Het gebruik van anti-spruitmiddelen bij bewaaruien 10 Het is zomer en toeristentijd. Ierland is een mooi land om een vakantie door te brengen, maar men moet geen grote hoeveelheden zon en warmte verwachten, zoals in Spanje of waar dan ook in het zuiden. Er zijn hier zo nu en dan vrije lange droge en zonnige perioden, maar voor de zonaanbidders is het toch niet ideaal. Het valt ons op dat er veel vakantiegangers komen van het vasteland, veel Nederlanders ook, maar heel weinig Engelsen. De oorzaak zal wel moeten worden gezocht in de onlusten in Noord-Ierland, alsook in het opnieuw aan gewakkerde anti-Engelse nationalisme in het zuiden. Als ik Engelsman was zou ik Ierland ook niet verkiezen als mijn vakantieoord. Een vakantie is toch eigenlijk vooral geslaagd als men thuisgekomen kan terugzien op pret tige kontakten met de bevolking. Vriendschap die men daar van de mensen heeft gekregen behoort tot de dier baarste herinneringen. De Ieren zijn overigens heel aardig en vriendelijk tegen buitenlanders. In hoeverre ze het altijd menen weet ik ook niet. maar in ieder geval zullen ze je altijd het gevoel geven dat je welkom bent. Nederland staat hier wel goed aangeschreven. Vooral het feit dat „Holland" een landbouw heeft die als voor beeld kan gelden, wordt erg bewonderd. Nederland staat bekend als het land waar men op landbouwgebied veel kan leren, zowel van de veehouder als van de akkerbou wer en tuinder. Ook de ijver en werklust van de Neder landse grondgebruiker wordt geroemd. Ze denken hier dat Nederland vrijwel helemaal door de bewoners zelf is gemaakt via inpolderingen, enz. Men zegt: „God schiep de aarde en de Hollanders hun eigen land". Niet dat de Ieren nu zo jaloers zijn op de energie van de Nederlanders. Ze constateren het en hebben er verder wel vrede mee. Ze hebben genoeg aan de gedach te dat Ierland ook een goed land is met gunstige moge lijkheden voor de landbouw. Men is er bijna trots op dat men zich ni,et heeft uitgesloofd voor meer materiële welvaart.,Zondër afgunst zeggen ze: „Als de Nedëïlan- ders in Ierland woonden zouden ze de hele wereld voe den en als de Ieren in Nederland woonden zouden ze binnen een half jaar onder de zee zitten". Soms denk je zelfs dat ze een beetje de gek houden met harde werkers. Wij hebben hier ook nogal hard ge werkt voor Ierse begrippen en nu hebben we ook een fatsoenlijke ingang met een laantje naar het erf. De plaatselijke smid vroeg aan mij of ik van plan was het bedrijfje een naam te geven. Ik zei dat ik dat nog zo gek niet vond maar dat we geen geschikte naam wisten. Waarom noem je het niet „Het vagevuur", suggereerde Idj. Ik moet er dan toch een poosje over denken, of ik voor de gek wordt gehouden of niet. Dezèlfde ervaring had ik de laatste tijd ook wlèl eens mèt het brengen van aardbeien naar de winkels. De eigenares van één van die winkels vond maar steeds dat ik te duur was met mijn aardbeien. Dan praten we daar op zijn minst tien minuten over en in plaats van de normale argumenten bij het zaken doen naar voren te brengen, zegt ze dan tegen me: „Denk er om Mr. Traas, je bent hier in de wereld om je ziel te redden en elke keer dat je de aardbeien te duur aan me verkoopt, komt er op je ziel weer een zwarte plek bij". Volgens haar dochter was ik trouwens al te ver gezakt voor redding. Dit soort humor is van rooms katholieke bodem; we be ginnen het aan te voelen en doen nu rustig mee in het spel. Het handelen en rondbrengen van de aardbeien is al met al interessant. We hebben twee rassen: Cambridge Vigour en Red Gauntlet. De Cambridge Vigour doet het hier prima, veel beter dan in Nederland. Met gezond plantgoed en voldoende botrytis-beStrijding is het een 'produktieve en mooie aardbei. Red Gauntlet doet het ook goed, al zijn de vorm en smaak maar matig. We krijgen een goede prijs, namelijk 3,60 per kg. Maar we moeten zelf voor fust zorgen en alles zelf naar de winkel brengen. We hebben echter geen sortering in I en II. Alles gaat in hetzelfde bakje en uiteraard hebben we ook geen vei- lingkosten, geen vaste aanvoeruren, enz. Zoals met zo veel dingen is de manier waarop de kost wordt verdiend een kwestie van aanpassen en dan loopt het wel. We hebben geluk dat we niet in de buurt van een jamfabriek wonen, want zo'n fabriek sluit kontrakten af met landbouwers voor ca. 1,30 per kg aardbeien. Veel van de kontrakttelers plukken wat van de mooiste vruch ten in doosjes en verkopen die dan op de vrije markt, waar meer geld te maken is dan 1,30. Omdat Ierland dun bevolkt is en niet zo welvarend is de markt voor verse consumptie vlug voorzien. Daarom gaat men de omgeving af tot zelfs 100 km van huis. Wij wonen bij na 100 van die kontrakttelers en hebben er niet veel last van. De aardbeien zijn hier in juli rijp en van prima kwa liteit. De opbrengst kan heel goed zijn. In Kapelle heb ben we ze nooit beter gehad dan hier. Wel krijg je ook dezelfde pijn in je rug bij het plukken. Dat is misschien ook wel goed, want anders werden er te veel aardbeien geplant. Als het aanbod van aardbeien niet te groot is, kan hier voor bij de plaatselijke winkels een goede prijs worden bedongen. Mevrouw Traas is hier aan tplukken, onder het toeziend oog van Conny, haar oudste zoon. Bij lange bewaring is het tegengaan van uitwendige spruit- vormdng van groot belang voor de kwaliteit. Zoals bekend is, kan dit gebeuren via een toepassing van het anti-spruitmid del maleïne hydrazide kort voor de oogst. Hoewel een juiste toepassing van dit middel tot een vrij wel volledige onderdrukking van de spruitneiging leidt, blijkt dit in de praktijk echter helaas lang niet altijd haal baar. In seizoen 1973/1974 werd bij 21 uientelers, die hun be- waarrassen behandeld hadden met een anti-spruitmiddel, een enquête ingesteld naar de omvang van de bewaarverliezen. Einde april werd in 10 partijen meer dan 10 uitval door uitwendige spruitvorming aangetroffen. Berekend over het totale aantal bemonsterde partijen betekent dit, dat in ruim 48 van de gevallen de behandeling met een anti-spruit middel een matig tot slecht resultaat opgeleverd heeft. Het bewijs dat een dergelijk middel echter ook met groot sukses kan warden toegepast blijkt uit het feit, dat in enkele partijen zelfs minder dan 2 uitval door uitwendige spruit vorming voorkwam. Van groot belang voor een goed resultaat zijn het tijdstip van spuiten en de gevolgde spuittechniek. J TIJDSTIP VAN SPUITEN Om het middel werkzaam te doen zijn moet het via de vaatbundels in het blad naar de bolbasis worden getranspor teerd. Dit transport kan alleen op de juiste wijze plaatsvin den als de plant nog vitaal en gezond is. Het tijdstip van spuiten is daarom geheel afhankelijk van het afrijpingssta- dium en de gezondheidstoestand van het gewas. Het beste effekt kunt u verwachten als u het middel toe past kort nadat het loof begint te strijken. Het vroegst ge streken loof moet dan nog geheel groen zijn. Als de be'spui- ting wordt uitgesteld tot reeds een groot gedeelte van het loof is gestreken, worden de vroegst gestreken planten niét of onvoldoende door de sproeivloeistof geraakt. Het is belangrijk de ontwikkeling van het gewas tegen het strijken goed te volgen, daar het loof door b.v. plotagling veranderende weersomstandigheden bijzonder snel karf^taan strijken of zelfs kan gaan afsterven. Uiteraard is het juiste spuittijdstip het gemakkelijkst te bepalen op gelijkmatig ontwikkelde percelen. Juist in dit seizoen, waarin veel percelen een onregelmatige stand ver tonen, zal het in een aantal gevallen zeer moeilijk, zoniet onmogelijk zijn om het juiste spuittijdstip vast te stellen. In dergelijke situaties kan het gebruik van een anti-spruitmid del dan ook beter achterwege blijven. Op percelen met veel dikhalzen en/of onvoldoende uitge- rijpte uien wordt door de bespuiting bovendien schade ver oorzaakt aan niet volgroeide bollen. Bij de oogst zijn deze zacht. Voor de opname van het middel door het gewas is na het spuiten enige tijd droog weer vereist. In de afgelopen jaren is de ervaring opgedaan, dat het middel na een droge perio de van minimaal 10 uur in voldoende mate is opgenomen. SPUITTECHNIEK Daar het effekt van de toepassing van een anti-spruitmid del eerst na lange bewaring kan worden beoordeeld is een korrektie achteraf niet meer aan te brengen. Bovendien is slechts een eenmalige toepassing'per teelt toegelaten, zodat aan de spuittechniek de grootste zorg moet worden besteed om sproeifouten te vermijden. Gezien de grote verscheidenheid aan sproeiapparatuur kunnen hier alleen enkele algemene wenken gegeven wor den: Spuit zo mogelijk tijdens windstil weer. Zorg dat alle sproeidoppen goed schoon zijn en ook schoon blijven. De sproeibomen dienen op de juiste hoogte boven het gewas te worden gebracht en wel zodanig dat op loof- hoogte een gelijkmatige verdeling van de sproeivloeistof wordt verkregen. Voorkom zoveel mogelijk het slingeren van de sproei bomen. Met een haspel vóór de ketting worden de uien gemak kelijker opgenomen. HET GEBRUIK De toegestane dosering van maleïne hydrazide bedraagt 2.5 kg aktieve stof per ha. Dit komt neer op 6.25 1 per ha voor de handelsprodukten met 36 werkzame stof en 8 1 voor de 30-percentige middelen. Om een goede en regelmatige verdeling van de sproei vloeistof-over alle planten te verkrijgen dient het middel in minimaal 500 1 water per ha te worden verspoten. OOGSTEN VAN BEWAARUIEN Het bewaarrendement van uien is sterk afhankelijk van de hoedanigheid van het produkt ten tijde van de opslag. Een gezond, gaaf en voldoende droog produkt geeft de minste moeilijkheden bij de bewaring. Vooral de behandeling van de uien tijdens de oogst, dus het al dan niet optreden van beschadiging speelt hierbij een grote rol. Onderstaand zijn de meest voorkomende oorzaken van beschadiging vermeld. Handeling Machine Rooien Rumptstad uienrooier Oprapen Machines met kettingrooster Oorzaak ongelijke afstanden tussen de rij ongelijke ligging van de grond ongelijke zaaidiepte te grote rijsnelheid diepgereden sproeisporen onjuiste afstelling rooischij- ven onvoldoende bekleding met stootwerend materiaal onvoldoende opnamekapaci- teit van de opvoerketting te grote snelheid opvoer- en transportkettingen te grote valhoogte Behalve door bovengenoemde oorzaken kan de bewaar- kwaliteit ook ongunstig beïrivloed worden door een verkeer de keuze van het rooitijdstip. Als regel wordt hiervoor de vuistregel „als gedeelte van het loof is afgestorven" ge hanteerd. Deze regel is goed bruikbaar mits hij strik wordt aangehouden. Later rooien geeft namelijk al gauw meer kans op beschadiging, kleurverlies en kale uien. Het rooien gebeurt nog overwegend met de Rumptstad- rooier. Voor zaai-uien op een rijenafstand van 30 cm of min der behoort deze machine te zijn uitgerust met staande rooi- schijven. Bij bredere rijenafstanden is een keuze uit staande of liggende rooischijven mogelijk. Voor het rooien moeten de rooischijven worden afgesteld op de voor het perceel noodzakelijke rijbreedte en rooidiepte. Rustig rijden (maxi maal 3 km per uur) komt de kwaliteit van het rooiwerk ten goede. Er treedt minder beschadiging op, terwijl de zeef- kapaciteit optimaal benut wordt. Rooien op natte grond geeft als regel veel grond in de ■legger. De velddroging verloopt hierdoor traag. Vooral voor de kleur van het produkt kan dit zeer nadelig zijn. Onder droge omstandigheden worden op bepaalde grondtypen vaak scherpe kluiten opgerooid. Uiteraard kunnen ook deze de uien beschadigen. Incidenteel rooit men op lichte grond ook wel met een voor dit doel aangepaste AmacJD2-aardappelrooimachine. Met deze getrokken machine kan echter alleen gewerkt worden als er tussen de rijen voldoende ruimte voor de trekkerbanden is. Een nieuwe ontwikkeling bij de oogst van uien is het ge bruik van zelfrijdende oogstmachines. Met deze machines is het mogelijk zowel op zwad te rooien als op te rapen. Ook kunnen beide handelingen in één werkgang plaatsvinden. (Zie verder pag. 11)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1974 | | pagina 10