Het vermeerderingsbedrijf met slachtkuiken- ouderdieren is een speculatieve bedrijfstak! hen' 8 G. VAN SOMEREN C.V.P. Tilburg Reeds enige jaren wordt door het Consulentschap voor de Varkens- en Pluimveehouderij voor Noord- Brabant en Zeeland een deelboek- houding vermeerderingsbedrijven gevoerd. Deze maand is verslag No. 5 verschenen waarin de resul taten van 35 koppels slachtkuiken- ouderdieren zijn opgenomen. Hier aan worden de volgende bijzonder heden ontleend. Voor de geïnteresseerde lezer zij vermeld dat het verslag (in beperkte mate) gratis verkrijgbaar is bij het: Consulentschap voor de Varkens- en Pluimveehouderij, Nieuwland- straat 42a, Tilburg, tel. 013—434402. dit verslag vermelde bedrijven werken geheel op eigen risico. Ze hebben uiteraard wel alle een kontrakt waar door ze verzekerd zijn van de broedeierenafname. TECHNISCHE RESULTATEN onderstaande tabel is e> met de resultaten uit het in 1973 verschenen ver- P onderstaande tabel is een vergelijking gemaakt r slag. Dit verslag Vorig verslag Produktiedagen 277 263 Broedeieren p.o.h. 129,5 115,7 Uitval hennen 11,0 9,8 Cons, eieren p.o.h. 11.0 9,8 Uitval hennen 11,2 10,8 Bevruchting 86,3 85,2 Gr.voer per dag 162 168 OPZET DEELBOEKHOUDING j\E deelboekhouding voor vermeerderaars begint, zodra de dieren een leeftijd van 22 weken hebben bereikt. In de opfokperiode tot 22 weken kan men een opfokboekhouding bijhouden. De deelnemers zenden wekelijks de benodigde gegevens naar het Consulent schap. Deze gegevens worden daar verwerkt en enkele dagen later ontvangen de vermeerderaars hiervan een technisch weekverslag. Op dit weekverslag staat o.a. ver meld het produktiepercentage, het aantal broedeieren per hen, het uitvalpercentage van de hennen en hanen enz. Hierd or heeft de vermeerderaar wekelijks een in zicht in de bedrijfsvoering. Zodra de dieren zijn geruimd wordt een technisch en financieel koppelverslag ge maakt. De vermeerderaar krijgt door dit koppelverslag een zeer uitvoerige informatie omtrent het gehele kop pel. Ieder jaar worden de koppel verslagen van een aan tal bedrijven samengevat in een verzamelverslag. Hier door krijgt men een inzicht in de technische en finan ciële resultatn van andr vermeerderingsbedrijvn. VERZAMELVERSLAG pi verzamelverslag no. 5 zijn de resultaten weergege- ven van 35 koppels moederdieren. De dieren zijn 22 weken geworden in de periode oktober 1971 tot en met november 1972. Het zijn gegevens van overwegend ge specialiseerde vermeerderingsbedrijven gelegen in Noord-Brabant en Lim'burg. De gemiddelde bedrijfs- grootte is ca 6000 dieren. Vrijwel alle in Nederland voorkomende rassen zijn er in vertegenwoordigd. De in Het aantal broedeieren per 22-weekse opgehokte hen is met 13,8 toegenomen. De dieren hebben echter gemid deld 15 dagen langer geproduceerd. Als men echter te rugrekent naar 262 dagen dan blijkt de produktie toch nog met 8,5 broedei te zijn toegenomen. De opbrengst per broedei was in deze periode gemiddeld 26,4 cent. Een méérop-brengst per hen dus van 2,24. De uitval door sterfte en selektie is nagenoeg gelijk gebleven. De bevruchting is met 1,1 verbeterd. Vrijwel al deze be drijven kregen uitbetaald naar bevruchting. Bij de ge middelde uitbetalingsprijs van 30,6 cent per bevrucht broedei betekent die 1,1 toch een hogere opbrengst van ca ƒ2800,per bedrijf per jaar. Het voederverbruik per gemiddeld aanwezig dier per dag is toegenomen. Bij het analyseren van de gegevens bleek dat deze toename geheel veroorzaakt was door de dieren op gezet in de tweede helft van de verslagperiode. De die ren hadden toen een lagere produktie en een hoger voe derverbruik. Mogelijk dat gewijzigde voedersamenstel lingen als gevolg van de grondstoffenschaarste in die pe riode hierbij van invloed zijn geweest. GROTE VERSCHILLEN PER BEDRIJF ER is vrijwel geen enkele bedrijfstak waarbij de re sultaten zo variëren als bij vermeerderingsbedrij ven. Als men de 5 meest produktieve koppels (groep I) vergelijkt met de 5 minst produktieve koppels (groep II), krijgt men onderstaand overzicht. Groep I Groep II Aantal hennen 5760 5300 Produktiedagen 280 280 Broedeieren p.o.h. 151,9 109,1 Gr.voer per dag 162 167 Bevrucht 88,8 84,7 We zien hierbij een verschil van gemiddeld 42,8 broed ei per hen bij eenzelfde aantal berekende produktieda gen. Een goed producerend koppel zal men meestal lan ger dan 280 dagen aanhouden en een slecht koppel zal men veelal voor die 280 dagen ruimen. Het werkelijke verschil tussen deze 2 groepen was 66 broedeieren per Opvallend is verder dat het voederverbruik by groep II zelfs nog hoger was. Doordat de hogere produktie sa mengaat met een hogere bevruchting worden de ver schillen per bedrijf nog groter. Het verschil per bedrijf tussen groep I en groep II is alleen al op grond van de betere produktie en bevruchting bij een priis van 30,6 ct per bevrucht ei ƒ13,00 per hen ofwel ca. ƒ70.000 per koppel. VERSCHILLEN VAN 90.000 ARBEIDSINKOMEN PER BEDRIJF |\AAR er grote verschillen bestaan in het aantal da- gen dat de dieren zijn aangehouden is een verge lijking op jaarbasis gemaakt. Voor hok- en inventaris kosten is 3,75 per hen per jaar berekend. Arb.inkomen p.o.h. per jaar. 5 hoogste koppels 14,50 5 laagste koppels 1,80 gemid. van 35 koppels 5,30 Een verschil dus van 16,30 per hen per jaar. Bij de gemiddelde bedrijfsgrootte van 5600 hennen betekent dit meer dan 90.000 per bedrijf per jaar. De uitersten blijken echter nog veel verder uit elkaar te liggen. Ge middeld was het arbeidsinkomen op deze bedrijven 5,30 per hen ofwel ca. ƒ30.000 per jaar. Dit kan als een redelijke arbeidsbeloning worden beschouwd. Men moet hierbij echter wel in acht nemen dat de vooraf gaande twee jaren aanmerkelijk slechter waren. EEN SPECULATIEVE BEDRIJFSTAK? IN de vermeederingssektor heeft men de keuze, op eigen risico te werken of een vaste vergoeding te ontvangen. Bij een vaste vergoeding neemt de andere partij het gehele of een gedeelte van het risico over. He laas gebeurt het nogal eens, dat bij een vaste vergoe ding de andere partij een zodanige risicopremie inkal- kuleert dat er voor de vermeerderaar weinig overblijft. Als de vermeerderaar zelf het gehele risico neemt kunnen er door bovengenoemde verschillen in produktie en bevruchtingsresultaten grote schommelingen ontstaan in het arbeidsinkomen. Er zijn echter nog meer onzeke re faktoren zoals de prijs van de oude moederdieren, de opbrengstprijs van de broedeieren enz. Of gekozen moet worden voor eigen risico of voor een vaste vergoeding is mede afhankelijk van de financiële draagkracht van het bedrijf. SLACHTVEEPIUJZEN OMLAAG Een geringe daling van de gemiddelde prijzen voor slacihtvee in Nederland ging gepaard met een wat gro tere daling van de gemiddelde marktprijs in de EEG. Het is een wat wonderlijke situatie dat, nu de derde- landenimport duidelijk is gedaald en belangrijke hoe veelheden prima vlees zijn opgeslagen toch de prijzen nog teruglopen. Een en ander duidt duidelijk op een stagnatie in het verbruik, een situatie die zich niet al leen bij rundvlees voordoet. In de week tot 8 juni werd 325 ton rundvlees uitgevoerd, terwijl aan vers/gekoeld vlees 385 ton werd ingevoerd, alsmede 541 ton bevroren vlees en 456 levende slachtdieren in hoofdzaak uit Hon garije. Opmerkelijk is dat uit Ziweden 100 ton rundvlees binnenkwam. In de vleesgroothandel waren in de week tot 14 juni de prijzen opnieuw lager, zonder dat dit een merkbare invloed had op de omvang van de binnenlandse afzet. Het lijkt wel een kopersstaking, zo vertrouwde een van de hoofdmannen van een van de belangrijkste onderne mingen ons toe. De Europese Commissie heeft aan de Raad voorstellen gedaan voor een smaller en doeltref fender interventie op de varkensmarkt. Voorstellen die na de laatste daling aan urgentie hehben gewonnen. In de week van 27 mei af was de EEG referentieprijs ƒ3,11 (onver.). In de lidstaten waren de referentieprij- zen de volgende: Nederland 2,77 (2,70); België ƒ2,97 (2,96); Duitsland 2,82 2,84); Frankrijk ƒ3,46 (onver.); Italië 3,77 (3,89); Denemarken ƒ3,04 (3,07); Ierland ƒ3,19 (3,20); Engeland ƒ3,05 2,97). Overzicht prijsverloop in de week tot 14 juni: EEG gemiddelde ƒ306,85 (310,15); Nederland 279,60 (280,18); België ƒ303,79 (312,95); Luxemburg ƒ309,72 (312,40); Duitsland ƒ292,08 290,25); Frankrijk ƒ321,99 (323,05); Italië ƒ326,30 (327,93); Denemarken ƒ260,94 (259,79); Ierland ƒ276,74 (284,05); Engeland ƒ317,40). Per 29 mei was in Nederland 1810 ton rundvlees in het kader van de interventie opgeslagen. Van dit kwantum had 1650 ton betrekking op vlees van stieren van le kwaliteit. In Duitsland bedroegen de uit de markt geno men hoeveelheden 46.336 ton en in Frankrijk per 18 mei 35.500 ton. KALVERPRIJZEN VRIJ STABIEL De gemiddelde EEG-marktprijs voor gemeste kalveren bleef gelijk aan voorgaande week, terwijl de Nederland se marktprijs niet onbelangrijk opliep. De afzet naar Italië valt bepaald niet tegen. In de week tot 7 juni ging 1704 ton kalfsvlees de grens over, waarvan 900 ton naar Italië en 539 ton naar Duitsland. Nog belangrijker zijn de uitvoeren van levende mestkalveren die in die week betrekking hadden op 2122 stuks, waarvan 1709 stuks naar Italië gingen, 333 naar Duitsland en 80 naar Grie kenland. Naar Duitsland gingen 1694 nuchtere kalveren. Overzicht prijsverloop: EEG-gemiddelde ƒ433,02 (on ver.); Nederl. ƒ435,58 (424,90); België ƒ455,13 (454,82); Luxemburg ƒ441,74 (442,15); Duitsland ƒ447,88 446,29); Frankrijk 477,75 (477,91); Italië ƒ493,67 (503,18); De nemarken ƒ279,45 (onver.); Ierland 256,63 (256,26); Engeland ƒ409,97 (onver.). WOLVEE De markt voor wol vee was ongeveer prijshoudend in de afgelopen week. Het aanbod was ruim, terwijl in het algemeen de belangstelling voor lammeren goed en voor schapen redelijk was. In Leiden noteerde men voor vet te lammeren 135185 (175235); vette schapen 140 180 (125'175); Purmerend: weidelammeren ƒ100135 (100—140); vette schapen 130165 (onver.); Utrecht: weidelammeren 115150 (115145); vette lammeren 155225 (165245); vette schapen 145185 (155 205). VARKENSPRIJZEN OMLAAG De stagnerende afzet tegen verantwoorde prijzen gaf vrijdag 14 juni de NCB (Boxtel), de VAKO (Oss) en de HO VA (Cuyk) aanleiding de uitbetalingsprijzen aan de mesters, voor de in de week tot 21 juni over te nemen varkens ten opzichte van voorgaande week met 12 cent te verlagen. De uitgangsprijs is daarmee ƒ2,83 per kg voor geslachte varkens van 75/90 kg, kl. I af-mesterij ge worden. Voor varkens van de kl. E geldt een toeslag van 5 cent per kg, voor varkens van de kl. II, III en IV gelden kortingen van 15, 25 en 30 cent oer kg. Voor var kens van 90/100 kg geldt een korting van 2 cent per kg voor elk kg boven de 90. Per 14 juni verlaagde de Coveco de uitbetalingsprijs aan de mesters voor de in de week tot 14 juni overgeno men varkens achteraf met 7 cent Uitgangsprijs werd 2,97 met de gebruikelijke kortingen. Bovendien geldt een korting van IV2 voor dekking van kosten van transport en commissie. In de week tot 8 juni (Pinksterweek) werden onge veer 170.000 varkens geslacht. De uitvoer had in de week tot 14 juni betrekking op 17.118 levende en 35.755 ge slachte varkens. Daarvan gingen naar België-Luxem- burg resp. 61 en 96 st.; Duitsland 10.623 en 20.895; Frankrijk 6434 en 11.916 st. en Italië 2848 geslachte var kens. Aan mager varkensvlees werd nog 1343 ton uitge voerd, benevens 561 ton buikspek en 92 ton fabricage- spek. In de week tot 31 mei ging nog 207 ton bacon naar Engeland. In de week tot 14 juni kwamen uit Duitsland 548 levende varkens en 206 biggen binnen. v. d. W. IN APRIL 1974 MEER ZEUGEN GEDEKT DAN VORIG JAAR Het aantal dekkingen van zeugen bedroeg volgens de CBS-steekproef in april 1974 127.400 stuks tegen 111.300 in april 1973 15 Mede op basis van deze uitkomst kan worden berekend dat het aanbod van slachtvarkens in februari 1975 ongeveer 900.000 stuks zal bedragen. In februari 1974 bedroeg het gerealiseerde aanbod van slachtvarkens 848.000 stuks. Voorlopige uitkomsten wij zen uit dat er in april 1974 ongeveer 900.000 slachtvar kens werden aangeboden.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1974 | | pagina 8