en is bereikt. Op andere plaatsen in dit blad zult u er
ongetwijfeld voldoende over ingelicht worden.
In de afgelopen week namen we kennis van het feit
dat er deze week vrijdag (16 augustus) in Middelburg een
buitengewone ledenvergadering zal worden gehouden
van de Coöp. veilingsvereniging „Walcheren". Daar zal
gesproken worden over de houding van het bestuur
tegenover de leden welke een deel van hun oogst bui
ten de veiling om verkopen en weigeren daarover aan
hun afzetorganisatie de volgens de statuten verschul
digde provisie te betalen. Enkele weken geleden heb
ben wij in deze rubriek geschreven over de plaats en
de betekenis van de veiling voor het tuinbouwbedrijf.
Het deed ons genoegen te zien dat het bestuur van de
veiling „Walcheren" het nuttig oordeelde een foto-copie
van dit artikel toe te sturen aan haar leden.
We hebben geen behoefte nog eens opnieuw uitvoe
rig op deze zaak in te gaan. Het zou gaan over de
zgn. „harde" lijn welke het bestuur zou volgen tegen
over haar leden. We hopen dat het bestuur van deze
veiling haar leden er van zal kunnen overtuigen dat haar
houding niet wordt ingegeven door een autoritaire hou
ding van haar kant maar door haar zorg om het welzijn
en het voortbestaan van de afzetorganisatie voor de
Walcherse tuinbouw.
Van een bestuur, van welke organisatie ook, wordt
verwacht dat het een beleid voert. Dat beleid vindt haar
uitgangspunt in de doelstelling van de onderneming.
Wanneer een veilingbestuur vasthoudend en vastberaden
doet wat van haar wordt gevraagd in het belang van
bedrijf dan kan dat overkomen als „hard" maar dat wil
niet zeggen dat het ook hardvochtig is. Wij hopen dat
de Walcherse tuinders er van doordrongen kunnen wor
den een „harde" opstelling van hun bestuur tegenover
degenen die van twee walletjes willen eten, in het be
lang is van het veilingbedrijf dat ze samen hebben ge
sticht.
Bij het kennisnemen van dit alles werden we weer
eens opnieuw betrokken bij de zware taak die een lei-;
der van een organisatie in de land- en tuinbouw in deze
tijd heeft. Het is geen eenvoudige zaak om in deze tijd
bestuurder te zijn. Dat hebben ook degenen ervaren
die in de besturen zitten van onze regionale en landelijke
organisaties.
Het is soms een koud kunstje om bij het leiderschap
te streven naar populariteit. Degene die dat wil, stelt
bij zijn doen en laten voorop datgene wat hem popu
lair kan maken. Het komt dikwijls goed over maar het
wil niet zeggen dat de kwaliteit van het leiderschap
overeenkomstig is.
We weten heus wel dat men als bestuurder of leider
niet autoritair te werk kan en mag gaan. Het overleg
model is een belangrijk gegeven in onze samenleving.
Bij dit overleg zal men echter ook steeds een goed ge
fundeerd beleid als uitgangspunt moeten hebben.
Wij hebben reeds dikwijls gezien dat de populaire be
stuurder even hard terug valt als hij is opgeklommen en
het belang van de onderneming of de vereniging is er
dikwijls allerminst mee gediend.
De bestuurder en leider die principeel en zakelijk, van
uit een weloverwogen beleid zijn zaken regelt, zal het
het langst vol houden.
We kennen ze gelukkig ook binnen onze organisaties,
de mensen met een visie, waarvan men zegt: „Ze zijn
hard maar eerlijk, zij begrijpen onze moeilijkheden en
zetten zich daarvoor in voor zover da mogelijk is bin
nen het kader van hun organisatie". Het zijn deze prin
cipiële, zakelijk ingestelde bestuurders die uiteindelijk
van het grootste belang zullen blijken te zijn voor de
onderneming. Nog eens, het is dikwijls gemakkelijker en
ook wel prettiger om de populaire man uit te hangen
en wij willen niet beweren dat een principieel en zake
lijk denkende bestuurder niet populair kan zijn, maar het
is een andere populariteit dan die van hem, bij wie het
voorop staat.
U zult bij het lezen hiervan zeggen: wat heeft dat nu
allemaal te maken met een buitengewone ledenverga
dering van de veiling „Walcheren". Wij kwamen tot deze
gedachten naar aanleiding van de opmerkingen over een
bestuur dat vanuit een duidelijk omschreven opdracht
in de statuten van haar vereniging, een beleid voert en
naar aanleiding van de dikwijls grote kritiek die er de
laatste tijd wordt uitgegoten over de hoofden van velen
binnen onze land- en tuinbouworganisaties.
Degene die aan het hoofd staan van onze organisaties
zijn daar meestal terecht gekomen omdat zij gezag heb
ben en hierdoor leiding kunnen geven. Het is echter niet
voldoende dat men deze macht heeft en uitoefend, men
zal ook moeten overtuigen dat de weg die men gaat, de
juiste is.
Wanneer een leider een tekort heeft aan overtuigings
kracht zien we soms het feit ontstaan dat men gaat ma
noeuvreren en manipuleren om gedaan te krijgen wat
men wil bereiken. Niet zelden wordt er misbruik gemaakt
van de macht die men heeft als leider. Waartoe dit kan
leiden hebben we pas gezien in de Amerikaanse geschie
denis.
Zonder twijfel zal er ook in de komende tijd veel vak
manschap en bestuurskracht worden gevraagd van hen
die aan het hoofd staan van onze organisateis. Wij ho
pen dat ze de kracht en de wijsheid zullen hebben om
de meest gewenste oplossing voor de problemen te zoe
ken.