Met elkaar omgaan Hoofdbestuur en ledenraad 9Czlm vergaderde s Drs. J. DIJKGRAAF. L.C.C. - Goes. WOORAL oudere mensen horen we dikwijls zeggen, dat er tegenwoordig eigenlijk geen fluit meer aan is. Ze doelen dan hoofdzakelijk op de wijze, waarop de mensen met elkaar omgaan. Ze vinden de mensheid toch wel erg hard en onverdraagzaam geworden. Het intole rant zijn ten opzichte van elkaar is niet meer van de lucht en het leven verschraalt tot een voortdurend met elkaar overhoop liggen. Wij geloven niet dat zij, die zo redeneren, helemaal on gelijk hebben. Natuurlijk zit er wel een stukje hang naar het verleden in dergelijke redeneringen, maar aan de an dere kant is het toch zo, dat de mensen elkaar in veel situaties met minder begrip tegemoet treden. Bovendien missen we in deze tijd een stuk humor, dat zo wezen lijk is voor het afvlakken van de scherpe kantjes. Humor relativeert; dat wil zeggen doet ons het betrekkelijke van al onze strevingen inzien en bovendien werkt een lach ontspannend en bevrijdend. Het breekt de spanning en het doet ons de ander weer eens van een andere kant zien. We worden door humor gewoner en menselijker en desondanks kun je toch wel tot zaken komen. Mis schien zelfs beter! LUISTEREN QM begrip voor elkaar te hebben moet je de kunst verstaan je in de situatie van de ander in te le ven. En om dit te kunnen moeten we vooral goed kun nen luisteren naar de ander. Nu, als wij mensen iets slecht kunnen dan is het wel luisteren, een enkele witte raaf uitgezonderd. Luisteren is voor het met elkaar omgaan van doorslaggevende betekenis. Wat bedoelt zij of hij werkelijk te zeggen, wat zijn de achtergronden en wat is het doel van de zinnen en woorden. Konden we vroe ger beter luisteren? Wij menen van wel. We hadden meer tijd of gunden ons meer tijd en we waren minder met en voor ons zelf in de weer. Bovendien zijn er zoveel stemmen en geluiden om ons heen, dat het zich concen treren op wat de ander zegt of schrijft ook gewoon veel moeilijker geworden is. Opvallend is bijvoorbeeld, dat in kursussen over kommunikatie-, vergader- en discussie techniek steevast het onderdeel luisteren is opgenomen. We zijn zover uit elkaar gegroeid, dat we niet eens meer naar elkaar kunnen luisteren. Stil zijn en luisteren. Wel nu, wat kan er dan terecht komen van het goed met el kaar omgaan? Luisteren is een levensgrote voorwaarde om de ander werkelijk te kunnen ontmoeten. Los van gelaatsuitdrukkingen, stemmingen, gebaren, houdingen en aanrakingen die allemaal passen in het stramien van het ontmoeten, het werkelijk ontmoeten vpn de ander. EENZAAMHEID XnASSAMEDIA zoals radio en t.v. zijn wel aardig, AVA maar het zijn geen oplossingen voor een echt men selijk verkeer. De ontmoeting in het kleine verband zal altijd blijven prevaleren willen we echt als mensen met elkaar kunnen omgaan. Het klimaat of zo U wilt de ethiek of sfeer zijn bepalend voor de wijze, waarop we de ander tegemoet treden. Misschien begrijpt U nu met ons, waar om zovelen in onze tijd een stuk warm menselijk verkeer missen. De geestelijke eenzaamheid is veel groter dan we denken. Er zijn massa's mensen, die helemaal niemand hebben die naar ze luistert, waar ze tegen aan kunnen praten. Voor hen, biedt dat fcleine al dan niet gekleurde kastje echt geen wezenlijke oplossing. ONZE TAAK 7 0 hebben wij als mensen uit de organisatie in dit licht gezien ook een duidelijke taak. Onze in standsorganisatie en coöperatie georganiseerde land- en tuinbouw zal deze aspecten duidelijk in het beleid moe ten inbouwen. Onder het motto: goed met elkaar om gaan. Dat wil zeggen niet te autoritair, niet te veel af stand nemend en niet te neerbuigend. We zullen moe ten leren leven van ons voetstuk te komen om daadwer kelijk naar anderen te luisteren. Daarmee lossen we na tuurlijk geenszins alles op, maar het kan wel bijdragen tot een beter begrip voor elkaar. Want luisteren betekent ook antwoorden en zo mogelijk daden, leder van ons ga bij zichzelf te rade en bezie wat hem te doen staat! We kunnen regelen, plannen en organiseren wat we wil len maar voorop blijft de persoonlijke ontmoeting. Ge lukkig maar, want strukturen alleen helpen ons beslist •niet uit de brand. De wereld ligt dicht-bij huis: namelijk bij hen, die we tegenover ons ontmoeten om goed met elkaar om te gaanl Zeer grote bezwaren had de vergadering ook tegen de hoge heffing op de (magere) C-suiker, waardoor ex port van deze surker in feite onmogelijk wordt en de suikerproducent de kosten van een verplichte voorraad- vorming in het algemeen belang volledig te dragen krijgt. Door dit geheel en al tegen de belangen van de land bouw indruisende Brusselse marktbeleid ontstaat het ge vaar dat een groot gedeelte van de toch al onvoldoen de prijsverhogingen in dit voorjaar weer teniet wordt ge daan. Immers door het kunstmatig op het interventie niveau drukken van de tarweprijs ontvangt de tarweteler gemiddeld een tenministe 5% lagere prijs dan bij de normale prijszetting van de laatste jaren. Het gevolg van de heffing op C-suiker voor de prijs vorming van de suikerbieten zal ongetwijfeld in dezelfde orde van grote liggen. TUINBOUW T) E tuinbouw in het algemeen heeft een bewogen jaar achter zich, wat tot uiting komt in de zeer uiteen lopende bedrijfsresultaten, aldus de heer M. J. Goud, voorzitter van de tuinbouwcommisuie, in zijn tuinbouw- overzicht. De peren gaven een zeer matige tot slechte oogst, die echter afgezet kon worden tegen bevredigen de prijzen. Zeker gold dit voor de Conference uit de be waring. De appeloogst was goed. Europees gezien was er zelfs sprake van een topoogst. In het voorseizoen verliep de prijsontwikkeling naar wens, maar later, en vooral in de bewaarperiode, zijn de resultaten teleurstellend ge weest. Niet alleen het overaanbod van bewaarfruit bin nen de EEG heeft geleid tot lage prijzen maar ook de kwaliteit met name van onze Golden Delicious heeft prljs- drukkend gewerkt. Mede door het gunstige weer in het groeiseizoen van 1973 is dit appelras vaak te rijp aangevoerd. Ook heb ben de lage marktprijzen voor dit ras nivelerend gewerkt t.o.v. de andere appelrassen, zodat het geheel niet vol doende tot waarde gekomen is. De fruitteelt in het alge meen heeft dan ook wederom een moeilijk jaar achter de rug. De verwachtingen voor dit jaar zijn nog moeilijk te schatten. Wat de grootte van de oogst betreft lijkt er voor de meeste perenrassen een topopbrengst in te zitten. Er kan echter nog veel gebeuren; de ruiperiode is nog maar net begonnen. De appels geven een meer gevarieerd beeld te zien. De klachten over een slechte zetting bij Goudreinette en Cox's worden talrijker. Ook de Golden Delicious schijnt niet zo te hangen dat een chemische dunning verantwoord is. Internationaal is er sprake van vorstschade in diverse teeltgebieden. Het is echter nu beslist nog te vroeg om een betrouwbare oogstverwach- ting uit te spreken. De glascultuur, die zich toch al niet kenmerkte door een sterke expansie heeft als gevolg van de oliecrisis het extra zwaar te verduren gekregen. De omschakeling op aardgas bracht voor verschillende bedrijven verademing, zodat de stookkosten wat in het gareel teruggebracht konden worden. Gelukkig hebben we een zachte winter gehad, zodat het energieverbruik als zodanig minder kon zijn. Tevens waren de prijzen voor het geteelde produkt van dien aard, dat er wat ruimte in zat om de gestegen kosten enigszins op te vangen. Al met al is de glascultuur een bedrijfstak geworden met veel risico's weinig flexa- biliteit en matig perspectief. VEEHOUDERIJ TN zijn veehouderij-overzicht deelt de heer J. M. VAN HEUST, voorzitter van de veehouderijcommissie, mee dat het vee dit jaar vroeg de weide is ingegaan, doch dat de grasgroei het heeft laten afweten door de aan houdende droogte en de koude periode, met als gevolg een beperkte vraag naar gebruiksvee. Door de recente regenval is in deze situatie een verandering gekomen, maar ondanks dat de prijzen nu zijn opgelopen, liggen deze voor vaarzen en pinken toch nog f 300,lager dan vorig jaar. De nuchtere kalveren, die wel bijzonder goedkoop zijn geweest, beginnen nu ook in prijs te stij gen, hetgeen mede verband houdt met de speculaties naar een oplossing in de exportmoeilijkheden van vette kalveren naar Italië. De slachtveeprijzen zijn prijshoudend, doch Ipag en bereiken 82 van de oriëntatieprijs. Volgens de heer Van Heijst heeft een dergelijke prijs vaststelling geen zin, als men geen maatregelen treft deze te benaderen. Weliswaar heeft men een bodem in de markt gelegd door toepassing van permanente inter ventie, maar daar de interventie voor veel minder catego rieën geldt dan in de partnerlanden bestaat ook hierovei ontevredenheid. Terecht overigens, want Nederland neemt hier duidelijk een minderheidspositie in. Op de varkensmarkt zijn de prijzen in korte tijd geheel ingestort, doch de laatste week weer herstellende. Be treffende de varkenspestaffaire werd wat deining veroor zaakt door het feit dat bij Fovema een 60-tal fokberen niet werden opgeruimd. Hoewel deze dieren onder strenge controle van de V.D. staan, acht men het niet verant woord dat dit fokmateriaal naar een subbedrijf wordt over geplaatst. Door deze besmetting werd toch wel duidelijk aangetoond welke risico's verbonden zijn aan een der gelijke grote concentratie. Wat de zuivel betreft heeft de melkaanvoer in het zui den de top bereikt, wat in het westen noorden ook spoe dig het geval zal zijn. In de laatste week van april werd 7 meer melk aangevoerd dan in de overeenkomstige periode in 1973. De voorraden zijn niet groot en er is behoorlijk afzet. Vooral de vraag naar kaas is goed te noemen. De vraag naar magere melkpoeder daarentegen is niet groot. De consumptiemelk, die eerst met 3 cent en daarna nog eens met 2 cent werd verhoogd, gaf aanleiding tot ontsteltenis. Daar de grootwinkelbedrijven de laatste ver hoging niet toepassen, durven de slijters in de grote ste den deze verhoging niet doorvoeren omdat zij bang zijn voor een inkrimping van hun afzet. Wel wil men de 2 cent aftrekken van de rekening van de zuivelfabrieken, omdat deze te weinig stelling nemen tegen de winkelbedrijven. De boerenmelkprijs is nauwelijks hoger dan vorig jaar op deze tijd, als de 2% revaluatietoeslag is vervallen, on danks de melkprijsverhoging in de EEG. Er wordt echter verwacht dat er wel een verhoging in zit als de oude poeder, die op dit moment nog al wat concurrentie be zorgd, geruimd is. Op meer inkomsten uit de melkveestapel moet niet wor den gerekend. Daarvoor zijn de nuchtere kalverprijzen te laag geweest, hetgeen omgerekend op de melk al gauw 4 a 5 cent scheelt met vorig jaar. Ondanks de neiging tot dalen zijn de krachtvoerprijzen toch nog hoog, wat ook weer kostprijsverhogend werkt. Het inkomen van de melkveehouder zal dan ook naar ver wachting sterk teruglopen, wat onaanvaardbaar is, aldus de heer Van Heijst. maal zoveel kon kopen dan in 1970, dat dit in 1972 nog was 0,84 maal dat van 1970, terwijl dit in 1974 als onze gok juist is, nog 0/50 maal dat van 1970 is! Tp AT dit betekent voor de kapitaalsbehoefte van een onderneming is gemakkelijk te berekenen. Als een onderneming in 1970 een kapitaalsbehoefte had van 100.000,—was dit in 1974 100/60 x 100.000,— f166.666,Zijn besparingen moeten in deze 3 a 4 jaar dus hebben bedragen f 66.666,om dezelfde onderneming te kunnen blijven voeren. Laat onsi aannemen dat de pe riode 4 jaar is, dan betekent dit f 16.666yper jaar. Wat moet iemand nu verdienen om, nadat hij belasting heeft betaald en geleefd ook nog f 16.666,te besparen. Gemakshalve gaan wij uit van het schijventarief in komstenbelasting 1974 (gehuwd met 2 kinderen). Stel inkomen f 76.817, Belastingvrije som 8.093,— IS ORTE tijd geleden is de jaarlijkse uitgave van het L.EJ. en het Centraal Bureau voor de Statistiek ,/Landbouwcijfers 1974" weer verschenen. Dit is interes sante literatuur voor degene die van cijfers houdt. Veel wetenswaardigs staat er in dat boekje en er is een grote variatie. Een interessante conclusie willen wij U niet ont houden. Een staatje geeft de koopkracht van de gulden aan. Als basis neemt men het jaar 1970. Men zegt 1970 is 100 en uit de reeks geven wij U de volgende verhoudings getallen. 1910 - 625 1935 - 556 1955 - 189 1970 - 100 1920 - 323 1939 - 526 1960 - 161 1972 - 84 1930 - 476 1950 - 238 1965 - 128 Om 1973 en 1974 te berekenen waren er blijkbaar nog onvoldoende gegevens, maar wij durven wel een gokje wagen. 1974 zal ongeveer op 60 liggen! Het betekent dus, dat men voor eén gulden in 1910, 6/25 de koopkracht van de gulden, zouden alle prijzen van grondstoffen en alle prijzen van produkten gelijk zijn ontwikkeld. Wat dit voor de prijzen van landbowwprodu/k- ten betekent, laat het volgende staatje zien. De prijzen in 1970 waren gemiddeld voor: Tarwe f 37/55 Gerst Suikerbieten ,34J5 63M Groene erwten f 50,20 Aardappelen 10,80 Melk „37/29 Deze prijzen zouden herrekend op basis van de daling van de koopkracht van de gulden alle moeten worden vermenigvuldigd met 100/60 en worden dan: 100 Tarwe Belastbare som 68.724, Te betalen inkomstenbelasting f 32.942, Te besparen 16.666, „49.608,— Gerst 60 100 60 x 37/55 x 3445 Over voor leeftocht, verzekeringen, opleiding kinderen, etc. f19.116, Om het bedrijf op peil te houden is dus een inkomen van f 76.817,nodig, indien de koopkracht van de gul den daalt, zoals is berekend met 10 punten per jaar. Meent U beslist niet dat het voor lopende bedrijven niet geldt, de prijs-explosies hebben vele handels- en andere bedrijven in grote financieringsmoeilijkheden ge bracht. Denkt U b.v. eens aan een handelaar in vloeibare brandstoffen, benzine en olie, ongeveer de sterkst getrof fen bedrijfstak, waar de prijs van gasolie in één jaar tijds ongeveer 2Vt x zo hoog te geworden! Indien er een evenredige prijsontwikkeling bestond met Suikerbieten Groene erwten Aardappelen 63/>4 x 50/20 10,80 Melk 100 60 x 37/29 f 62/58 56/90 ,105,90 83,66 18,- 62,15 Hoewel definitieve cijfers over 1974 niet bekend zijn kunnen wij nu al wel stellen dat ontwikkeling van de prijzen naar dit niveau als een niet haalbare situatie moet worden aangemerkt! PAAUWE.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1974 | | pagina 3