11 het geen oplossing o.a. in verband met de transportkos ten naar de eventueel aanwezige verbrandingsinstalla ties. Al met al moet echter worden gesteld, dat het bij een verdere stijging van arbeidslonen en een afnemende belangstelling voor organische mest voor bemestings doeleinden steeds moeilijker zal worden de mest kwijt te raken. Met kracht zal dan ook naar mogelijkheden van verdergaande biologische afbraak gezocht moeten worden. REGIONALE ZUIVERINGSINSTALLATIE AAN de hand van verricht onderzoek naar de meest gewenste oplossing voor het afvalwatervraagstuk in de regio's N.W. en N.O. Drenthe is de keuze gevallen op regionale rioolwaterzuiveringsinstallaties. In januari 1973 werd met de bouw daarvan een aanvang gemaakt, mede in verband met de te verkrijgen subsidies in het kader van aanvullende werkgelegenheid. Tevens namen in overleg met het zuiveringsschap een 8 tal gemeenten de bouwen van rioolwaterzuiveringsinstallatie ter hand. In totaal ging het daarbij om zuiveringstechnische werken tot een bedrag van 54 min. waarin een subsidie kon wor den verkregen van rond 12 min. Ook konden dank zij 't werkgelegenheidsprogramma een begin worden gemaakt met de aanleg van persleidingen tussen verschillende ge meenten naar de regionale zuiveringsinstallatie. Indien alles gereed is zal, inclusief de door het zuiveringsschap van de gemeenten overgenomen reeds bestaande instal laties, ca. V3 van de het Drentse afvalwater kunnen wor den behandeld. Voor zuivering van de ca. 280.000 i.e. (rond wordt aan een zuiveringsplan gewerkt. DE KOSTEN |YE Wet Verontreiniging Oppervlaktewater gaat uit van het langzamerhand overal bekende principe „de vervuiler betaalt". De inwoners moeten betalen voor de zuivering van het huishoudelijk afvalwater dus het afvalwater van gootstenen, douches en toiletten e.d., ter wijl de industrie, de landbouw en de andere bedrijven voor de zuivering van hun afvalwater moeten betalen of zelf voor de zuivering van dit afvalwater moeten zor gen. Op basis van dit principe heeft het zuiveringsschap met ingang van 1 januari 1973 een verontreinigingshef fing ingesteld waaraan zijn onderworpen de feitelijke vervuilers, dus de gebruikers van woningen en andere gebouwen. Als maatstaf voor de verontreinigingsheffing geldt de vervuilingsgraad van het afvalwater dat, uiteraard met vergunning, op de riolering of op het oppervlaktewater wordt geloosd. De vervuilingsgraad wordt uitgedrukt in z.g. inwoner-equivalenten, waarbij onder één equivalent moet worden verstaan de gemiddelde watervervuiling per inwoner per dag. Om de berekening van de verontreinigingsheffing ten aanzien van de woonruimten en de bedrijfsruimten met een geringere vervuilingsgraad dan 20 inwoner-equiva lenten te vereenvoudigen en om te voorkomen, dat het bedrag van de heffing ten gevolge van hoge administra tiekosten onnodig zou stijgen, is bepaald dat de aanslag van deze ruimten wordt vastgesteld op een vast bedrag per woon- of kleine bedrijfsruimte, gebaseerd op 3,5 in woner-equivalenten, ongeacht het aantal personen dat in de woning woonachtig is of dat in de bedrijfsruimte werkt. Bij het bepalen van deze 3,5 inwoner-equivalen ten is namelijk uitgegaan van de gemiddelde woning- bezetting in Nederland, welke 3,5 inwoner per woning bedraagt. Een uitzondering op de regel, dat een ieder voor een gelijk bedrag per inwoner-equivalent in de veront reinigingsheffing wordt betrokken wordt in Drenthe ge maakt voor de aardappelmeelindustrie. Met financiële steun van het rijk wordt thans hard aan een oplossing voor de afvalwaterpositie van deze tak van industrie ge werkt. De rioolwaterzuiveringsinstallatie te Gieten omvat in grote lijn een bergingsreservoir met een diameter van 50 m en een inhoud van 3000 m3. Aanvoervijzels brengen het afvalwater omhoog naar een zandvanger, waarna in vrij verval het water (met slib) in de beluchtingstanks komt met een gezamenlijke inhoud, van lldOO m3. Beluchters zorgen voor de aanvoer van de nodige zuurstof. Vervolgens gaat het water naar een benzinetank (2500 m3), naar een menggoot waar een vlohmiddel wordt toegevoegd, waardoor het slib verder uitvlokt. Tenslotte volgt nog chlore ring van het effluent en het defosfateren ervan. De defosfateringsinrichting is nieuw voor Ne derland. Het chloreren van het effluent (gezuiverde water) is nodig als het effluent ivordt geloosd op water met een recreatieve functie, omdat in het huishoudelijke afvalwater ziektekiemen voorkomen. De chloorkontakttank zorgt voor de ver eiste kontakttijd (20 minuten), voordat het gezuiverde water wordt geloosd. Verwijdering van de fosfaten geschiedt met ijzerchloride, een zeer agressieve vloeistof, die metalen sterk aantast en in kunststoftanks wordt bewaard. Ook de leidingen en pompen zijn volledig van kunststof. Het ijzerchloride wordt toegevoegd aan het einde van de 2e beluchtingstanks, als het water naar de bezinktank gaat, zodat de neergeslagen fosfaatverbindingen daarin kunnen bezinken. Defosfatering is nodig voor het verwijderen van fosfaten uit het afvalwater, die voor ca. 50 afkomstig zijn van menselijke afvalstoffen (faecaliën) en voor het restant van wasmiddelen. Deze fosfaten worden door bacteriën niet verwijderd en zijn oorzaak van ongebreidelde algengroei in het buitenwater, hetgeen de zuur stofhuishouding van het water nadelig beïnvloedt. DE HEFFINGSREGELING IVE maatregelen die worden getroffen zullen, naar ver- wacht"-mag worden, mogelijk maken de vervuiling tot ca. 5 Van de huidige vervuilingswaarde te reduce ren. Om het treffen van deze maatregelen financieel mo gelijk te maken, heeft het zuiveringsschap in 1973 be sloten in afwachting van de realisering daarvan, de aard appelmeelindustrie in de verontreinigingsheffing te be trekken naar een bedrag van 5 van het vastgestelde bedrag per inwoner-equivalent, in 1973 derhalve 5 van 6,of 0,30 per i.e. Na in 1973 te zijn gestart met een bedrag van ƒ0, per inwoner-equivalent bedraagt de heffing in 1974 12,per i.e. Voor elke woning en dus ook voor het woongedeelte van agrarische bedrijven en voor elke be drijfsruimte met een vervuilingswaarde van minder dan 20 inwoner-equivalenten zal dus in 1974 3,5 X 12,— of 42,moeten worden betaald. Elk agrarisch bedrijf, dat maatregelen heeft getroffen om te voorkomen dat gier, dunne mest, mestvocht, schrob- en spoelwater en ander afvalwater van het bedrijf in die riolering of in het opper vlaktewater geraakt, sal slechts voor de lozing van het huishoudelijke afvalwater in de verontreinigingsheffing worden betrokken, tenzij ook het huishoudelijke af val- Bij het tweede systeem, het Licom sys teem van de firma Alfa Laval, bestaat de beluchter uit een boven de vloeistof drijvende of hangende trommel. Een propellor zuigt door een buis van boven lucht aan en verdeelt deze fijn in de vloei stof, en een aantal schuimmessen zorgt voor verdichting van het schuim. Het Licom systeem, dat werkt met een geïso leerde silo, geeft door het beluchten een temperatuurverhoging van 40 a 60° C, waarschijnlijk doordat de fijnere zuur stofverdeling een efficiëntere afbraak van de mest door bacteriën (verbranding) mogelijk maakt. Bij het Licom systeem wordt de verse mest opgeslagen in een zinkput, eens per 7 a 14 dagen wordt de silo-inhoud ververst. Beide beluchtingssystemen leveren een bijna reukloze vloeistof op, die ook bij het uitrijden geen stankhinder veroor zaakt. Ook het beluchtingsproces zelf is vrijwel reukloos. Er werken, met subsidie van de Commissie Hinderpreventie en het O&S- fonds, nu 15 beluchtingsinstallaties in de praktijk. Verschillende bedrijven hebben een Hinderwetvergunning gekregen op voorwaarde dat beluchting van de mest wordt toegepast, een bewijs dat de deug delijkheid van het systeem wordt erkend. Uit de praktijk is er veel belangstelling, vooral bij nieuwe bedrijven, omdat de bedrijven aan zien komen dat ze op een gegeven moment zullen worden gedwon gen beluchting toe te passen. Uitspoelen stal Een volgende door het ILB geïntrodu ceerde verbetering is om met beluchte mest de dagelijks geproduceerde mest onder de roosters weg te spoelen. Dit draagt bij tot een verdere verbetering van het stal klimaat, waardoor ook de ventila tielucht weer minder stinkt. Vooral bij nieuwbouw van lange stallen kunnen de hiervoor nodige technische voorzieningen met een geringe extra investering worden aangebracht. Bij een bedrijf met 1000 mestvarkens en een mestopslag van 100 dagen bedragen voor het Licom systeem de investeringskosten ca f 40.- per dier, en de jaarlijkse kosten ca f 5.- per afgele verd varken. Voor de oppervlaktebe- luchter zijn deze bedragen resp. ca f 23.- en f 3.30. Voor de traditionele mestop slag onder de roosters bedragen de inves teringskosten f 7.— per varken en de jaar lijkse kosten ca f 0.50 per dier; trekt men deze bedragen af van de kosten voor de beluchting dan blijkt deze dus aanzien lijke meerkosten te veroorzaken. Ing. H.R. Poelma, de ILB-deskundige op dit gebied, verwacht dat de kosten kun nen worden verlaagd door vergroting van het aantal dieren per installatie en door te beluchten in een klein bassin van beton en de opslag van de beluchte mest in een met plastic folie beklede grondput. Voor 2000 varkens zouden de méérkos- ten voor investering dan ca f 4.20 per varkensplaats betekenen, en de jaarlijkse méérkosten per afgeleverd varken ca f 1.75. Voordelen Het onderzoek naar de gevolgen van de beluchting is nog niet afgesloten, maar het is wel duidelijk dat er interessante nevenvoordelen zijn. Zo vermindert de water op een gierkelder wordt geloosd, waardoor het niet in de riolering; of in het oppervlaktewater wordt gebracht. Voor bedrijven welke deze maatregelen nog niet heb ben getroffen en derhalve met een vergunning van het zuiveringsschap of, indien het bedrijf op de riolering is aangesloten, met een aansluitvergunning van de ge meente, nog wel afvalstoffen op de riolering of op het oppervlaktewater lozen, geldt, dat zij deswege in de ver ontreinigingsheffing van het zuiveringsschap zullen wor den aangeslagen. Wanneer bijv. het huishoudelijke afvalwater wordt ge loosd op de riolering of op het oppervlaktewater en er in het bedrijfsgedeelte een aansluiting op de waterleiding is met een lozing op de riolering of op het oppervlakte water voor byv. het schoonmaken van gereedschappen dan wordt zowel het woon- als het bedrijfsgedeelte in de verontreinigingsheffing betrokken. Ter informatie werd opgemerkt, dat het aandeel van de agrarische be drijven in de verontreinigingsheffing plm. 45.000 i.e. be draagt. Voor de industrie, inclusief de aardappelmeelin dustrie bedraagt dit aantal plm. 407.500 i.e., voor de re creatie plm. 21.000 i.e. en voor de gewone huishoudelijke vervuilers plm. 426.0000 i.e. Totaal derhalve rond 900.000 i.e. De beluchter zuigt de vloeistof onder aan en slingert hem over het oppervlak weg, waardoor te in aanraking komt met lucht. hoeveelheid mest. Door de geforceerde beluchting wordt de verdamping gestimu leerd. In de zomer kan de verdamping 50% bedragen, gemiddeld mag men reke nen met een verdamping van 25% van het ingaande materiaal. Dat betekent dus dat met een geringere opslagcapaciteit - of als de mest wordt verkocht, met een ge ringere transportcapaciteit kan worden volstaan dan normaal. Bij de afbraak van de mest door bacte riën, die bij hun verbranding vaste stof omzetten in water en C02daalt het droge stof gehalte van de mest met ca 55%. In beide systemen dalen het che misch en het biologisch zuurstofverbruik aanzienlijk (met 60 a 90%), wat van be lang kan zijn als de afgebroken mest wordt geloosd op oppervlaktewater of riolering. Afhankelijk van het gebruikte systeem daalt het stikstofgehalte met 30 tot 50%, wat voor bedrijven met een mestoverschot van belang kan zijn. Wil men de mest verkopen dan is dit een nadeel, want door het lagere stikstofge halte vermindert de bemestingswaarde. Uit onderzoek van de afdeling microbio- ogie van de Faculteit der Diergeneeskun de bleek dat door beluchting het bacte riegetal van ziektekiemen met 98% terug loopt. Bij het (warme) Licom-systeem wordt Salmonella na 8 dagen beluchten zelfs voor 100% gedood. Ook dat is een belangrijk voordeel omdat het regelmatig uitrijden van mest de kans op het ver spreiden van ziekten vergroot.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1974 | | pagina 11