Vrij kleine appeloogst in de EEG Taxatie Nederlandse fruitoogst De ontsmetting van tulpeplantgoed 10 Langzamerhand komt er tekening in de stand van de fruitgewassen in de EEG. Het wordt steeds meer duidelijk dat de appeloogst aan de kleine kant zal zijn. Mogelijk zelfs kleiner dan in 1972! Alleen uit Italië komen berichten over een „normale" appeloogst. Daarentegen komen uit West-Duitsland gege vens binnen die steeds somberder worden. Globaal genomen krijgen we bij de appels dit beeld: Italië 100 van vorig jaar, Frankrijk en Nederland 7585 België en Engeland 70 West-Duitsland 60 Als dat zo zou zijn we moeten nog steeds veel voorbe houd maken krijgen we het volgende produktieverloop, weergegeven uit tonnen: Frankrijk West-Duitsland Italië Nederland Engeland België Denemarken Ierland Totaal In 't kort komt het er op neer dat we in 1971 en 1973 een grote appeloogst hadden, die dan ca. 7 miljard kg bedroeg, terwijl we in 1972 een kleine oogst hadden van ca. 6 miljard kg. Waarschijnlijk zitten we in 1974, dus dit seizoen, weer in de buurt van die 6 miljard kg. Hoe belangrijk dat verschil is tussen 6 en 7 miljard heb ben we in 1972 ervaren. En eigenlijk ook in 1973. In 1972 goede prijzen, het laatste seizoen slechte prijzen. Het gaat om 15 appels meer of minder, dat ene miljard bepaalt de prijs! Belangrijk is verder dat het verschil vooral zit in de latere appels. Best mogelijk dat de prijs van de James Grieve tijde lijk tegenvalt, want de produktie van Grieve en Benoni is niet lager dan anders. Een teleurstellende prijs voor de James Grieve hoeft dus geen reden te zijn voor somberheid; waarschijnlijk wordt het beter met het late fruit. Opvallend is dat de Goudreinette het bijna overal laat zit ten. In Nederland spreekt men nog van een „halve oogst", maar in België en 'Duitsland is er sprake van een misoogst. Wie Boskoop heeft, kon dus wel eens goed zitten. De vraag is of de industrie weer zo veel zal betalen als in 1972. De kroetprijs steeg toen tot 'boven de 40 ct per kg 1971 1972 1973 1974 1850 1720 1950 1650 1980 1240 2020 1200 1700 1870 1865 1900 520 400 460 400 460 330 430 350 270 265 290 240 80 64 75 64 6 6 7 6 6866 5895 7097 5810 en daardoor werd het hele prijspeil sterk omhoog getrokken. Er wordt wel gemompeld dat de fabrikanten thans meer voorraad hebben dan toen, maar het is overigens afwachten. Bovendien wordt er nogal veel aanbod verwacht van door hagel beschadigd fruit, want het heeft niet alleen in Neder land, maar ook elders vrij veel tot veel gehageld Er is al tamelijk veel op 't hout verkocht, waarbij naar het schijnt 4045 ct per kg voor alle rassen door elkaar en 5060 ct per kg voor Goudreinette, Cox's en Winston werd bedongen. De handel is wat schuw voor de Golden, mede omdat men bang is voor ruwschilligheid, maar vooral als de kroetprijs weer hoog komt te liggen zal dit ras weer best meedraaien. De eerst gepubliceerde verwachtingen verschillen soms nogal sterk met de einduitslag. Als het fruit goed uitgroeit valt de produktie mee, als de maat aan de kleine kant is valt de kg opbrengst tegen. Wat Nederland betreft ziet het er voorlopig naar uit dat de appels flink van formaat zullen worden. Mede daarom hebben we de oogst maar op 12 kleiner dan vorig jaar geschat en voor Frankrijk ook maar 15 minder geraamd dan vorig jaar, in plaats van 2025 zoals de min of meer officiële taxaties. Dat desondanks de produktie in onze tabel nog duidelijk onder de 6 miljard kg appels blijft, wijst er op dat het toch wel een aanmerkelijk kleinere oogst wordt dan vorig seizoen. Er zijn derhalve redenen om de prijsvorming bij de appels met een zeker optimisme tegemoet te zien, zeker voor de latere rassen, r PEREN Bij de peren is de situatie onoverzichtelijker. In België en Nederland zal die produktie belangrijk groter zijn dan in de voorgaande 3 jaar, maar in Duitsland, Frankrijk en Engeland schijnt de oogst minder groot te zijn. Italië, dat verreweg de meeste peren in de EEG produceert, komt ook niet aan een topopbrengst. Voorgaande jaren was de stand als volgt (cijfers geven tonnen weer): Italië Frankrijk West-Duitsland Nederland België Engeland 1970 1971 1972 1973 1906 1706 1413 1470 526 557 439 461 550 415 345 390 160 110 95 52 100 60 51 30 71 68 49 40 3313 2916 2393 2443 De fruitteeltconsulentschappen van het ministerie van landbouw en visserij hebben een eerste taxatie gemaakt van de, in 1974, in hun gebied te verwachten oogst van appelen en peren. Het C.B.S. heeft deze regionale gegevens verwerkt tot landelijke cijfers, voor wat betreft de handelsproduktie. Uitdrukkelijk zij vermeld dat deze uitkomsten niet kunnen worden aangeduid als resultaat van een oogst- raming. De opzet is slechts, een eerste indicatie te geven over de te verwachten oogst. De eerste officiële raming van appelen en peren zal plaatsvinden in de tweede helft van augustus. De resultaten van deze oogstraming kunnen medio september tegemoet wor den gezien. (min kg) Oogstraming Taxatie nov. 1973 Handelsproduktie: Appelen totaal 460 Golden Delicious 176 Cox's Orange Pippin 78 Schone van Boskoop 63 James Grieve 37 Jonathan 14 Handelsproduktie: Peren totaal 55 Conference 18 Doyenné du Cornice 7 Légipont 6 Bonne Louise d'Avranches 3 Beurré Hardy 3 Clapp's Favourite 3 1974 370 140 57 39 36 12 105 28 12 9 10 15 4 Totaal Italië neemt steeds meer dan de helft van de hele EEG voor zijn rekening, maar waar de Italiaanse peren allemaal blijven is een onduidelijke zaak. Er wordt o.a. veel tot alco hol verwerkt. Dit jaar zal Nederland weer eens boven de 100 miljoen kg komen en België wellicht boven de 80 miljoen. West-Duits land blijft echter beneden de 300 miljoen kg en Frankrijk zal waarschijnlijk de 400 miljoen kg niet halen. Uit Engeland komen berichten die eveneens wijzen op matige vooruit zichten. Dus beslist geen grote pereoogst bij de buurlanden in de ÊEG. Toch moet men geen hoge prijzen verwachten. De oogst in eigen land speelt namelijk een veel grotere rol dan bij de appels. Een paar jaar geleden was de pereoogst in ons land vrij klein en lag het prijspeil gunstig, terwijl in Frankrijk en Italië op hetzelfde zeer veel door interventie uit de markt werd genomen. Vooral de vrij kleine oogst in West-Duitsland is echter gunstig voor het prijspeil van onze peren. Misschien dat daardoor de enorme hoeveelheid Hardy daar voor een deel onderdak kan vinden en tevens lijken de kansen voor de late rassen (speciaal Conference) niet onbevredigend. Op de prijzen van vorig jaar mag men echter ons inziens zeker niet rekenen bij de peren. Al met al vrij goede vooruitzichten voor de appels, spe ciaal wat betreft Boskoop en Cox's en minder slechte voor uitzichten voor de peren dan aanvankelijk werd gevreesd. Zal er eindelijk weer eens een redelijk inkomen verkregen kunnen worden in de fruitteelt? A. v. O. dithiocarbamaten („AAtulsan" en „Dithane M-45") dichlofluanide („Eupareen") thiram („AApirol extra") captan (ddv. merken) Deze middelen vinden de laatste jaren steeds meer in gang. Zij worden alléén aangewend bij ontsmetting vlak voor het planten. Het ontsmetten van tulpeplantgoed is veelal noodzakelijk ter bestrijding van „zuur" (Fusarium), „vuur" (Botrytis), huidziek en enkele andere ziekten zoals zwartbenigheid en Rhizoctonia. Naast zichtbare aantastingen op de bollen moet men rekening houden met een onzichtbare besmetting van het plantgoed met schimmelsporen van o.a. Fusarium. Ver der kan ook de wortelrotschimmel (Pythium) met het plant goed overgaan. Dit geldt zeer zeker voor ongepeld plant goed. PLANTGOED OPZUIVEREN Alvorens nader op het ontsmetten in te gaan, moet ge wezen worden op het belang van het opzuiveren van plant goed. Vooral het verwijderen van door „zuur" aangetaste bollen is beslist noodzakelijk. Wanneer deze bollen niet uit de partij worden verwijderd, bijv. door middel van uitzoeken of wannen of met de zinker-drijver methode, dan zal de ontsmetting aanzienlijk minder effectief zijn. SCHOON PLANTGOED Proeven en praktijkervaring hebben aangetoond, dat een door zand, slib, humus of anderszins vervuild bad de werk zaamheid van de middelen in het dompelbad sterk doet af nemen. Dit geldt voor alle middielen, maar in het bijzonder voor kwikmiddelen. Men verwacht immers van het ontsmet tingsmiddel, dat het de bol beschermt, maar in een vervuild bad wordt het middel aan het vuil gebonden en dus onwerk zaam gemaakt. ONTSMETTINGSMIDDELEN: Van de beschikbare ontsmettingsmiddelen is er niet één, die gelijktijdig alle ziekten, die in het plantgoed kunnen voor komen, bestrijdt. Men zou dus eigenlijk een keuze moeten maken op grond van de ziekten, die in het plantgoed voor komen. De middelen die voor de ontsmetting van tulpeplant goed zijn toegelaten, kan men in vier groepen opsplitsen: a. Kwikmiddelen. Wanneer men dergelijke middelen ge bruikt, is men wettelijk verplicht de dompelvloeistof na gebruik te filtreren. (Beschikking filtratie kwikdompel baden van het Ministerie van Landbouw en Visserij, ge publiceerd in de Staatscourant nr. 126 d.d. 3-7-'72. Men gebruikt deze middelen dan ook alléén wanneer dit be slist noodzakelijk is! b. Zgn. „zachtwerkende middelen", hiertoe behoren: captafol („Ortho Difolatan-80" en „Ortho Difolatan 4 F') c. Zgn. „systemische middelen" hieirtoe behoren: benomyl („Benlate") thiofanaat methyl („Topsin-M") carbendazim („Bavistin" en „Derosal") thialbendazol („Lirotect-60" en „Tebuzate") De systemische middelen kunnen bijzonder goede resul taten geven, maar men loopt een zeer groot risico dat resistentie optreedt wanneer men deze middelen jaar in jaar uit gebruikt. Dit wil zeggen, dat bepaalde schimmels ongevoelig worden voor deze middelen en daardoor ern stige aantastingen kunnen veroorzaken. Op grond van de huidige kennis moet daarom worden gesteld, dat een partij slechts éénmaal in de 3 jaren met systemische mid- delen mag worden behandeld en dan nog alléén in com binatie met een ander middel. De genoemde systemische middelen zijn onwerkzaam tegen Pythium. Ook om deze reden is het noodzakelijk systemische middelen gecom bineerd met een ander type middel te gebruiken. d. Fabriekmatige combinaties van zachtwerkende en syste mische middelen: "maneb thiofanaat-methyl („AAbolan") maneb carbendazim („Bavistin-M") PRAKTIJKADVIES: Gezien het grote aantal beschikbare middelen worden hieronder enige richtlijnen gegeven om de keuze voor de tulpekweker te vergemakkelijken. Ie. Bij relatief gezonde partijen verdient de voorkeur het plantgoed vlak voor het planten te ontsmetten in camp- tafol, dithiocarbamaten of dichlofluanide. Wanneer in het plantgoed een flinke aantasting van Botrytis voor komt, kan men 1 x in de 3 jaren een systemisch middel toevoegen. In dit geval kan ook gebruik worden ge maakt van de onder d genoemde combinaties. Voor de bestrijding van het „zuur" ligt het accent op cultuur- maatregelen (laat planten, vroeg rooien, snel drogen, etc.). 2e. Wanneer men niet vlak voor het planten, maar vroeg wil ontsmetten (vanaf begin aug.sept.) is men, ge zien hetgeen onder b en c is vermeld, in feite aange wezen op kwikmiddelen. Men dient zich wel te reali seren dat kwikmiddelen geen bestrijding geven van het huidziek en eveneens onvoldoende werkzaam zijn tegen Botrytis. Indien deze ziekten in de partij voorkomen, kan een systemisch middel aan het kwikbad worden toegevoegd. In dit geval, is het toevoegen van een syste misch middel eveneens slechts 1 x in de 3 jaren verant woord. 3e. Als op een van „kwade-grond" verdacht perceel moet worden geplant, moet het plantgoed in ieder geval wor den ontsmet in een combinatie waarin een systemisch middel aanwezig is. Om de kans op resistentie te beper ken, dient het plantgoed in de voorgaande 2 jaren niet te zijn ontsmet in een systemisch middel. BELANGRIJKE OPMERKINGEN a. Systemische middelen moet men alleen in combinatie met een ander middel gebruiken en dan nog slechts 1 x in de 3 jaren. b. Kwikmiddelen moet men alléén toepassen wanneer dit beslist noodzakelijk is. c. Vervuild plantgoed moet men vooraf „schonen", ont smetting van vervuild plantgoed heeft vrijwel geen effect. d. Na ontsmetting vlak voor het planten moet men zo snel mogelijk planten. e. Het lozen van de gebruikte dompelvloeistof op opper vlaktewater is bij de wet verboden. Graaf daarom een diepe kuil op minstens 15 meter van de sloot. Doe hier in absorberend materiaal (bijv. turfmolm, veen of tuin- turf) en laat vervolgens in deze kuil de gebruikte dom pelvloeistof afvloeien. Bij gebruik van organische kwik middelen dient de vloeistof na gebruik volgens de wet telijk voorgeschreven methode te worden gefiltreerd. f. Een goede watercirculatie in het dompelbad is vereist. Dit geldt met name voor de poedervormige middelen. (Publicatie Laboratorium te Lisse, de Plantenziektenkundige Dienst en de Rijks consulentschappen voor Plantenziekten te Wageningen)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1974 | | pagina 10