Bijdrageregeling voor de glastuinbouw Inwerkingtreding integratie rentesubsidie regeling VERZEKERINGSINSTELLINGEN VAN DE ZLM Inlichtingen- en klachtenbureau BE 5 In het ka-er van het aktieprogramma voor de glastuin bouw heett het Bestuur van de Stichting Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw de volgende beslui ten genomen: ter bevordering van de omschakeling van verspreid liggende glastuinbouwbedrijven van olie op aardgas zijn twee besluiten voor bijdrageverlening vastge steld; ter bevordering van de afbraak van economisch ver ouderde glasopstanden, samengaand met bedrijfsbe ëindiging, is de bijdrage in de kosten van afbraak van deze glasopstanden verhoogd van f 5,naar 8,per m2 staand glas. DE OMSCHAKELING VAN OLIE OP AARDGAS Ter bevordering van de aansluiting van verspreid lig gende glastuinbouwbedrijven op aardgas heeft het be stuur een bijdrageregeling vastgesteld in de aanlegkosten van gasleidingen (infrastructuur) vanaf het bestaande aardgasnet tot aan de grens van het bedrijf. Tevens zijn de bestaande bijdrageregelingen in de kosten van ombouw van de verwarmingsinstallaties op het glastuinbouwbe drijf ook van toepassing verklaard voor glastuinbouwbe drijven die op grond van vorenstaande regeling een bij drage ontvangen. De bijdrage in de goedgekeurde aanlegkosten wordt slechts verstrekt indien: de ondernemer zijn hoofdberoep in de landbouw heeft; op het moment van de indiening van de aanvrage nog niet met de werkzaamheden, waarop de aanvrage be trekking heeft, is begonnen; het bedrijf van de ondernemer naar het oordeel van de H.I.D. voor de bedrijfsontwikkeling perspectief biedend is; de financiering van de aanlegkosten en de kosten van de omschakeling van de verwarmingsinstallatie van het bedrijf op aardgas is gewaarborgd; het bedrijf van de ondernemer op het aardgasnet wordt aangesloten op grond van een door het gasdis tributiebedrijf opgesteld aansluitingsplan, dat de Al gemeen Direkteur Agrarische Produktie, Verwerking en Afzet van het ministerie van landbouw als zodanig heeft aangemerkt; de aansluiting van het bedrijf van de ondernemer op het aardgasnet tot stand zal zijn gekomen vóór 1 ja nuari 1977; het betrokken gasdistributiebedrijf heeft verklaard het aardgasverbruik ten behoeve van de glastuin bouw op het bedrijf van de ondernemer te schatten op tenminste 30.000 m3 per jaar. De aanvrage voor de bijdrage in de aanlegkosten moet .vóór 1 juli 1975 op een daarvoor vastgesteld formulier worden ingediend bij de hoofdingenieur-direkteur voor de bedrijfsontwikkeling in de provincie waarin het glas tuinbouwbedrijf is gelegen. Bij de aanvrage moet worden overgelegd een door het gasdistributiebedrijf verstrekte, bindende prijsopgave van de aanlegkosten. Om naast een bijdrage in aanlegkosten van de gaslei ding naar het bedrijf ook in aanmerking te kunnen ko men voor een bijdrage in kosten van omschakeling van de verwarmingsinstallatie op het glastuinbouwbedrijf zelf, dient het betrokken gasdistributiebedrijf de ondernemei een bedrag van in totaal ten hoogste 1500,in rekening te brengen voor de kosten van de dienstleiding op het be drijf, en de behuizing van de meet- en regelapparatuur. Een aanvrage voor deze bijdrage moet eveneens vóór 1 juli 1975 worden ingediend. AFBRAAK ECONOMISCH VEROUDERDE GLASOPSTANDEN Het bestuur heeft de bijdrage in kosten van economisch verouderde glasopstanden samengaand met bedrijfsbe ëindiging verhoogd van 5,tot f 8,per m2 staand glas. De bedrijfsbeëindiging dient plaats te vinden in het kader van de bedrijfsbeëindigingsregelingen van het fonds. De verhoging gaet in met ingang van 5 april 1974. Lopende aanvragen waarvan de datum van de opleve ringsverklaring is gelegen op of na deze datum zullen worden uitbetaald op basis van f 8,per m2. Men lette nier wel op! Vorenbedoelde besluiten zijn aangemeld bij de Com missie der Europese Gemeenschappen. Zodra de Commis sie zijn onderzoek zal hebben uitgevoerd, zullen deze be sluiten definitief in werking kunnen treden. Aanvragen om een bijdrage kunnen echter reeds vooruitlopend hier op plaatsvinden bij de hoofdingenieur-direkteur van de bedrijfsontwikkeling. Zodra de Europese Commissie zijn onderzoek zal hebben uitgevoerd, zullen de. aanvragen in behandeling worden genomen. Met nadruk wordt gewaarschuwd niet met de werk zaamheden aan te vangen vóór indiening van een aan vrage. RENTESUBSIDIEPERCENTAGE VERHOOGD MET ingang van 1 mei 1974 is het Besluit landbouw- bedrijven met ontwikkelingsmogelijkheden in wer king getreden. Op basis van dit besluit wordt onder be paalde voorwaarden een rentesubsidie verleend over le ningen, gesloten voor bepaalde investeringen die ter uit voering van een goedgekeurd ontwikkelingsplan in de landbouw, met uitzondering van de pluimveehouderij, worden verricht. In het kader van de integrale rentesubsidieregeling is nu ook de mogelijkheid voor het verkrijgen van een rentesubsidie opengesteld voor de kalvermesterij, de champignonteelt en de boomkwekerij. De rentesubsidie voor deze sectoren bedraagt 4 (wordt 5 Voorzover investeringen betrekking hebben op of samenhangen met een uitbreiding van het aantal mestkalverplaatsen be draagt de rentesubsidie echter slechts 1 °?c. Ook voor uit breidingsinvesteringen in de champignonteelt bedraagt de rentesubsidie slechts 1 ORIËNTATIEPREMIE VOOR RUND- EN SCHAPEVLEESPRODUKTIE IN het Besluit voor de rundvee- en schapenhouderij is de mogelijkheid geopend.om naast de rentesubsidie eveneens in aanmerking te komen voor de zgn. oriëntatie premie. Deze oriëntatiepremie kan worden verkregen indien het ontwikkelingsplan erop is gericht, dat, na voltooiing ervan het aandeel van de verkoop van runderen bestemd voor de rundvleesproduktie of van schapen groter is dan 50 cf van de totale jaarlijkse verkopen (bruto-opbrengst produktie) van het bedrijf. De oriëntatiepremie bedraagt per hectare cultuurgrond van het bedrijf, die naar het oordeel van het bestuur voor de rund- of schapevleespro- duktie noodzakelijk is: 45 RE 154,80) tot een maximum van 4500 RE 15.480) voor het eerste jaar; 30 RE (ƒ103,20) tot een maximum van 3000 RE 10.320,voor het tweede jaar; 15 RE 51,60) tot een maximum van 1500 RE (ƒ5.160,voor het derde jaar. Naast deze oriëntatiepremie in het kader van het ont wikkelingsplan, blijft de mogelijkheid tot het verkrijgen van een premie voor de omschakeling van de melkvee stapel op de rundvleesproduktie, ook zonder rentesubsi die, normaal bestaan! RENTESUBSIDlréPERCENTAGE VERHOOGD MAAST de vaststelling van voornoemd integraal be- sluit heeft het bestuur tevens in beginsel besloten vanaf 1 juli 1974 de rentesubsidie op investeringen in de land- en tuinbouw, voorzover deze thans 4 bedraagt, tot 5 te verhogen. Deze verhoging zal niet alleen gel den voor na deze datum gesloten overeenkomsten, maar ook voor de rentesubsidie die na 1 juli 1974 verschuldigd is op basis van vóór die datum gesloten overeenkomsten. Het betreffende ontwerp-besluit is ingevolge de Brus selse richtlijnen inzake het landbouwstructuurbeleid ter kennis van de Europese Commissie gebracht. De reaktie van de Commissie dient te worden afgewacht alvorens het betreffende besluit definitief in werking kan treden. Aanvragen om een rentesubsidie dienen te worden in gediend bij de districtsbureauhouder binnen wiens werk gebied het bedrijfshoofd woonachtig is. Nadere informa ties kunnen worden ingewonnen bij de Provinciale DL rekties voor de Bedrijfsontwikkeling. Na het opvragen van de authentieke gegevens waar over de W.A.-verzekeraar van de tegenpartij beschikte, bleek in vele van deze gevallen, dat er geen proces verbaal van de botsing door de politie was opgemaakt, dat behoorlijke getuigenverklaringen ontbraken en dat beide betrokken bestuurders elkaar de schuld gaven, zonder de juistheid van hun lezing te kunnen bewijzen. Het is duidelijk, dat een W.A.-verzekeraar die van zijn verzekerde een lezing van het gebeurde ontvangt, die aannemelijk maakt dat hij onschuldig is aan de botsing, onmogelijk de schade van diens tegenpartij kan vergoe den, zolang deze het tegendeel niet kan aantonen. IEGIN 1973 werd door de Nederlandse Unie van Schadeverzekeraars een Inlichtingen- en Klach tenbureau (I.K.B.) in het leven geroepen. Dit bureau start te haar werkzaamheden op 2 april 1973. De opzet was en is, dat verzekerden en gedupeerden zich tot dit bu reau kunnen wenden, indien naar hun mening de schade niet naar genoegen is afgewikkeld. Intussen heeft dit bureau verslag uitgebracht over de werkzaamheden in haar 1e periode t.w. 2 april31 de cember '73. In 9 maanden tijds werden 1784 zaken schrif telijk behandeld en ruim 2000 telefonisch. Deze 1784 schriftelijk behandelde zaken zijn als volgt onder te ver delen: Auto-, Motor- en Bromfietsverzekering 971 Algemene aansprakelijkheid (part. en bedrijven) 243 Brand-, inbraak-, storm, e.d. verzekeringen 193 Ziekengeld, ziektekosten en A.O.W. 190 Transportverzekering, incl. pleziervaartuigen 53 Diverse branches 134 Van alle door het Inlichtingen- en Klachtenbureau be handelde zaken bleek in 303 gevallen een schade ten onrechte te zijn afgewezen of een betaling ten onrechte te lang getraineerd. Wij willen hier gaarne aan toevoe gen, dat uw O.V.M. op geen van de 303 gevallen betrok ken was. MOTORRIJTUIG-VERZEKERING K^EER dan de helft van de problemen welke het I.K.B. in de verslagperiode heeft behandeld had betrek king op verkeerszaken. Een groot aantal klachten kwam van automobilisten, die betrokken waren bij een botsing tussen twee auto's, waarbij beide wagens blikschade op liepen en waarbij de klager, die alleen verzekerd was tegen het risico van wettelijke aansprakelijkheid, er niet in slaagde, de blikschade aan zijn*auto te verhalen op de W.A.-verzekeraar van zijn tegenpartij. In vele gevallen gaven de betrokken bestuurders el kaar de schuld Wij hebben hier te maken met een vrij grote categorie van onoplosbare zaken. Hoewel sommige klagers zich aanvankelijk bitter beklagen over de W.A. verzekeraar van hun tegenpartij, doordat zij het mislukken van hun verhaalsactie wijten aan een poging zich aan verplicht tingen te onttrekken, kon het I.K.B. in de meeste geval len duidelijk maken, dat de betrokken W.A.-verzekeraar in de gegeven omstandigheden geen andere keuze heeft. Wil een automobilist zich tegen dergelijke stroppen be schermen, dan is de enige oplossing het sluiten van een cascoverzekering voor zijn auto. NO-CLAIMKORTING JJTET komt helaas dikwijls voor, dat de schuldige auto mobilist ter plaatse toegeeft fout te zijn geweest, terwijl hij later, wanneer hij het schadeformulier voor zijn eigen maatschappij invult een totaal andere lezing van het gebeurde gaat geven. Het I.K.B. is er van over tuigd, dat deze verdraaiing van feiten dikwijls geschiedt met het oog op de no-claimkorting. Worden de feiten eerlijk opgebiecht dan moet de ver zekeraar de gedupeeerde schadeloos stellen en verspeelt verzekerde zijn no-claimkorting! Vandaar dat het I.K.B. tot de conclusie komt, dat de no-claimkorting maar moet worden afgeschaft. Het be lang om te knoeien zou dan afnemen! Wij vinden dit nogal een simpele conclusie Intussen deden verschillende dagbladen het voorko men, dat verzekeraars van de no-claimkorting af willen. Dit is evengoed een verdraaiing van feiten. Het is n.l. de directeur van het I.K.B. die dit suggereert en meer niet. Wat ons betreft zijn we het totaal oneens met deze suggestie. De korting op de premie is destijds ingevoerd om de goede rijders te belonen. Wij neigen er toe het kortingspercentage eerder op te voeren dan af te schaffen! Dat er mensen zijn, die het met de eerlijkheid niet ai te nauw nemen zodra er financiële belangen mee gemoeid zijn is ons drommels goed bekend. Wij houden het er bij, dat er altijd nog veel meer eerlijke mensen zijn dan onbetrouwbare. Alleen al om deze reden mag een prima maatregel, zo als de no-claimkorting er een is, niet overboord gegooid worden! VOORKOMEN IS BETER DAN GENEZEN AT wij onze verzekerden nog eens met nadruk wil len adviseren is dit: Hebt u een aanrijding, al is het met uw buurman, haal er politie bij. Mocht het een aanrijding van geringe betekenis zijn dan is de politie niet verplicht ter plaatse van het ongeval te verschijnen. In dat geval moet u trachten zich te verzekeren van getuigen en indien dat ook niet lukt dan kunt u de tegen partij altijd nog een verklaring laten tekenen, waarin hij zijn mondelinge schuld op schrift vastlegt. Uiteraard loopt men de kans, dat de tegenpartij dit weigert; temeer omdat zijn polisvoorwaarden hem ver bieden enige vorm van schuld op zich te nemen. Het aan tal gevallen, dat de tegenpartij de feiten achteraf gaat verdraaien of verzwijgen kan aanzienlijk beperkt worden door, zoals gesteld, de politie in het geval te mengen en/ov de namen van getuigen te noteren. Voor de dan nog overblijvende slechterikken gooien we de no-claimkortingsregeling niet overboord DE L.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1974 | | pagina 5