Meer
<BP>
warme bakkers
gevraagd
Alternatieve landbouw
en voedseltekorten
O'
3
Drs. J. DIJKGRAAF.
L.C.C. - Goes.
pR zijn nogal wat mensen, die zich druk maken over
■k het steeds ingewikkelder worden van onze samen
leving. Ze ergeren zich aan de met de dag toenemende
voorschriften op velerlei gebied, aan het invullen van
formulieren met vaak de meest onzinnige vragen, aan
ingewikkelde berekeningen en cijferopstellingen, waar
de gewone en zelfs redelijk ontwikkelde leek gewoon
niet meer uitkomt. U zult ongetwijfeld zo Uw eigen er
varingen hebben tegen de achtergrond van ergernis, tijd
en kosten, waartoe dit alles leidt. Ook de computer lijkt
geen uitkomst te bieden. Integendeel denkt U maar aan
nota's met vele cijferreeksen en onbegrijpelijke codecij-
fers met even ondoorzichtige indelingen! Om van het
woordgebruik in brieven en circulaires maar niet te spre
ken. Dat lijkt doorgaans meer op geheimtaal en op ge
slaagde pogingen om de leek te verwarren zo niet te
pesten.
MENS BAAS BLIJVEN
WOOR de vakspecialisten of wel de ingewijden is al
dat gedoe slechts een klein kunstje. Ze zijn vaak
stomverbaasd, dat de niet-specialist zulke dingen niet
begrijpt en in hun hart vinden ze, dat er toch eigenlijk
steeds meer stomme mensen komen. De afstand tussen
specialist en niet-specialist neemt daardoor alleen toe,
zowel in hoeveelheid als in kwaliteit. Daarom zijn er
mensen, die zich de vraag stellen: moet de specialisatie
nu echt nog verder doorgaan? Met direkt daar achter
aan de vraag: moet alles nu werkelijk steeds ingewik
kelder worden? Zij vinden, dat de mens zelf de dienst
uit moet blijven maken en niet de ingewikkeldheid als
een soort boven ons uitstijgend zelfstandig verschijnsel.
Als de maatschappij ingewikkeld is, dan is het de mens
zelf die haar zo maakt en dan moet deze ontwikkeling
ook te stoppen zijn.
Zo ontstaat een hang naar het verleden toen de samen
hang nog doorzichtig en overzichtelijk was. Een hang
naar het leven in klein verband, waarin het mogelijk bleek
om eenvoudig en in harmonie met de natuur te leven.
Zij, die zo denken en voelen willen, dat het gezonde ver
stand weer de overhand krijgt en verafschuwen de im
mer doorgaande opsplitsing in vakgebieden, waardoor de
visie op het geheel verloren gaat.
Iemand, die binnen ingewikkelde systemen opgroeit
en er ook in werkt weet zich nog wel te redden. Maar
vooral ouderen en zij, die wat terzijde van systemen le
ven zoals de (kleine) zelfstandigen ervaren de nadelen
heel sterk aan den lijve. Zij beschikken niet over specia
listen om onbegrijpelijke dingen voor hen te „vertalen"
en om allerlei dreigend uitziende formulieren in te vul
len!
In hun eigen bedrijf is alles nog goed te overzien en
niet te ingewikkeld, maar van buiten komt er een stuk
systeembureaucratie op ze af. En die weten je wel te
vinden als je niet tijdig genoeg antwoord geeft. Zo kun
nen we toch niet om het systeem heen!
GOEDE VOORLICHTING
A LS U ons vraagt of we denken nog ooit een keer
van die specialisatie af te komen dan kunnen we
U weiig of geen hoop geven. Zeker niet in een land als
Nederland, waar we van pietluttigheden aan elkaar han
gen! Nu kunnen we uiteraard niet zonder specialisten.
Integendeel wat zouden we zonder ze moeten beginnen!
Maar wel komt de vraag naar de zinnigheid van ieder
nieuw optredend specialisme aan de orde. Er zijn gren
zen, zelfs aan het specialisme. Een nuchtere vraag vraagt
om een nuchter antwoord. En allen, die hier wat in te zeg
gen hebben roepen we hierbij op op hun teiL
sen. Weet wat U de niet-specialist aandoe. Het mag toch
niet zo worden, dat het specialistisme met alle waar
dering de dienst gaat uitmaken! De voor het zeggen
hebbers wacht een zware strijd, maar ieder succesje lijkt
ons goed meegenomen.
Daarom terug naar de samenhang en de overzichtelijk
heid. Voor de voorlichting ligt een grootse taak om ons
gewone mensen in klare en duidelijke taal te vertellen
hoe het in elkaar zit en wat er precies aan de hand is.
Wij willen graag allemaal warme bakkers worden dat wil
zeggen mensen, die vanuit hun eigen kleine onderne
ming de maatschappij om zich heen verstaan. Ook onze
coöperaties zullen hun leden dienovereenkomstig moe
ten zien en benaderen.
(Vervolg van pagina 1)
zöu moeten worden ingevoerd. Nu is op de wereldmarkt
geen suiker te koop voor een prijs waartegen de Euro
pese boeren deze moeten leveren aan de Europese con
sument.
Uit dit alles volgt dat een landbouwpolitiek wel dege
lijk nodig is om tot een zekere stabilisatie van de prij
zen te komen. Een dergelijke politiek kan nooit te duur
zijn ondanks geluiden die de landbouwproduktie in West-
Europa willen afremmen. Dat wil natuurlijk niet zeggen
dat men geen verbetering in de produktie hoeft door te
voeren. Rationalisatie blijft nodig, verhoging van de ar
beidsproductiviteit zal door moeten gaan.
In dit verband wees ir. Knottnerus erop dat onderne
mers die uit de landbouw zouden willen stappen van dit
voornemen afgehouden worden omdat een^/achtgefd- en
werkloosheidsvoorziening voor zelfstandigen ontbreekt.
Ik zou voor een dergelijke voorziening dan ook willen
pleiten. Een landbouwbeleid ger«cht op stabielere prij
zen levert op dit ogenblik een voordeel op voor de con
sument. Als de Europese suiker bijv. op de wereldmarkt
afgezet zou worden, was deze suiker tweemaal zo duur.
De boer vraagt zich tegelijkertijd af waarom hij met min
der dan de wereldmarktprijs genoegen moeten nemen.
Onder hen zijn blijkbaar velen die kort van memorie
zijn, want goede en slechte oogsten wisselen elkaar af.
De landbouwpolitiek zal dus óf de boeren óf de consu
ment regelmatig steunen. Ik geloof dat we dit allen heel
duidelijk moeten beseffen om tot een behoorlijk land
bouwbeleid te kamen.
O ET doet enigszins merkwaardig aan als men onder
tekortomstandigheden praat over alternatieve
landbouwmethoden die een oplossing zouden kunnen
geven voor het milieuprobleem. Op het eerste gezicht
is men geneigd te denken aan het verleden. Hoeveel
produceerde de wereld toen op de oude manier, d.w.z.
zonder kunstmest en gewasbeschermende middelen? Dat
blijft in elk geval ver beneden het huidige produktiepeil.
De hogere produktie is bereik* dank zij de kunstmest en
gewasbeschermende middelen. Een teruggang naar de
oiuderwetse produktiemethoden betekent dus een aantas
ting van de totale landbouwopbrengsten.
Velen die de alternatieve landbouwmethoden propage
ren realiseren zich naar mijn mening niet voldoende dat
het produktieniveau zal terugvallen. De studie is dan ook
meer ingegeven door de vrees voor chemische meng
sels in de voeding. Dat is een reële angst. Men kan zich
ook de vraagstelling voorstellen of de weg die men in
dertijd koos voor kunstmest en chemische middelen wel
de goeie was. Men had misschien wel een andere mo
gelijkheid kunnen kiezen, bijv. nadere uitwerking van de
biologische landbouw om daardoor de produktie op te
voeren. Een terugval van de voedselproduktie, die het
onherroepelijke gevolg is van een landbouw zonder
kunstmest en gewasbeschermende middelen, is op dit
ogenblik onaanvaardbaar. Toch is het nuttig om na te
gaan of dezelfde produktie op een andere wijze'gehand-
haafd kan worden.
In het interim-rapport Alternatieve Landbouw een
rapport dat een half jaar geleden uitgebracht is wordt
erkend dat men niet alles van de moderne landbouw over
boord kan gooien. Opvallend zijn de voorstellen waar
bij aan kunstmest wordt gedacht en zelfs sommige che
mische bestrijdingsmiddelen voorlopig althans nog aan
vaardbaar zijn. Er zijn voorbeelden waarbij de produk
tie zonder chemische middelen haast onmogelijk gemaakt
zijn. Ik noem de suikerbietenteelt. Zonder onkruidbestrij
dingsmiddelen zou de suikerbietenteelt zoveel arbeid
vragen dat deze produktierichting niet meer voor mo
gelijk gehouden kan worden.
Het is nuttig dat het interim-rapport Alternatieve Land
bouw door een eind-rapport gevolgd zal worden. Vele
mensen menen dat de landbouw zonder meer tegen de
alternatieve landbouwmethoden is. Zij hebben de ontwik
kelingen in het verleden niet meegemaakt en ook niet
gevolgd. De landbouw heeft de weg naar kunstmest be
wust en op wetenschappelijke gronden gekozen. Ik her
inner er aan dat men vroeger ook in ons land de kunst
mest 's nachts strooide omdat het duvelsspul was dat
het daglicht niet mocht zien. Men zat dus echt niet te
wachten op kunstmest, maar de wetenschap heeft aan
getoond dat deze stoffen nodig zijn voor een grotere
voedselproduktie. Kortom: ik zie de studie over de al
ternatieve landbouw als een nuttige zaak. Ik hoop dat
het eindrapport op wetenschappelijke basis samenge
steld wordt en dat het vele mensen die de landbouwach-
tergronden missen ervan kan overtuigen dat de landbouw
geen verkeerde dingen wil doen. Een en ander spoort
ons aan om eens kritisch na te gaan of we als landbo-uw
hier en daar niet overdrijven. Aldus ir. Knottnerus.
PLOEGWEDSTRIJD
De regelingscommissie „Streekploegwedstrijd Oost
Zeeuwsch-Vlaanderen" tracht op 31 augustus a.s. de
jaarlijkse ploegwedstrijd te organiseren in de omgeving
Zaamslag-Terhole. De commissie roept een ieder op die
interesse heeft om deel te nemen zich op te geven bij
de secretaris van zijn vereniging, voor 25 juli a.s. Wij
v hopen op voldoende deelname en een leerzame wed
strijd waar leuke prijzen voor beschikbaar zijn.
DE REGELINGSCOMMISSIE.
Z^NIGE tijd terug hebben wij geschreven over de
voorgenomen wijzigingen in de bepalingen betref
fende het erfrecht zoals dit is geregeld in de artikels
888920 van het Burgerlijk wetboek.
Het meest opmerkelijke daarin is de positie van de echt
genoot. Deze wordt als alles doorgaat zoals nu het ont
werp luidt enig erfgenaam, ook als er kinderen zijn. Maar
en het is een grote maar dat enig erfgenaamschap
is heel wat minder dan het lijkt te zijn. De overlevende
echtgenoot wordt toch indien geen testament wordt
gemaakt volgens de voorgestelde regeling eigenaar van
alle baten en tevens schuldenaar van alle schulden die
de erflater nalaat op voorwaarde evenwel dat die enige
erfgenaam, echtgenoot, een uitkering in contanten aan de
kinderen verricht van een bedrag dat overeenkomt met
het aandeel in de waarde van de nalatenschap, indien
de wet niet alleen de overlevende echtgenoot als enig erf
genaam had geroepen, maar de echtgenoot tezamen met
de kinderen voor gelijke delen.
De kinderen worden dus niet in hun aandeel gekort,
maar zij hebben recht op een bedrag in geld en kunnen
geen eisen stellen om b.v. onroerende of roerende goede
ren uit de boedel te krijgen.
De voorgestelde regeling is dus meer een nieuwe juri
dische constructie dan een wezenlijk verandering in het
aandeel in de nalatenschap. Geen wettelijk recht meer op
goederen, alleen recht op een uitkering in contanten!
TJOEWEL wij de voorgestelde regeling in hoofdzaak
acceptabel achten hebben wij, ten aanzien van de
bepaling dat binnen 6 maanden de uitkering in contan
ten dient plaats te vinden, grote bezwaren.
Veronderstellen wij eens dat het vermogen geheel in
het bedrijf belegd ist, of dat het is samengesteld uit een
effectenportefeuille die op korte termijn na het over
lijden een scherpe koersdaling ondergaat, dan is de langst
levende echtgenoot in een onaanvaardbare positie ge
bracht In deze situatie is de omzetting van het erfdeel in
een vordering op de langstlevende echtgenoot tot uitke
ring in contanten binnen 6 maanden na het overlijden
van de erflater maatschappelijk onaanvaardbaar. Het is
naar wij menen niet behoorlijk dat op zo korte termijn
zulk een vergaande beslissingen worden afgedwongen,
die kunnen leiden tot het likwideren van een of een
belangrijk deel van een bedrijfsvermogen of het reali
seren van een effectenbezit op een ongunstig tijdstip. Dit
terwijl de koersdaling alleen komt ten laste van de
langstlevende echtgenoot, omdat de kinderen recht heb
ben op hun aandeel in contanten dat op het moment van
het overlijden van de erflater wordt bepaald!
OK de wetgever heeft ingezien dat het op korte tijd
contant maken van een deel van de nalatenschap
ter voldoening van de uitkeringen aan de kinderen tot
moeilijkheden aanleiding kan geven.
Op verzoek van de erfgenaam kan de rechter op grond
van gewichtige redenen bepalen, dat een uit te keren
bedrag, vermeerderd met rente, eerst na verloop van
zekere tijd, hetzij ineens, hetzij in termijnen moet worden
voldaan.
Deze opmerkingen nu reeds over een wetsontwerp wat
nog in de Kamer moet worden behandeld en waarin dus
nog wijzigingen kunnen worden aangebracht! Wijzigin
gen die naar wij hopen er toe zullen bijdragen dat het uit
keringsrecht van de kinderen niet kan betekenen dat de
langstlevende echtgenoot in een zwakkere positie kan ko
men dan de thans nog van kracht zijnde wettelijke bepa
lingen het geval is!
PAAUWE.