Nieuwe subsidieregeling ter bevordering van samenwerkingsverbanden in landbouw-, tuinbouw en veeteelt 6 Subsidiemogelijkheden bij bietenrooien in samenwerkingsverband. D- nu betere kansen voor gezamenlijke exploitatie van een gladiolenrooimachine. Door de Kuropese. Commissie van de E.E.G. zijn enige tijd geleden zogenaamde E.E.C'i.-structuurrichlliinen opgesteld ter bevordering van een zo goed funktionefende land- en tuinbouw in de lidstaten. Voor Nederlandse omstandigheden is er eer. regeling samengesteld, waar naar onze mening ver schillende mensen gebruik van kunnen maken. In het na volgende willen we trachten duidelijk te maken wat één en ander voor de praktijk betekent. WELKE VORM VAN SAMENWERKING IS NODIG OM VOOR PREMIE IN AANMERKING. TE KOMEN? Hiervoor worden verschillende rechtsvormen onderschei den a. de maatschap b. vennootschap onder firma c. commanditaire vennootschap d. besloten vennootschap e. naamloze vennootschap i'. coöperatieve vereniging Ook andere vormen van samenwerking, waarvoor met in stemming van het bestuur is gekozen, komen in aanmerking; dit zijn dus overeenkomsten, die uiteraard een binding tussen de samenwerkenden dienen te geven. WAAROP MOET DE SAMENWERKING BETREKKING HEBBEN? a. de samenwerking dient betrekking te hebben op het ge hele bedrijf, bijvoorbeeld 3 bedrijven gaan samenwerken met alle machines b. de samenwerking dient betrekking, te hebben op één of meer onderdelen van het bedrijf, bijv. 10 bedrijven gaan gezamenlijk de bieten rooien en het transport verzorgen of 5 bedrijven kopen gezamenlijk een gladiolenplanter HOE GROOT DIENEN DE DEELNEMENDE BEDRIJVEN TE ZIJN? De gezamenlijke deelnemende bedrijven in de samenwer king dienen een omvang te hebben van tenminste 25.000 punten. Ook indien op onderdelen wordt samengewerkt voor bijvoorbeeld het rooien van bieten of aardappelen of glad:o- len dienen de onderdelen tenminste een omvang van 25.000 punten te hebben. HOE IS DIT PUNTENSYSTEEM OPGEBOUWD PER HA OF PER STUK? granen, groenvoedergewassen, peulvruchten en handelsgewassen 350 pnt. hakvruchten witlof voor telen 700 pnt. grasland 200 pnt. melk- en kalfkoeien 200 pnt. overig rundvee (excl. mestkalveren) 60 pnt. mestkalveren 30 pnt. fruit en zaaiuien 2.000 pnt. groenten en tuinbouwzaden, gladiolen 3.000 pnt. bloembollen (excl. gladiolen) kleinfruit en bloe men 6.000 pnt. zaaiklaar verhuurd land 50 pnt. Voorbeeld I bedrijf A gaal vclicdig samenwerken met bedrijf B. De bouw plannen gezamenlijk zijn als volgt: 20 ha hakvruchten x 700 punten 14.000 punten 4 ha zaaiuien x 2.000 punten 8.000 punten 30 ha groenvoedergewassen en handelsge wassen x 350 punten 10.500 punten totaal aantal punten 32.500 punten Zij voldoen aan het minimum aantal punten. Voorbeeld II 10 bedrijven met een gezamenlijke oppervlakte van 100 ha bieten gaan samenwerken. Dit betekent 100 ha x 700 punten 70.000 punten. Zij voldoen aan het minimum aan tal punten. Voorbeeld III 8 bedrijven met een gezamenlijke oppervlakte van 15 ha gladiolen gaan samenwerken. Dit betekent 15 ha x 3.000 punten 45.000 punten. Zij voldoen aan het minimum aan tal punten. v HOE IS HET MET DE Z.G. MACHINERINGEN? Samenwerkingsvormen alleen betrekking hebbende op een gemeenschappelijk gebruik van machines en werktuigen met een omvang vajn tenminste 100.000 punten komen even eens in aanmerking voor een bijdrage mits de oogst en ver- plegingswerktuigen in de samenwerking worden ingebracht. De bijdrage die wordt verleend is 8,6 cent per punt met een minimum van 8.600,— en een maximum van 25.800,—. In het maximumbedrag is een bedrag berekend van 8.600,indien een werkverdeler aanwezig is. WAT MOET IN ELK GEVAL UIT DE OVEREENKOMST BLIJKEN? a. dat de samenwerking bij schriftelijke overeenkomst aan gegaan moet zijn, na 1 januari 1973 voor een periode van tenminste 6 jaar; b. dat de deelnemers naar evenredigheid de kosten, die uit de samenwerking voortvloeien, zullen dragen; c. dat de deelnemers voor zover nodig, gezamenlijk een be- beroep kunnen doen op machinerieën, loonwerkers en werktuigencoöperaties; d. dat de deelnemers zich verplichten een gezamenlijke administratie met betrekking tot de samenwerking te zullen voeren. WAAR MOET DE AANVRAGE WORDEN INGEDIEND EN WELKE STUKKEN MOETEN BIJ DE AANVRAGE WORDEN OVERLEGD? De aanvrage moet worden ingediend bij de Hoofdinge- nieur-Direkteur voor de Bedrijfsontwikkeling in de provin cie. Bij de aanvraag moet worden overgelegd: 1. een afschrift van de samenwerkingsovereenkomst 2. een opgave van de deelnemers, de bouwplannen en de omvang van de bedrijven of de onderdelen daarvan, die in het samenwerkingsverband vallen. WELKE BIJDRAGE WORDT ER VERLEEND? WANNEER MOET MEN DE BIJDRAGE TERUGBETALEN? Per punt ontvangt men 0.06 rekeneenheden, dit is 20,64 cent. Per deelnemer ontvangt men 550 rekeneenheden, dit is 1.892,rot een maximum van 5 deelnemers is dit dan 9.460.—. Indien binnen 6 jaar na het verlenen van de bijdrage de samenwerking wordt beëindigd, dan wel de deelnemers hun verplichtingen niet nakomen, moet men de bijdrage terug betalen vermeerderd met een boete van 10 en/; r rooier of 4 bedrijven kopen gezamenlijk een aard appelplanter en aardappelrooier en verzorgen gezamen lijk het transDort. AAN WELKE EISEN MOET DF SAMENWERKING VOLDOEN? Duidelijk dient naar voren te komen dat: a. de werktuigen gemeenschappelijk gebruikt worden b. de inzet van de arbeid door alle samenwerkende bedrij ven gemeenschappelijk geschiedt c. de produktieplannen van de samenwerkende bedrijven op elkaar afgestemd worden Naar mijn mening zal bij iedere samenwerking aan alle drie bovengenoemde eisen worden voldaan, anders is er im mers van geen samenwerking sprake. Verder zal men moeten kunnen aantonen dat de op de btdrijven aanwezige produktiefaktoren (natuur, arbeid en kapitaal) economisch verantwoord aangewend worden, ter wijl de aanwezige of aan te schaffen machines geheel of na genoeg geheel op de samenwerkende bedrijven benut kun nen worden. Dit betekent in feite dat de samenwerkende bedrijven voor anderen geen loonwerk mogen verrichten. De totale minimumuitkering bedraagt 2.500 rekeneen heden, in Nederlands geld is dat 8.600, De maximale bijdrage bedraagt 7.500 rekeneenheden, in Nederlands geld is dat 25.800, Wat betekent dit voor de eerder genoemde voorbeelden? Voorbeeld I: deelnemers 2 x 1.892, punten 32.500 x 20,64 cent 3.784,— 6.708,— totaal bijdrage 10.492, Voorbeeld deelnemers 10 (max. 5 x 1.892,j 70.000 punten x 20,64 cent Voorbeeld III: deelnemers 8 (max. 5 x 1.892, 45.000 punten x 20,64 cent totaal bijdrage 9.460,— 14.480,— 23.940,— 9.460,- 9.288,- totaal bijdrage 18.748, WIE KOMEN NIET IN AANMERKING? Die samenwerkingsverbanden, waarvan één of meer deel nemers reeds een bijdrage hebben ontvangen rt het kader van eerdergenoemde regeling samenwerkingsvormen komen niet meer in aanmerking voor een bijdrage. KONKLUSIE De hiervoren geschetste regeling biedt financieel bepaalde perspectieven. Ga echter geen samenwerking aan louter en alleen voor de bijdrage; dit kan alleen maar tot teleurstel ling aanleiding geven. Indien U echter voordeel ziet in samenwerking maak dan gebruik van de regeling. De voorlichters van de ZLM zijn in staat samen met U de benodigde kontrakten op te stellen. Vraag advies, dien een aanvraag in. Dit is een regeling met perspectieven voor de verschillende typen bedrijven die we in ons werkgebied kennen. J. MARKUSSE.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1974 | | pagina 6