Ligboxen- en
voerligboxenstallen
Op bezoek
bij:
A. M. Braem
te
Koewacht
12
I.L.B. PUBLIKATIE No. 62
F)E ligboxenstal voor melkvee staat nog steeds in
de belangstelling. Het Instituut voor Landbouwbe
drijfsgebouwen heeft aan dit type stal verschillende pu-
blikaties gewijd o.m. in 1967 publikatie no. 37 „Boerde
rijen met ligboxenstal voor melkvee" en in 1970 publika
tie no. 47 „Boerderijen met een ligboxenstal".
Inmiddels is echter weer verdere vooruitgang geboekt
en hebben zich nieuwe ontwikkelingen voorgedaan. Het
werd daarom wenselijk geacht, aldus de direkteur van
het I.L.B. ir. L. H. Huisman in zijn voorwoord, een nieuwe
publikatie het licht te doen zien, waarin ook aan dat stal-
type aandacht wordt besteed en wordt vergeleken met
de normale ligboxenstal. Aan de totstandkoming werkten
mee de heren ing. J. A. Jels, A. P. S. de Jong, J. H. van
Ooyen, ing. H. R. Poelma, L. P. Scharwachter, ing. J. A.
van Slooten, en ing. Tj. Westendorp van het I.L.B. en
de heren J. Hop en L. Prinsen van het Consulentschap
voor Boerderijbouw en -inrichting. Het volgende is een
korte samenvatting van deze publikatie no. 62 die be
steld kan worden door overmaking van ƒ7,op giro
94.74.76 van het I.L.B. te Wageningen.
VERSCHILLEN TUSSEN LIG- EN VOERLIGBOXEN
In het eerste gedeelte van de publikatie wordt aandacht
besteed aan een aantal onderzoekresultaten en praktijker
varingen met betrekking tot ligboxen- en voerligboxenstal
len. Enkele voor- en nadelen van de beide huisvestingsvor-
men worden genoemd.
Zowel de stallen met ligboxen als die met voerligboxen
zijn goed bruikbaar gebleken. De stallen zijn vergelijkbaar,
voor zover het de mogelijkheid om de doorloopmelkstal te
benutten betreft. In beide stalvormen lopen de dieren vrij
rond. Door de scheiding tuSsen ligplaats en eetgelegenheid
zijn de koeien in een ligboxenstal iets meer in beweging. In
het algemeen heerst er daardoor in een voerligboxenstai wat
meer rust, vooral wanneer een drinkbak per twee standen
aanwezig is.
Het stalgebouw is bij toepassing van voerligboxen langer
dan bij het gebruik van ligboxen. In ligboxenstallen rekenen
we met 65 cm eetbreedte per dier en in voerligboxenstallen
is de eet/breedte gelijk aan de standbreedte, dus meestal 110
cm. De grotere lengte van een voerligboxenstai betekent
dat wat meer voerganglengte moet worden gereinigd.
Om produktiegroepen te kunnen vormen zal in een voer
ligboxenstai iets eerder de bèhoefte ontstaan om over
een aparte wachtruimte te kunnen beschikken. Overigens
moet worden opgemerkt dat op grotere bedrijven een aparte
wachtruimte zeer efficiënt kan zijn die in de praktijk dan
ook vaak aanwezig is.
In beide stallen is het meestal gemakkelijk droogstaande
koeien af te zonderen. In de voerligboxenstai kan daartoe
op elke gewenste plaats tussen de wand en de boxafschei
ding een hek of iets dergelijks worden aangebracht. Grote
voerligboxenstallen met meer dan 130 dieren, zullen wellicht
twee voergangen vragen, omdat de stal anders nogal lang
wordt. Men zal dan bij het voeren extra deuren moeten
openen en sluiten. Een klein voordeel zou kunnen zijn, dat
men aan de diverse groepen voer van ongelijke kwaliteit
zou kunnen verstrekken.
Een voerligboxenstai geeft ruimtebesparing. Een twee-
rijige stal behoeft niet breder te zijn dan 12 m. Men kan
met een breedte van 11 m volstaan. Een tweerijige ligboxen
stal moet minimaal ongeveer 3 m breder zijn. De inhoud
van een voerligboxenstai is dan ook veel geringer dan die
van een ligboxenstal.
Wanneer men de stal wil isoleren om een aangenamer kli
maat te bereiken dan zal zowel wat de kosten als wat het
effect betreft, de voerligboxenstai hiervoor eerder in aan
merking komen dan de ligboxenstal.
Wanneer het voer een slechte kwaliteit heeft zullen, bij
welk systeem ook, de morsverliezen groter zijn dan bij sma
kelijk voer. De voerligboxenstai is dan, wanneer lang voer
wordt verstrekt, in het nadeel, omdat geen voorzieningen
kunnen worden getroffen, om bijv. de dieren vast te zetten.
Ook kan men geen voerhek toepassen. Een stevige rubberflap,
tegen de knieboom bevestigd, houdt het voer wel enigszins
op zijn plaats, maar bij een slechte kwaliteit van het voer
is dit toch onvoldoende. Wil men stapelbare mest, dus bij
gebruik van stro in de boxen, dan is dit nadeel verdwenen.
Men kan in zo'n geval en dat gebeurt in de praktijk
de resten uit de goot rechtstreeks in de boxen vegen. Dit
wordt als een winstpunt gezien. Wil men de dieren in voer
ligboxen vrijwel stroloos gaan houden in combinatie met
het drijfmestsysteem, dan zal kort gehakseld voer de voor-
DE VLASINDUSTRIE WAS BIJNA VERDWENEN
De breedte van de voergang moet zo zijn gekozen dat leen
loswagen kan worden gebruikt.
Een afscheiding met een U-vormige sehou-
dersteun bijvoorbeeld biedt de koe veel com
fortabele ligruimte.
F. EDZERS,
Cons. Varkens en Pluimveehouderij
te Tilburg.
HET VLAS WAS ER EERDER DAN HET El 1
Een overzicht van de bedrijfsgebouwen
DE COMBINATIE VLAS EN KIPPEN
T)E heer Braem uit Koewacht is reeds 25 jaar in het
vlas werkzaam. Hij heeft kans gezien de slechte
jaren te overbruggen. Op zijn bedrijf heeft hij één vaste
arbeidskracht, waarmee hij samen per jaar 200.000 kg
ruw vlas verwerkt. De heer Braem is van mening dat het
huidige systeem van vlasverwerking teveel zware arbeid
T}AT de vlasindustrie een moeilijke periode heeft
doorgemaakt, is nu nog te zien aan het grote aan
tal buiten bedrijf gestelde roterijtjes. De vlasindustrie
heeft een sterke concurrentie van de synthetische vezels
ondergaan*Het natuurprodukt vlas, waarvan linnen wordt
gemaakt, stond op het punt te verdwijnen. Omdat ver
schillende synthetische produkten de laatste jaren in een
minder goed daglicht staan, is de vraag naar linnen weer
toegenomen. Voor de nog overgebleven vlasserijen ziet
de toekomst er weer hoopvol uit. De vraag naar linnen
is thans groter dan het aanbod. Vele eigenaren van parti
culiere roterijtjes zijn echter reeds elders werkzaam. Het
is niet waarschijnlijk dat, nu er betere tijden zijn aange
broken, nieuwe roterijen worden gebouwd. In de eerste
plaats is het erg kostbaar en in de tweede plaats is het
een zeer zwaar beroep, waar vooral de jeugd niet op ge
steld is. Ook milieutechnisch geeft het vlasroten de no
dige problemen.
Een goed werkend mestafvoersysteem waarbij door middel van een kabel de mest van alle vijf batte
rijen in één keer wordt meegenomen. In vijf minuten zijn alle hokken uitgemest
7EEUWS-VLAANDEREN is, door het ontbreken van
een vaste oeververbinding, nog steeds min of meer
geïsoleerd van de rest van Nederland. Het ligt dan ook
voor de hand dat dit gebied in belangrijke mate op België
is georiënteerd. Dit is ook het geval met het grensplaats-
je Koewacht waar zich vele jaren geleden, mede in ver
band met het Belgische vlasachterland, de vlasindustrie
heeft gevestigd. Een voor ons meer bekend onderdeel
van deze industrie is de Linexfabriek in Koewacht, die
vlasschevenplaten vervaardigt. Deze z.g. Linexplaten wor
den gemaakt van een afvalprodukt, dat bij de fabricage
van linnen ontstaat.