Rond de Schelde UIT DE PRAKTIJK Zo kan het niet langer! Vergelingsziekte groot probleem Nog geloof in de toekomst! Bezoek aan interessant proefbedrijf De oogst is begonnen JÉ w Het weer in de WESTHOEK (en dat zal elders ook wel zo zijn) is nu niet wat je noemt het weer dat we graag tijdens en vóór de oogst willen hebben. Door de vele neerslag en vrij 'lage temperaturen is de oogst de laatste weken behoorlijk wat vertraagd. Zodra er een omslag van het weer komt, ,kan het met de oogst toch weer vlug gaan. Alles staat gereed, de comlbine staat als het ware voor de deur te dringen. Hoewel minder dan voor enkele jaren, zijn er toeh weer percelen tarwe, die met afrij pingsziekten te kampen hebben. In het al gemeen valt het echter wel mee. We schreven het de vorige keer al: gerst en tarweoogst vallen gelijktijdig. En zoals het er nu voorstaat zullen ook de erwten wel in dezelfde tijd rijp zijn. De percelen erwten, die er in de Westhoek staan, vertonen in het algemeen een goede stand. Van de igrasziaadoogst is er al heel wat geruimd, alleen de late rassen moeten nog gedorsen worden. De aardappelen blijVen het igoede doen. Op Vele percelen is er zelfs een overdadige loof ontwikkeling 'gekomen; voor al deze percelen moeten we goed in de gaten houden, met de bespuifingen. Met de vergelingsziekte in de bie ten gaat het niet best. Alleen zijs die bijtijds hebben 'gespoten hebben er in mindere mate last van. Degenen De oogst van het graszaad is op NOORD-BEVELAND ondanks het wisselvallige weer al flink gevorderd. De opbrengsten zijn nogal wisselend. Generaliserend zou men kunnen stellen dat de Vroege zwenkgrassen wat tegen zijn gévallen en dat veldbeemd redelijk en laat- roodzwenk goed van opbrengst zijn geweest. Het tweede jaars veldbeemd lijkt ook wat beter dan het eerste jaars. Het vlasiplukken verloopt niet zo vlot. Dit zit ech ter niet in het feit dat het rekken op zich problemen geeft, het vlas is oVer het algemeen vrij recht, maar- dat het vlas traag afrijpt. Hoewel de kop al een mooi afgerijpte kleur heeft, blijft de korrel lang groen en schoont maar langzaam op. Dit trage afrij pingsproces wordt in belangrijke mate veroorzaakt door de dit jaar toch wel ernstige aantasting van het vlas door meel dauw. Verder is het vlas dit jaar goed gezond, zodat men het ite velde goed kan laten afrij pen. Toch is er nogal eens te vroeg getrokken, om te voorkomen dat het schelven in de periode van de erwten- en de graan- oost zou vallen. De praktijk is echter, dat het toch niet veel uithaalt om hier vlas wat vroeger te plukken. Dit groenere vlas moet n.l. weer langer in de hoop staan alvorens het geschelft kan worden. Hpewel de vlaskern vorig jaar officieel beëindigd is, zal er dit jaar toch weer zo'n 30 a 40 ha vlas volgens de vlaskern-methode worden geoogst. Het zijn niet alleen oude kernleden die deze oogstmethode toepassen! De wisselvallige weersomstandigheden zijn vooral voor de toeristen op WALCHEREN enigszins teleurstel lend. Langdurige perioden met mooi vaststaand weer zoals we die van de laatste jaren kennen, hebben we dit jaar nog niet meegemaakt. Ook voor de gewassen kunnen we wel wat meer zon en warmer weer ge bruiken. Bij veel zonnig weer zijn kg-opbrengst en kwaliteit veelal goed. De zon als ibron van energie is hierbij een onmiöbaar element. Overigens zijn er ge lukkig geen regenhoeveelheden gevallen die schade aan de géwassen hebben berokkend. Vooral de overwegend koele, zo af en toe sterke westelijke, wind, geeft het weer een onaangenaam karakter. We hopen dat in de oogsttijd de hoge-drukgebieden ook in onze omgeving de overhand krijgen. De kans op vast gunstig oogstweer is dan veel groter. En wat kan een boer zich beter wen sen in de drukke oogsttijd, die helemaal niet meer druk behoeft te zijn wanneer de weersomstandigheden mee werken. Goede machines met grote capaciteit staan hem ter beschikking. Ondanks dat de mooie tijd van de oogst weer bijna gaande is, zijn de boeren helemaal niet in een hoera- stemming. De lage prijzen van vrije produkiten, zoals aardappelen en uien en het slechte prijsbeleid bij de gegarandeerde produkten, dragen er toe bij dat er een geladen stemming is ontstaan. We kunnen dit uit diver se berichten zowel uit het buitenland als ook uit het binnenland afleiden. De roep om aktie en harde maat regelen wordt steeds sterker en hier en daar wordt al tot aktie overgegaan. We moeten wel oppassen dat we als kleine groep agrarische producenten ons niet in een al te kwaad daglicht stellen bij grote groepen van de Ne derlandse bevolking. Alleen bepaalde goedgerichte ak- ties met het doel de aandacht van de autoriteiten op de problemen te vestigen, zullen toegepast mogen worden. Terug naar de praktijk, zullen we vooral ook de aan- Het graan rijpt momenteel zeer snel af. Mogelijk speelt de hoogte van de stikstofgift of het al dan niet toepassen van een gedeelde stikstofgift hierbij een rol. Men krijgt echter ook de indruk dat de tarwe die tegen de afrijpingsziekte is behandeld, gezonder, maar ook sneller afrijpt dan de niet-behandelde tarwe. De verge lingsziekte in de bieten is dit jaar zeer ernstig. Een ieder vraagt zich dan ook af, wat de oorzaak hiervan is? Het zijn dit jaar hoofdzakelijk groene perzikluizen geweest, terwijl de zwarte boneluis sporadisch Voor kwam. Dit maakte het de teler erg moeilijk om naar aanleiding van de waarschuwingen via de radio met betrekking tot de bestrijding van de vergelingsziekte te bepalen of een bespuiting van zijn perceel ook noodza kelijk was. Andere jaren ging men naast de waarschu wingen 'veelal af op de aanwezigheid van de zwarte boneluis. Dit jaar moet de infectie zeer vroeg hebben plaats gevonden, eind april begin mei. Aanwijzingen in deze richting zijn dat met name de vroeg ontwikkelde planten of percelen het ernstigst zijn aangetast, terwijl op vroege percelen waar omstreeks eind april een be spuiting tegen de trips is uitgevoerd, minder vergelings ziekte voorkomt. Ook is het zó, dat de periode tussen infectie en het zichtbaar worden van de ziektever schijnselen 4 a 6 weken bedraagt. Omstreeks half juni kon men de eerste vergelingszieke planten vinden. dacht voor onze gewassen niet mogen 'verslappen. Vooral de ziektebestrijding in de aardappelen zullen we goed in de gaten moeten houden. Met de huidige maneb-tin- middelen is het mogelijk het gewas lang groen te hou den. Een langere groeiperiode kan tot aanzienlijke toe name van de opbrengst leiden, zowel kwantitatief als kwalitatief. Het nut van een goede struktuur van de grond wordt door veel kollega's niet vergeten, getuige de vele 'hoipen schuimaarde die momenteel in ons ge bied te zien zijn. Hoewel het niet direkt een sieraad voor het landschap is, getuigt het tooh wel van 'het doorzettingsvermogen dat vele boeren eigen is. Er is toch nog geloof in de toekomst. die de kaart van de voorlichtingsdienst hebben afge wacht zijn dit jaar in vele gevallen te laat geweest. Een individuele controle blijkt altijd toch nog goed te zijn. De uien srtaan er in het algemeen goed voor, natuurlijk zijn er percelen die te dun staan, maar Veejl percelen zijn goed bijgetrokken. Wanneer de prijs er net zo voor stond als het gewas, dan was dat hoopvoller dan nu. Vooral met de plantuienprijs is 't slecht gesteld en dat doet voor de zaai uien weinig 'goeds Verwachten. Met de prijzen is het trouwens tooh wel heel slecht gesteld. De broodprijs is laatstleden maandag weer eens verhoogd, dat is de derde keer na Nieuwjaar, als we ons niet ver gissen. Wanneer we de tarweprijs echter vergelijken met die van verleden jaar, dan is die zo'n 3 cent min der. Overal in de boerenrwereld komen er geluiden los, dat het zo niet kan! Ik dacht dat we in de Westhoek ook maar eens contacten moesten gaan leggen met an dere hoeken in 't land. We hébben lang stilgelegen op de snijtafel, maar we bezitten nu nog wel kracht om övereind te komen. Dan moet het er nu maar eens van komen ook. 't Is in Nederland in 1974 zó gesteld, dat er naar redelijk overleg en argumentatie niet wordt ge luisterd. Er moet eerst gedreigd en er moeten wellicht „harde maatregelen" genomen worden, 't Is tegen ons principe, maar deze regering wil blijkbaar niet anders! Eerst hebben we ook op ZUID-BE VELA ND om regen gevraagd; nu is het weer al veel te veel. De eerste uien zijn al verrot tengevolge van de vele neerslag. Nu we korter tegen de oogst van zomergerst en win tertarwe komen, zou wat zekerder weer wel zo aange naam zijn. Een deel van de zomergerst begint al aardig te verkleuren. Zo rond 1 augustus zullen de eerste per celen wel geoogst kunnen worden. Gp andere percelen kan het wel eens moeilijk zijn om het juiste oogsttijd- stip te bepalen door de tweewassigheid. Ook bij de wintertarwe beginnen de eerste percelen al wat te Verkleuren. Gezien de stand, wordt hierbij tooh wel op een goede opbrengst gerekend. Met enkele wéken zullen we weten in welke richting we onze ras- senkeuize voor het aanstaande seizoen zullen moeten maken. Tot op dit moment lijken de onderlinge verschil len tussen de rassen nog niet zo 'groot. Voor de erwten is op het einde van het groeiseizoen droog weer erg noodzakelijk. Vele erwtengewassen heb ben nogal wat massa gemaakt, blijven wat lang groen en zullen bij sleohit weer nogal wat problemen geven om geoogst te kunnen worden. De opbrengst lijkt beter te worden als vorig jaar. Het vlas is nu ongeveer geplukt. De kg-opbrengst lijkt door de opgroei in een droge periode mee te Vallen. Hier en daar zal door de tweewassigheid met ondervlas de kwaliteit wel eens tegen kunnen vallen. Nogal wat vlas is op contract geteeld, waarbij uitbetaling naar lintge halte zal plaats .vinden. De eerste vroege aardappelen zijn weer al gerooid. Op de lichte gronden zijn de opbrengsten goed. Jammer dat de prijzen voor dit produkt nu al zo tegenvallen. Van de rijp te oogsten Bintje zijn al enkele percelen te velde verkocht, de prijs hiervan is wel aantrekkelijk. We zijn echt benieuwd hoe de suikerbieten zich zul len gaan ontwikkelen nu de vergelingsziekte zich zo uitbreidt, 't Is te hopen dat het meevalt, maar bij wat warmer weer zou het wel eens een treurig geel beeld kunnen worden. Ook op THOLEN en ST. PHBUPSLAND is het de laatste wéken bepaald geen zomer 'geweest De oogst van de late graszaden verloopt dan ook mlaar moeizaam al is er gelukkig nog geen sprake van een grote ach-, terstand. Anderzijds profiteren de rooigewassen wel van heit vochtige koele weer en de stand Van de late aardappelen is dan ook goéd, Voorzover de beginontwik- keling door de droogte niet te veel is afgeremd. Van de bieten zijn bijna alle percelen door de vergelingsziekte aangetast. Uitgezonderd dan die percelen waar Temik is toegepast, 'deze zijn praktisch vrij 'van vergeling. De luisbestrijding is kennelijk toch nog te laat uitgevoerd. De mening die de laatste jaren naar voren komt, dat we niet direkt bij een eerste optreden naar de spuit moeten grijpen, gaat Voor de groene luisbestrijding ken nelijk niet op. Voor kort waren iwe in de gelegenheid 'het proefbe drijf „De Schreef' in de Flévopolder te bezoeken. Een erg interessant bedrijf, dat naar onze mening nog wat weinig bekendheid geniet. Hoewel dat gezien de aard van het bedrijf ook weer niet 'zo vreemd1 is. Op „De Schreef" wordt namelijk geen onderzoek gedaan naar de Verschillende raseigenschappen binnen een bepaald gewas*, zoals op de meeste proefbedrijven. Dit proefbe drijf bestaat uit een „bouwplannen1"-proef. Hier worden on'der praktijkomstandigheden verschillende Vruchitop- volgingen beproefd met als „hoofdthema": Hoever kun nen we gaan met rooigewassen in ons 'bouwplan en wat zijn dan de gevolgen voor de hoogte van de opbrengst? Het bedrijf is daartoe verdeeld in 65 perceeltjes van 12 bij 300 m., zodat met normale werktijden van 3 m. ge werkt 'kan worden. De proef bestaat uit een 6 tal vrucht- opvolgingsschema's, variërend Van geen ha'kvruchten tot hak vruchten. Daar de proef nu 12 jaar ligt, komen de eerste verschillen naar voren en dan te bedenken dat men hier gestart is op maagdelijke grond, zodat het aannemelijk is, dat op onze gronden de verschillen ze ker niet kleiner zullen zijn. Zo blijkt nu b.v. dat de opbrengst van de aardappelen bij een 1 op 3 teelt zo'n kleine 15 lager ligt dan bij een 1 op 6 teelt, terwijl dit bij een 1 op 4 teelt zo'n 7 bedraagt Toch wel behoorlijke verschillen. Er was dan ook zo op 'het oog een duidelijk 'verschil in de loofonWikkeling te zien. Al met al een bijzonder aantrekkelijk wetenschappe lijk onderzoek dat zeer zeker zijn nut voor de praktijk zal afwerpen in de toekomst. Het echte zomerse weer laat lang op zich wachten. Door de regen van de laatste wéken en het overwegend ikoele .weer zijn de gewassen tooh nog hard gegroeid. De bladontwikkeling van de gezonde bieten is enorm en vooral in de jonge bietenpercelen is dat op zijn sterkst, maar de wortels groeien daar slechts in geringe mate. De uitslagen Van de proefrooiingen zullen spoe dig bekend zijn en zéker zullen de grote verschillen in wortelgewicht dan aan het licht komen. Voor de sui kerfabrieken zal het een moeilijke opgave worden om een plan voor de a.s. campagne op te stellen. Het pro bleem dat we dit voorjaar door de droogte hebben ge kend krijgt vast en zeker nog een staartje dit najaar. In het centrum des lands liggen hele goede bieten, maar in het zuiden liggen deze wel erg verspreid en niet elke teler zal 'hier gaarne bereid zijn om vroeg te rooien. De aardappeloogst zal ook wat later van start gaan als gewoonlijk en zo ikrijgen we automatisch een verschuiving van de werkzaamheden naar een latere datum. Een extra vette rooipremie voor vroeg rooien kan hierin echter nog een hele verandering ten goede in te weeg brengen. We wachten daarom met spanning de brief van de suikerfabriek in deze af. Laat rooien moeten we echter ook niet prefereren, want dan kan er vooral dit jaar nog wel eens een tarra probleem in zitten. Van het vlas is thans het meeste reeds getrokken en ons is opgevallen dat er nogal wat ondervlas in zit. Veel percelen leken vanaf de weg bepaald plukrijp, maar een maal met het machinaal trekken bezig zijnde, viel de rijpheid nog bar tegen. Plaatselijk kwamen veel groene gedeelten in de percelen 'voor. Dat groene vlas is nog niet voldoende opgeschoond van het blad en daardoor ontstaat vooral bij slecht weer wat bederf en de slechte kleur met alle gevolgen van dien. Het lint zit wel heel dicht aan de buitenkant van de stengel en de prijs van het vlas is zeer afhankelijk van de waarde van het lint. De vroege en goede aardappelpercelen hebben over het algemeen een zeer grove sortering aan knollen. Wel een heel verschil met vorig jaar toen er bijna geen bonken in de partijen voorkwamen. Door het gro tere aanbod van de grove maat zal de prijs hiervan wel weer navenant zijn en dat is jammer. Om een goede prijs te maken moet men tegenwoordig iets hebben wat een ander niet heeft en daarom rijst de vraag wanneer we moeten gaan doodspuiten. Veel misvormde grote knollen tellen bij de tarrering nogal hard op. Het lijkt daarom wel verstandig om wekelijks enkele proefrooiin gen te doen om zodoende wat inzicht te krijgen in de kwaliteit en de kwantiteit. De prijsvraag bestrijding aardappelopslag wordt nu we weer gaan starten met het rooien van het pootgoed wel erg aktueel. Met de goede oplossing is een aardig bedrag te verdienen en van recente datum weten we nog goed wat aardappelopslag zeggen wil. Daarom voe len we des te meer de noodzaak aan om er alle aandacht aan te gaan schenken en dat moment is thans beslist aangebroken. Als iedere teler mee denkt en mee stu deert, imoet toch» onverwachts het ei van Columbus uit de bus rollen. De oplossing kan liggen in het tech nische maar ook in het chemische vlak. Buurman zoekt echter naar een nog goedkopere oplossing en heeft aan de hand van zijn „plagenboek in de landbouw" een insektologisch onderzoek gedaan en werkelijk op papier lijkt het allemaal geslaagd. Onder een kaasstolp is hij thans doende een bietenkever met een Coloradokever te kruisen en de kruising die hij daarvan verwacht is bestemd voor de bestrijding van aardappelopslag in de bietenpercelen. Geen gek idee, maar nog niet direkt hoofdprijswaardig dachten we zo, daar net nog niet universeel genoeg is. Ons inziens lijkt er meer te be reiken te zijn met behulp van schimmelaantastingen, maar een fabrikant denkt er bepaald weer anders over.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1974 | | pagina 5