BASF Schiet het onkruid al de grond uit? Na opkomst van de bieten is de combinatie Pyramin/Betanal de meest bedrijfszekere oplossing. Er bestaan ook goede ervaringen met de combinatie Pyramin/Cito- wett, te verspuiten in de ochtend- of avonduren in een periode met groeizaam weer. Advies na opkomst: 2 (a 3) kg Pyramin 6 I Betanal, of 3 (a 4) kg Pyramin 2 I Citowett. BASF Nederland B.V., Afd. Landbouw, Kadestraat 1, Postbus 1019, Arnhem, Tel. 085 - 71 71 71. 6 Een andere maatregel, die wij de laatste jaren meer en meer toepassen is het op leggen van een verhoogd eigen risico tot 500,per schadegeval. Deze maatregel sorteert veel meer effect. Verder warden jaarlijks ook verzekerden geroyeerd op grond van hun abnormaal schadeverloop. Al deze maatregelen blijken overigens niet vol doende om de schadefrequentie te drukken. Dat wij ondanks een sterke groei de schademeldingen in aantal zo gaarne zouden zien afnemen of in ieder geval niet toe nemen is wellicht een utopie. Dat we in het boekjaar 1973 echter 863 schadegevallen meer moesten registreren dan in 19712 valt ons echt tegen. Dat daarmede de schade- frequentie, evenals in 1972, precies op 17 is gebleven vinden wij niet om te juichen. Immers, hieruit blijkt, dat een sterke groei geen enkel soelaas biedt met betrekking tot de schadieontwikkeling. Het enige wat men dan met de groei bereikt is een tikkel tje lager percentage onkosten. En dat is dan nog erg twijfelachtig. Er is zelfs een zeer logische theorie op te zetten waaruit blijkt, dat de onkosten stijgen bij een sterke groei van de portefeuille. Ons is nog nimmer aangetoond, dat een expansieve ontwik keling voordelen voor de verzekerden meebracht; behalve dan de kreet meer zeker heid. Vandaar, dat het bestuur blijft streven naar een rustige ontwikkeling en alle aan dacht blijft besteden aan het drukken van de schadefrequentie. Mogelijk, dat de ge troffen regeringsmaatregelen t.a.v. de maximum snelheden ons in dat opzicht wat zullen helpen. De vraag is overigens hoelang deze maatregelen van kracht zullen blijven en indien ze van kracht blijven welke uitwerking dit zal hebben in de zomer periode als duizenden buitenlanders onze wegen overbevolken. OVERZICHT SCHADE-FREQUENTIE Boekjaar Verzekerde voertuigen Schadegevallen Percentage 1951 t/m 1959 gem. 14—15 1960 7.138 1.125 15,8% 1961 8.319 1382 16,6 1962 9.912 1.775 17,9% 1963 11.748 2298 19,6% 1964 13.762 2.619 19,0 1965 16.631 3.051 16,3 1966 18.405 3.536 19,2 1967 20.132 3.679 18,3 1968 22.009 4.003 18,6 1969 23.607 4.480 19,0 1970 25.393 4.738 18,6% 1971 27.430 4.593 16,7% 19712 30.965 5.260 17,0% 1973 36.023 6.123 17,0 Wellicht helpt de beperking van de maximumsnelheid op autowegen de schade frequentie. SCHADEKOSTEN De toename van het aantal schadegevallen met 863 en de stijging van reparatie kosten in 1973 leidde er toe, dat de schadepost (inclusief reservering voor lopende schades) met rond 1.585.000,is gestegen t.o.v 1972. Daartegenover staat dan een premiestijging in 1973 van ƒ988.000,Aan de hand van deze twee cijfers valt te konkluderen, dat we lelijk achteruit geboerd zijn. Het percentage schadekosten is hiermede gestegen tot een ontoelaatbare hoogte van 94 Hoewel onze eigen kosten bijzonder laag zijn nl. 1131 betekent het bij elkaar genomen, dat we de 100 grens hébben overschreden. Technisch boekten wij in 1973 een dik verlies. Vandaar ook, dat de premietarieven per 1-1-1974 zijn verhoogd- Commercieel en fiskaal leverde 1973 npg wel een batig saldo op; dit als gevolg van de hoge renteopbrengst en gun stige uitkomsten bij de medische varia. De inflatie is overigens nog niet tot staan gebracht, zodat ook voor 1974 met een schadekostenstijging per geval rekening zal dienen te worden gehouden. Deze infla toire invloeden kunnen slechts worden gecompenseerd met een geringer aantal schade gevallen of zo u wilt een daling van de schadefrequentie. De eerste 2 maanden van 1974 geven ons in dat opzicht goede hoop. VERHOUDING PREMIE—SCHADE Boekjaren Premie Schade Percent* 1954 105.000,— 65.000,— 62% 1956 177.000,— 119.000,— 67% 1958 286.000,— 184.000,— 64 1960 412.000,— 246.000,— 60% 1962 605.000,— 387.000,— 64 1964 1.027.000,— 854.000,— 83 1966 1.397.000,— 1.180.000,— 74 1968 1.659.000,— 1.180.000 71 1970 2.395.000,— 1.947.000,— 81 1971 4.518.000,— 3.800.000 84% 1972 5.361.000,— 4.574.000,— 85% 1973 6.349.000,— 5.989.000,— 94 Op 21 mei 1973 vond te Goes de 22e algemene ledenvergadering plaats. Tijdens deze vergadering werden als bestuursleden herkozen, de heren P. G. de Bruyn te Walsoorden, H. C. de Kater te Wissenkerke en B. H. Mayers te Sprang-Capelle. In de financiële commissie werden herbenoemd dé heren W. Koster te Axel en W. /an Veldhuizen te Aarle-Rixtel, terwijl in de vacature J. Nieuwenhuyze te Lewedorp werd benoemd de heer K. Dees te Biezelinge. In de beroepscommissie werden herbenoemd, de heren Mr. M. A. Terwoert te Mid delburg, I. C. Geluk te Nieuw Vossemeer en J. Nieuwenhuyze te Lewedorp. Voorts werden de jaarstukken over het boekjaar 1972 goedgekeurd en vastgesteld. In het personeelsbestand deden zich een tweetal vacatures voor wegens vertrek van de dames mevr. W. de Rijkegeb. Rooze en mevr. M. J. Langenberggeb. Quist. Beide dames gaan zich wijden aan hun nieuwe taak, nl. het opvoeden van de baby's waarmede wij hen gaarne veel succes toewensen. In deze vacatures werdi voorzien door de benoeming per 18 april 1973 van de heer C. M. v. d. Valk, als sohadecorrespondent en mej. I. Bout, op de afdeling acceptatie. Ondanks het feit, dat de totale portefeuille een rekord uitbreiding onderging beef de personeelsbezetting in aantal constant. Hoewel de toenemende werkzaamheden werden opgevangen door een perfecte automatisering, mag niet verheeld worden dat de inzet van het personeel buitengewoon groot was. Wat hier geschiedt is een unicum en is alleen mogelijk door een goede verstand houding onderling, een grote mate van eigen verantwoordelijkheid van ieder perso neelslid en een positieve instelling om een maximale inzet te geven voor de eigen zaak. Op deze plaats past slechts hulde aan de medewerksters en medewerkers. Ook onze vertegenwoordigers willen wij dank zeggen voor hun medewerking de maatschappij tot verdere ontplooiing te brengen. DE FINANCIËN VAN DE MAATSCHAPPIJ Bij een onderling is niet belangrijk welk bedrag er beschikbaar kan komen voor winstuitkeringen en tantièmes. Vandaar, dat bij de O.VJVL ook het streven ontbreekt het winstcijfer zodanig op te voeren, dat daaruit flinke dotaties kunnen worden ge daan. Niettemin is het wel belangrijk am met zo gering mogelijke kosten, een maxi mum aan service, lage premies etc. de eindstreep te halen met een batig saldo ter versterking van de reserve-positie. Immers de solvabiliteit bij een onderlinge mag niet minder zijn dan bij een commer ciële maatschappij. Indien men dan in het schade-overzicht leest, dat de schade 94 van de premie heeft gevergd en dat de overige kosten van de maatschappij 11,91 bedragen dan zal het duidelijk worden, dat het batig saldo ditmaal gering moet zijn. Toch is er nog een batig sado dank zij de renteopbrengst en een gunstige uitkomst bij de nieuwe loot van de maatschappij nl. de medische varia. Bovendien zal een ieder zich kunnen voorstellen, dat de premietarieven voor het boekjaar 1974 aanpassing behoefden. Overigens mogen wij. u verwijzen naar de hierna volgende cijferreeksen; (Zie verder pagina 7) Druk onkruid in bieten ook na opkomst de kop in met Pyramin Citowett)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1974 | | pagina 6