VERZEKERINGSINSTELLINGEN,
VAN DE ZLM
Wij hadden u
gewaarschuwd
Landbouwschap sprak met EG-commissaris Lardinois
Het
mengfreezen van
plaatgronden
Nette- harde akties!
Regen weet van geen ophouden
4
In het nummer van 12 juli 1974 gaven wij een overzicht
van het 1e halfjaar 1974 van onze O.V.M. Met name
ook het schadeverloop had zich tot 1 juli zeer gunstig
ontwikkeld.
Zelfs in aantal waren er 210 schadegevallen minder
geregistreerd dan in de overeenkomstige periode van
1973. In frequentie zaten wij reeds 1,62% onder de
schade 1e halfjaar 1973.
Aan deze gunstige ontwikkeling knoopten wij enige
beschouwingen vast. Als hoofdoorzaak noemden wij het
gunstige weer. Onze weerman voorspelde tegelijkertijd,
dat het weer om zou slaan en dat ons een kwakkelzomer
te wachten stond. Daarbij gaven wij een aantal tips hoe
auto gereden moest worden bij slecht weer. Regen en
wind is zeer verradelijk voor de weggebruiker en in der
gelijke omstandigheden moet enorm opgelet worden.
Welnu in de eerste week van juli begon de maandag
al met regen en veel wind; dinsdag en woensdag regen
en minder wind; donderdag droog en vrijdag regen. Re
sultaat 51 schademeldingen meer in deze 1e week van
juli dan in dezelfde week van 1973.
Daarna is het aan het kwakkelen gebleven en dit zal
betekenen, dat ons voordelig aantal schademeldingen
in het 1e halfjaar in de maand juli voor een groot deel
naar de knoppen gaat.
Als we 's morgens die stapel post zien binnenkomen
waaruit een stel schadegevallen rollen, maken wij ons
wel eens wat boos. Zeker als je dan het relaas van het
gebeurde gaat lezen. De één schrijft er op dat hij ge
slipt is en daardoor uit de bocht vloog; de ander moest
remmen in een file maar deed zulks te laat, alweer van
wege de regen.
Ja, die waarschuwing was dan ook gegeven n.l. dat op
een glad wegdek de greep van goede banden zelfs met
50 afneemt; laat staan slechte banden.
Nu we zo op de goede weg waren voelen wij er wei
nig voor om dit gunstige verloop te laten wegebben door
een stel nare regenbuien. Hoe rot het weer ook is en
hoe ellendig u zich als boer, vakantieganger, zonaanbid-
der etc. ook voelt, u zult uw verantwoordelijkheid dan
niet uit het oog moeten verliezen.
U zult uw snelheid dan moeten matigen. In dergelijke
omstandigheden moet juist blijken of uw rijbekwaamheid
voldoende is voor een rijbewijs.
RIJBEWIJS VERLIEZEN
In dit verband trof ons een artikel in de Autokampioen
van 25 juli 1974, hoe u in Canada uw rijbewijs kunt ver
liezen. In Canada werkt men met strafpunten. Het ver
zuimen op de plaats van het ongeval te blijven (ook hier
een ernstig delict) kost u 7 strafpunten.
Onvoorzichtig en hard rijden d.w.z. 48 km boven de
toegestane snelheid kost 6 strafpunten; tussen 32 en
47 km boven toegestane snelheid 4 strafpunten. Verzuim
voorrang te verlenen, voor stopbord of verkeerslicht te
stoppen, verkeerd inhalen, overtreding toegestane snel
heid met 18 a 30 km; alle 3 strafpunten.
Verzuim te dimmen, verkeerd openen van portier, ver
zuim richting aan te geven, onvoldoende afstand bewa
ren, onnodig langzaam rijden etc., alle 2 strafpunten.
Het verzamelen van 15 strafpunten is voldoende om
dertig dagen uw rijbewijs kwijt te zijn.
Men valt dan terug naar 7 strafpunten en gaat opnieuw
bouwen aan de volgende 15 strafpunten. Wordt dit aan
tal binnen 2 jaar opnieuw bereikt, dan wordt het rijbe
wijs voor een half jaar afgenomen.
Heeft men 2 jaar geen strafpunten opgelopen dan wor
den eventuele uitstaande punten kwijtgescholden.
WERKT PREVENTIEF
De opzet van dit strafpuntenstelsel is om de mensen
van de weg te krijgen, die niet behoorlijk kunnen of wil
len rijden. Wij dachten, dat dit zeker geen onrechtvaar
dig systeem is. Het is er op gericht de bestuurder te
vertellen waar hij fout is gegaan. Als hij/zij b.v. zes straf
punten heeft verzameld, dan wordt hij/zij hiervan ver
wittigd en aangespoord het rijden te verbeteren.
Daar wordt dan ook voldoende kans toe geboden. Wij
dachten dat die Canadezen dat nog niet zo gek doen.
Alleen wordt er niet bij vermeld welke administratieve
rompslomp dit bijhouden van de punten voor het politio
nele apparaat met zich meebrengt. Als dat meevalt en
dat lijkt ons, dan mogen ze dit systeem wat ons betreft
in Nederland overnemen.
Daar gaat ongetwijfeld een preventieve werking van
uit en daar heeft iedereen baat bij.
DE L.
Op dinsdag 23 juli j.l. heeft het dagelijks bestuur van
het Landbouwschap samen met de voorzitters van de
hoofdafdelingen Akkerbouw en Veehouderij en van de
commissie Buitenland en Integratie een gesprek gehad
met de EG-landbouwcommissaris, ir. P. J. Lardinois. Het
Landbouwschap heeft zijn grote bezorgdheid kenbaar ge
maakt over de huidige situatie in de land- en tuinbouw
en gewezen op de onrust die is ontstaan. De inkomens
zijn onder grote druk komen te staan door de sterk ge
stegen produktiekosten, die niet door hogere opbrengst-
prijzen worden goed gemaakt. De agrarische gezinnen
worden geconfronteerd met dalende inkomsten en stij
gende kosten van levensonderhoud.
Belangrijke oorzaken hiervoor moeten gezocht wor
den in een teleurstellende vraag voor sommige produk-
ten, in de tekortkomingen van het EG markt- en prijs
beleid en de verstoringen op de landbouwmarkt als ge
volg van monetaire ontwikkelingen.
Het Landbouwschap wees er op, dat de monetaire
ontwikkelingen niet alleen leiden tot een grote onzeker
heid bij de prijsvorming, maar ook nationale maatregelen
oproepen die de Gemeenschap ondermijnen. Gewezen
werd hierbij op de onlangs door Frankrijk genomen
maatregelen ter ondersteuning van de eigen landbouw.
Door het Landbouwschap is gepleit voor verschillen
de sectoren verbeteringen aan te brengen in de werking
van het markt- en prijsbeleid, opdat de in het vooruitzicht
gestelde prijzen worden verwerkelijkt.
Ten aanzien van het vleesbeleid merkte het Landbouw
schap op het te betreuren, dat zolang geaarzeld is met
het treffen van maatregelen. Het Landbouwschap hoopt
dat de nu genomen maatregelen voor deze sector op
korte termijn tot verbetering van de opbrengstprijzen
voor de producent zullen leiden.
Het Landbouwschap onderstreept de noodzakelijkheid
tot het treffen van speciale maatregelen ter ondersteu
ning van de prijsvorming van de Nederlandse tarwe. Ge
sproken is verder over de nieuwe voorstellen voor sui
ker. Er blijken omtrent deze voorstellen nog vele vraag
tekens te bestaan.
Voorts hebben het Landbouwschap en ir. Lardinois
gesproken over de positie van de agrarische werkne
mers. Gewezen werd op de noodzaak ook de agrarische
werknemers op Europees niveau bij het gemeenschap
pelijk landbouwbeleid te betrekken. Er moet een zodanig
sociaal beleid en landbouwbeleid gevoerd worden, dat
de positie van de agrarische werknemers vergelijkbaar
is met die van de werknemers in het overige bedrijfs
leven.
Ten aanzien van de voedselhulp heeft het Landbouw
schap zich positief uitgesproken over het voorstel vlees-
conserven op te nemen in het voedselhulpprogramma.
Het heeft aangedrongen op een grotere gemeenschap
pelijke inspanning. De voedselhulp zal niet afhankelijk
mogen zijn van de toevallige marktomstandigheden, maar
moet een continu karakter hebben.
J. KODDE,
C.A.R. - Goes.
In Zeeland komen ruim 8.000 ha droogtegevoelige en
verdrogende plaatgronden voor. Dit zijn de zogenaam
de ondiepe plaatgronden waarbij het slibhoudende klei-
of zaveldek binnen 50 cm diepte overgaat in grof slib-
loos zand. Op beperkte schaal komen ook onderbroken
schorgronden voor. Hierbij is er sprake van een grof-
zandige tussenlaag die storend werkt op beworteling
en vochtleverantie.
De gevolgen van deze zandige ondergrond zijn;
a) Een ondiepe beworteling. De mechanische weerstand
in dit zand is namelijk zodanig hoog dat de wortels
van de gewassen hierin niet kunnen doordringen;
b) Een verstoring van de capillaire opstijging.
De mate van verdroging van dergelijke gronden is
vooral afhankelijk van de zwaarte en de dikte van het
slibhoudend dek en van de hoogte van grondwaterstand.
Deze factoren bepalen tevehs in belangrijke mate de
verbeteringsmogelijkheden.
Verbetering van deze gronden kan in principe op twee
manieren gebeuren.
1. verdieping van de doorwortelbare zone b.v. door de
zandige ondergrond te mengen met de slibhoudende
bovengrond.
De slibdelen houden de ondergrond open door hun
zwel- en krimpvermogen. Hierdoor wordt de hoe
veelheid hangwater in de wortelzone vergroot. Te
vens komt er dan meer capillaire nalevering doordat
de wortels dichter bij het grondwater komen.
2. Verhoging van de grondwaterstand door stuwen of
waterinlaat. Deze mogelijkheden zijn in Zeeland zeer
beperkt omdat er weinig zoet oppervlaktewater is en
de plaatgronden vaak relatief hoog liggen t.o.v. de
omgeving.
In vele gevallen zal pas middels een combinatie van
beide een optimale situatie bereikbaar zijn.
Voor het mengen van boven- en ondergrond zijn voor
al de mengfrezen of mengrotors geschikt. Dit voldoet
beter dan diepploegen of mengwoelen. Met deze laatste
bewerkingen worden boven- en ondergrond te weinig
intensief gemengd. Op grond met een zware bouwvoor
is verlichting van de bouwvoor een aantrekkelijk ne
venaspect. Een bewerkingsdiepte van 0,90 tot 1,00 meter
is meestal nodig voor een goed resultaat.
In Zeeland is in 1965 het eerste perceel gemengfreesd.
Sindsdien is 50 ha op deze wijze bewerkt. Uitvoering
op grote schaal wordt vooral belemmerd door de hoge
kosten.
Wanneer we dit overzicht schrijven is de ontevreden
heid onder de landbouwers en veehouders in OOST
ZEEUWSCH-VLAANDEREN tot het hoogtepunt geste
gen. Vooral is men ontevreden over de door de land-
bouwmannen bereikte resultaten bij hun onderhande
lingen met de overheid.
Dit bleek vooral op de maandagavond te Klooster -
zande gehouden bijeenkomst van naar schatting vier a
vijfhonderd boeren, die gevolg hadden gegeven aan een
oproep van een aktie-comité, van een 10-tal jonge
boeren.
In deze bijeenkomst is op niet mis te verstane wijze
uiting gegeven dat er iets moet gebeuren en men niet
van plan is het nog langer te nemen dat er door de
overheid steeds maar weer wordt gesold met het prij-
zenbeleid voor de landbou'wprodukten.
Men staat gewoon te popelen om door middel van
akties de eisen van de landbouw af te dwingen. Men
heeft het inzicht dat iets dergelijks massaal moet ge
beuren. Alleen de kardinale vraag van: „Wie gaat de
kat de bel aanbinden?" leverde problemen.
Laat dit een waarschuwing en vingerwijzing zijn aan
alle landbouworganisaties, de leden van alle land
bouworganisaties zijn het beu dat er met hun gerecht
vaardigde eisen wordt gesold en ze met een kluitje
in het riet worden gestuurd.
Positief stond op deze bijeenkomst, dat men akties
wil, „harde akties" desnoods, maar „nette akties", zo
als de voorzitter van het aktiecomité het uitdrukte.
Nu is het begrip harde akties en nette akties een rek
baar begrip, want wat is hard en wat is net? Het K.N.
L.C., onze overkoepelende organisatie, heeft het ver
trouwen in de regering opgezegd en aangekondigd een
UIT DE PRAKTIJK
landelijke protestbijeenkomst, op korte termijn, te hou
den en wil dit samen met de K.N.T.B. en N.CH.T.B. or
ganiseren en op deze vergadering een aantal ultimatieve
eisen stellen. Deze aktie zijn wij verplicht te steunen
en massaal op te trekken om den volke te tonen dat
het ons ernst is!
Tévens wil men in afwachting van verdere maatre
gelen beginnen met het opschorten van belasting te
betalen. Ook dit moet men met zijn allen doen en het
zou wel eens kunnen zijn, dat dit op onze economie
van grotere betekenis zou kunnen zijn dan we nu ver
moeden.
TeVens ikomt bij mij de vraag op, wat er zou gebeuren
als b.v. op een en dezelfde dag eens alle boeren, even
tueel aangevuld met de middenstand, zich eens bij de
banken zouden vervoegen met de mededeling dat men
zijn giraal geld contant wenst uitbetaald te krijgen. Ik
zie hierin niets onrechtmatigs. Het is ieder zijn eigen
geld waar men recht op heeft. Ook dit zou m.i. als
dwangmaatregel wel eens zeer effiënt kunnen werken
en in de Nederlandse samenleving van ingrijpende in
vloed kunnen zijn.
Ik kan persoonlijk niet beoordelen welk effekt het
zou sorteren, maar helb er wel mijn eigen gedachten
over.
Het dunkt me een goede zaak te zijn dat onze or
ganisaties, die beschikken en kunnen beschikken over
financiële en economische deskundigen, dit eens met
spoed onder de loupe namen. Het op voorhand iets
dergelijks organiseren, kan, dadht ik, geen kwaad en
het zou best kunnen wezen dat men het niet hoeft uit
te voeren!
De vele regens van de laatste weken komen in WEST
ZEEUWSCH-VLAANDEREN alles behalve gelegen voor
hen die reeds met de oogst begonnen zijn. 2k> moest in
menig in het zwad liggend graszaadperceel nog eens
met de maaibal'k onderdoor worden gemaaid, alvorens
kon worden gezwaddorst. Er waren maar weinig mo
menten dat de oogst kon doorgaan. Het koolzaad ligt
nu ook in het zwad en de karwij is gedorsen. De vlas
oogst is eveneens in volle gang. Er zal weinig „krom"
vlas zijn, want legering kwam niet veel voor. Dit valt
ons eveneens op bij de granen. Wellicht is dit terug te
voeren tot het feit dat voetziekten in het droge voorjaar
van 1974 zich maar weinig konden uitbreiden. Daar
naast had de tarwe nog wel wat meer stikstof kunnen
gebruiken. Dit zullen ons de proeven straks wel leren.
Proeven zullen met ons wisselvallig klimaat steeds no
dig blijven, omdat hierdoor de beste vergelijkingen mo
gelijk zijn. Over proeven geschreven: wij vroegen ons
onlangs wel af, waar het met onze tarwerassen naar toe
moet, toen we enige tarweproeven bezochten. Allerlei
ziekten veroorzaakt door schimmels en roesten doen een
aanval op onze rassen. Een tarweras is tegenwoordig
geen lang leven meer beschoren. Voor de kwekers
kunnen we dan ook alleen maar grote bewondering
hebben voor hun doorzettingsvermogen.