HOOFDBESTUUR ZLM VERGADERDE „Revaluatiebaians" voor land bouw niet te maken Aardappelafzet en verwerking naar nationaal niveau 3 BEËINDIGING BTW-COMPENSATIE ONVERTEERBAAR besloten vergadering van het Hoofdbestuur op 29 april te Bergen op Zoom werd geleid door vice-voor- zitter G. P. A. van Nieuwenhuyzen omdat voorzitter J. B. Becu aanwezig diende te zijn bij een spoedberaad van de hoofdafdelingen akkerbouw, veehouderij en tuinbouw van het landbouwschap in Den Haag in verband met het kabi netsbesluit om de btw-compensatie voor de landbouw per 1 mei te beëindigen. Dit besluit was uiteraard tevens één van de belangrijkste vergaderpunten in Bergen op Zoom. Het Hoofdbestuur was unaniem van mening dat het be ëindigen van de revaluatiecompensatie per 1 mei voor de landbouw onverteerbaar is. Men had daarbij bijzonder wei nig begrip voor de door Minister Van der Stee aangevoerde argumentatie. Met name de stelling van het Ministerie van Landbouw dat de revaluatie per saldo slechts een beperkte invloed op de prijzen heeft gehad, werd ten sterkste bestre den. Immers alle garantieprodukten als granen, suikerbieten, fabrieksaardappelen en melk hebben wel degelijk de klap van het volle revaluatiepercentage te verwerken gekregen. Bovendien geven de Brusselse prijsbesluiten voor het komen de seizoen geen enkele ruimte om tot een afschaffing van de btw-toeslag over te gaan. Voorzitter Van Nieuwenhuyzen nam ook scherp stelling tegen de opmerking van Minister Van der Stee dat nu een nationaal beleid is afgesloten, dat in E.G.-verband veel span ningen heeft opgeroepen en dat het Nederlandse beleid er weer op gericht zal zijn een meei uniforme gedragslijn in E.G.-verband te bevorderen. Dat betekent dat Nederland, ten koste van de boer, weer zo nodig voorop moet lopen. Zolang ook met name in West-Duitsland de btw-toeslag on verkort gehandhaafd blijft is daartoe evenwel geen enkele reden. De vergadering was van mening dat in dit kader de toe zegging van maximaal 25 miljoen gulden extra voor de land bouw, te besteden in het strukturele vlak, niet anders dan als een zoethoudertje kan worden gezien. Het bestuur was van mening dat het landbouwschap geen medewerking bij de verdeling van dit bedrag aan het Ministerie moet ver lenen. Besloten werd dat in het overleg met de andere landbouw organisaties aangedrongen zal worden om gezamenlijk op korte termijn krachtig stelling te nemen tegen dit onrecht vaardige regeringsbeleid. Inschakeling van de Tweede Ka mer zal in dit verband noodzakelijk zijn. Voorzitter Van Nieuwenhuyzen achtte zo nodig een lande lijke protestaktie gewenst, om de verlenging van de BTW- Compensatie er door te drukken. E.G.-MARKTBELEID QOK in ander verband had de vergadering weinig waar dering voor het beleid van landbouwminister Van der Stee. Zo toonde men zich verbaasd over de uitspraak van Minister Van der Stee dat de akkerbouw wel degelijk de volledige kans heeft gehad cm de tarwe op richtprijsniveau af te zetten. Geconstateerd werd dat slechts van half decem ber tot eind januari een redelijke prijsvorming voor de tar we heeft plaatsgevonden en dat daarna de prijs weer volle dig in elkaar is geklapt tot zelfs onder het interventieniveau. Er is sprake geweest van een onevenwichtig marktbeleid in Brussel, waarvan de boer volledig de dupe is geworden. En dat terwijl de wereldmarktprijs zich nog steeds boven de drempelprijs bevindt. Bijzonder grote bezwaren had de ver gadering ook tegen het Commissievoorstel om een zodanig hoge heffing op de z.g. magere (C-)suiker te leggen dat ex port onmogelijk wordt gemaakt. Dit om eventueel een tekort binnen de E.G. (Engeland) te voorkomen. Wil men via een dergelijke heffing de voorziening met suiker veilig stellen dan zal men als konsekwentie moeten aanvaarden dat ook voor de magere suiker voldoende (financiële) garanties wor den gegeven, op dezelfde kondities als A- of B-suiker, aldus de heer Van Nieuwenhuyzen. Bijzonder ontevreden toonde de heer Van Heyst, voorzit ter van de veehouderijcommissie, zich met het interventie- beleid voor rundvlees zoals dit in Nederland wordt gevoerd. Hij noemde dit interventiebeleid bijzonder schriel. Enerzijds is namelijk de interventieprijs in diverse partnerlanden, vooral België, nogal wat hoger gesteld en anderzijds is in terventie slechts voor een beperkt aantal, betere, kwaliteiten mogelijk. Men schijnt bang te zijn dat de voorraden te groot worden en dat er onvoldoende koelruimte beschikbaar zal zijn. De heer Van Heyst achtte het in dit verband volstrekt voorbarig om van een vleesberg in de E.G. te spreken, om dat de voorraden in feite niet meer dan 3 dagen consumptie dekken. Intussen ligt de Nederlandse prijs wel op slechts ruim 80 van de vastgestelde oriëntatieprijs en ontvangt de melkveehouder op jaarbasis nu gemiddeld per bedrijf zo'n 15.000 gulden minder voor uitstoot van overbodig vee en afzet van nuchtere kalveren. VARKENSPEST EN CONCENTRATIE VEREDELINGSBEDRUVEN yiTVOERIG stond de heer Van Heyst stil bij de var kenspest, die op het varkensbedrijf Fomeva van Hom burg recentelijk is uitgebroken. De op dit bedrijf gefokte varkens worden op een reeks van vermeerderingsbedrijven geplaatst, zodat ook vele andere bedrijven besmet raakten. Na de konstatering van de varkenspest op het basisbedrijf zijn dan ook tot rond half april op 44 bedrijven in totaal reeds 60.000 dieren opgeruimd, terwijl nog vele tientallen bedrijven als verdacht zijn aangemerkt. Aansluitend op het uitbreken van deze varkenspest zijn in Noord-Brabant in middels 550.000 dieren ingeënt Al met al zal door deze pest-epidemie de stelpost voor stamping-out van 16 miljoen gulden verre worden overtrof fen. Dit betekent dat het landbouwbedrijfsleven er wel van kan uitgaan dat de maximale bijdrage van 24 miljoen gulden over 3 jaar, die men vow deze post moet bijdragen ook op gebracht zal moeten worden. Het Bestuur was van mening dat hier nog eens overdui delijk de gevaren, die een concentratie van zeer grote aan tallen varkens binnen één bedrijf met zich meebrengen, zijn aangetoond. Dat het dan ook onverantwoord is de veredelingsbedrijven zoveel mogelijk op speciale terreinen te concentreren, zoals van sommige zijden wel wordt gewenst, is hiermee nog eens duidelijk komen vast te staan. LANDBOUW EKONOMISCH BERICHT yEEL aandacht besteedde de vergadering aan het land- bouweconomisch bericht dat onlangs verschenen is. Geconstateerd werd dat na het betrekkelijk gunstig jaar 1972/'73 de prognose voor 1973/'74 weer aangeeft dat de produktiefaktoren arbeid, kapitaal en grond een aanmerkelijk lagere beloning zullen ontvangen dan elders in het bedrijfs leven. Met name de zeer sterke achteruitgang van de inko mensmogelijkheden in de rundveehouderij, de kalvermesterij en de pluimveehouderij komen uit dit bericht zeer duide lijk naar voren. Hoewel de voorlopige uitkomsten voor de akkerbouw en de varkenshouderij nog een positief resultaat te zien geven, moet gevreesd worden dat de prijsval van de aardappelen, tarwe en het varkensvlees, gedurende de laatste maanden, ook voor deze sektoren uiteindelijk tot een negatief over schot zal leiden. Dat is dan het resultaat voor een bedrijfs tak die zorgt voor een exportsaldo van ruim 5 miljard gul den! Overigens was de vergadering van mening dat de publi- katie van de ontwikkeling en de hoogte van het onder nemersinkomen volgens deze LEI-berekeningen gemakkelijk tot grote, ongewenste misverstanden kan leiden. Zo wordt het inkomen voor de akkerbouw in het Zuid- Westen berekend voor 45 ha grote bedrijven op pachtbasis, terwijl de praktijk leert dat de gemiddelde bedrijfsgrootte nauwelijks de helft bedraagt. Tevens bestaat ongeveer de helft van de bedrijven uit eigenaarsbedrijven met de daaraan verbonden vaak veel hogere grondlasten. De voor 1973/'74 weergegeven verwachting van het arbeidsinkomen, is dan ook zeer geflatteerd. Bovendien kan niet genoeg benadrukt worden dat het bruto arbeidsinkomen in de landbouw op geen enkele wijze te vergelijken valt met een netto verteerbaar inkomen van loontrekkenden. Immers van dit bruto inkomen moeten alle sociale lasten (zowel werkgevers- als werknemersaandeel), alsmede de volledige kosten van ziekenverzekering, ongeval lenverzekering en pensioenverzekering worden voldaan. Na aftrek van belasting, blijft dan een bedrag over waarvan, wil men de kontinuering van het bedrijf waarborgen, een deel gereserveerd moet kunnen worden om vervangings- en vernieuwingsinvesteringen mogelijk te maken. Deze reser vering is vooral onmisbaar omdat bij het huidige inflatietem po de, toegestane, afschrijving in geen enkele relatie meer staat tot de veel hogere nieuwwaarde. Het bestuur was van mening dat het dringend gewenst is dat de in dit kader uitgevoerde berekeningen niet beperkt worden tot het bruto-arbeidsinkomen van de ondernemer in de landbouw, maar dat er een verdere specificatie plaats vindt tot aan het werkelijk netto verteerbaarinkomen. Eerst dan wordt immers een zinvolle vergelijking met andere be volkingsgroepen mogelijk BENOEMINGEN In de Commissie Borgstellingsfonds en Ontwikkelings aangelegenheden van de Provinciale Raad van de Bedrijfs ontwikkeling voor Zeeland werd als lid namens de ZLM be noemd de heer J. Nieuwenhuyse te Lewedorp, als opvolger van de heer J. A. Klompe. De heer P. Laus te Oostkapelle werd tot lid benoemd van de Commissie Veredelingsland- bouw van het K.N.L.C. als opvolger van de heer W. C. Vader. B.T.W.-COMPENSATIE PER 1 MEI BEËINDIGD Het opstellen van een balans van de werkelijke ge volgen van revaluatie en compenserende maatregelen voor de lanóibouw stuit op onoverkomelijke problemen. Minister mr. A. van der Stee van landbouw en visserij schrijft dit in een brief, die hy namens de regering aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. Hij doet hierin mede deling van de beschikbaarstelling van ƒ25 miljoen voor verzachting van knelpunten in de landbouw en het be ëindigen van de revaluatiecompensatie voor deze be drijfstak via de btw. Premier 'Den Uyl heeft hierover vrijdag 26 april na het kabinetsberaad ook al medede lingen gedaan. Overheid en agrarisch bedrijfsleven 'hebben indertijd afgesproken dat tegen het einde van de compensatie- periode (aanvankelijk vastgesteld op 1 april, later op 1 mei) een „revaluatiebalans" zou worden opgesteld. Het effect van de revaluatie is echter niet geïsoleerd vast te stellen, legt minister Van der Stee nu uit. Het wordt versluierd, in de eerste plaats door de energiecrisis, en verder door de scherpe prijsbewegingen op de wereld markten en de monetaire onrust. De oordeelsvorming kan daardoor slechts gebaseerd worden op de feitelijke ontwikkeling van optorenigstprijzen en kosten. Een analyse van het verloop der opbrengstprijzen voor en, na de revaluatie leert volgens de minister, dat voor het merendeel der produkten de negatieve gevolgen zeer beperkt zijn gebleven, an een prijsval in de orde Van grootte van het revaluatiepercentage is 'het alge meen zeker geen sprake geweest. Hieruit blijkt dat men erin geslaagd is de gevolgen van de revaluatie voor een deel op het buitenland af te wentelen en ook de prijsconcessies op de binnenlandse markt te beperken. Gezien de sterke marktpositie die ons land voor som mige produkten inneemt, viel dit naar 's ministers me ning ook te verwachten. Nederland, aanvankelijk bijna koploper op de infla tieranglijst, 'heeft nu een van de laagste inflatiepercen tages. Ook voor de kostenontwikkeling in de landbouw doet zich dat betrekkelijk gunstige beeld voor: de stij ging blijft enige procenten achter bij het gemiddelde van de EEG. De minister haalt hiervoor berekeningen aan van het Landbouw-Economisd.:: Instituut en de EEG- federatie van 'boerenstandsorganisaties OOPA. De minis ter zegt dat nu een stuk nationaal beleid is afgesloten dat in EEG-verband spanningen heeft opgeroepen omdat geen uniforme beleidslijn is gevolgd. In de toekomst wil hij een meer uniforme gedragslijn bevorderen, aldus iets bekort tret desbetreffende persbericht van het Mi nisterie van Landbouw. Drs. J. DIJKGRAAF, L.C.C. - Goes. QOK ten dienste van onze aardappeltelers in Zuid- West en West-Nederland (er is in vorige num mers van dit blad reeds op gewezen) is er een belang rijke stap gezet. Cebeco-Handelsraad Rotterdam, aard appel b.v. zuidwest Zierikzee, Zuiderdel b.v. Broek op Langendijk en Agrico Emmeloord hebben besloten om met ingang van oogst 1974 voor gezamenlijke rekening hun consumptieaardappelen te gaan verkopen. Het gaat hierbij om een hoeveelheid van zo'n 350.000 ton en dat is toch wel een kwantum om even bij stil te staan. STERKERE POSITIE WELE geïnteresseerde coöperatieve telers zullen zeggen: eindelijk. En terecht, want de besprekin gen hebben jaren geduurd, zodat het er soms op leek, dat er helemaal niets van zou komen. Gaat de besluitvorming in de coöperatie dan toch veel trager vergeleken met andere ondernemingsvormen? Wij weten het niet, omdat moeilijk na te gaan is wat er bij anderen aan vooraf gaat voordat besluiten naar buiten komen. Wel is het onge twijfeld zo, dat in de coöperatie veel mensen hun zegje kunnen doen en dat kost tijd zeker als de opvattingen niet parallel lopenl Dat is enerzijds een zwak punt, maar anderzijds de kracht van de coöperatie, die nu juist ge kenmerkt wordt door een democratische struktuur. Maar nu is het dan zover. Iets waar veel telers al jaren op aangedrongen hebben, namelijk op een landelijke bun deling van de consumptieaardappelafzet. De concurren tie tussen de smenwerkende partners ten nadele van de telers kan nu tenminste tot het verleden gaan beho ren. Bovendien kan daardoor de gezamenlijke marktpositie worden versterkt alsmede de efficiëncy van de collecte ring, het transport en de bewerking. En wat minstens zo belangrijk is, er kan in nog ruimere mate aan de wen sen van de afnemers worden voldaan! NEDATO (VOORLOPIG) UIT DE BOOT GEVALLEN "TOCH wordt de vreugd over de nieuwe uitgangsstel ling getemperd door het feit, dat Nedato Oud- Beijerland (de coöperatieve telersverenigingen op de Zuidhollandse eilanden) niet tot de partners behoort. Ook zij waren bij het overleg betrokken en hebben uiteinde lijk gemeend niet aan de thans gekozen opzet te kunnen meedoen. Daar kunnen we begrip voor hebben, maar we betreuren het wel uitermate. En wij beslist niet al- leenl Zo is er in het zuidwesten een gebied, dat niet in het nieuwe verband is opgenomen. Toch willen we dit beslist niet dramatiseren, want wat niet is kan nog komen. Daar om blijven wij hopen, dat alsnog een goede oplossing gevonden wordt. Zowel nationaal en internationaal ge zien kunnen we ons een gescheiden optrekken vrij moei lijk veroorloven. AVIKO NAAR 120.000 TON QOK op het terrein van de aardappelverwerking zit de coöperatie beslist niet stil. Zo heeft Aviko (aan deelhouders Cebeco-Handelsraad en Domo (zuivel) in Steenderen (gelegen tussen de bevolkingscen tra randstad Holland en het Rührgebied) weer f 5 mil joen geïnvesteerd in een nieuwe friteslijn van 105 meter. Op het programma staan nog twee lijnen, namelijk één voor frites en één voor hun nieuwe aardappelprodukt Rösti. Na de afronding zal Aviko jaarlijks 12.000 ton aard appelen verwerken (in 1974: 100.000 ton) en daarmee de grootste Europese fritesproducent zijn geworden. Veel Bintjes uit Zuid-West Nederland vinden hun weg en zul len hun weg nog vinden naar Aviko in Steenderenl NATIONAAL BELANG 70 is het proces van nationale bundeling van afzet en verwerking in volle gang. We zijn op weg naar een nationaal beleid voor aardappelen en aardappelpro- dukten in het vertrouwen, dat onze telers er wel bij zul len varen. Dat ongetwijfeld zeer belangrijke produkt is het zeker waard. En niet alleen voor de telers (het is veel- al de kurk voor de akkerbouwers). Maar ook voor de werkgelegenheid, de consumenten en onze handelsbalans. Ook wat dit laatste betreft kun nen we een sterk afzetpakket uitstekend gebruiken. Wel nu de bouwstenen worden thans aangedragen zowel bin nen als buiten de coöperatie. Een voorsprong behouden is veelal moeilijker dan een voorsprong behalen. Het kleine Nederland zal zowel intern als extern nog veel hinderpalen moeten nemen, maar onze gezonde onder- nemerslust is wat het produkt aardappelen betreft beslist nog niet uitgeblust. Wij hopen van harte, dat een juiste vstap is gezet in het belang van velen, maar vooral in het belang van onze telers. Het bloed kruipt nu eenmaal waar het niet gaan kan.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1974 | | pagina 3