UIT DE
PRAKTIJK
Totaalbeeld akkerbouw voor Zeeland niet erg opwekkend!
Zo kan het niet langer!
Wilde haver - pluk ze weg!
Denkend K- N- L C.
aan
september
10
In dit droge voorjaar is gebleken dat bij erwten precisie-
zaai een zekerder opkomst geeft dan gewone zaai. Boven
dien was op de rij af wel duivenschade bij gewone zaai
en niet bij precisiezaai. Links precisiezaai rechts ge-
gewone zaai!
BEREGENING GEWASSEN OP GEHUURD LAND
Tijdens en na de grote droogteperiode, zo ver
namen wij, zijn hier en daar door aardappelhande
laren, die land voor het telen van aardappelen heb
ben gehuurd, hun aardappelpercelen gaan be
regenen. Als dat op verantwoorde wijze gebeurt,
zullen er van de zijde van de grondeigenaar-ver-
huurder over het algemeen geen overwegende be
zwaren tegen bestaan. Anders wordt het als op
zodanige onverantwoorde wijze wordt beregend,
dat door piasvorming verslemping en sti^uktuurver-
val van de grond plaats vindt.
Vandaar dat ons van de zijde van de kring Oost
Zuid-Beveland der ZLM het verzoek bereikte er op
te wijzen dat bij verhuur van grond beregening niet
onder de in de verhuurkontrakten vastgelegde
normale cultuurmaatregelen vallen. Bij huur van
land mag door de huurder slechts in overleg en met
toestemming van de verhuurder-eigenaar berege
ning worden uitgevoerd.
BI.
Het totaalbeeld voor Zeeland is niet erg opwekkend. De
ontwikkeling van de gewassen is in het algemeen wat ach
ter en de lengte van gewassen als erwten, granen, vlas en
graszaad, e.a. is aan de matige kant. Aldus het landbouw-
overzicht per 17 juni 1974 voor Zeeland dat landbouwconsu-
lent ir. De Wit van het C.A.R. Goes ons over de Zeeuwse
situatie verstrekte.
Verschillende percelen suikerbieten, blauwmaanzaad en
koolzaad zijn uitgereden vanwege de slechte stand of in
het geval van koolzaad i.v.m. vreterij van insecten.
De opbrengstverwachtingen van de gewassen zijn matig,
in enkele gevallen slecht, terwijl de kostenfactoren door o.a.
veel arbeid na de dure niet werkzame bodemherbiciden
slechts gestegen zijn.
Het totaalbeeld is erg wisselend, waarbij het opvalt dat
de problemen tot nu toe het grootst waren op de zwaardere
gronden 35 a 40 afslibbaar). De problemen dreigen
nu te komen op de bijna ieder jaar verdrogende zogenaamde
plaatgronden, waarvan erin Zeeland 10 liggen.
Naast de grote grondverschillen zijn er plaatselijk verschil
len in regenval. Een strook kort langs de kust heeft minder
regen gehad dan meer landinwaarts. Tel daarbij de verschil
len in boer, werking van zaaimachine en bestrijdingsmidde
len, en het grillige beeld is bijna compleet. Hierbij kan dan
nog gevoegd worden de schade aan stamslabonen en uien,
veroorzaakt door de plaatselijk hagelbuien van 6 juni.
Zeeland heeft globaal 100.000 ha akkerbouw. Hiervan zijn
22.000 ha suikerbieten.
1.000 ha zijn niet overgezaaid na het uitrijden. Andere
gewassen zoals bonen, mais en graszaad zijn hiervoor in de
plaats gekomen.
Consumptieaardappelen 15.000 ha. De verwachtingen
zijn in de opbrengst niet hoog gespannen. Op de percelen
waar de aardappelen reeds wortels hebben zal via verlenging
van het groeiseizoen getracht worden nog een redelijke op
brengst te halen.
Wintertarwe 25.000 ha. Dit gewas vertoont over het
algemeen een goede stand met weinig ziekten. De gewassen
zijn wat korter van stro.
Van de 14.000 ha zomergerst vertonen de meeste per
celen een wisselende stand. Er is nogal wat meeldauwaan-
tasting.
Bij die peulvruchten 7.000 ha) was er een uitbreiding
van het areaal erwten en door de inzaai na suikerbieten van
bruine bonen.
De stand van de erwten is matig tot slecht. De gewassen
zijn tekort om veel bloemen te hebben. De bruine bonen
moeten veel water krijgen willen ze zich tot gewassen ont
wikkelen.
De stand van de uien 4.000 ha) is te dun. Het gewas
vertoont geen of nauwelijks eniige ontwikkeling voor de tijd
van het jaar.
De 5.000 ha vlas vertonen op verschillende percelen
een te holle stand. Het gewas is zeer matig en vaak te kort.
Door het optreden van tweewas zal de kwaliteit niet mee
vallen.
Voor de graszaadpercelen 4.500 ha) wordt een matige
opbrengst verwacht. Het graszaadstro is vaak te kort. Door
de teelt na wintertarwe is de opslag vrij groot of de bescha
diging door de bestrijding van deze opslag van het graszaad
zal op vrij veel percelen opbrengstdierving geven.
Van de kleinere gewassen als karwij, blauwmaanzaad,
koolzaad, etc. zijn de verwachtingen in kg-opbrengst niet
hoog gespannen.
In de akkerbouw zal op 10 25 opbrengstdepressie ge
rekend moeten worden t.o.v. het gemiddelde.
Van het grasland, 20.000 ha is een goede kwaliteit hooi
en kuilgras gewonnen. De nagroei laat echter te wensen
over. Indien er niet spoedig voldoende regen komt zal de
graslandprodiuktie onvoldoende blijken voor de hoeveelheid
voer voor de zomer, maar zeker te weinig voor de winter-
voe rvoorz iening
ir. L. Th. J. M. DE WIT.
Natuurlijk kwamen de gewassen veel vocht tekort.
Warmte was echter ook een faktor die de groei belem
merde. De laatste week zijn de gewassen in de WEST
HOEK dan ook goed bekomen. Wat te dun stond blijft
natuurlijk te dun staan, maar wat maar niet doorgroeien
wilde is nu toch eindelijk goed van start gegaan. De
witte oogst zal zich dit jaar vermoedelijk niet laat pre
senteren en ook karwij, graszaad en koolzaad doen
hieraan mee. Veel hangt er natuurlijk nog van af hoe
het weer zich in de komende weken gaat ontwikkelen.
Ondanks de groei hopen we toch nog op regen. Vooral
de aardappelen zouden er in dit groeistadium enorm
dankbaar voor zijn. De hooibouwers ('t zijn er niet veel
in onze hoek) hebben het weer wel mee gehad. Zij, die
zo gelukkig zijn dat ze hooi kunnen verkopen, maken er
een goede prijs voor. Degene die graszaad telen, kun
nen met deze hooiprijs straks zeker wel rekening hou
den. Vooral van soorten die anders waardeloos zijn, lijkt
het helemaal niet uitgesloten dat er nu toch een prijs
voor te maken valt. Zo zachtjes aan wordt bet voor de
boer eventjes komkommertyd. Veel komt daar meestal
niet van terecht, net als met vakantie gaan! Terwijl
iedereen zich opmaakt om met vakantie te gaan, heeft
de boer nog zijn zorgen. Voor hem geen extra vakantie
geld en vrije dagen, neen hij ploetert maar door. Ook
in onze streek zien vele het niet meer zitten, met name
bij de jongeren is de ambitie om in het boerenbedrijf zijn
toekomst te zoeken tot nul gereduceerd. Zou er nu wer
kelijk nu eens, niets kunnen gaan gebeuren dat extra de
aandacht op de boerenstand zou kunnen vestigen? Moe
ten we in onze organisaties wellicht eens aandringen op
samenwerking met andere groepen die het ook niet te
best afgaat? We denken hier met name aan de midden
stand! Zou het niet mogelijk zijn wanneer hier een
samenwerking mee tot stand kon worden gebracht, dat
men tot daadwerkelijke akties zou kunnen overgaan?
Het zijn allemaal maar vragen. Eén ding weten we, zó
kan het niet langer; we worden met een kluitje in het
riet gestuurd, en al verdovend sterven we een langzame
dood! 't Is een ware, oneerlijke, marteling. Moeten we
dit over ons laten gaan? Ons dunkt van niet en we
wachten op daden!
(Vervolg van pag. 3)
Ook de Italiaanse noodmaatregelen en wat erop volgde
toonden de gevoeligheid van een landbouw als de onze.
Brussel probeerde tegenover de Italiaanse concessie van
een hoger binnenlands prijspeil (tegenover de Europese
reken-eenheid een hoger aantal gedevalueerde lires) en
dus lagere invoersubsidies te bereiken, dat ook Duitsland
en de Benelux een stukje grenscompensatie (uitvoersub-
sidie vanwege vroegere revaluatie) lieten vallen. Maar
deze officiële prijsverlaging was hun niet te verkopen. En
als de Fransen proberen hun invoersubsidie (wegens de
valuatie van de franc) lager berekend te krijgen, moeten
Duitsland en de Benelux zich weer verzetten; het bete
kent een prijsverlaging voor hun uitvoer (varkensvlees
b.v.) die ze zich niet kunnen veroorloven.
ZWAKKEN, STERKEN EN INFLATIE
J-JET valt buitenstaanders moeilijk om te vatten waarom
bij een muntopwaardering land en tuinbouw niet ge
woon voor- en nadeel kunnen hebben als het overige be
drijfsleven, dat veel met in- en uitvoer te maken heeft,, n.l.
gemakkelijker invoer en moeilijker uitvoer. Het alom aan
wezige, hardnekkige inflatoire klimaat doet daar veel toe.
Alom in de westerse wereld kende men grote economi
sche groei (goeddeels gebaseerd op goedkope energie),
toenemende collectieve voorzieningen, werkgelegen
heidsbeleid, etc. Men ging boven zijn stand leven en men
wil dat nog blijven doen (Italië). De energiecrisis liet dui
delijk zien wie zich dat eigenlijk het minste konden ver
oorloven in Europa b.v. Italië, Engeland, Frankrijk, Dene
marken). Prijs- en kostenstijgingen bleven dan ook over
al, of een land revalueerde of devalueerde.
De energiecrisis doet de zwakker broeders eerder naar
handelspolitieke wapens grijpen: verdere munt-devalua-
tie, exportsubsidies. Over het ontstellende probleem van
zwaar lijdende ontwikkelingslanden zullen we het dan
nog niet eens hebben.
Internationale samenwerking en hulp is natuurlijk bit
tere noodzaak. En de nodige discipline. Allereerst verso
bering in alle opzichten bij de zwakkere broeders, maar
tegelijk offers van de sterkere: meer invoer toelaten en
minder uitvoer, kredieten, etc.
Alles eerder gezegd dan gedaan. Maar dat er iets in
deze richting moet gaan gebeluren is zeker. Zo niet, dan
gaat niet alleen de Europese Gemeenschap ten onder,
maar is er sprake van wereldwijde schade.
1
En het landbouw-inkomen in een land als Nederland?
We hebben te maken met de realiteit dat het E.E.G.-prijs
beleid nog niet volledig afgestemd wordt op objectieve
maatstaven van behoud van een relatief goede inkomens
positie. Het marktbeheer blijkt ook te lijden onder dezelf
de soort politieke en financiële problemen. Ondanks alle
pogingen van de Europese georganiseerde landbouw.
Daarbij komt dan nog de kwetsbare positie van een land
bouw in een sterk" land.
DADEN OP DE DERDE DINSDAG?
IJET zou een goed ding zijn, als de prijsstijging hier dit
jaar maar 10 zou zijn in plaats van de eerder ver
wachte ongeveer 12 Optimisme is zeker wat de posi
tie van land- en tuinbouw betreft voorbarig. Naast de be
richten over gunstiger algemene economische vooruit
zichten zijn er ook over mogelijke arbeidsonlusten, om te
beginnen in de havens. Inflatie blijkt overigens ook goed
te kunnen worden geïmporteerd („zuigkracht" van landen,
waar die nog iets groter is).
Land- en tuinbouw blijven dus in een guur kostenkli-
maat: veevoer mag dan iets goedkoper worden, energie
wordt slechts duurder. Ook anderszins werkte het klimaat
nog tegen! (droogte, nachtvorst). Helaas ervaren we dat
doorberekening in E.E.G.-prijzen of anderszins te weinig
of niet geschiedt.
Inflatiebestrijding, het tegengaan van het boven zijn
stand leven is een gemeenschappelijke en internationale
zaak, die samenwerking en samenspel vereist. Door de
energiecrisis zijn in de wereld, en in Europa, de verschil
len tussen zwak en sterk verscherpt. De gemeenschappe-
pelijke toekomst zal niet in het minst van de sterkere lan
den offers vragen. De landbouw zo'u daar ook de gevol
gen van kunnen ondervinden. Afbrokkeling is mogelijk
van nu nog bestaande ïnvoerheffigen en uitvoersubsidies
om officiële prijzen in opgewaarde munt overeind te hou
den (getuige het Italiaanse noodgeval en door Frankrijk
verlangde herzieningsprocedures). Die landbouw zou
daar wel toe in staat moeten zijn, hij is dat nu niet.
Vooral redenen als deze hebben onlangs het dagelijks
bestuur van het K.N.L.C. nog eens doen wijzen op dë
noodzaak de weerstand van de Nederlandse land- en tuin
bouw te versterken. Dat zou door een serie maatregelen
op nationaal vlak moeten gebeuren. In de eerste plaats in
de sfeer van belasting en sociale verzekering (verlichting
bij inkomsten-, vermogens-, successie- en overdrachtsbe
lasting, verzekering tegen arbeidsongeschiktheid en ziek
tekosten), overigens voor alle persoonlijke ondernemin
gen van levensbelang. En verder maatregelen die land
en tuinbouw in staat stellen tot voortgaande versterking
van de eigen concurrentiekracht: uitbouw van b.v. be-
drijfsontwikkelingsbeleid, het „merkbaar" toepassen van
eisen vanwege milieu en landschap, meer mogelijkheden
voor hen die willen afvloeien of „uit-freewheelen".
Straks in september vernemen we of de regering dat
ook zo ziet, het moet haast wel!
STRUIKENKAMP