Caissondam in Oosterschelde? Hoe zit het met de op Deltahoogte brengen van de Westerscheldedijken Dank zij regen „Den Oek" vriendelijker aanzien Uiteenlopende opbrengsten karwij en graszaad Rond de Schelde Betreffende het voornemen van het kabinet om de Oosterschelde af te sluiten met permanent waterdoor- latende caissons, waarbij de hoofdgedachte van het rap- port-Klaasesz handhaving van de eb- en vloedstroom wordt gevolgd, blijft het reeds eerder ingenomen stand punt van de ZLM, de noodzaak tot afsluiting van de Oosterschelde ongewijzigd! Veiligheid gaat boven alles! In de eerste plaats zal het uitvoeren van deze plan nen enkele jaren langer vergen dan afsluiting van de Oosterschelde, zodat het langer duurt voor grotere vei ligheid wordt bereikt. Daarbij staat de technische uit voerbaarheid van het plan nog geenszins vast. De on zekerheid ten aanzien van de vraag in hoeverre het hand haven van een getijverschil de nauwelijks voorspelbare dijk- en oevervallen tot gevolg kan blijven hebben, blijft bij de voorgestelde opzet bestaan. Zekerheid dat de cais sonoplossing niet tot calamiteiten zal kunnen leiden is een eerste vereiste. Daarop zal bij het Tweede Kamer debat over deze caissonplannen het antwoord moeten worden gegeven! We konden vorige week in OOST ZEEUWS-VLAAN- DEREN onder overwegend gunstige omstandigheden de eerste gewassen, zoals de vroege graszaden en karwij oogsten. Zo is het begin weer gemaakt. Over de op brengsten geen £root enthousiasme. De laatst herzaaide bieten staan op eén. Naar de uiteindelijke opbrengst er van valt sleohts te raden. Verder overal vergelingsziékte wat men ziet. Zo vroeg al en in zo'n sterke mate! Het heet dat de waarschuwingen te laat kwamen en bepaal de luizen resistent zijn tegen de bestrijdingsmiddelen. Zojuist vernemen we de keuze van de regering voor de wijze van afsluiting van de Oosterschelde en de reactie daarop van de Commissaris der Koningin, die o.i. terecht nog eens wijst op het primaire belang van de veiligheid. De plannen met betrekking tot het Baalhoek- kanaal, nog tot voor kort voorpaginanieuws, schijnen weer wat op de achtergrond te zijn geraakt. De tracé keuze is gemaakt, waarbij het milieu volledig aan z'n trékken is gekomen. Wel is het op veilige Deltahoogte- brengen van de Westerscheldedijken ter plaatse waar het kanaal moet komen nog achterwege gebleven, nadat de werken daartoe op last van de regering daags voor de aanbesteding werden opgeschort! Dat is inmiddels vier jaar geleden! Eén van de zwakste plekken in de Westerscheidedijkesi moet wachten. Over veiligheid en milieu gesproken!! Nieuwe gemeenteraden aün gekozen, de waterschap pen maken zich thans op om tot nieuwe besturen te komen, nu definitief is beslist dat zij belast worden met de aktieve zuivering van het oppervlaktewater. Voor deze milieuverbetering zullen ook van ons offers wor den gevraagd. Vooral die veehouderijsector zal op z'n telllen moeten passen, zoals wij onlangs leerden op de zeer druik bezochte voorlichtingsvergadering van de ge zamenlijke organisaties in Axel. De vaste lasten stijgen, maar wat zien wij daartegenover staan? Kapitale wer ken zullen met name in het oostelijk deel van ons gewest nodig zijn om de vervuilling van het oppervlaktewater tegen te gaan. Een overheidsbijdrage in het kader van de werkloosheidsbestrijding kan deze werken nog be taalbaar maken voor een ieder. Het regeringsprogram biedt daartoe perspectief. Een gewaarschuwt man telt voor twee! Met de regen van het afgelopen weckend, 25 mm, is het nu wel voldoende voor alle gewassen. Zo is nu ook op WALCHEREN een einde gekomen aan een lang durige periode met tekort aan vocht. De gewassen groei en nu over het algemeen goed. „Den Oek" heeft nu een heel wat vriendelijker aanzien dan enkele weken gele den. De dirékteur-generaal van de landbouw heeft ook kennis genonjen van de droogtegevolgen in ons gebied. Buurman vond; het iammer dat hij zo laat in het groeiseizoen kwam. 3 a 4 weken vroeger was het beeld nog veel triestiger. Nu zijn er veel meer percelen die vanaf de weg nog redelijk goed lijken, maar in wer- kelij'kheid geen halve opbrengst zullen geven. De oogst van verschillende gewassen is weer begonnen. De re sultaten van de karwij lijken, zoals verwacht, maar zeer matig. Die van het graszaad zijn nog niet bekend. Vochtgehalte en uitschoningspercentage bepalen uitein delijk de netto-kg-opbrengst. Het enige gewas waarvan we een normale goede op brengst mogen vervrachten voor het gehele gebied, is de wintertarwe. De stand is goéd; het gewas maakt nog een gezonde indruk en de aren zijn gul ontwikkeld. De vroegste percelen gaan al geel kleuren. Legering komt tot op heden nog weinig voor. Blauwmaanzaad en bruine bonen hebben nogal van de harde wind geleden. De bruine bonen hebben nog geen malse groei gehad. Wat zonnig warm weer zou in de komende weken nog veel goed kunnen maken, vooral in de bloeitijd. Het blauwmaanzaad, dat over- dam dijksvcrhoging blokkendam; dam met stormvloedkering wegend een te dunne tot zeer dunne standi heeft, is door de harde wind erg overzij gewaaid. Dit zou bij de oogst nog wel eens problemen kunnen geven, vooral wanneer men van stam wil maaidorsen. Overigens bestaat de indruk dat het aantal zaadbollen per plant en de groot te hiervan niet ongunstig is. Ook van de erwten lijkt de verwachting niet ongun stig. Voorzover er gewas is, is de peulzetting en vulling goed. Het gewas is nog redelijk gezond, zodat de zaden mogelijk wat grof uitgroeien, wat de kg-opbrengst ten goede kan komen. Ook de tijdig opgekomen uien beginnen nu goed te groeien en het begin van de bolvorminig is aanwezig. 75 van de percelen heeft helaas een matige tot slech te stand. Voor de plantuien is de regen meestal te laat ge komen. De kg-opbrengst is matig en de prijs enigszins teleurstellend. Van de snijmais loopt de stand zeer sterk uiteen. Voor de grasgroei zijn de omstandigheden nu gunstig na de laatste regen. Mogelijk kan er nog een perceel voor hooi bestemd worden. Op veel bedrijven is de hooivoorraad nog aan de krappe kant. De Fokveedag mocht zich weer in een goede belang stelling verheugen! De deelname zou wat groter geweest kunnen zijn, maar er is ook begrip voor de problemen die deelname met zich meebrengt. Vanaf deze plaats onze gelukwensen aan de eigenaren van de kampioens- dieren! Nu hebben we op ZUID-BEVELAND voorlopig weer regen genoeg gehad! Voor vele werkzaamheden begint het, vooral bij de oogst van de eerste gewassen, dan ook minder aangenaam te worden. Zo tussen de regen- periodes door heeft men het laatste weidehooi, dat soms al zo lang plat lag, naar binnen gehaald. Ook het dorsen van de karwij en het graszaad moet zo maar een beetje tussen de buien door plaats vinden. De opbrengsten van de karwij lopen nogal uiteen; enkele percelen zijn vrij goed, andere zonder meer slecht, 'tls eigenlijk te riskant om een gemiddelde te geven, want dit zou nog wel eens een te gunstig beeld kunnen geven. De eerste graszaadpercelen geven een opbrengst te zien, die gemiddeld wat lager ligt dan het vorige jaar. Vooral die percelen met te weinig massa vallen nu het meeste tegen. Het is te hopen en ook wel een klein beetje te verwachten dat de prijs voor deze produkten nog wat van de opbrengst zal goed maken. Deze week zal een begin gemaakt worden met het plukken van het vlas. Het totale beeld van de vlasper celen is de laatste weken nogal wat opgeknapt. Voor de betere percelen worden hoge prijzen geboden. Zo lijkt het er op dat een financiële opbrengst van goed vlas tot ƒ3000 per ha mogelijk is. Toch echt niet zo slecht. Bij welk gewas lijkt zoiets dit jaar te behalen? Welk percentage van de wintertarwe tegen afrijpings- ziekte is gespoten zullen we binnenkort zelf wel kunnen aanschouwen. De gespoten percelen blijven blanker en helderder van kleur. De niet gespoten percelen zijn wat bruiner en wat grauwer. In welke mate dat dit de op brengst zal beïnvloeden valt nu nog moeilijk te zeggen. In de suikerbieten zien we iedere dag meer plekken met vergelingsziekte voor de dag komen. Duidelijk komt nu naar voren dat er al zeer vroeg een behoorlijk aantal luizen is aan komen vliegen, die de besmetting hebben meegebracht. Ondanks de vroege bestrijdingen op de eerste en de meest vlot opgekomen percelen waren we schijnbaar toch al te laat. Diegenen die nog tegen thrips hebben gespoten schijnen wel tegelijkertijd de eerste bladluizen mee te hébben bestreden. De later opgeko men percelen laten tot op dit moment een nog wat ge zonder beeld zien. Op de bijeenkomst, na de excursie, van de Ver. van Bedrijfsvoorlichting West Zuid-Bevel and, werd naar vo ren gebracht dat tot op dit moment op de percelen die dit voorjaar met Temik werden behandeld nog geen vergelingsziekte voorkwam. Met de hoeveelheid van 8 kg per ha werkt dit middel onvoldoende tegen aaltjes, het is wel prima tegen het voorkomen van schade door springstaarten, ritnaalden en het bietenkevertje. Zeer zeker heeft Temik het gewas een goede bescherming tegen de eerste generaties met bladluizen, het is ech ter niet altijd en voldoende lang, afdoende voor het ge hele seizoen, dat voor de bladluizen in bieten tot circa half juli loopt. In verschillende gevallen zal dan toch nog een aanvullende bestrijding noodzakelijk zijn. Ver der dienen we niet te vergeten dat Temik, tegen 8 kg per ha toégepast, toch altijd ongeveer 160 per ha kost plus de kosten voor het in de grond brengen van dit middel gelijktijdig met het precisiezaaien van de bieten. Als luisbestrijdingsmiddel wordt van vele kanten dit mid del dan ook als te duur gézien. (Zie verder pag. 6) Terwijl vorig weekend de ene groep vakantiegangers weer huiswaarts keerde en een andere groep de leegge komen plaatsen aan de kust weer innam, viel de regen bij bakken neer uit de grauwe Zeeuwse lucht. Men moet onder zulke omstandigheden wel extra veel moed héb ben om je tentje dan op te zetten! Voor de stedeling zijn deze paar weken vakantie echter een periode waar al maanden naar toe is geleefd en waarvoor gespaard en gezorgd is. Hun vakantiepret laat zich door een paar natte dagen niet geheel bederven, want zij vinden hier ook rust en genieten van de natuur en van alles wat het landschap te bieden heeft. Wij als plattelanders zijn aan dit alles zo gewend geraakt en staan er op den duur niet meer bij stil. Toch is het contact met de vreemde ling niet te onderschatten, want het is ook van belang dat zij weten hoe wij hier wonen en werken en hoe het platteland is meegegroeid met de grote stroom van veranderingen in deze tijd. De boer van vandaag is de boer niet meer van vijftien jaar geleden, want deze ja ren staan bekend als „de stroomversnelling in de landbouw." In vroegere jafen gingen we vooral bij heel slecht weer met de paarden naar de smid om ze te laten be slaan. We verletten dan toch niets, maar probeerden door wat vroeger van huis te gaan onze collega's daar nog voor te zijn. Een niet direkt coöperatief standpunt, maar zo was toen schijnbaar onze aard. We mochten dan van de smid ons pijpje stoppen en aan de blaasbalg trekken om het smidsvuur aan te jagen. De sterkste verhalen deden dan onder de knechts de ronde en zo hadden we veel plezier. Het lijkt allemaal nog zo pas geleden, maar het is voorbij. De smid is verdwenen, de knechten zijn weg en de paarden zijn er niet meer. Zo heeft er een hele uittocht plaats gehad in onze samen leving en deze gaat nog steeds door. De vergrijzing in de landbouw vooral, is erg igroot en over een klein aan tal jaren zal het aantal werkers maar heel gering meer zijn. Wat we nu nog wel eens in handwerk kunnen cor rigeren zal in de toekomst niet meer mogelijk zijn en het is bepaald nuttig om hieraan in groepsverband eens aandacht te schenken en niet de zaak op zijn beloop te laten. Door de omstandigheden gedwongen gaan we steeds meer volgens bepaalde systemen werken en in dit patroon krijgen de mechanisatie en de chemie de over hand. Wetenschap en voorlichting staan ons met raad en daad bij, maar dit voorjaar is weer gebleken hoe de natuur ons parten kan spelen. In sommige jaren zijn we extra schone boeren en in andere jaren lijken we erg milieubewuste boeren doordat dan het onkruid welig op onze akkers tiert. Onbewust lijkt het er op dat we van alle markten thuis zijn. Maar het is maar net zo het uitkomt! Nu de karwij en het graszaad gedorsen is, hebben we een indruk van de opbrengst en deze is bepaald tegen gevallen. Het gewas karwij is steeds de graadmeter ge weest aangaande de te verwachten opbrengst van de andere gewassen. Als de opbrengst van de karwij goed was, dan was alles goed. Maar ook omgekeerd was dit het geval; dus het ziet er nu niet bepaald hoopgevend uit! Voor de graszaadoogst was het niet scherp en ook niet direkt te nat om te dorsen, maar het vochtgehalte van het zaad was toch aan de vrij hoge kant en er zal dus lang op gedroogd dienen te worden. In een later stadium was de karwij nog tamelijk vuil geworden en zo is er bij het -dorsen van dit gewas nog heel wat ka mille door de maaidorser gegaan en dit heeft de partij zaad nog weer natter gemaakt. Buurman tobt hierover niet, want hij wil dit onkruidzaad als vogeltjesvoer per gram verkopen. En wie weet wat het dan opbrengt!

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1974 | | pagina 5