o°k bij deze ruilverkaveling oude stijl is veel aandacht
besteed aan het landschap. Al spoedig bleek, dat
struikbeplanting langs de wegbermen ongunstig was voor
de verkeersveiligheid.
Ruilverkaveling „Het Land
van Heusden en Altena"
eindpunt bereikt
Balans van 15 jaar
ruilverkavelen
Bouw hoofdkantoor
Suiker Unie in Breda
8
7 mei j.l. vond in „Het Wapen van Emmickho-
ven" te Almkerk een bijeenkomst plaats, die een
mijlpaal aangaf in de ontwikkeling van het land van Heus
den en Altena.
Op die dag werd namelijk de akte gepasseerd voor
de ruilverkaveling die in de afgelopen 15 jaar een ge
weldige verandering met zich meebracht voor het gehele
gebied.
De bijeenkomst stond onder leiding van de voorzitter
van de ruilverkavelingscommissie mr. G. A. Bax, die in
zijn openingswoord de aanwezigen welkom heette, waar
onder ir. H. A. van Haaren, lid van Gedeputeerde Staten;
de rechter-commissaris mr. Urlings; ir. C. P. Lambregts
en zijn medewerkers van de Dienst Landinrichting; ir.
Van der Wulp en diens medewerkers van het Kadaster;
notaris Jongerius; de vertegenwoordigers van de Kon.
Ned. Heidemij; van de landbouworganisaties en de mede-
werkers(sters) van het ruilverkavelingsbureau.
Na het openingswoord van de voorzitter werd de ruil
verkavelingsakte gepasseerd, waarvoor als comparanten
optraden mr. Urlings als rechter-commissaris, mr. Bax
als voorzitter en ir. Van Dam als secretaris van de ruil
verkavelingscommissie. Rest nu nog de vaststelling van
de lijst van geldelijke regelingen, waarmee het eindpunt
van de ruilverkaveling zal zijn bereikt en de inliggende
eigenaren de ruilverkavelingsrente zullen gaan betalen.
HOE HET BEGON
riE stemming voor de ruilverkaveling vond plaats in
november 1968, waarna in mei 1959 de plaatselijke
commissie werd geïnstalleerd Jarenlang was de rvk. Land
van Heusden en Altena met zijn 14200 ha het grootste ruil-
verkavelingsblofc van ons land Reeds kort na de tweede
wereldoorlog begonnen de landbouworganisaties in dit ge
bied zich te beraden over de wenselijkheid van ruilverkave
ling. Waterbeheersing, ontsluiting en kavelindeling lieten
veel te wensen over.
Bovendien werd het gebied door de oorlog zwaar getrof
fen en werden 156 van de 841 grotere boerderijen ver
woest, terwijl in de winter 1944/*45 de helft van die totale
oppervlakte cultuurgrond werd geïnundeerd De meeste be
drijfsgebouwen stonden in de dorpskernen of langs de dij
ken, terwijl1 de bij het bedrijf behorende percelen her en der
verspreid lagen. Het gehele middengebied bestond uit slecht
ontwaterd grasland, met een extensief grondgebruik.
Voorts dreigde het gebied doorsneden te worden door
aanleg van een rijksweg (KeizersveerGorinchem) en aan
sluitende provinciale wegen. Er moest iets gebeuren om dit
gebied op een hoger peil te brengen en nieuwe mogelijk
heden te Weden.
Het middel daarvoor was ruilverkaveling en de georgani
seerde landbouw heeft jarenlang aan dé voorbereiding, met
name ook de mentale voorbereiding, daarvan gewerkt. Veel
weerstanden en misverstanden moesten worden overwonnen,
maar van lieverlee groeide het begrip naar een gezamenlijke
en totale aanpak. Op de dag van de stemming werd de ruil
verkaveling dan ook met een ruime meerderheid aangeno
men! De samenstelling van de plaatselijke commissie, be
staande uit 9 leden en enkele deskundigen, leverde daarna
nog enige moeilijkheden op, maar zomer 1969 kon met het
werk een aanvang worden gemaakt. Met de uitvoering van
de werkzaamheden werd de Heidemij belast.
ONTSLUITING EN WATERBEHEERSING
|)E landbouwwegen in het blok bestonden voor het
grootste deel uit kleibanen en half verharde wegen
met een lengte van in totaal 290 km. Voorts was er 100 km
verharde wegen. Door de ruilverkaveling werden 210 km
wegen verbeterd of nieuwe aangelegd met een kopbreedte
variërend van 2.70 m tot 4.50 m. Thans kan met 310 km
wegen of 24 meter per ha van een goede ontsluiting worden
gesproken.
De waterbeheersing berustte bij 32 waterschappen en 2
particuliere polders. Er waren 6 overkoepelende waterschap
pen, die) de algemene belangen van de afwatering, de water
voorziening en het dijkbeheer behartigden. Deze 6 overkoe
pelende waterschappen omvatten weer 4 boezemschappen,
waarvan elk waterschap tot taak had een aantal polders zo
goed mogelijk te bemalen. Hiervoor waren een aantal ge
malen, windmolens en sluizen voor vrije lozing beschikbaar.
Met dit zeer gecompliceerde waterbeheersingsstelsel kon
echter niet die peilfoeheersing worden bereikt, die uit land
bouwkundig oogpunt noodzaketijk was.
Thans is er één waterschap voor het gehele gebied, met
twee bemalingsgebieden. Het elektrisch gemaal te Sleeuwijk
bemaalt ruim 7400 ha, het dieselgemaal te Drongelen be
maalt ruim 6200 ha. Beide bemalingsgebieden zijn door mid
del van een z.g. koppelstuw verbonden. Aan waterlopen
werd aangelegd of vernieuwd voor een lengte van ca. 326
km (vroeger 500 km).
Het blok is ingedeeld in 15 verschillende peilgebieden met
peilen variërend tussen 020 m NAJP. en 1.60 m N.AJP.,
een verschil in hoogte dus van 1.90 m.
DE KAVELINRICHTING
g INNEN het stramien van wegen en waterlopen is een
nieuwe kavelandeling gemaakt. Afhankelijk van de
behoefte zijn kavelsloten gegraven of verbeterd. Door dem
ping van overbodige sloten werd de totae lengte aan sloten
teruggebracht van ca. 2.000 km tot ca. 700 km. Voorts wer
den grondverbeteringswerken uitgevoerd en werd ongeveer
10.000 ha opnieuw gedraineerd.
Als bijzondierheid kan nog worden vermeld, dat in 1964
werd besloten de komgronden (plm. 5.000 ha) zodanig te
verbeteren, dat een optimale graslandexploitatie mogelijk
werd. In die gebieden werden de overtollige sloten gedempt
met specie uit hiervoor gegraven zandputten.
Het aantal kadastrale percelen werd verminderd met
35 (van 17.000 naar 10.700).
HET PLAN VAN TOEDELING
^AN de totstandkoming van het plan van toedeling is
een tijdelijke gebruiksrageling vooraf gegaan, gepaard
gaande met het kavelwerk. Daarbij is steeds getracht het
gebruik zo min mogelijk te verstoren. In de tweede helft
van 1969 werd begonnen met de definitieve toedeling. Voor
jaar 1972 vond de ter inzage legging plaats. Hierop werden
582 bezwaarschriften ingediend, die voor 80 door de
plaatselijke commissie kondén worden opgelost
De rechter-commissaris kreeg 116 bezwaarschriften te
behandelen, waarvan 51 overbleven voor behandeling door
de Rechtbank. Die wees op 8 februari j.l. de laatste vonnis
sen. Hiermee kwam het plan van toedeling vast te staan.
DE BEDRIJVEN
gJÊN van de gevolgen van de uitvoering van de ruilver
kaveling is een sterk toegenomen specialisatie. De tijd,
dat op een en hetzelfde bedrijf akker- en weidebouw en
fruitteelt werd bedreven, is voorbij. Doel van de ruilverka
veling was de bedrijven, elk naar zijn aard, zo gunstig mo
gelijk te doen ontwikkelen. Voor de akkerbouwers bracht
dit o.a. grotere mogelijkheden bij de keuze van gewassen.
Een grote toename van b.v. de teelt van aardappelen en
conservengewassen is dan ook duidelijk waar te nemen.
Ook de melkveehouderij kreeg nieuwe mogelijkheden.
Mede dank zij de aaneengesloten kavels en het sterk ver
beterde grasland worden nu ca. 2.000 stuks melkvee méér
gehouden op 500 ha minder oppervlakte grasland dan vóór
de verkaveling.
Ook in de tuinbouw voltrok zich een sanering, gepaard
gaande met een sterke ontwikkeling van de overblijvende
bedrijven. Van de 120 groenteteeltbedrijven bleven er 37
over. Twintig bedrijven specialiseerden zich in bloemen
teelt. Van de ruim 300 bedrijven met fruitteelt bleven 34
gespecialiseerde fruitteeltbedrijven over. De Stichting Beheer
Landbouwgronden verwierf door vertrek naar de Noord
oostpolder en door aankoop 890 ha, die beschikbaar kwamen
voor bedrijfsvergroting. Aan 49 verplaatste bedrijven werd
gem. 5 ha per bedrijf toegewezen, verder konden 130 bedrij
ven met ook gem. 5 ha worden vergroot.
Voorts werden nog een aantal bedrijven verplaatst zonder
bedrijfsvergroting. In de tuinbouwsector werden 19 bedrij
ven verplaatst
HET LANDSCHAP
In overleg met Staatsbosbeheer werd dan ook een aan
gepast landschapsplan opgesteld, waarbij de struikbeplan
ting grotendeels werd vervangen door boombeplanting. De
aanwezige belangrijke landschappelijke elementen (kornbos,
eendekooien, griendcomplexen enz.) werden veilig gesteld.
Aangebracht werd 80 km wegbermbeplanting met bomen
(10.000 stuks), 6 km beplanting met struiken, 150 erfbeplan-
tingen, 35 ha populierenbos en griend, voorts plantsingels
rond sportvelden, zwembaden enz. In totaal werden vele
honderdduizenden bomen en struiken geplant.
HET WOON- EN LEEFKLIMAAT
DE aanleg van een groot aantal wegen is van aanzien
lijke betekenis voor de interne ontsluiting van het ge
bied, maar ook voor de verbindingswegen naar buiten. Ook
de niet-agrarische bevolking profiteert hiervan. Een deel
van het wegennet is dan ook door het waterschap in het
kader van de ruilverkaveling overgedragen aan de betref
fende gemeenten.
De afvloeiing van de arbeidskrachten uit de landbouw is
geleidelijk verlopen. Velen vonden werk buiten het gebied,
maar ook in het gebied groeide nieuwe werkgelegenheid.
De werkloosheid in het land van Heusden en Altena ligt dan
ook niet boven het landelijk gemiddelde, wel beneden het
gemiddelde van overig Noord-Brabant.
TENSLOTTE
■yOOR de start van de ruilverkaveling in 1959 werd
een proces op gang gebracht, dat tot in alle secto
ren van de samenleving doordrong. Door de betere ver
keersverbindingen, door verbetering van de gehele in
frastructuur kreeg de ontwikkeling een sterke injectie.
De totale kosten van de ruilverkaveling bedroegen bijna
67 miljoien gulden.
Ook hier blijkt echter weer, dat de kost voor de baat
uit gaat!
Dank zij de ruilverkaveling kan het land van Heusden
en Altena nu gerekend worden tot de goed geoutilleerde
landbouwgebieden van ons land, waar het goed wonen
en wericen is.
De leden van de ruilverkavelingscommissie en allen, die
bij de uitvoering betrokken waren mog/en met voldoening
terug zien op wat in de afgelopen 15 jaar werd gepres
teerd!
KORTEWEG.
IJEEDS geruime tijdi geleden werd overwogen dat de
Suiker Unie een Centraal kantoor zou gaan bouwen.
Een groot en centraal gelegen kantoor is nodig, omdat het
hoofdkantoor aan de Boompjes in Rotterdam al jaren kampt
met een gebrek aan ruimte en omdat de centrale organisatie
tevens nog vele afdelingen verspreid heeft gehuisvest, te
weten op twee plaatsen m Rotterdam (Boompjes en de
Westblaak), verder in twee kantoren in Roosendaal (be-
stuurssecretariaat en de centrale inkoop) en de centrale
administratie met de computerafdeling in Stampersgat Vele
problemen worden daardoor dagelijks aan den lijve onder
vonden; een verhuizing naar een centraal punt bleek zodoen
de niet alleen wenselijk, maar vooral ook economisch ver
antwoord.
Na uitvoerige studies werd Breda als vestigingsplaats
voor het nieuwe hoofdkantoorgebouw van de Suiker Unie
gekozen. De keuze ging daarbij tussen de vestigingsplaatsen
als Rotterdam, Roosendaal, Bergen op Zoom, Breda,
Dordrecht en. Goes. Getoetst werd op een aantal factoren
als arbeidsmarkt, verkeerstechnische ontsluiting, leefkli
maat en verplaatsingskosten minimum. Roosendaal en
Breda kwamen als meest geschikte uit de bus waarna aan
de hand van tal van andere factoren de definitieve keuze
van bestuur en direktie op Breda viel.
HET programma van eisen voor een nieuw centraal kan
toor werd eveneens zorgvuldig opgesteld. Enerzijds
was er de zorg om met een blik in de toekomst een stafkan
toor op te zetten dat een complete centrale organisatie zou
kunnen huisvesten, anderzijds was er de zorg om de kosten
van nieuwbouw niet uit de pan te laten rijzen, maar binnen
een bepaalde begroting vast te leggen. Suiker Unie ver
langde van de architect geen duur gebouw, doch een solide
stafkantoor met een minimum aan onderhoud.
Architect Prof. Quist te Rotterdam kwam vorig jaar met
een origineel ontwerp, een vijfwandig gebouw, waarvan
de twee wanden van de voorgevel onder een hoek van ne
gentig graden naar binnen lopen. Vanuit de lucht gezien:
een vierkant, die aan één zijde een driehoek mist.
Naar het zich laat aanzien zal medio augustus de eerste
grond worden verzet. De bouw zal ongeveer anderhalf jaar
in beslag nemen. Dit betekent, dat zo spoedig mogelijk na
die campagne 1975 de eerste médewerkers naar Breda zullen
gaan. Uitgegaan is van een bezetting van circa 130 mede
werkers, welk aantal nog tot 19801985 kan worden opge
voerd tot 160 185 medewerkers. Rekening wordt gehouden
met de mogelijkheid om op het vijf bouwlagen tellend kan
toor nog een verdieping te plaatsen, waardoor een werk
ruimte wordt geschapen voor nog eens 45 medewerkers. In
totaal zouden dan 230 personeelsleden in het hoofdkantoor
kunnen worden gehuisvest
Voor het gebouw is geen heiwerk nodig; het bouwwerk
rust op een betonnen kelder, waarin allerlei verzorgings
installaties zullen worden ondergebracht. De parterre is
gereserveerd voor de receptie, een kantine, de postkamer en
het computercentrum. Op de eerste verdieping zullen de
administratie, de landbouwkundige zaken en de buitendienst
worden gehuisvest. Het bestuur en de directie, alsmede de
secretariaten hiervan, de typekamer, de directiesecretaresses
en de «fdieling voorlichting en public relations worden op
de tweede etage ondergebracht. De commerciële afdelingen
en de dochteronderneming Limako nemen de derde verdie
ping voor hun rekening. De technische adjunctddrecteuren
met hun medewerkers en de afdeling personele en sociale
zaken krijgen een plaats op dé vierde verdieping. De werk
kamers zullen in hoofdzaak aan de drie rechte zijden van
het gebouw zijn gelegen. In het midden worden de ruimten
benut voor het trappenhuis, de liften, garderobes en toilet
ten, ontvangstkamers enz.
Het plan is om het ruime parkeerterrein nabij het kantoor
te laten verzinken, zodat de aanblik van de tuin wordit ver
groot. Voor adviezen over het grondverzet en de aankleding
van het terrein rondom het gebouw, waarop ook een groot
gazon en een volleybalveldje worden aangelegd alsmede de
parkeerterreinen enz., is tenslotte de Grontmij ingeschakeld.