Excursies demonstratie-objekten op het demonstratiebedrijf in 1974 11 Opbrengsten, kosten en netto-overschot op het Demonstra tiebedrijf en de L.E.I.-bedrijven in Zeeuwsch-Vlaanderen en op de Zeeuse Eilanden Opbrengsten per ha Kosten per ha Netto-overschot per ha Periode D.B. L.E.I.-Z.-V1. L.E.I.-Z. Eil. D.B. L.E.I.-Z.-V1. L.E .I.-Z. Eil. D.B. L.E.I.-Z.-V1. L.E.I.-Z. Eil. 1958—1960 2382 1913 1948 1927 1644 1551 455 270 397 1961—1963 2357 1966 2108 1903 1694 1708 454 272 400 10641966 2986 2354 2571 2257 1972 1927 729 382 644 1967—1969 3176 2649 2998 2702 2269 2370 473 380 628 19701972 3705 3263 3344 3104 2813 2960 600 450 384 De cijfers van thet Demonstratiebedrijf vertonen zowel bij de opbrengsten als bij de kosten dezelfde ontwikkeling als het gemiddelde van de L.E.I.-bedrijven in Zeeuwsch-Vlaan deren en op de Zeeuwse Eilanden. Het niveau van de kosten per ha ligt vanwege die kleinere oppervlakte hoger. Bij de opbrengsten zien we hetzelfde; deze liggen ook hoger dan op de L.E.I.-bedrijven, vooral vanwege een groter percentage hakvruchten. Op de Zeeuwsch-Vlaamse L.E.I.-bedrijven lig gen de opbrengsten het laagst Het netto-overschot (allen op pachtbasis) is hier ook weergegeven per 3 jaarlijkse periode. De resultaten van het Demonstratiebedrijf komen het meest overeen met die van de L.E.I.-bedrijven op de Zeeuw se Eilanden. In de periode 1970—4972 is het netto-overschot op de Zeeuwse Eilanden gemiddeld beduidend lager door het zeer slechte resultaat in 1970. Op de Zeeuwsch-Vlaamse L.E.I.-bedrijven zien we een geleidelijke stijging van het net to-overschot; gemiddeld komen hier minder aardappelen voor. Het gemiddelde bedrijfsresultaat van de Zeeuwsch- Vlaamse L.E.I.-bedrijven over al deze jaren blijft echter toch beneden dat van de Zeeuwse Eilanden. Wat betekent deze bedrijfseconomische berekening nu voor het arbeidsinkomen? De berekende arbeidskosten voor de ondernemer-bedrijfsleider zijn in deze periode van 15 jaar ongeveer verdrievoudigd. Deze arbeidskosten zijn bij de be paling van het netto-overschot steeds als zodanig gerekendi. Tellen we de berekende arbeidskosten en het netto-over schot op. dan krijgen we het arbeidsinkomen vari de onder nemer. Betaalde arbeid aan vreemd personeel blijft buiten beschouwing. Ook de berekende rente blijft hier buiten be schouwing, omdat de werkelijk te betalen rente geheel af hankelijk is van de financiële positie van de betreffende ondernemer. Opbrengsten en saldo per ha (gemiddeld 19661972) Gewas kg-opbrengst prijs/100 kg saldo Wintertarwe Consumptieaardappelen Suikerbieten Uien Diverse gewassen Totaal marktb. gewassen 3.990 ƒ36,00 999 45.000 12,20 ƒ3082 53.000 ƒ69,54 2588 55.200 9,06 3468 542 T 2021 We zien dat de hakvruchten op deze grond prima op brengsten hebben en dat daarmee dan ook de hoogste saldi per ha worden verkregen. De zaaiuien en aardappelen komen beiden, hoger uit de bus dian de suikerbieten. Hierbij moet bedacht worden dat er voor de aardappelen meer is geïnvesteerd in machines en koelhuis dan voor de suikerbieten en de uien, welke kosten bij de „niet toege rekende kosten" berekend zijn en dus niet in het saldo per ha tot uiting komen. De uien werden in deze periode steeds dörect van het veld verkocht, soms op contract. De tarwe valt tegen door de teleurstellende kg-opbrengsten van de laatste jaren op deze grond door allerlei oorzaken. Het lage saldo van het gewas „diversen" wordt vooral veroorzaakt door de lage prijs van de luzerne in de jaren 19661970. Van het totaal der marktbare gewassen bedroeg over deze 7 jaar de bruto geldopbrengst gemiddeld ƒ3.215,de toegerekende kosten ƒ1.194,en het gemid deld saldo derhalve 2.021,— per ha. porteur ter beschikking kunnen stellen. Het laden van de uien gebeurt met een 2e-hands uienlader, die in dit geval met 4 bedrijven gezamenlijk is aangeschaft. Men is in zeke re zin vrij, terwijl men toch elkaar nodig heeft omdiat ieder met te dure machines zit en niemand alleen aardappelen kan rooien. Ook met andere werkzaamheden wordt nu samenge werkt, zoals uien zaaien, stro laden en grondontsmetting. Deze vorm van samenwerking lijkt weinig doordacht, doch zonder afbreuk te doen aan samenwerkingsvormen die goed contractueel zijn geregeld en voor gezamenlijke rekening de machines hebben aangeschaft, kan ook deze vorm tot het zelfde resultaat leiden. Op deze oppervlakte en met veel loonwerk wordt het steeds moeilijker om bij zuiver akkerbouw voldoende pro- duktieve arbeidsuren over langere tijd te kunnen aanwenden. Met loonwerk stoot men ook een heleboel arbeid af, die men ook zelf kan leveren: vandaar samenwerking. Uit de kostenontwikkeling op dit bedrijf met veel inten sieve gewassen bleek reeds dat deze samenwerkingsvorm heeft bijgedragen tot beperking van de kostenstijging. Be zien we de totale bewerkingskosten, dan blijkt dit nog dui delijker in het kengetal van de „bewerkingskosten per be werkingseenheid". De bewerkingseenheden worden gevon den aan de hand van normen voor de diverse gewassen en het werk voor derden. Hoe intensiever het bouwplan, hoe meer bewerkingseenheden. De bewerkingskosten zijn de kosten van arbeid, werktuigen, trekkracht, werk door derden en bestrijdingsmiddelen. In 1962 bedroegen deze bewerkings- osten bij het dan geldende prijspeil gemiddeld op de L.E.I.- '■«edrijven 8,per bewerkingseeenheid. De volgende tabel geeft aan in welke mate zowel het ^antal bewerkingseenheden als de kosten per bewerkings- enheid zich op het Demonstratiebedrijf hebben ontwikkeld. Bewerkingseeriheden en bewerkingskosten Jaar 1966 1967 1968 1969 1970 1971 1972 Aantal be werkings eenheden 3776 3664 3783 4065 4154 4349 4918 Bewerkings kosten per bew. eenh. 7,38 8,70 9,87 10,05 ƒ9,87 11,93 ƒ9,80 Tot 1968 zien we een geleidelijke stijging van de bewer- 'n Demonstratie als deze is uiteraard een van de activiteiten, die van tijd tot tijd plaats vinden. Ontvangen en rondleiden van geïnteresseerde groepen behoren tot de functie, die het demonstratiebedrijf in Zeeuws-Vlaanderen en ook daarbuiten vervult. Arbeidsinkomen van ondernemer op Demonstratiebedrijf Jaar jaarl. 3 jaarl. voortschr. idem in alg. index gem. verh. cijf. uurlonen 1958 17.010 1959 16.448 14.528 1960 10.125 13.122 1961 12.793 16.620 1962 26.942 15.156 1963 5.733 18.361 1964 22.409 18.168 1065 26.361 23.291 1966 21.104 18.749 1967 8.783 14.082 1968 12.360 19.966 1969 38.755 23.831 1970 20.378 22.755 1971 9.132 29.675 1972 59.515 Uit deze cijfers zien we dat het arbeidsinkomen van de ondernemer in deze periode ongeveer verdubbeld is. Vooral het goede resultaat in 1972 heeft hiertoe bijgedragen, terwijl 1971 zeer slecht was. Ter illustratie is ook vermeld de algemene index uurlonen in Nederland, die als we 1959 op 100 stellen in deze 15 jaar ongeveer verdrievoudigd is. KG-OPBRENGST EN SALDI PER HA VAN 1966—1972 0VER de laatste 7 jaar zijn de gemiddelde kg-opbreng- sten, prijzen en saldi per ha voor de belangrijkste ge wassen op het Demonstratiebedrijf weergegeven in de vol gende tabel. Saldo is opbrengst hoofdprodukt en bijprodukt min de toegerekende kosten. SAMENWERKINGSVORM EN BEWERKINGSKOSTEN |N het vorengenoemde is gesteld dat het Demonstratie bedrijf reeds verschillende jaren een samenwerkings verband heeft met enkele naburige bedrijven. Deze is zo opgezet dat er geen vaste binding is, ieder werkt over en weer met zijn eigen machines tegen een bepaald tarief per ha, terwijl de arbeidi meestal met gesloten beurs verrekend kan worden. Zo heeft het Demonstratiebedrijf 2 kipwagens, een stortbak en een boxenvuller aangeschaft. Een buurman heeft 1 kipwagen en een 2-rijige aardappelrooier, waarmee ook de uien gerooid worden. Het derde bedrijf beschikt ook over één kipwagen, terwijl alle drie bedrijven elk een trans- kingskosten per eenheid. Daarna zijn deze tot en met 1972 ongeveer gelijk gebleven. Dit wordt veroorzaakt enerzijds door een toename van het aantal bewerkingseenheden (inten sivering), meer werk voor derden bij de samenwerkings vorm en bedrijfsvergroting in 1971; en anderzijds door be perking van die bewerkingskosten via de samenwerkings vorm. De uitschieter in 1971 van 11,93 wordt veroorzaakt door hogere kosten in dat jaar en een nog slechts geringe stijging der bewrkingseenheden, doordat de met 4 ha ver grote oppervlakte in 1971 geheel uit wintertarwe bestond. De bewerkingskosten op de L.E.I.-bedrijven van 2040 ha in het Zuid-Westelijk zeekleigebied bedroegen in 1972 gemiddeld reeds 12,46 per bewerkingseenheid. Het bedrijf is evenals voorgaande jaren weer te bezoeken, individueel op de dinsdagmid dag en in groepsverband op afspraak. Hiervoor dient men zich te wenden tot de bedrijfs leider, de heer I. Poissonnier, Braakmanweg 5, Biervliet, tel. 01152—410 (bij afwezigheid 01152—253). Dit jaar zijn er weer verschillende demonstratie-objecten en proeven op het bedrijf te iten. zoals hieronder bij het bouwplan voor dit jaai 3taat vermeld. BOUWPLAN 1974 3,50 ha WINTERTARWE, ras Clement. Op de helft js een gedeelde N-gift toegepast. 6,00 ha CONSUMPTIEAARDAPPELEN, ras Bintje. Pootgoed 28/35 mm, 1 ha is gepoot met de maat 25/28 mm. 7,00 ha SUIKERBIETEN, ras Monohil, Monitor en Donor. Zaaiafstand in de rij 18 cm eind- afstand en 12,50 cm met mechanisch dunnen. Onkruidbestrijding met „pyramin" en „merpelan-A.Z.". Op een gedeelte is in het najaar van 1973 de grond ontsmet met D.D. ter bestrijding van het vrijlevend wortelaaltje „trichodorus Teres" op lichte grond. 3,00 ha ZOMERGERST, ras Berac. Ontsmet met Millstem. 3,50 ha ZAAIUIEN, ras Wljbo. Ter bestrijding van de uienvlieg is fytosol granulaat ge bruikt. 3,00 ha stamslabonen, ras Cordon, voor de groene pluk op contract. Verder zal deze zomer de bouw van de nieuwe hangar met uienbewaarplaats een aanvang nemen. 100 100 90 109 114 115 104 125 126 135 125 157 160 173 129 190 97 203 137 218 164 239 157 267 204 294

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1974 | | pagina 11