BASF
Boer blijven
of van
beroep veranderen
Rundvee en varkensstapel breiden nog steeds uit
y
Van allerlei
en
overal
Subsidie voor particuliere
graanopslag EEG
De droogte in Engeland
Australische oogsten
bedreigd
16
Infectieproeven hebben uitgewezen dat zonder gezond
vlagblad en gezonde katjes geen volgroeide korrels
ontstaan. Vandaar het belang om op te treden tegen
afrijpingsziekten als kafjesbruin, aarmeeldauw, septo-
ria, fusarium en bruine roest.
Bavistin M(aneb) bevat BCM en Maneb: een combinatie
die een zeer breed schimmelspectrum bestrijdt en
ideaal is tegen blad- en aarziekten. Bavistin M(aneb)
is goed oplosbaar en daarom gemakkelijk te verspui
ten. Toepassing bij voorkeur tijdens het begin van de
bloei vait de tarwe.
Vraag informatie: BASF Nederland B.V.,
Afdeling Landbouw, Kadestraat 1, Postbus 1019,
Arnhem. Tel.: 085-71 71 71.
Het L.E.I. verrichtte destijds in 1970 in Zuid-Holland
een onderzoek naar de mening van veehouders en ak
kerbouwers met overwegend kleine bedrijven over be
roepsverandering. Daarbij bleek dat 18 °/o van deze be-
drijfshoofden en 37 van hun echtgenotes wel voor be
roepsverandering voelden. Sindsdien zijn de omstandig
heden echter gewijzigd als gevolg van verbeterde inko
mensmogelijkheden binnen de landbouw en de ongunsti
ger werkgelegenheidssituatie buiten de landbouw, waar
door ook de -.ouding tegenover beroepsverandering ver
anderd zou kunnen zijn. Om dit te kunnen vaststellen
heeft het L.E.I. in het najaar van 1972 een vervolgonder
zoek ingesteld onder dezelfde personen die ook in 1970
zijn geënquêteerd en de uitkomsten daarvan verwerkt
in publikatie No. 2.59.
Dit vervolgonderzoek heeft betrekking op 91 boeren
en evenveel boerinnen die in 1970 allen jonger dan
60 jaar waren en een bedrijf hadden van 30r-90 s'be. Tus
sen 1970 en najaar 1972 nam de gemiddelde omvang van
de bedrijven nauwelijks toe. Voor zover wel vergroting
plaatshad, betrof dat de bedrijven groter dan 70 sbe of
bedrijven van boeren beneden 40 jaar. De omvang van
bedrijven van boeren boven 50 jaar zonder opvolger
bleef nagenoeg ongewijzigd.
In genoemde periode is 11 van de desbetreffende
boeren een ander beroep gaan uitoefenen. Meestal wa
ren dat genenen ouder dan 50 jaar of met een bedrijf
kleiner dan 10 ha, die reeds in 1970 overwogen van be
roep te veranderen. Uit het onderzoek bleek voorts dat
in 1972 de meeste bedrijfshoofden van kleinere bedrijven
een lager inkomen dan het C.A.O.-loon van een vakar
beider in de landbouw zouden accepteren, om toch maar
het boereruberoep te kunnen blijven uitoefenen.
Momenteel overweegt 15 Vo van beroep te veranderen,
vooral boeren tussen 40 en 50 jaar of die met een bedrijf
van 5070 sbe. Doorgaans heeft men als nieuw beroep
op het oog: hovenier, plantsoenartoeider, bosarbeider of
bedrijfsverzorger. Men was in het algemeen wel bereid
een omscholingscursus te volgen en bij het zoeken naar
ander werk een arbeidsbureau in te schakelen.
Van de echtgenotes zou 34 willen dat de man een
ander beroep zou kiezen, en wel op grond van motieven
Blijkens de uitkomsten steekproef „landbouwproduktie"
per 1 maart 1974, betrekking hebbende op bedrijven met 10
of meer s.b.e. van het CBS, is de totale mlkveestapel op 1
maart 1974 bijna 7 groter dian vorig jaar (2.231.000, res-
pektievelijk 2.093.000 stuks). Het gedekt jongvee gaf een
toeneming te zien van 437.000 stuks op 1 maart 1973 tot
484.000 stuks op 1 maart 1974 11 De groep „ander
rundvee, bestemd voor de fokkerij", voornamelijk bestaande
uit jong vrouwelijk fokvee breidde uit van 1.297.000 stuks
op 1 maart 1973 tot 1.414.000 op 1 maart 1974 9 Ook
de mestveestapel was op L maart 1974 beduidend groter dan
vorig jaar. Tegenover een aantal nu van 792.000 stond vorig
jaar een aantal van 654.000 stuks.
VARKENS
De totale varkensstapel nam toe van 6.746.000 op 1 maart
1973 tot 7.034.000 stuks op 1 maart 1974 4 Met uit
zondering van de biggen bij de zeug en de zeugen bij die big
gen geven alle rubrieken varkens een duidelijke toeneming
te zien. De gedekte zeugen op 1 maart 1974, maatgevend
voor het aanbod van slachtvarkens in de laatste 4 maanden
van 1974, wijzen op een toeneming van het aanbod, in ver
gelijking met vorig jaar, met tenminste 6
als: mogelijkheid van een hoger inkomen, grotere socia
le zekerheid, imeer vrije tijd en vakantie.
De meeste geënquêteerden waren zowel in 1970 als in
1972 tegen beroepsverandering. In deze periode heeft
echter 26 van de vrouwen en 15 van de mannen
hun standpunt tegenover beroepsverandering herzien.
Bij de vrouwen zijn er zich nagenoeg evenveel voor als
tegen beroepsverandering gaan uitspreken, terwijl er bij
de mannen meer voor waren. Geïnteresseerden kunnen
deze publikatie bestellen door ƒ4,50 over te maken op
giro 41.22.35 t.n.v. L.E.I., Den Haag.
1.000 stuks
1 maart
1 maart
1973
1974
Rundvee
Melkgevende koeien
1.553
1.665
Droogstaande drachtige koeien
540
566
Gedekt jongvee
437
484
Ander rundvee bestemd v. fokkerij
1.297
1.414
w.o. jonger dan 1 jaar
854
926
Mestvee
654
792
w.o. mestkalveren (afwijking van meer
dan 5 mogelijk)
407
467
Totaal
4.481
4.921
Varkens
Biggen bij de zeug
1.666
1.656
Overige biggen en jonge varkens tot 50 kg
1.920
2.085
Mestvarkens, 50 kg en zwaarder
2.288
2.384
Gedekte zeugen
486
516
Zeugen bij de biggen
182
181
Overige fokvarkens, 50 kg en zwaarder
204
212
6.746
7.034
N.B. De uitkomsten hebben betrekking op bedrijven met 10
of meer s.b.e. (standaardbedrijfseenheden).
De Europese Commissie in Brussel heeft besloten
een deel van de particuliere graanopslag in Neder
land, België en Frankrijk, tijdelijk te subsidiëren
met 0,05 rekeneenheden (ongeveer 18 cent) per ton
per dag. Dat gaat het Europese Landbouwfonds
ruim 19 miljoen gulden kosten. Het gaat om een
tijdelijke maatregel, die geldt van 1 juni tot 31 de
cember. De maximale hoeveelheid waarvoor de sub
sidie wordt gegeven is 525.000 ton, waarvan 350.000
ton in Frankrijk, 100.000 ton in Nederland en 75.000
ton in België. Voorwaarde voor de steun is dat de
particulieren hun opslag handhaven, zodat de ge
meenschap over een reserve kan blijven beschikken
om de tijd tussen de oude en nieuwe oogst te over
bruggen.
De totale voorraden in de EEG zijn momenteel
vier a vijf miljoen ton graan. Een miljoen ton daar
van bevindt zich in de interventie-bureaus en het
restant is in particuliere opslag.
In Engeland in de Midlands hebben de gewassen
in het gehele gebied ernstig van de droogte te lijden
gehad De National Farmers Unioif maakt melding
van ernstige droogteschade in granen, suikerbieten
en aardappelen.
Ook de grasoogst voor hooien en inkuilen is bij
zonder slecht.
Zuid-Australië heeft te kampen met de ernstigste
insectenplaag en oogstschade sinds dertig jaar. De
situatie kan in de komende acht maanden nog ver
slechteren als er roest in de graanoogsten, een uit
barsting van insectenleven en branden komen als
het onkruid verdroogt.
In geheel Zuid-Australië zijn sprinkhanenzwer-
men gezien. Een woordvoerder zei dat de bedrei
ging even groot is als tijdens de plaag van 1955. De
meikever breidt zich gestaag uit in de heuvels rond
Adelaide en in het zuidoosten, wat aanleiding heeft
gegeven tot officiële voorspellingen van een ernsti
ge plaag. De voor de tijd van het jaar ongewone om
standigheden hebben ook de uitbreiding in aantal
bevorderd van de roodpotige aardmijt en de luzer-
nevlieg die de graanoogst kunnen bedreigen door
dat zij de stengels ontschilferen. Een wereldomvat
tend tekort aan verdelgingsmiddelen belemmert de
bestrijding.
Bavistin NI (aneb)
neemt afrïpingsziekten
in tarwe
op de korrel