m BASF Rabobanken in 1974 Werkgroep Organisatie vraagstukken Rundveehouderij Nieuwe serie brochures over luisbestrijding van ICI goede opbrengst De combinatie Betanal/Pyramin verzekert u van een langdurige en brede werking! De combinatie met de brede werking. Dat komt vooral tot uiting in een opvallende verbetering van de bestrijding van veelknopigen. De laatste jaren passen steeds meer bietentelers ook bij een tweede bespuiting Pyramin toe. Omdat de voordelen voor de hand liggen. Pyramin wordt goed verdragen door de biet en heeft een brede en zeer langdurige nawerking die vele weken aanhoudt. Door de tweemalige toepassing van Pyramin is het mogelijk om het effect op zwarte nachtschade en ganzevoet aanmerkelijk te verbeteren, met name op gronden die goed reageren op bodem herbiciden. Moderne bietentelers werken dan ook graag met Pyramin. BASF heeft nog veel meer produkten die snel en afdoende afrekenen met de belagers van uw oogst. Gewasbeschermers voor de akkerbouw, de tuin bouw, de bollenteelt, de fruitteelt en de groenteteelt. Raadpleeg dus gerust de specialist: BASF. BASF Nederland B.V., Afd. Landbouw, Kadestr. 1, Postbus 1019, Arnhem. Tel.: 085-717171. zwarte nachtschade s&r Qt Weer zo'n uitgedokterd BASF produkt! ganzevoet 12 ZEKERE SELECTIVITEIT IN FINANCIERINGSTAKEN NOODZAKELIJK RESERVES 1,4 MILJARD GULDEN De ontwikkelingen gedurende de eerste maanden van 1974 wijzen op een verdergaand herstel van het evenwicht tus sen toevertrouwde middelen en uitzettingen bij de Rabo banken. De groei van de toevertrouwde middelen stemt tot tevredenheid; de samenstelling daarvan vertoont een ver dere verandering ten gunste van de depositogelden en ter mijnspaargelden. De kredietvraag blijft zich op hoog niveau bewegen, zij het dat ten opzichte van 1973 enige matiging kan worden onderkend. Deze zal mede zijn veroorzaakt door de stijgende tendens van de kapitaalmarktrente, welke ook de Rabobanken noopt tot aanpassing van haar rentetarieven. De verwachting kan worden uitgesproken dat de Rabobank- organisatie ook in 1974, gelet op de economische en mone taire situatie, haar financieringstaken op bevredigende wijze zal kunnen vervullen. Een zekere selectiviteit zal daarbij niet kunnen worden gemist. De vooruitzichten voor 1974 strekken zich uit in de richting van een voortschrijdende ontwikkeling. Ajldus het jaarverslag van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank dat aan de Algemene vergadering, die op 30 mei te Utrecht wordt gehouden, zal worden aangeboden. Hoofdpunten voor deze vergadering die om 10.30 uur begint en in de Irenehal van de Jaarbeurs gebouwen wordt gehouden zijn. Openingstoespraak door de heer C. G. A. Mertens, voor zitter van de Raad van Beheer. Toelichting op de jaarstukken door Dr. A. J. Verhage, voorzitter van de Hoofddirectie. Waarbij in beide toespraken tevens zal worden ingegaan op aktuele vraagstukken. In de middagbijeenkomst zal de Minister, mr. A. P. J. M. M. van der Stee, spreken over ,JDe financiering van de Landbouw, nu en in de toekomst". KREDIETVERLENING Blijkens de jaarstukken van de Centrale Rabobank is de kredietverlening door de Rabobanken aan de private sector in 1973 toegenomen met 21 Dit gegeven komt overeen met 3,5 miljard. De totale kredietverlening (aan de private sector) kwam daardoor op 20,3 miljard. Het totaal van de in 1973 verstrekte nieuwe leningen beliep 6,4 miljard. Hiervan werd 1,8 miljard opgenomen door het agrarische bedrijfsleven, 1,1 miljard door het niet-agrarische bedrijfs leven en 3,5 miljard door particulieren hoofdzakelijk in de vorm van hypotheken ten behoeve van het eigen woning- bezit. Het rekening-courantkrediet steeg met 666 miljoen. TOEVERTROUWDE MIDDELEN De toevertrouwde middelen bestaande uit spaargelden, rekening-courantsaldi, saldi op privérekeningen en middelen op termijn (w.o. bankdeposito's) gaven een toeneming te zien van 2,9 miljard; hetgeen overeenkomt met een stij ging van 12 Het totale middelenbestand kwam hierdoor ultimo 1973 op 27,1 miljard. In het jaarverslag wordt melding gemaakt van een terug lopen van de spaaroverschotten in het tweede halfjaar van 1973. In dit verband wordt gewezen op een verschuiving van spaargelden naar bankdeposito's. Deze verschuiving is verklaarbaar uit de zeer hoge rentestand op de geldmarkt die veroorzaakt werd door een grote krapte op de geld markt, mede als gevolg van invloeden uit het buitenland. Deze ontwikkeling leidde ertoe dat bij de Rabobanken de spaargelden, inclusief de bijgeschreven rente, toenamen me* ƒ2 miljard tegen 2,5 miljard in 1972. Het aantal spaar rekeningen beliep op het einde van het verslagjaar 6,5 mil joen. De Rabobanken zagen hun aandeel in de spaargeld- markt stijgen van 41,6 naar 42,1 Met betrekking tot de groei van het aantal privérekenin gen schijnt een verzadigingsfase in zicht te komen. Het aan tal privérekeningen nam nog toe met 200.000. Het totaal aantal van deze rekeningen beloopt thans 1,77 miljoen. De groei van de tegoeden in rekening-courant (zakelijke reke ningen) heeft, evenals bij de spaarrekeningen, gelegen in het eerste halfjiaar van 1973. Later in het jaar viel een ster ke stijging van het rekening-courantkrediet waar te nemen. BEDRIJFSRESULTATEN Het gezamenlijke balanstotaal van de Rabobanken en de Centrale Rabobank beliep per 31 december 1973 ƒ31.2 mil- iard. De toeneming bedroeg, evenals in 1972, 15%. Verge lijking van de balanstotalen van andere bankinstellingen wijst uit, dat de Rabobankorganisatie haar positie als groot ste bank van Nederland heeft kunnen handhaven. De be drijfsresultaten hielden gelijke tred met de groei van de bedrijfsomvang. Na voorziening voor belastingen tot een bedrag van 129 miljoen, resteert een winstsaldo van 186 miljoen. Voorgesteld wordt de winst toe te voegen aan de reserves, waardoor deze zullen komen op 1,4 miljard. In haar vergadering van 2.mei 1974 behandelde deze Werkgroep de eindrapporten van de onder haar auspiciën werkzaam geweest zjjnde Coördina tie-Commissie, Integratie-Commissie en Stuurgroep Rundveehouderij -Organisaties. De beide Commissies en de Stuurgroep waren van mening, dat zij met haar eindrapporten en de daar bij behorende deelrapporten haar taken als afge rond konden beschouwen. Ze verzochten daarom opgeheven te worden. De Werkgroep besloot dien overeenkomstig, onder dankbetuiging aan de leden en de adviserende leden voor de wijze, waarop zij hun taken hébben verVuld. De eindrapporten en de deelrapporten werden aan het bestuur van de „Stichting Gemeenschappelijke Informatiewerking voor de Rundveehouderij" (G.I.R.) toegezonden met verzoek daaraan alle ver eiste aandacht te schenken en rekening te houden met de graad van urgentie van de in de deelrappor ten behandelde onderwerpen. Onder verantwoordelijkheid van de Coördinatie- Commissie was werkzaam een sub-commissie voor de uniformering van het afstammelingenonderzoek. Deze is met haar werk nog niet gereed. Zodra dit het geval zal zijn, zal zij er zorg voor dragen, dat haar rapport in het bezit komt van de belangheb bende organisaties. Alhoewel er in de rundveehouderijsektor ook op organisatorisch gebied nog problemen bestaan, was de Werkgroep toch van mening, dat zij ook tot haar eigen opheffing over kon gaan. Aan het totstandko men van een totale administratieve integratie en het uitbreiden van het service-pakket voor de vee houder zal door het bestuur van de G.I.R. verder worden gewerkt. Dit zal ongetwijfeld geschieden in overleg met de contaktraad van deze Stichting. Deze bestaat uit praktici, benoemd door de C.MD., het N.R.S., de Provinciale Stichtingen voor de Rund veeverbetering en door de verenigingen voor K.I. welke reeds van de Stichting gebruik maken. ICI heeft in het kader van de voorlichting over ge wasbeschermingsmiddelen in de land- en tuinbouw een nieuwe serie brochures uitgegeven over luisbe strijding. Deze brochures belichten kort, zakelijk en helder de problemen die door luizenschade ontstaan. Omdat die schade voor diverse specifieke gewassen verschillend is, is er onderscheid gemaakt in de vol gende groepen: luisbestrijding in aardappelen, luis bestrijding in bieten, luisbestrijding in openbaar groen en boomkwekerijen, luisbestrijding in de fruit teelt, luisbestrijding in granen en luisbestrijding in de groenteteelt. Ondanks deze diversikatie is het gewas beschermingsmiddel steeds hetzelfde n.l. „Pirimor". Een carbamaat, dat ook resistent geworden luizen zoals de groene perzikbladluis, snel en grondig ver delgt. „Pirimor" heeft een lange werkingsduur, is veilig voor het gewas, reukloos, nauwelijks giftig en kan tot kort voor de oogst worden toegepast. De natuurlijke vijanden van de luis, zoals het lieveheersbeestje en andere nuttige insekten blijven bij gebruik van „Pi rimor" gespaard. Een eigenschap die het motto is ge worden van een nieuwe advertentiecampagne, n.l. .Pirimor" spaart vriend doodt vijand. Geïnteresseerden kunnen de zes brochures aan vragen bij ICI Holland B.V., afdeling Landbouw, Wijnhaven 107, Rotterdam. Pyramin rekent af met nakie mers IA

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1974 | | pagina 12