Rond de
Schelde
Nog niet genoeg regen voor de aardappelen
Oogstverwachtingen niet hoog gespannen
Al veel karwij ligt in het zwad
Reeds vroeg
vergelingsziekte in de bieten!
Wilde haver bedreigt ook
uw gewassen
Geef het geen kans!
3
Met ruim 50 mm regen in juni zouden we op WAL
CHEREN heel tevreden zijn, indien de opkomst van de
gewassen maar volledig was geweest. Vorig jaar had
den we maar 20 mm in 'juni en goede oogstresultaten.
De afgelopen week viel er binnen een etmaal ruim 15
mm. Deze hoeveelheid is gunstig voor de groei en ont
wikkeling van de meeste gewassen. Het is in ieder ge
val aanmerkelijk méér dan het de laatste tijd, meestal
teleurstellend geuitte „stoepe nat".
Voor de aardappelen is de regen nog onvoldoende.
De ruggen zijn nog steeds niet doorregend. Afgelopen
week zagen we op zachte grond enkele zeer mooie per
celen aardappelen, maar op de meeste percelen laat de
stand veel te wensen over. Voldoende regen op korte
termijn zal dan ook sterk bepalend zijn t.a.v. oogstver-
wachtingen van de aardappelen. We kunnen nu wel
constateren dat we weer in de periode met de langste
dagen beland zijn. Bij gunstig weer verloopt de groei
en ontwikkeling van de gewassen bijzonder snel.
De wintertarwe heeft over het algemeen een goede
stand. Er komt nogal wat bruine roest voor, maar met
de overige graanziekten lijkt het wel mee te vallen.
Ook met het voorkomen van de graanluis. We hebben
van de wintertarwe wel goede verwachtingen. Op veel
bedrijven is een aanzienlijk percentage van de oppervlak
Het vochttekort Waaraan onze gewassen geleden heb
ben, behoort in OOST ZEETJWS-VLAANDEREN tot het
verleden. Wanneer we dit schrijven (29 juni) is er een
regenperiode aangebroken en de verdere weersverwach
tingen zijn afwisselend buien. Zonder nu al te pessi
mistisch te willen zijn, zouden we wel eens een periode
kunnen krijgen dat we teveel van het goede krijgen op
het verkeerde moment! 'Maar voorlopig is er nog niets
aan de hand en kunnen we rustig eens een voorlopige
balans opmaken hoe de situatie er op dit moment uitziet.
vDe eerste graszaadpercelen zijn gemaaid en het valt
nu nog des te meer op, dat het stro tekort is geble
ven en de verwachtingen in kg-zaadopbrengst niet hoog
gespannen zijn. Eenzelfde beeld vertoont de karwij,
waarbij moet opgemerkt worden dat er verschillende
percelen zyn die vermoedelijk een zeer geringe op
brengst zullen geven.
De wintertarwe staat er over het algemeen goed voor
en de zomergerst vertoont door de grote verschillen in
zaaidata en grondsoort een nogal variërende stand en
hier en daar komt er nogal meeldauwaantasting voor.
Het vlas is op verschillende percelen heel wat opge
knapt, wat echter niet wegneemt dat over het algemeen
de stand zeer matig is en te kort is. De suikerbieten, op
die percelen met een normale stand, en we dachten dat
we dit globaal genomen op 50 konden stellen, belo
ven het wel goed te doen. Door de droogte zijn de bie
tenwortels diep de grond indrongen op zoek naar vocht.
Dit is altijd gebleken een goede aanzet te zijn voor een
goed gewas! De andere 50 vertoont zeer grote ver
schillen en het is duidelijk dat die percelen met te wei
nig planten per ha, belangrijk in produktie te kort zullen
komen.
Ook is er reeds, ondanks de intensieve bladluisbe-
strijding, vergelingsziekte waargenomen. Het verdere
weersverloop zal bepalend zijn voor de mate van schade
die hierdoor veroorzaakt zal worden.
Hoewel de opbrengst-verwachtingen van de consump
tie-aardappelen niet hoog gespannen zijn, zouden deze
De regen, ook nu weer plaatselijk, zeer wisselvallig
gevallen, heeft toch de vruchten weer goed gedaan
De grootste zichtbare moeilijkheden zijn op de
meeste plaatsen nu aardig verdwenen, maar dat bete
kent natuurlijk niet, dat er in de WESTHOEK nu een
prima oogst staat! Neen, integendeel, het blijft een ma
tige oogst, maar een feit is dat de gevolgen van de
langdurige droogte in bepaalde gevallen al niet meer
direkt zichtbaar zijn. Wanneer vlas bloeit en een mooie
blauwe gloed domineert, dan ziet men niet meer dat
het gewas tweeledig staat. Ook met aardappelen, uien
en bieten is dit het geval. Komt men echter in de ge
wassen, dan ontdekt men al spoedig dat het toch niet
zo goed zit als het op het eerste gezicht zou lijken. Er
is hier reeds vlas verkocht en naar men zegt voor zeer
goede prijzen. Het aantal ha bonen lijkt ons in de
Westhoek, dit jaar wel bijzonder groot. Natuurlijk een
gevolg van het vele overzaaien en mislukken van ande
re gewassen. Vooral de vroeg gezaaide bonen verto-
van de huidige regen wel eens in hoge mate kunnen
profiteren, temeer omdat deze nog een flinke groeiperio
de voor de boeg hebben en wel eens meer bewezen heb
ben in een korte tijd veel te kunnen doen,
Na de oogst verdient het inzaaien van een groen-
bemester zoals hieï bijv wikken na erwten
aanbeveling.
nen op vele plaatsen een wat houterige stand. We
dachten dat met name het koude weer, dat deze bonen
in het begin hebben gehad, hier parten in heeft gespeeld.
De eerste sympthomen voor de oogst 1974 zijn al waar
genomen. Erwten voor de conservenfabrieken hadden
de primeur, die percelen die goed stonden gaven een
goede opbrengst.
Graszaad en karwij zijn nu aan de beurt. Wanneer we
dit schrijven, ligt er al veel karwij tegen de grond in
't zwad en ook graszaad ligt er al gemaaid. Wij zijn
benieuwd wat deze gewassen voor opbrengst zullen
geven. Met name van de karwij is er een stuk af en een
beetje gunstig bericht omtrent de eerste dorsingen en
het produkt zakt beneden de 2. Wanneer de eerste
gewassen aan de 'beurt zijn voor de oogst, dan gaat
de reeks van de rest te oogsten gewassen in werking en
dan weten we dat er drukke weken voor de landbouw
aanbreken. Laten we hopen dat het weer, dat die drukte
mee bepaalt, ons goed gezind zal zijn!
te bezaaid met wintertarwe. Hoewel het plezierig is dat
één van de hoofdgewassen nog goede verwachtingen
geeft, moeten we hier toch wel even wijzen op het feit
dat geldelijk de bijdrage van wintertarwe bij het agra
risch inkomen t.o.z. van suikerbieten en aardappelen
maar gering is. Met andere woorden: op onze bedrijven
dragen aardappelen en/of suikerbieten veel meer bij
tot een goed bedrijfsresultaat dan bijvoorbeeld bij win
tertarwe. Een opbrengstverschil van één ton tarwe ver
tegenwoordigt een waarde van ongeveer 350. Een op
brengstverschil van 10 ton suikerbieten of aardappelen
geeft een inkomstenverschil van ƒ7501000!
In de suikerbieten zien we op verschillende percelen
al tamelijk ernstige vergelingsziekteverschijnselen. Haar
den met een doorsnee van 2 m. zijn niet zeldzaam. Ge
vreesd moet worden dat de verschijnselen van deze ziek
te zich in de komende weken nog zullen uitbreiden,
vooral in die gevallen waar te laat met de luisbestrij-
ding is begonnen! We hebben de indruk dat dit ook in
ons gebied nogal eens het geval is. Op die percelen waar
tijdig is begonnen is het perecentage vergelingszieke
planten nog gering. Gevreesd moet worden dat er nog
al wat leergeld betaald zal worden aangaande deze
ziekte en dat de stugge aanhouders van tijdig spuiten
nu weer dubbel en dwars beloond worden!
Op SCHOUWEN-DUIVELAND, we schrijven 1 juli,
heeft de wat mildere temperatuur en neerslag, variërend
van 2040 mm, in de 2e helft van juni een gunstig
effekt veroorzaakt ten aanzien van de stand der gewas
sen. Naast alle problemen in dit voorjaar staan de gra
nen er over 't algemeen nog vrij goed voor. Legering
treedt tot nu toe niet op en de meeldauwaantasting heeft
zich niet noemenswaard uitgebreid, mede een gevolg van
de veelal toegepaste chemische beschermingsmiddelen.
Dit laatste geldt ook t.o.v. 'blad- en aarziekten. Toch
moeten we constateren dat er nogal wat lichte percelen
voorkomen. Luizen op tarwe is ook meegevallen!
De suikerbieten groeien goed. Overgezaaide perce
len vertonen een duidelijke achterstand. In dit gewas
kwamen reeds vroeg luizen voor n.l. de perzikl?ladluis.
De overbrenger van de vergelingsziekte. Jammer, dat
vele telers de eerste waarschuwing niet serieus geno
men hebben, evenals de controle op aanwezigheid van
luizen. Er is wel plaatselijk gespoten met een systhe-
misch middel, maar veel te laat en de tweede keer even
eens te laat. Momenteel is op veel percelen vergelings
ziekte te constateren en dit in eind juni is wel vroeg,
m.a.w. er kon nog wel eens een tegenvaller bijkomen
t.a.v. de opbrengst. Verder: haal de vroege schieters er
uit.
De aardappelen op de lichtere grond vertonen een
vrij goede stand. Op de zwaardere gronden zijn de ge
volgen van de droogte nog terug te vinden. Over 't alge
meen lijkt het boven de grond momenteel beter dan in
de grond! Let goed op regelmatige bestrijding van „het
kwaad". De eerste sympthomen van deze ziekte zijn
r eedswaargenomen!
De schokkers zijn zowat uitgebloeid. Knopmade-aan-
tasting is minder dan andere jaren, zodat daar vermoe
delijk geen nadelige invloed op de opbrengst te ver
wachten is.
De eerste percelen graszaad zullen (zijn) gecombined
en de enkele percelen 'karwij zullen gemaaid zijn. Ho-
penlijk helpt 't weer een beetje mee!
De uien, hoewel in vele gevallen een dunne stand
groeien goed. Denk hierbij aan bestrijding van meel
dauw, 'bladvlekkenziekte en preimot.
De mais zowel korrel- als snijmais bekomt wel
maar er is in de groei een duidelijke achterstand. Ho
penlijk laat deze maand zich van een betere zijde zier
dan de vorigen!
Ook op de landbouwschool zijn de diploma's weer
uitgedeeld. Voor de jongelui is het een spannende tijd
geweest en ook evenzo voor de ouders, want ook zij
hebben in al die studiejaren intens meegeleefd met het
wel en wee van hun kinderen. De Mammoetwet heeft
een hele ommekeer in het systeem teweeg gebracht,
want reeds op vrij jonge leeftijd moet de jeugd een keu
ze maken. Een eenmaal gekozen studiepakket is later
niet meer te wijzigen en blijft daarom van invloed op
de studierichting in de verdere toekomst. Het is daarom
van groot belang een weloverwogen keuze te maken
en niet met een feestpakket in zee te gaan. Een paar
jaar geleden heeft de ZLM een vraagpunt aan het
landbouwonderwijs gewijd. Dat is wel een goed geko
zen onderwerp gebleken, want terwijl vele landbouw
scholen gesloten moesten worden, zien we nu geluk
kig het leerlingenaantal op de lagere landbouwscholen
vooral erg toenemen. Voor de praktische jonge boer is
dit een zeer goede basis-opleiding en het opent tevens
de Weg naar het middelbaar- en hoger niveau. Ook de
gemeentelijke plantsoenendiensten hechten grote waar
de aan deze opleiding en zo krijgen de jongens een
diploma in handen waarmee ze meerdere kanten uit
kunnen. Veelal horen we negatieve geluiden over de
toekomstmogelijkheden van de boer, maar het schort
in deze niet aan kennis of arbeidszin, doch slechts aan
de te lage prijzen waarmee hij beloond wordt. Primair
is een reële prijsvorming voor de gezondmaking van de
boerenstand brood nodig en het is te hopen dat dat ook
van hogerhand wordt ingezien.
Bij herhaling lezen we in de landbouwpers, dat 1974
een rampjaar wordt voor de boer. In het voorjaar wordt
de basis gelegd voor de oogst, maar de omstandigheden
voor een vlotte groei en een goede ontwikkeling waren
nimmer aanwezig. De extreme droogte heeft de gewas
sen zo lang parten gespeeld, dat we nu het zomer ge
worden is, toch wel van een misoogst op meerdere per
celen kunnen spreken. We zitten dus met een grote ca
lamiteit en wat doen we er mee? Buiten hun schuld
zijn vele collega's in grote zorgen komen te verkeren
en de tijd is nu toch wel rijp om ons af te gaan vragen:
wie de kat in deze de bel zal aanbinden?
'Veel meer dan in andere jaren wordt er dit seizoen
gehooid. Dijken en wegbermen worden gemaaid en het
gewonnen hooi in pakken verzameld. A.s. winter zal er
weer voer in de ruiven moeten zitten en daarom is ook
hooi van' misschien iets mindere kwaliteit dan toch
zeer welkom. Ook het graszaadhooi en het graanstro
kan nog een welkome aanvulling betekenen op het voe
derrantsoen.
Deze week hebben we in verenigingsverband de
proefboerderij weer bezocht. Zoiets willen we niet graag
missen, want er is altijd wel iets nieuws te zien en ook
weer wat te leren. Vele nieuwe chemische middelen
worden (in proeven) weer op de onkruiden in de diverse
gewassen beproefd en duidelijk blijkt hieruit de grote
selectiviteit van deze middelen en ook het tijdstip en
de omstandigheden waaronder deze middelen werden
toegepast. Door de droogte hebben vooral de bodem
herbiciden niet volledig gewerkt en de gedachte, dal
deze nog een lange nawerking zouden hebben is niei
geheel uitgekomen. Gewassen zoals bieten en aardappe
len krijgen hierdoor plaatselijk nog een flinke onkruid
bezetting aanmelding en zwartenachtschaden en dil
zijn bepaald geen sieraden in de streek. Op dit tijdstip
staat de boer echter machteloos tegen deze flora en het
zou daarom gewenst zijn, dat er ook voor dit stadium
nieuwe chemische middelen gevonden zouden kunnen
worden. Grote onkruiden geven zo hun problemen, maar
evenzo ook groter wordende kinderen. Buurmans pas
geslaagde zoon heeft thans de wens geuit om met een
gloednieuw vriendinnetje een paar weken in een tent
te gaan kamperen boven in de bergen. Ons soort mensen
is aan deze vorm van vrije tijdsbesteding in het geheel
niet gewend en daarom wordt ijverig gestreefd om de
plannen te wijzigen en om gezamenlijk als gezin een
week op vakantie te gaan in de buurt van de nieuwe
polders. Zo'n vakantieplan is ook meer op de toekomst
gericht en misschien wordt het probleem van de be
drijfsopvolging hierdoor nog wel ondervangen. Buur
mans gezegde: „van wie hoog klimt, kan diep vallen", is
op een trip in de bergen in deze bepaald ook wel van
toepassing, maar het is de vraag of de zoon daar net
zo over denkt!