VEEHOUDERIJ 9 ongeveer vier weken voor de oogst met zineb/maneb combinaties of met mancozeb tegen 3 kg per ha. Tij dens de groei van het gewas doen de larven van de preimot zo op het oog weinig schade, maar een bestri ding nu voorkomt mede de aantasting in de bollen. Tot drie weken voor de oogst kan parathion worden gespo ten en tot 10 dagen voor de oogst Basudine. Deze midde len kunnen worden toegevoegd aan de schimmelbestrij dingsmiddelen; 2 a 3 keer is meestal voldoende. Trips in uien kunnen voortijdig het loof snel doen afsterven, hetgeen nadelig kan zijn voor de opbrengst. Spuit bier- tegen met 1,51. of kg parathion 25%. Bij aanhoudend droog weer de bespuiting herhalen. KOOLZAAD Wanneer de eerste korrels bruin beginnen te worden, moet koolzaad op zwad gemaaid worden. Bij te vroeg maaien vergroot men de kans, dat het zaad wat rood is. Te vroeg maaien kan de kg-opbrengst minder doen zyn. Ben lange stoppel is wenselijk, opdat de hauwen van de grond blijven en bij nat weer niet te gauw schot optreedt. Zwaar gelegerde percelen kunnen zonder be zwaar van stam geoogst worden. Het is dan wel raad zaam ongeveer vier dagen na het tijdstip van zwad- maaien het gewas te bespuiten met Reglone tegen 3 L per ha. Een vliegtuiglbespuiting lijkt het beste, doch men moet oppassen voor overwaaien. Na ongeveer een week kan dan van stam geoogst worden. Gebleken is, dat op deze wijze het vochtgehalte meevalt. Zonder doodspuiten zal meestal het vochtgehalte be langrijk hoger liggen; waarbij dan zo snel 'mogelijk moet worden nagedroogd. Na de oogst van het koolzaaflUhgt land niet direkt bewerken. Laat de uitgevallen. gjflME eerst ontkiemen. Vervolgens wordt een opperv*BMBIg bewerking uitgevoerd, waardoor de nog niet gekiwi®. zaden kunnen ontkiemen. Een vrij diepe bewerking van de stoppel direkt na de oogst geeft grote kans dat in de volgende jaren nog regelmatig last van koolzaadopslag wordt ondervonden. Déze opslag is niet minder hard nekkig dan die van aardappelen. STAMBONEN Het sortiment bestaat hoofdzakelijk uit het ras Berna. Hoewel weinig gevoelig, bleek toch in de vorige jaren, dat dit ras aangetast kan worden door de vlekkenziekte. Om effect te sorteren zal meerdere malen moeten wor den gespoten met 4 kg zineb of maneb per ha. Vooral bij de teelt voor zaaizaad kan een behandeling op zyn plaats zijn. bestreden worden met een rugspuit. De brandnetel kan bestreden worden bij een lengte van ongeveer 20 cm met 23 liter 2.4.5-Tester en de ridderzuring met 6 liter M.C.P.P. per ha. Ook de muur kan in grasland bestre den worden met 34 liter M.C.PjP. per ha. Op enkele perclene grasland kom veel moeraspaardesttaart (katte- staarten) voor. Dit onkruid kan giftig zijn voor het vee. Moeraspaardestaart kan bestreden worden met 1 liter M.C.P.A. 25 per ha. Deze bespuiting dient regelmatig herhaald te worden. In de maand juli dient beslist te worden welk grasland Voor vernieuwing in aanmerking komt. Bedenk dat slecht grasland geen winst op kan leveren! Percelen die zwaar besmet zijn met kweek kunt u het best vernieuwen. Er kan eind juli of begin augus tus als het gras na het afweiden of maaien weer onge veer 10 cm lang is, gespoten worden met 20 kg dalapon per ha. Na 1014 dagen kan het land dan gefreesd en opnieuw ingezaaid worden. VOEDERWINNING Daar op vele bedrijven de voederwinning voor a.s. winter nog lang geen reden tot juichen geeft, dient hier aan nu wel extra aandacht, geschonken te worden. Be denk dat het voer a.s. winter wel eens duur kan wor den, dus tracht zelf zoveel mogelijk voer van goede kwaliteit te wmnen. Tracht de groei in het gras te houden door direkt na beweiding of maaien voldoende N te strooien. Op verschillende bédrijven is al vrij veel gras gemaaid voor voordroogkuil en hooi. Op deze be drijven hebben dikwijls ondernemers naast een prima kwaliteit voer en ondanks de droogte een goede na- groei van het gras. Helaas zijn er nog te veel bedrijven die veel te lang wachten met maaien. De ondernemers hiervan denken dat ze hierdoor meer voer kunnen winnen; zij moeten echter wel veel meer voer met een lagere voederwaarde verwerken. Doordat het gras veel te lang was bij het maaien heeft ook de zode ernstig geleden en is de na- groei bijzonder slecht. Laat de koeien niet in te lang gras grazen, maai het gras dan liever af en tracht er een goede voordroogkuil van te maken. Indien de weers omstandigheden minder gunstig zijn voor een goede voordroogkuil, dan kunt u nog een goede kuil maken door toevoeging van een conserveringsmiddel. Door 400 600 kg landbouwzout per ha over het gewas te strooi en, kimt u een uitstekende kwaliteit voer winnen. Ook kunt u nog veel ruwvoer winnen door het land dat vroeg leegkomt in te zaaien met Italiaans raaigras. Zodra het gewas geoogst is, dient u het graszaad zo vlug mogelijk te zaaien tegen ongeveer 40 kg per ha. Het is mogelijk dat u dan a.s. najaar nog een flinke snede gras kunt maaien voor inkuilen. Ook is het mogelijk op lichtere gronden dit gras de winter over te laten liggen en in 't voorjaar na een vroege N-bemesting eind april te LONGWORM BU KALVEREN Op verschillende percelen grasland kan de maand juli al gevaar opleveren door besmetting van de longworm bij kalveren. Tracht besmetting te voorkomen door de kalveren te laten weiden op percelen die gemaaid zijn. In bepaalde streken kan het al noodzakelijk zijn de kalveren 's nachts op te stallen. Zodra de kalveren gaan hoesten de dierenarts waarschuwen. Hierdoor kunt u voorkomen dat de 'kalveren sterk vermageren of dood gaan. MELKPRODUKITE Om de hoogste produktie van het melkvee te kunnen behalen dient u in de maand juli wel zeer goed de gras- groei en het weer in de gaten te houden. Veel bedrijven kampen met een te lage melkgift. Een koe kan in de zo mer uit goed grasland hooguit 1820 kg melk per dag produceren. Koeien die meer melk geven dienen dus bij gevoerd te worden met wat extra zetmeel. Nu in Zeeland het melken via een melkleidingssys- teem toeneemt, is het op die bedrijven, die niet aange sloten zijn bij een melkcontrolevereniging onmogelijk na te gaan hoeveel melk de koeien geven. Door uw koeien te laten controleren hoeveel melk ze geven, kunt u de gemiddelde produktie van uw dieren verhogen door de minder produktieve dieren uit te selecteren. Dan pas is het mogelijk de gemiddelde jaarproduktie van uw vee stapel te verhogen tot 5000 kg of meer melk per koe. BESTRIJDING RATTESTAARTLARVEN Op vele bedrijven ondervindt men in de zomer veel last van de rattestaartlarVen, voornamelijk op de bedrij ven met ligboxenstallen en grupstallen met drijfmest. Rattestaartlarven zijn larven van de blinde bij. In juli en augustus komen de larven uit de mestkel- der te voorschijn en zijn dan in stallen te vinden. Het kan zelfs voorkomen dat ze in de woningen komen als deze dicht bij de stal staan. In de mestkelder kunnen de larven gedood worden door de mest of gier te behande len met Tugon madendood. Het middel wordt opgelost in een emmer water en daarna in de gierkelder of gierput uitgegegoten. Per 10 m2 oppervlakte is 3060 gram Tugon madendood nodig. Wanneer de rattenstaartlarven uit de kelder kruipen kunt u wat droog zaagsel langs de muur in de stal strooi en. De larven kruipen hierin weg om te verpoppen; zo kunnen ze evenwel gemakkelijk opgeveegd worden om vernietigd te worden. Geef uw grasland een goede veraorging en strooi naelke beweiding of maai en (ook bet graszaadland) voldoende stikstof. i Haal meer uit uw grasland doof tijdig te vernieuwen; doe dit op de juiste wijze. GRASLAND Het grasland verdient in de maand juli na de zeer droge maanden wel extra aandacht om nog te trachten zoveel mogelijk ruwvoer voor de komende winter te winnen. Zorg daarom voor een goede bemesting na elke beweiding; voor beweiding dient 50 kg zuiver N ge strooid te worden en voor maaien 100*120 kg zuiver N per ha. Ook de verzorging van het grasland laat op verschillende bedrijven nog zeer veel te wensen over. Het is haast ondenkbaar dat er momenteel nog boeren zijn die hun grasland zo verwaarlozen! Verschillende percelen grasland gelyken meer op een bloemenveld dan op grasland. Op verschillnéde percelen komen zeer veel boterbloemen en paardenbloemen voor. Waar onkruid staat kan geen gras groeien. Hierdoor wordt de op brengst van het grasland sterk verlaagd. De boterbloe men worden ook niet door het vee gegeten. Boterbloe men zyn by het begin van de bloei gemakkelijk te be strijden met 4 liter M.C.P.A. 25 per ha. Hiermede wordt ook tevens de distels bestreden. Paardebloemen kunnen bestreden worden met 23 liter 2-4D amine per ha. Ook zijn er percelen grasland waarop brandnetels en ridderzuring voorkomen. Daar deze onkruiden meest al op pollen staan kunnen deze het beste pleksgewijze maaien voor de groenvoederdrogerij of voor kuilvoer. Het gras kan daarna doodgespoten worden met para quat (gramoxone). Het land kan daarna benut worden voor de teelt van snijmais. Met deze methode kunt u per ha zeer veel ruwvoer winnen. Houdt regelmatig controle of het plastic nog voldoen de strak zit over uw voordroogkuil. Zit het plastic niet voldoende strak dan kan het door de wind gaan klappe ren en er kunnen scheurtjes in het plastic ontstaan. Hierdoor kan lucht en water doordringen en broei ver oorzaakt worden. Zodra u een gaatje in het plastic constateert dient u dit onmiddellyk dicht te plakken. Van kuilen die afgedekt zijn met twee lagen plastic waaronder zwart plastic en daarboven doorzichtig wit plastic is gebleken dat het zwarte plastic door de warmte van de zon kan gaan smelten. Indien er geen grond op de kuil wordt gedaan, gébruik dan geen door zichtig wit plastic, maar gebruik dan het melkwitte plas tic. SNIJMAIS Door het droge weer is de snymais wat dunner opge komen. Houdt u percelen extra goed in de gaten op ziek ten en gebreksverschijnselen. Zodra u beschadiging van de fritvlieg constateert (te zien aan gerafelde bladeren) dient u deze onmiddellyk te bestrijden met 2 liter para thion 25 per ha. SAMENVATTING 1. Geef uw grasland een goede verzorging en strooi na elke beweiding of maaien voldoende stikstof. 2. Zorg dat uw grasland geen bloemveld wordt en be strijd de onkruiden. 3. Haal meer uit uw grasland door tijdig het grasland te vernieuwen. 4. Tracht nog zoveel mogely'k ruwvoer te winnen voor a.s. winter. 5. 'Door in te kuilen bij minder gunstig weer voeg dan een conserveringsmiddel toe. 6. Controleer regelmatig uw voordroogkuilen op even tuele beschadiging van het plastic. 7. Bestrijd de fritvlieg tijdi'g in de snijmais. 8. Tracht longwormbesmetting bij uw kalveren te voorkomen. 9. Tracht de melkproduktie te verhogen door betere selectie toe te passen en zorg tijdig voor een goede •bijvoeding. 10. Houdt uw stallen schoon door bestrijding van de rattenstaartlarven.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1974 | | pagina 9