Op bezoek bij:
J. van Overbeeke
Kapelle
8
VEEHOUDERIJ
gemiddelde veebezetting op het bedrijf van de
heer Van Overbeeke is zo omstreeks de 60 stuks
melk-, mest- en jongvee, alles stainboekvee. Daarbij heeft
hij altijd zelf een stier voor het dekken van zijn koeien
beschikbaar.
Op het ogenblik is dit een zoon van Adema 729 en
Minke 26. De jonge stier, Minke-Adema 40 no. 1-96720,
is op 23121972 geboren. Het afstammingsbewijs ver
meldt de volgende voorouders:
Deze stier wordt overigens niet alleen op het eigen be
drijf ingezet maar ook bij buren-veehouders. Slechts bij
uitzondering maakt de heer Van Overbeeke gebruik van
de K.l. want naar zijn mening zijn de door hem bereikte
resultaten met eigen stier zeer bevredigend. Zowel voor
de vervanging van zijn melk- als mestvee wordt dan ook
bijna geheel van eigen opfok uitgegaan. Het is zijn lief
hebberij! De 25 stuks stamboekmelkvee leveren gemid
deld en in doorsnee zo'n 5.000 liter melk met 4,37
vet per koe. Afgelopen seizoen lag zowel de opbrengst
in liters als het vetgehalte iets aan de lagere kant. Een
A LS aan de opwaartse spiraal, waar de kostenstij-
gingen zich al jaren achtereen in bevinden, geen
einde komt en het (consumenten)prijsbeleid dat de laat
ste jaren gevoerd wordt, onveranderd wordt voortgezet,
wordt de inkomenspositie van de landbouw op den duur
onhoudbaar. Je vraagt je af, hoe lang dit beleid nog door
kan gaan!
Door de stijgende kosten en het slechts gedeeltelijk
doorberekenen ervan in de prijzen gaat het inkomen van
de boer er elk jaar enkele honderden guldens op achter
uit. Het „onderste regeltje" wordt dan ook steeds klei
ner. De melkprijs bijvoorbeeld ligt enkele centen per
liter lager dan vorig jaar, omdat er op de officiële cal
culatie van de prijs altijd op de een of andere manier
enkele centen worden afgeknabbeld. Dit onder het motto
om de kosten van levensonderhoud niet te veel te laten
stijgenl
Of de boer er aan te kort komt en vele extra uren
moet maken die niet dan wel onvoldoende worden be
taald, zijn zaken waar de overheid zich blijkbaar maar
weinig aan gelegen laat liggen. De boer zit, als „minder
heid" in de verkeerde hoek en ziet geen kans, in tegen
stelling blijkbaar tot andere minderheidsgroepen, zich
voldoende te laten gelden!
met de „bedrijfsriemen" van zo'n 30 percelen in grootte
variërend tussen het kleinste van 0,38 ha en het grootste
van 5 ha. Om dan nog maar niet te praten over de vaak
zeer ondoelmatige perceelvormen en de afstanden. Het
verste perceel ligt ruim 11/2 km van de boerderij!
BOUWPLAN EN AFZET
grondsoort is over het algemeen onregelmatig
en een zeer lichte zavel van rond 20 afslibbaar.
Van de 55 ha is
31 ha akkerbouw
27 ha weiland
1 ha boomgaard.
Het weiland is voor de akkerbouw ongeschikt en be
paald daardoor in belangrijke mate de bedrijfsvoering
als gemengd bedrijf. Het bouwplan van het akkerbouw-
gedeelte van het bedrijf is dit jaar als volgt opgezet:
14 ha suikerbieten
4 ha brouwgerst
4 ha tarwe
1 ha aardappelen
6 ha stamslabonen
1 ha snijmais
1 ha voederbieten
AKKERBOUW
MELKVEEHOUDERIJ
MESTVEE
Gezicht op de achterzijde van de bedrtjfs ge bouwen met op de voorgrond de af
gedekte snijmaiskuil.
Met twee- a driemaal per jaar uitrijden is de opslagcapaciteit van gierkelder en
mestput voldoende.
Aan het woord is J. van Overbeeke, 54 jaar op het
gemengde pachtbedrijf van 55 ha met akkerbouw, melk
vee en mestvee te Kapelle aan de Postweg. De boerderij
gebouwd in 1885, heeft nog steeds de naam „Soekowo-
no" gehouden, gegeven door de vroegere eigenaar die
destijds in Indonesië op een tabaksonderneming gewerkt
moet hebben.
Naast de 55 ha pachtgrond heeft de heer Overbeeke
nog 4 ha S.B.L.-grond tijdelijk in pacht zodat de bedrijfs-
oppervlakte momenteel 59 ha bedraagt.
RUILVERKAVELING KAPELLE—WEMELDINGE
TN onze vorige reportage werd reeds op de ruil
verkaveling KapelleWemeldinge en de noodzaak
dat deze verkaveling tot uitvoering zou komen in het kort
ingegaan. Ook voor het bedrijf van de heer Van Over-
oeeke geldt dat er wat hem betreft zo snel mogelijk mee
begonnen moet worden. Momenteel is men nog volop
bezig met het inventariseren van alle percelen, de eige
naars en de pachters ervan. Het plan is om a.s. najaar
de wenszitting te houden en aan de hand daarvan een
voorlopig plan van toedeling op te stellen. Als dat alle
maal rond zit en de instemming van betrokkenen heeft,
kan daarna pas aan de slag gegaan worden. In de prak
tijk zal het er wel op neer komen dat pas ip 1975 werke
lijk begonnen zal kunnen worden. Dat houdt in dat de
heer Van Overbeeke nog enkele jaren zal moeten roeien
De opbrengsten, die vanzelfsprekend van jaar tot jaar
en van perceel tot perceel verschillen, liggen gemiddeld
op een redelijk niveau bijv. suikerbieten 50 ton/ha, brouw
gerst 5.0005500 kg/ha, tarwe 5.0005500 kg/ha, voe
derbieten 4050 ton/ha. Om goede opbrengsten te be
halen, zo zegt de heer Overbeeke, moet er voor deze
grond niet te veel regen vallen. Over het algemeen lig
gen in een „droog" jaar de opbrengsten beter dan in
een „nat". Overigens is het nu ook voor hem aan de
droge kant en zou hij graag een mals voorjaarsbuitje
zien vallen van zo'n 20 mm.
Had hij het vorig jaar nog 4 ha snijmais, dit jaar zijn
die teruggebracht tot 1 ha, en zijn de voederbieten weer
in het bouwplan teruggekomen. Op de redenen hiervan
komen we bij de veehouderij nog terug. Dit jaar is ook
nieuw de stamslabonenteelt die op kontrakt voor Oos-
trom's Conserven Fabriek N.V. te Biezelinge zullen wor
den geteeld.
De graanafzet loopt via de fa. Balkenende en de sui
kerbieten gaan eensdeels naar de CSM, anderdeels naar
de Suiker Unie. Deze gedeelde levering heeft, zo zegt
de heer Van Overbeeke, wel enkele voordelen en geeft
vergelijkingsmogelijkheden die je met het leveren aan
één fabriek niet zo direkt ter beschikking hebt. De aard
appelen gaan voor de consumptie naar de aardappelhan-
del en van de 4 ha snijmais (van het vorig jaar) is een
gedeelte verkocht.
terugval die de heer Van Overbeeke in belangrijke mate
toeschrijft aan de overgang van snijmais in het voeder
rantsoen.
Niettegenstaande nog met een aanpassing daarvan ge
probeerd is daarin verbetering te brengen, gingen wel
het aantal liters iets omhoog, maar bleef het vetgehalte
tegenvallen.
Vandaar dat hij dit jaar de oppervlakte snijmais terug
gebracht heeft van 4 op 1 ha, die dan speciaal voor het
jong- en mestvee wordt gebruikt, en weer voederbie
ten gaat telen. Die kosten wel de nodige arbeid maar
dat wordt dan weer teruggevonden in de hogere melk-
opbrengst en vergehalte!
Een koe met zeer goede produktie is Minke 32, 85 pun
ten, die als S.I.P. koe is aangewezen; koeien waar zeer
hoge eisen aan worden gesteld zowel wat de produktie
als wat afstamming betreft. De laatste melklijst van
Minke 32 was 6740 kg melk, 4,62 veten 3,58 eiwit
in 306 dagen.
DE HUISVESTING
huisvesting van het vee in de in 1965 verbouw
de schuur is deels op roostervloer met drijfmest-
systeem, deels op de oude traditionele Oud-Hollandse
grupstal op stro. Indien niet met de daaraan verbonden
arbeid rekening gehouden zou moeten worden, dan pre-