ZLM STEUNT LANDELIJKE PROTESTBIJEENKOMST Persbericht K.N.L.C. Een tijd van praten en een tijd van doen 3 Naar aanleiding van de huidige situatie in de landbouw en het besluit van het Hoofdbestuur van het K.N.L.C. heeft de ZLM het volgende persbericht doorgegeven: De ZLM stelt zich volledig achter het maandag j.l. door het Hoofdbestuur van het K.N.L.C. te Utrecht genomen besluit om op korte termijn via een landelijke protestbij eenkomst het ongenoegen binnen de land- en tuinbouw over de steeds slechter wordende inkomenspositie mas saal kenbaar te maken. Reeds tijdens haar Ledenraadsvergadering van 24 mei j.l. heeft de ZLM gekonstateerd dat zo langzamerhand elk vertrouwen van de boerenstard in het beleid van Brussel en Den Haag is verdwenen en dat blijkbaar met goed overleg niet voldoende resultaten meer te beha len zijn. Nu ondanks alle overleg de laatste maanden de aan tasting van de inkomens in de land- en tuinbouw onver minderd voortgaat, wordt de landbouw wel gedwongen om tot akties over te gaan. De vertegenwoordigers van de ZLM in het K.N.L.C.-Hoofdbestuur hebben dan ook krachtig aangedrongen op een landelijke protestaktie. Zij hopen dat ook de andere Centrale Landbouworga nisaties (K.N.B.T.B. en N.C.B.T.B.) zich unaniem achter deze protestbijeenkomst zullen scharen. Een protestbijeenkomst waarin duidelijk centraal zal staan de eis dat er maatregelen worden getroffen die onmiddellijk een verbetering van de inkomenspositie van de land- en tuinbouwers tot gevolg heeft. Geëist zal daartoe worden: 1. een tussentijdse verhoging van alle garantieprijzen met 4% gekoppeld aan een gewijzigd marktbeleid zodat de richtprijzen ook werkelijk gemaakt kunnen worden; 2. extra toeslagen voor produktiemiddelen als energie, meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen die de laatste tijd zeer sterk in prijs zijn gestegen; 3. verlichting van de druk der belastingen en sociale lasten voor zelfstandigen. Voorts uitstel van belastingbetaling gedurende een half jaar in verband met de liquiditeitsmoeilijkheden waarin vele boeren en tuinders op dit moment verkeren. De ZLM is daarby van mening dat zolang de E.G. niet tot een tussentijdse prijsverhoging overgaat, de Neder landse overheid de landbouw in nationaal verband een extra ondersteuning dient te geven zoals in ondermeer Frankrijk en België reeds het geval is. De huidige onrust onder de boeren brengt met zich mee dat indien de overheden in Den Haag en Brussel niet op korte termijn aan de voorgestelde maatregelen gevolg geven, voortgaande akties onvermijdelijk zullen zijn. Hoe moeilijk de positie van zeer vele boeren is blijkt vooral ook uit de bereidheid van zeer velen om zelfs in deze drukke oogsttijd tot akties over te gaan. Dat blijkt ondermeer op de vele bijeenkomsten die dezer dagen worden gehouden en bijvoorbeeld ook uit de grote medewerking die de organisatoren van een handtekeningenaktie in Zuid-Beveland ondervonden. Het Hoofdbestuur der ZLM zal in een spoedeisende vergadering op vrijdag 2 augustus zich over de huidige situatie beraden. In deze vergadering zullen plannen worden ontwikkeld om de leden massaal in de gelegen heid te stellen aan de landelijke protestbijeenkomst deel te nemen, met name door centraal het vervoer te rege len. Tevens zal het Hoofdbestuur zich beraden over voor stellen om in landelijk en zo nodig in regionaal verband, de op de landelijke protestvergadering te stellen eisen, via akties krachtig te ondersteunen. Dit omdat de ZLM van mening is dat indien op een protestbijeenkomst eisen worden geformuleerd, daarbij onmiddellijk afspraken moeten worden gemaakt omtrent de wijze waarop aan deze eisen zonodig kracht kan wor den bijgezet. Daarbij zal vooral gezocht moeten worden naar akties die duidelijk gericht zijn tegen de betreffende overheden, maar waarvan zo weinig mogelijk particulieren hinder ondervinden. De ZLM vertrouwt erop dat allen die het hoog tijd vin den dat er aktie moet komen, zich zullen gereedmaken om massaal de op zeer korte termijn te houden lande lijke protestbijeenkomst te gaan bijwonen. In de extra vergadering heeft het hoofdbestuur van het Koninklijk Nederlands Landbouw-Comité de huidige moeilijke situatie in land- en tuinbouw besproken. Van vele produktiemiddelen is de kos tenstijging n.l. onverminderd doorgegaan. Daaren tegen zijn de opbrengstprijzen veelal niet gestegen, soms zelfs sterk gedaald. De duidelijk inkomensdaling als gevolg hiervan is niet langer aanvaardbaar, gezien ook de voor zieningen die voor andere bevolkingsgroepen gel den. Het K.N.L.C. vindt dan ook dat onmiddellijk een aantal bijzondere maatregelen moeten worden getroffen. Hierover, en over demonstratieve akties om de landbouwverlangens te ondersteunen, zal direkt kontakt met de andere landbouworganisaties op genomen worden. Het K.N.L.C. steunt de eis van de EEG-landbouworganisatie COPA om snel een tussentijdse prijsverhoging van 4 over de hele linie toe te passen. In afwachting hiervan zal onmiddellijk een extra» b.t.w.-teruggave van 4 moeten worden inge voerd. Ook de overige verlangens van het COPA wor den onderschreven: zodanige marktmaatregelen dat de richtprijzen met name in de vlees- en graan- sektor worden waargemaakt, alsmede subsidie op energie, kunstmest en bestrijdingsmiddelen. Om in de huidige liquiditeitsmoeilijkheden van boeren en tuinders tegemoet te komen, zal hun een half jaar uitstel van belastingbetaling moeten worden ge geven. De regering moet door passende maatregelen op sociaal en fiscaal terrein blijk geven van meer aandacht voor de noden van de zelfstandige on dernemers. Op alle niveaus zullen de overheden in ruimte- lijke-ordenings- en milieuzaken beter oog moeten hebben voor een gezonde agrarische bedrijfsont wikkeling. Het K.N.L.C. vindt het begrijpelijk dat de stemming onder boeren en tuinders steeds slech ter wordt. Als niet op korte termijn door Brussel en Den Haag de bovengenoemde maatregelen wor den getroffen, zijn uitingen van onlustgevoelens, als in Frankrijk en België voorkomen, in ons land niet te vermijden. iM Drs. J. DIJKGRAAF, L.C.C. - Goes. Over het algemeen is onze rubriek meer beschouwe lijk van aard dan direkt op aktie gericht. Hoewel we in- direkt wel denkstof proberen aan te dragen, die tot aktie kan leiden. We doen dat niet op een strijdlustige of revo lutionaire toon, maar geven toch blijk van een vrij sterke vernieuwings- en aanpassingsdrang. Daar komt bij, dat we de zaken van meerdere kanten belichten, waardoor de felheid van de achterliggende gedachten niet zo sterk tot uiting kan komen. En voor felheid van aktie is nu een maal een zekere éénzijdigheid nodig of zo U wilt een vernauwing van het bewustzijn. Bovendien hebben we de neiging om voorgestane veranderingen in beleid te vertalen. Ga je dat doen dan begint het afwegen en in passen, waardoor het toegespitste duidelijk wordt ver zwakt. Toch zijn wij niet afkerig van akties. Vandaar onze titel: een tijd van praten en een tijd van doen. Welnu we hebben veel sympathie voor 'de boerenakties in onze dagen, vooral wanneer onze land- en tuinbouw daarmee als een éénheid naar buiten treedt. Aktie voeren om wensen kracht bij te zetten wordt in onze tijd in vele vormen toegepast en door de meest uiteenlopende groe pen. Het is al lang geen nieuwigheid meer en wat mond jesmaat toegepast kan het inderdaad tot succes leiden. We schrijven met opzet mondjesmaat, want als het wa pen te veel en te snel wordt toegepast wordt het bot. STRIJD OM INDEXERING Vanwaar nu onze sympathie? Wel, wij zien het aktie- voeren vooral als een strijd om indexering. Daarmee be doelen we, dat ook onze boeren en tuinders regelmatig een inflatiecorrectie willen hebben, die tot uitdrukking wordt gebracht in de prijzen om dan over een reële inkomensverbetering nog maar niet te praten. Want naar onze mening is vooral de inflatie de grote boosdoener. En één van de grote bezwaren van de sterke inflatie is nu juist, dat de lasten zo ongelijk verdeeld worden. Zeer grote groepen loon- en salaristrekkenden en zij die sociale uitkeringen ontvangen, evenals grote groepen ondernemingen hebben regelmatig met bijstelling te ma ken. Zo zelfs, dat we van automatisme kunnen spreken. In relatie tot de stijging van de kosten van levensonder houd of van andere kosten worden de lonen, salarissen, uitkeringen of de prijzen verhoogd. Ook de rentestijging van de laatste tijd is mede veroorzaakt 'door het invoe gen van een inflatiecorrectie. Kortom de indexering en het automatisme zijn steeds gebruikelijker aan het wor den. Nu moeten we er wel direkt bijzeggen dat wij daar niet gelukkig mee zijn. Het verzwakt namelijk naar onze mening de strijd tegen de inflatie en dat vinden we maar een bedenkelijke zaak. Met indexering gaan we ons bij de inflatie neerleggen. RECHTVAARDIGHEID Maar als er 'dan geïndexeerd gaat worden dan ook voor iedereen. Dan mogen onze boeren en tuinders daar niet de dupe van worden. En daar gaat het wel bijzonder sterk op lijken. Kleine ondernemers mét hun zorgen voor de investeringen en mét hun zorgen voor de oudedags voorzieningen zijn zeker in deze tijd uiterst kwetsbaar. Vandaar dat we achter op verantwoorde wijze gevoerde akties staan. Dan zullen de wensen maar duidelijk op tafel moeten worden gelegd. Aan de organisaties dan de taak om in onderhandelingen die wensen tot inzet te maken na een ombuiging van het beleid. Dat is geen geringe opgave en het vraagt om een stuk eensgezindheid en begrip. Maar alleen zo kan er wat van komen. Hierbij speelt ook de vraag: ,,Wat zijn de typische ondernemersrisi co's? Zijn deze te dragen en in hoeverre zijn ze door re servering op te vangen?" Laten we wel proberen zelf ondernemer te blijven. Zo zitten we dan duidelijk in een tijd van doen, maar daarna zal er toch weer veel gepraat moeten worden. Met kracht van redelijke argumenten anderen overtuigen van gerechtvaardigde verlangens blijft aan de organisaties voorbehouden. Op 17 ojctober 1973 heeft de Hoge Raad uitspraak ge daan in een zaak die ifoor de landbouw er/ondernemer die niet in gemeenschap van goederen is gehuwd van gro te betekenis kan zijn (BNB 1974/170). De situatie was dat onze landbouwer op huwelijkse voorwaarden was getrouwd en wel in gemeenschap van winst en verlies. Zijn vrouw kreeg uit de nalatenschap van haar ouders de eigendom van de boerderij, waarop belanghebbende zijn bedrijf uitoefende ingevolge een pachtovereenkomst met zijn schoonouders. Het ging er in dit geval om of belanghebbende, de pachter, nu zijn vrouw eigenaresse, was geworden van de door hem ge pachte boerderij, gebruik kon maken van de vervroegde afschrijving ingevolge artikel 10 inkomstenbelasting 1964. De Hoge Raad besliste dat het belang van de boerderij belanghebbende zeker niet volledig aanging. Het was niet alleen juridisch geen eigenaar, maar ook geen „econo misch eigenaar" van de boerderij. Het feest van de ver vroegde afschrijving ging niet door. Hoewel wij belanghebbende graag een feestje hadden gegund zijn wij gelukkig met deze uitspraak. De stelling dat in gevallen waarin geen gemeenschap van goederen bestaat en een onderneming wordt gedreven door de man met behulp van vermogensbestanddelen van de vrouw het onmogelijk is deze vermogensbestanddelen aan te merken als bedrijfsmiddelen, is ook reeds eerder door ons verdedigd. Wij vinden dit een belangrijke zaak, vooral als het gaat om waardestijgingen die voortvloeien uit het verschil tussen verpachte en vrije grond. Indien de boer derij door de pachter hierboven genoemd persoonlijk was verkregen zou bij vervreemding of bedrijfsbeëindiging het waardeverschil tussen vrije en verpachte grond voor hem inkomen zijn (het waardeverschil berekend op het mo ment van verkrijging)Als de boerderij eigendom is van de vrouw gaat dit niet op, de boerderij is dan geen be drijfsmiddel, het waardeverschil is dan geen winst. Dit is een zeer belangrijk as<pect van deze uitspraak. Het is te overwegemom in gevallen waarin een huwelijk op huwe lijkse voorwaarden is gesloten en waarin een gepachte boerderij wordt gekocht, de aankoop door de vrouw te doen plaatsvinden. De pachtovereenkomst blijft dan be staan en man en vrouw zullen er goed aan doen pacht te verrekenen, maar ook al gebeurt dit niet, eventuele prijs verschillen blijven buiten de bedrijf ssf eer, buiten de winst, buiten het inkomen! Een zeer belangrijke konse- kwentie dus! Wij kunnen ons zelfs gevallen indenken, al zullen deze zich niet veel voordoen, dat het aanbeveling verdient dat ouders die een boerderij aan hun zoon hebben verpacht, de boerderij aan hun schoondochter legateren, zulks on der inbreng van de waarde in de nalatenschap. Dan wordt de schoondochter eigenaresse van de boerderij, de zoon krijgt zijn volle erfdeel, terwijl heffing van inkomsten belasting over het waardeverschil vrije grond ver pachte grond wordt ontgaan. Eerder in deze artikeltjes hebben wij reeds geschreven over de belangrijke konsekwenties van het arrest van de Hooe Rind van 13 maart 1974. waarin is uitgesproken dat indien als gevolg van het bestaan van een pachtcontract uic erfenis, gronden konden worden verkregen tegen de waarde van verpachte grond, dit voordeel als bedrijfs winst moest worden aangemerkt. In het hierboven aangehaalde arrest zien wij mogelijk heden in bepaalde gevallen deze belastingheffing te voor komen. Het gaat er om dat op gepaste wijze tijdig maat regelen worden genomen. Laat ieder die het aangaat niet uitstellen, maar onverwijld reageren. Het kan om zeer grote bedragen gaan. PA AU WE

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1974 | | pagina 3