Rond de
Schelde
UIT DE
PRAKTIJK
Eerste luizen in de bieten gesignaleerd
Met de bieten is het
zeker fout I
Geen woorden, maar daden
De moed zinkt soms in de schoenen
Als wij onze bijdrage uit WEST ZEEUWS-VLAAN
DEREN voor deze rubriek schrijven is het-zaterdag 18
mei en nog steeds zijn onze wensen niet vervuld! Het
was en is droog en men zou vrezen dat het voorlopig
nog een tijd zo blijft. Ook al zyn er bewolkte dagen;
regen van betekenis blijft uit!
Als we zo naar buiten kijkend het landschap bezien,
dan ligt er vlak o\rer de kreek een perceel bieten. Al
thans we weten dat het bieten zouden moeten zijn. Maar
evenals op de helft van de West Zeeuwsvlaamse bieten
percelen is ook dit stuk land een probleemgeval.
Want wat is er aan de hand in ons gewest? Steeds
meer streven we naar een groter te betelen oppervlak
te per man. Een belangrijk hulpmiddel daarbij zyn de
Chemische bestrijdingsmiddelen. Evenwel men zou graag
wensen dat de bietjes deze stoffen ook allemaal zouden
kunnen verdragen. Maar laten we niet vergeten dat er
veelal een korte tijd vóór het zaaien wordt gespoten
met T.C.A. Vóór het zaaien wordt in de meeste gevallen
gespoten met AVadex of Roneet. Gevolgd door na het
zaaien met Pyramin (soms met I.P.C.). Korte tijd na
opkomst spuiten we dan nog met Betanal al of niet
aangevuld met Pyramin of Venzar. En blijkbaar als een
gevoelige toepassing in dit voorjaar, gingen we dan ook
nog massaal doen aan zaaivoorbespuiting met lindaan.
Als daarbij dan ook nog door een ongunstige winter de
struktuur van de 'grond niet best genoemd kan worden,
en het verder nog extreem droog is, kan het eigenlijk
toch niet anders gaan zoals nu. Laten we kort zijn: met
onze bieten zitten we goed fout!
De Iindaan-zaaivoorbespuiting tegen insektenvraat,
waarVan in onze streek naar schatting de helft van het
areaal werd behandeld, heeft mede eraan meegewerkt,
dat rond half mei veel bieten het bijltje er hebben bij
neergelegd. We stellen „mede", maar op vele percelen
was het zeker voor 90®/o de oorzaak, daar ons inziens
de toepassing van dit middel niet helemaal is -geschied
volgens de geadviseerde methode. Laten we wel beden
ken dat op die plaatsen waar Lindaan gespoten wordt,
byv. 2 of 3 cm breed, er omgerekend volVelds werd ge
spoten tegen 25 resp. 17 kg Lindaan per ha. Hoeveel
heden welke zonder verder commentaar voldoende ver
klaren!
Verschillende percelen moeten worden uitgereden of
zullen met een zeer lang aantal planten de groeiperiode
doormaken. Welke en hoeveel planten er nu nog zullen
wegvallen, is op dit moment nog niet zeker.
Wij zouden nog willen opmerken dat toen we afgelo
pen week in Wallonië vertoefden, we daar een goede
bietenstand konden constateren. Dit is niet bedoeld nu
nog meer pessimisme te kweken, maar wel opdat we
beseffen dat er niet alleen in Nederland goed bieten ge
teeld zouden kunnen worden! Overigens een gedachte,
zo we die gehad mochten hebben, die we in ieder geval
vooral de laatste jaren steeds meer zouden moeten heb
ben prijsgeven. De tijd lijkt jammer genoeg gekomen
dat we elders moeten gaan kijken hoe ze het daar doen!
Wij schijnen althans voor anderen geen voorbeeld meer
te zijn! Maar het getij kan ook wel weer eens keren;
laten we dat maar hopen!
De hoop dat het met de opkomst en groei van de
gewassen nog wel in orde zal komen, begint ook op
WALCHEREN steeds kleiner te worden Van gewassen
zoals vlas, uien en zelfs ook granen en bieten kunnen
we toch weinig goede verwachtingen meer hebben wan
neer deze nog boven moeten komen. De regen die we
vorige week hebben gehad, kan nog wel eens funest
blijken te zijn ook! Teveel om ongekiemd te blijven en
te weinig om in leven te blijVen! Hoewel het nog te
voorbarig lijkt om van een rampjaar te spreken, zal er
toch een wonder moeten gebeuren willen we gemid
deld nog aan normale opbrengsten komen. Vele praktici
zien bet echt niet meer zo zitten. De top is er af en wat
het nog wordt zullen we maar af moeten wachten, zo is
in het algemeen de teneur. Ondertussen wordt de stem
ming onder de collega's t.a.v. ons inkomensbeleid er niet
beter op. Het wordt nu toch echt wel tijd dat er vanuit
Brussel een andere wind gaat waaien. Het ziet er naar
uit dat er op verschillende bedrijven nogal wat zal ver
anderen in het bouwplan. Daar er op veel bedrijven
meestal wel één of meer percelen zijn met een onvol
doende opkomst,neemt men zijn toevlucht nog tot het
zaaien van bruine bonen. Het ziet er naar uit dat er
van dit gewas een groot areaal komt. Maar ook hiervoor
is regen gewenst wil men van een goede opkomst ver
zekerd zijn.
Het verhaal wordt eentonig, daar zijn wij ons van
bewust! Echter in dit overzicht uit THOLEN en ST.
PHILIPSLAND voorbij gaan aan het gesprek van de
dag zou ons inziens onjuist zyn! Wat dit gesprek is,
laat zich niet moeilijk raden; dat is de aanhoudende
droogte! Het gaat er bedroevend uitzien. Reeds in ons
vorig overzicht hebben we op de droogteverschijnselen
gewezen. Welnu dat beeld is niet verbeterd, eerder nog
verslechterd, want de 3a 5 mm neerslag die er intussen
is 'gevallen is totaal onvoldoende geweest om iets ten
voordele te veranderen.
Het onkruid daar en tegen heeft blijkbaar minder
last van de droogte, want dat groeit er lustig op los,
zonder last te ondervinden van de gespoten bodem-
herbiciden! In de bieten is reeds heel veel gespoten met
Betanal, gedeeltelijk gemengd met uitvloeier (Schering-
oli en Citowet) en de resultaten hiervan zijn goed. De
grootste problemen constateren wy bij het onkruid vrij
maken van uienpercelen. Ten eerste is de opkomst dik
wijls slecht en zeer onregelmatig en ten tweede zijn
de omstandigheden voor het spuiten met onkruidbestrij-
Tot op heden zijn er nog weinig bieten „uitgereden"
of overgezaaid voor zover ons bekend. De geruchten
gaan wel dat dit nogal van betekenis zou zijn, maar
in percentages uitgedrukt zal dit toch nog weinig zijn.
De hoop was tot op heden gevestgd op alsnog voldoende
regen, zodat er nog in tweede instantie voldoende plan
ten zouden komen. We gaan echter steeds weer vre
zen dat er toch nogal wat percelen zullen zyn met een
te dunne stand. De groei van de gewassen op de wat
zachtere grond, waar de opkomst redelijk goed is,
lijkt beter dan die op de zwaardere. Bij de minder goede
struktuur is de beworteling kennelijk ook minder gun
stig waardoor de groei achterblijft.
De afgelopen week werden de eerste luizen op de
bieten waargenomen. Gevleugelde, zowel de groene per
zikbladluis als de zwarte bonenluis. De afvlucht is dus
vroeg begonnen. De bieten zijn nog geen gesloten ge
was. Het zal zaak zijn deze ontwikkeling goed te vol
gen. Door het C.A.R. worden weer waarnemingen ge
daan Zodra spuitwaarschuwingen worden gegeven, dient
men zijn gewas te controleren en zonodig te spuiten.
Blijkens latere onderzoekingen na het spuitseizoen
bleek, gezien 'het voorkomen van vergelingsziekte, dat
er in ons gebied wat te laat met spuiten is begonnen!
Laten we dit jaar als bietentelers wat sneller reage
ren op een spuitwaarschuwing. Het kan nodig zyn!
dingsmiddelen nog steeds ongeschikt. Ten einde raad
zullen wij straks wel terug moeten vallen op middelen
als Certrol 20 of zwavelzuur.
Sommige percelen graszaad lijden ook al onder de
droogte en hier en daar zien we plekken die compleet
dood gaan, vooral veldbeemd lijkt nogal gevoelig te
zijn. De veebedrijven raken eveneens in moeilijkheden
omdat de -grasgroei sterk achter blijft. Enkelen hebben
de percelen die zij voor kuilen of hooien hadden bestemd
reeds aangesproken. Dit gaat voor hen in de toekomst
weer extra voerkosten opleveren! Daarbij minder aan
bod van veevoeders levert tevens weer verhoogde pry-
zen op, zodat dit voert ekort dubbel aankomt!
Dezer dagen vernamen wij dat ook de fruittelers al
droogteproblemen hebben bij hun bomen en als we
deze klachten voegen bij die van de vollegrondstuin-
bouw, dan is het duidelijk dat de totale stemming in de
agrarische sector wel erg slecht is momenteel. Het is
dan ook geen wonder dat onze leden het welliswaar
juist vinden dat hoofdartikelen in ons blad verschijnen
onder de kop van Europese onmacht of Falend markt
beleid van Brussel, maar toch zijn zij niet tevreden met
het alleen maar constateren van deze feiten. Men wil
meer, geen woorder, maar daden!
Deze week vergadert de ledenraad van de ZLM in
ons gebied n.l. op St. Phiüpsland en tevens worden er
dan een aantal bedrijven bezocht. De ledenraad zal zich
dan kunnen overtuigen van de goede instelling van de
Thoolse en Fliplandse agrariër om er iets goeds van te
maken.
Wanneer echter het Landbouwbeleid van Brussel
'blijft falen, zullen ook deze flinke ondernemers het
tenslotte niet redden. Hopenlijk laten wij het met zijn
allen als agrariërs niet zo ver komen! De tijd van het
bestuderen van geëigende maatregelen wellicht binnen
het vlak van de burgerlijke ongehoorzaamheid is daar.
Hopenlijk heeft de ledenraad zich daarover thans reeds
uitgesproken!
Deze week hebben we bezoek géhad van leerlingen
van de Amersfoortse Scholengemeenschap in het kader
van de 11e werkweek. Ondanks het feit dat zij nog
jong en met het agrarisch bedrijf onbekend waren, werd
hunnerzijds toch opgemerkt dat de Thoolse boer een
hardwerkend persoon is. Bovendien was men onder de
indruk van de gecompleceercftieid van een agrarisch
bedrijf. O. i. was het wederom een geslaagde werkweek!
Het wordt een eentonige zaak om uit „de Praktijk"
over OOST ZEEUWS-VLAANDEREN iets te schrijven
in verband met de droogte, die onze streek begint te
teisteren. De verschillen zijn groot, terwijl sommige
collega's in de zachtere grond hun produkten allemaal
boven hebben staan, dolen anderen over hun nog zo
goed als lege akkers met de moed in de schoenen!
'In de weilanden staat net zoveel gras als andere ja
ren, alleen is het nu op dit moment veel korter.
Heel wat percelen bieten, erwten, blauwmaanzaad en
uien zullen in deze week nog worden uitgereden. De
aardappels staan er prima bij, maar dan ook alleen in
onze bietenvelden! Op de percelen zwaardere grond,
waar ze gepoot zijn, staan ze er nog niet uit. Ze liggen
te droog tussen de grondkluiten.
De bonen in onze streek zijn zowat allemaal gezaaid,
en wachten op regen, zoals trouwens een ieder van ons.
Al met al is de start en zijn de eerste groeiomstandig-
heden niet gunstig! De tijd zal leren of zulks niet door
zal werken in ons eindresultaat. We zullen moeten af
wachten of we dit jaar onze kost (beter gezegd „onze
kosten") kunnen verdienen. Voorlopig ziet het er niet
best uit! De prijzen van onze produkten zijn allemaal
aan de zeer lage kant. Zowel het vee als de vaarsen
en ook de varkens zijn goedkoop. En dit werkt weer
door, zowel op de kalveren- als mede op de biggenprij
zen. Alles zit in de pureé! 't Wordt een hele opgave
voor de ondernemer om onder dit alles optimistisch te
blij ven. Toch moed verloren, is alles verloren; dus we
blijVen maar weer hopen op betere dagen!
Soms staan we in de landbouw voor raadselen. Zo
b.v. ook weer in dit voorjaar. In drie percelen winter
tarwe vorige herfst gezaaid in dezelfde week, van het
zelfde ras, met gelijke zaaizaadhoeveelheid en op gelijke
voorvrudht, blijken thans by nader onderzoek de aan
tastingen door voetziekte heel verschillend te zijn. Eén
perceel moest vanwege het hoge aantastingspercentage
zelfs chemisch worden behandeld, terwijl de twee an
dere percelen praktisch gezond waren. Vroeger leerden
we op de landbouwschool, dat te diep, te dik en te
vroeg zaaien van grote invloed kon zijn op het voorko
men. van voetziekte en daarom zoeken we de oorzaak
van bovengenoemde aantasting meer in het te diep zaai
en, daar het aangetaste gewas op een wat lichtere grond
staat en daardoor ook een wat losser zaaibed heeft ge
had. Tarwe welke met de kunstmeststrooier gezaaid is,
voldoet meer aan de eisen van ondiep zaaien en als ge
volg daarvan zal zo'n gewas misschien minder aantas
ting door voetziekte vertonen. Daar we in deze weinig
of geen ervaring hebben, kunnen we hierover niets
positiefs meedelen, maar het zou toch wel interessant
zijn om nog meer van dergelijke oorzaken af te weten.
Voorkomen is altijd nog beter dan genezen!
Ook in de zomergerst moeten we attent blijven op
het voorkomen van meeldauw. Van bepaalde rassen is
het zaaizaad met een systemisch fungicide tegen meel
dauw behandeld, maar bij de resistente rassen is deze
behandeling om gegronde redenen achterwege gelaten
en in deze rassen hebben we reeds plaatselijk meeldauw
geconstateerd. Het stadium „schaal 5" kan by de vroeg
gezaaide percelen bij wat groeizamer weer straks gauw
bereikt zijn en dan zullen we indien nodig toch maat
regelen moeten nemen. Van een gezond gewas kunnen
we de hoogste opbrengst verwachten en juist daarom
is extra oplettendheid in deze weken wel zeer geboden.
Het onderkennen van plantenziekten en de kennis van
handelen en bestrijden is wel een van de voornaamste
eisen welke aan de taak van de huidige boer worden
gesteld. Slechts met behalen van topopbrengsten kun
nen we ons bedrijf nog gezond houden.
De laatste week is de wintertarwe wel erg veel ver
anderd en gelukkig ten goede. We kennen tegenwoordig
twee systemen van tafweverbouw, namelijk de ouder
wetse manier waarbij in het vroege voorjaar al de stik
stof in één keer wordt gegeven en de moderne manier
waarbij ongeveer de helft van de stikstof in het voor
jaar wordt gegeven en de rest pas eind mei. Deze laat
ste manier wordt ook wel de „schrale opfok" genoemd
en dat is nu aan die gewassen ook duidelijk te zien.
Als men eenmaal voor een systeem gekozen heeft, moet
men ziC:i ook heel de rit daaraan houden. Moderne
tarweteelt is een rekensommetje geworden. Men gaat
er van uit hoeveel stikstof er na de winter in de bouw-
voor is achtergebleven en hoeveel stikstof het gewas
voor een optimale produktie dan nog wel nodig heeft.
Bij de tweede gift is altijd nog een correctie mogelijk.
Verder wordt als eis gesteld, dat het gewas gezond
blijft, dat de stikstof niet in het stro gaat en dat de
korrel ongestoord uit kan groeien. Het zit allemaal heel
goed in elkaar, maar door de droogte is de levering van
stikstof uit de bodemvoorraad trager verlopen. Ook bij
het ouderwetse systeem zou dit natuurlijk het geval
zijn en daaraan zien we weer hoe ontzettend moeilijk
het allemaal is! De tijd zal het leren wat voor dit jaar
precies in de roos is geweest en met die ervaring ryker
kunnen we in de toekomst ons voordeel misschien weer
doen. Ons streven naar opbrengsten van ongeveer 7 ton
per ha is een goed uitgangspunt en daar zullen we toch
niet van af moeten stappen, want zulke opbrengsten
hebben we dringend nodig. Ieder jaar is echter weer
anders en zo blijft het interessant! Wie dit voorjaar
wat gewaagd heeft en eigenlijk in het nette wat „ge
knoeid" 'heeft bij de inzaai, zit met de opkomst beter
dan zijn wel erg nette collega!
5