De Land bouw praktijk school „Prins Willem" te Schoondjjke in 1973 De HoZuBra stierenkeuring '74 Coveco mikt op groei 10 De Landbouwpraktijkschool te Schoondijke verheugt zich in een steeds stijgende belangstelling. Uitgedrukt in leerling weken bedroeg de bezetting 2178 tegen 2080 leerling weken in 1972. Het gespecialiseerde schooltype dat deze Praktijk school nu eenmaal is blijkt door de goede scholing zowel voor de ondernemer als diens medewerker in de agrarische sector van groot nut te zijn. Aan het jaarverslag 1973 ont lenen we de volgende gegevens. HET PROGRAMMA Een evenwichtig samengesteld menu is voor een goede gezondheid zeer belangrijk. Een goede samenstelling van het programma dat wij bieden is noodzakelijk wil het onder wijs aan zijn doel beantwoorden. De ingrediënten voor het programma worden zoveel mogelijk aangedragen door de deelnemers of hen die ze vertegenwoordigen. Hierdoor wordt voorkomen dat de opgediende kost onverteerbaar is voor hen die ze genieten. De belangstelling die de leerlingen aan de dag leggen bewijst dat de bereiding over het algemeen wel aan die gestelde eisen voldoet. Inmiddels is de leergang hydrauliek uitgegroeid tót een flinke knaap die voor een goede ontplooiing echter vraagt om een ruimte die voldoet aan de hoogste eisen van zinde lijkheid. Tevens kan melding gemaakt worden van een nieu we uitbreiding. Als eerste onderwerp is aan het programma toegevoegd bedrijfselectriciteit. Deze telg heeft reeds het kleuterstadium bereikt. Daarnaast is het onderwerp repa ratie bedrijfsgebouwen gekomen, deze loot aan de Praktijk- schoolstam blijkt zeer levensvatbaar te zijn doch is nog een wiegekind dat overeenkomstige verzorging vraagt. Zoals gebruikelijk waren ook nu weer de eerste weken van het jaar gereserveerd voor deelnemers uit de praktijk. Er zijn echter onderwerpen waarvoor een teruggang blijkt te bestaan; een uitzondering daarop vormt het lasonderwijs, zowel voor beginners als gevorderden, met daarnaast hy drauliek en bedrijfselektriciteit. De belangstelling hiervoor is zo groot diat plaatsing van alle gegadigden vaak grote problemen geeft! INSTRUCTIES De dagelijkse lessen aan de school worden gegeven door de hoofdinstructeurs en instructeurs. Daarbij is als ideaal gesteld dat per (hoofd-)instructeur aan twee trekker-werk tuigcombinaties gewerkt wordt door 4 leerlingen. Met leed wezen moeten wij constateren dat ons dagelijks leven niet geheel zonder zonde is. De leerlingencurve dwingt ons in sommige weken anders te leven dan de leer die wij aanhan gen. Dankzij de inspanning van zowel de instructeur als hen die ze begeleiden, wordt in het offer der extra inspanning wel vergiffenis gevonden voor de afdwaling van het ideaal. In het verslagjaar was er weer een regelmatige wisseling van instructies onder de instructeurs. Hierdoor wordt mede bevorderd dat het personeel in zijn geheel volledig op de hoogte blijft van alle ontwikkelingen in de landbouwmecha nisatie. WERKEN OP BEDRIJVEN Een belangrijke taak die de Praktijkschool heeft bij de vorming van de (toekomstige-) ondernemer in de landbouw is het slaan van een brug tussen de school en het volle leven. Theoretische vorming, hoe belangrijk oak, is niet vol doende voor de juiste bedrijfsvoering. Het is van onschatbare waarde dat de theorie in de prak tijk beoefend wordt en waar kan dit beter dan op het be drijf zelf? Wij prijzen ons gelukkig dat een aatnal landbou wers in de omgeving van de school ons de nodige gastvrij heid wil verlenen. Mede hierdoor kan er een grote verschei denheid van werkzaamheden uitgevoerd worden. De intense belangstelling die de leerlingen hiervoor aan de dag leggen is het beste bewijs van het grote belang die deze pijler voor de school vormt. TREKKERS EN WERKTUIGEN Een bont gezelschap van trekkers en werktuigen is in de gebouwen van de school ondergebracht. Behoudens een en kele uitzondering worden vele oefeningen van hen gevraagd terwijl dienstweigering slechts sporadisch voorkomt. Dit laatste kan dan nog een gevolg zijn van mishandeling tijdens de lessen! Er bestond ook nu weer een prettige samenwerking met de werktuigenhandel. Een grote regelmaat was er ook dit jaar weer in het verlenen van eervol ontslag aan tal van trekkers en werktuigen. Helaas zijn geen bewijzen van goed gedrag afgegeven, domweg omdat het niet gebruikelijk is hoewel het zeker verdiend wordt! De samenstelling van het trekker- en werktuigenpark is die kurk waarop het onderwijs drijft. 33 dieseltrekkers van 20 8 precisiezaaielementen tot 70 pk 2 aardappelpootmachines 3 tweeschaar rondgaande 4 schoffel/aanaardg^rnituren ploegen 2 vierwielige wagens 2 éénschaar wentelploegen 4 tweewielige wagens 5 tweeschaar wentelploegen 3 tweewielige kipwagens 2 éénschaar kantelploegen 3 trekker voorladers 3 tweeschaar rondgaande 1 hydraulische kraan ploegen 1 lesmodel maaidorser 1 zesschaar stoppelploeg 3 bietenrooiers 1 woeler 2 aardappelrooiers 3 frezen 4 hogedrukpersen 3 cultivatoren 2 opraapwagens 2 eggen 1 harkkeerder 3 schudeggen 4 hooischudders 1 verkruimelaar 2 cirkelmaaiers 1 cambridgerol 4 maatbalken 4 centrifugaal 5 landibouwspuitmaohines kunstmeststrooiers 3 lesmodellen van 2 pendel kunstmeststrooiers rijendunners 2 stalmeststrooiers 3 rijendunners 4 zaaimadhines 2 strokenfrezen 4 precis iezaaimachines LOGEERGEBOUW Een onmisbaar onderdeel in het voorzieningenpakket is het Logeergebouw. Terugkerend van het werk op het land of in de gebouwen van de school, vindt men daar altijd weer de tafel gereed staan om hongerige magen te voeden terwijl er voor vermoeide ledematen een rustplaats is om weer irt de juiste conditie te komen. Hoe intensief het gebruik wel geweest is weerspiegelt zich in die volgende gegevens: door 1772 personen is volledig pension genoten (1972: 1743). Bovendien zijn in totsal 1830 warme maaltijden verstrekt (1972: 1438) terwijl gedurende een week in de daarvoor be stemde pauzes van 319 personen de dorst gelest werd (1972: 286). BESLUIT De opgaande lijn trekt zich in 1974 door. Dit heeft o.m. konsekwenties wat betreft de beschikbare ruimte in de ge bouwen en instrukteurs. De praktijkschool is een onmisbare schakel tussen technische kennis en inzicht, doelmatig ge bruik, zuinig beheer en goed onderhoud om de huidige ge bruiker bij te scholen en de toekomstige te scholen. Er is en blijft wat dat betreft genoeg te doen! C.A.R. GOES Ing. I. HAMMING. I\(E centrale keuring van zwartbonte stieren uit Zuid- Holland, Utrecht, Noord-Brabant en Zeeland, vond dit jaar op 19 april plaats te Utrecht in de veemarkthal len, die een uitstekende accomodatie boden. Het nieuwe op deze keuring was de aanwezigheid van de blaarkop-stieren. Er was namelijk besloten om de centrale stierenkeuring van dit ras, welke anders te Woerden werd gehouden, nu gelijk met de HoZUBra te doen plaatsvinden. Verder waren aanwezig dochtergroepen van drie zwartbonte- en dochtergroepen van drie blaarkop-stie ren. Na afloop van de keuring werden deze groepen ge demonstreerd. Het is een nuttige zaak dat men deze stierenkeuring animeert door het demonstreren van dochtergroepen van stieren die pas tot fokstier zijn ge promoveerd. Wat de zwartbonten betreft waren er groe pen aanwezig van Cogeer 62 van de Ringhoeve, van de Bond van K. I.-verenigingen in Utrecht en van Adema 19 van Duboishoeve en Pan 41 van de Beukenhof van de Vereniging voor K.I. „Zuid-West Nederland" te Gouda. De eerste groep was uniform; de goed ontwikkelde dieren bezaten sterke uiers met mooie spenen. De twee de groep bestond uit best ontwikkelde melkkoeien waar bij aan de conditie te zien was dat ze in het begin van de tweede lactatie verkeerden; de uiers zijn iets wisse lend van vorm. De derde groep, afkomstig van drie be drijven waar de stier natuurlijk gedekt heeft, was iets minder uniform. De dieren waren goed ontwikkeld en waren in het bezit van goede uiers en benen. AANVOEREN KEURINGSUITSLAGEN UAN de aangegeven 170 zwartbonte stieren werden er 143 aangevoerd; bij de blaarkoppen waren er 58 aanwezig terwijl 69 nummers in de catalogus vermeld waren. Enkele keuringsresultaten zijn te vinden in de volgende tafbei: Aantal geprimeerde stieren Omschrijving le prijs 2e prijs 3e prijs Blaarkop 37 21 Zwartbont totaal 61 58 24 Zwartbont met Holstein Friesian bloed 5 2 4 Zwartbont in Zeeland gefokt 4 2 2 Zwartbond K.I.-stieren, Noord-Brabant 7 2 Zwartbonte K.I.-stieren, Z. W.-Nederland 15 2 Zwartbonte K.I.-stieren, Utrecht 13 6 Er werden vier stieren uit Zeeland ingezonden. Dat waren Mieneke's Adema 29 en Mieneke's Adema 32 van L. P. Brasser, Vrouwenpolder met een eerste resp. een derde prijs, Frans J. A. 81 van S. Simonse, Ellemeet met een tweede prijs en Emmahof Piet 7 van A. Bolijn, Ouwerkerk met een derde prijs. UET is belangrijk dat een stierenkeuring op zijn juiste waarde geschat wordt. Het op grote schaal gebrui ken van stieren voor de fokkerij is alleen verantwoord als de verervingsgegevens van een stier via een nako- melingenonderzoek bekend zijn geworden met een gun stig resultaat. Naast het exterieur van de jonge stieren is ook de afstamming belangrijk. Voor de veeverbetering is het noodzakelijk om jonge stieren te testen die zeli een uitstekende afstamming hebben. Daarom is het jammer dat er nog veel jonge stieren aangegeven zijn, die een vader hebben met een onbekende vererving, alhoewel er t.o.v. vroeger verbetering te constateren is. De organisatoren mogen terugzien op een geslaagde keuring. Het publiek was goed opgekomen en bij de ringen was veel belangstelling. Gunstig was ook dat men een verschil in de aanvangstijd van 10 minuten voor elke ring had aangelegd, zodat de hele keuring goed te vol gen was. De demonstratie van dochters van jonge fok stieren tijdens het défilé vormde een waardig slot van de keuring. Coveco te Arnhem die zich, zoals bekend, coöperatief bezig houdt met de handel in vee en de verwerking van vlees, heeft een beleidsplan ontworpen, dat zal leiden tot een belangrijke reorganisatie. Deze moet resulteren in een groei van de omzet van vers vlees met drie tot vier procent en van vleesprodukten met vijf procent per jaar. Met de uitvoering van de eerste phase van dit „grote- lijnenplan" zal in het najaar van 1974 worden begon nen. In de periode waarop het plan betrekking heeft 1974 tot 1978 zullen er ƒ25 tot ƒ30 miljoen geïnves teerd worden voor vervanging en modernisering van be drijfsmiddelen. De reorganisatie zal geen bedrijfsslui ting of verlies van arbeidsplaatsen tot gevolg hebben. Strevend naar verbetering van de rentabiliteit en van de financieringsstruktuur mikt Coveco op het bereiken van grotere efficiëncy door middel van schaalvergroting en beperking van het assortiment produkten. Voor de vijf produktiebedrijven zal dit in de nabije toekomst tot gevolg hebben, dat niet langer in vier, maar in drie be drijven wordt geslacht, namelijk Borculo, Twello en Weert. Het slachten in Assen zal worden beëindigd en de pro- duktie van backs zal naar Borculo worden overgeplaatst. Wel blijft de afsnij-afdeling in Assen in bedrijf. Daar toe zullen wekelijks ongeveer tweeduizend geslachte varkens vanuit Twello naar Assen worden gebracht. De produktie van ham- en schouderkonserven zal in Assen sterk worden uitgebreid, evenals die van de kleinkonser- ven. De grossierderij van vers varkensvlees voor de re gio noord zal in Assen worden gestationeerd. Het bedrijf in Borculo zal zich meer gaan toeleggen op het slachten en afsnijden van varkens. Bovendien zul len in dit bedrijf nieuwe produkties van hammen, schou ders en vleeswaren worden ontwikkeld. Daartegenover zal staan, dat het huidige assortiment vleesprodukten zal worden ingekrompen, terwijl de overblijvende artikelen in grotere hoeveelheden zullen worden geproduceerd. Het bedrijf te Twello zal nu snel naar een volledige capaciteit van slachten en afsnijden toegroeien. Het zal de vestigingen in Assen en Wierden van de nodige grondstoffen voorzien. In het bedrijf te Wierden zal de produktie van ham en schouderkonserven alsmede die van de kleinkonser- ven nog verder worden verhoogd. In het bedrijf te Weert zal het slacht- en afsnijpro- gramma verder worden opgevoerd. Ook zal de produk tie van ham- en schouderkonserven en overige konser- ven worden verhoogd. Naast deze herverdeling van de produktie over de verschillende bedrijven zal bijzondere aandacht worden geschonken aan verbetering van de procesbeheersing en modernisering. Ook de instandhouding en uitbreiding van het vak manschap neemt een belangrijke plaats in de plannen in. De reorganisatie zal weliswaar geen verlies aan arbeids plaatsen veroorzaken, maar het zal wel nodig zijn dat een aantal personeelsleden omgeschoold wordt voor een andere funktie. Het beleidsplan voorziet, dat het aantal medewerkers van Coveco, dat thans 3000 bedraagt, in 1978 met 10 personen zal zijn toegenomen. Niet alleen op het gebied van de produktie is een reorganisatie in voorbereiding. Ook de verkoopstrategie zal veranderingen ondergaan. Daarmee is al gedeelte lijk een begin gemaakt. Coveco gaat zich richten op een grotere spreiding van markten en deelmarkten. Dit zal gepaard gaan met een beperking van het artikelenassor timent en met verbetering van de aansluiting bij de ver anderende distributiestrukturen. De nadere ontwikkeling en uitvoering van dit „grote lij nen-plan" geschiedt in nauw overleg met de onderne mingsraad. De werknemersorganisaties zijn intussen van het plan in kennis gesteld en de eerste besprekingen hebben hierover reeds plaats gevonden. Coveco heeft naast de produktiebedrijve nin Assen, Wierden, Twello, Borculo en Weert, voorts grossierde- rijen in Leeuwarden, Assen, Hoogeveen, Emmen, Arn hem, Zutphen, Alkmaar, Utrecht en Maastricht. Het hoofdkantoor is in Arnhem gevestigd. In 1973 noteerde Coveco een omzet van 351 miljoen aan levend vee. Aan de eigen produktiebedrijven werd voor 481 miljoen aan levend vee geleverd. De omzet van vers vlees, vleeswa ren, vleeskonserven, ham- en schouderkonserven, slacht- produkten en vetten bedroeg 675 miljoen. De geconsoli deerde omzet beliep in 1973 1.026 miljoen, waarvan 621 miljoen in het binnenland en 405 miljoen aan export.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1974 | | pagina 10