Biedt ruil verkaveling nog voordelen? KORTE WENKEN 9 C.A.R. - Zevenbergen Ing. N. DE KONING De laatste jaren komt het onder werp „Biedt ruilverkaveling nog voor delen?" vaak in diskussie. Daar dit artikel is gericht op de landbouw kan beter worden gesteld: „Is ruilverka veling zinvol voor de landbouw?" Een aantal gevolgen van ruilverka veling betreft zaken, welke geen direkt verband met de landbouw heb ben. Hierop wordt in dit artikel niet verder ingegaan. Hoewel de ruilverkavelingswet op nieuw bewerkt zal worden, is sinds 1954 tot heden dezelfde regeling van toepassing. Wanneer de snelle ont wikkeling in de landbouw in aanmer king wordt genomen is het niet te ver wonderen dat een herziening van een 20 jaren geleden gemaakte wet nood zakelijk geacht wordt Voor de gebruikers van landbouw gronden is de doelstelling van de ruil verkavelingswet 1954 ook thans nog geheel op him belangen gericht Volgens artikel 2 van deze wet ge schiedt ruilverkaveling ter beharti ging van de belangen van land-, tuin- bosbouw of veehouderij. In de praktijk wordt dit doel nage streefd door verbetering van de ont sluiting, de waterbeheersing, vorm en grootte van de percelen, terwijl daar naast door ruiling, perceelsconcentra tie en afstandverkorting plaats vindt. Bij alle diskussie over ruilverkaveling is het zinvol bovengenoemde voor delen van de uitvoering eens nader te bezien. belangrijke diensten worden 'bewezen. Door het bepalen van de juiste tracee's kan de verkeersveiligheid worden ver hoogd. Het vervallen van onbewaakte spoorwegovergangen kan daartoe in hoge mate bijdragen. WATERBEHEERSING |N een RVK krijgt die waterbeheersing terecht steeds grote aandacht. Om aan de huidige landbouwkundige eisen voor ontwatering te voldoen is meestal een vergaande ingreep nodig. Historisch is de zorg voor de ontwatering steeds toevertrouwd geweest aan kleine waterschappen. Deze trachtten binnen de mogelijkheden welke zij hadden het waterpeil zo gunstig mogelijk voor de landbouw te stel len. In gebieden waar zowel bouwland als grasland voor komen moet een compramiis gevormd worden tussen de ver schillende belangen voor deze gronden. Door RVK kunnen aparte koncentraties van grasland en van (bouwland worden gevormd waardoor voor elk gebieds deel een passend waterpeil kan worden aangehouden. Voorts zijn vele 'bestaande leidingen niet berekendi op de noodzakelijke eisen van waterafvoer, waardoor het gewen ste peil niet of niet snel genoeg bereikt kan worden. Draina ge is vaak niet mogelijk omdat de reeksen niet kunnen funk- tioneren als het peil in de sloten te 'hoog is. Ook hebben een aantal gemalen te geringe kapaciteit door de hogere eisen van waterafvoer welke de moderne landbouw stelt. Door bovengenoemde oorzaken komt het regelmatig voor dat vóór de uitvoering van de RVK meer dan de helft van de gronden een te hoge grondwaterstand heeft. Om het waterpeil op een aanvaardbaar niveau te brengen veld bedrijf met gunstige perceelsvorm en -grootte en zon der greppels. De perceelsvorm en -grootte is van belang bij het toepassen van bepaalde arbeidsmethoden en het gebruik van werktuigen met grote kapaciteit, welke goedkoper wer ken. Het effekt van de betere perceelsbewerkelijkheid va rieert van 80,tot 100,per ha blijkens berekeningen door bovengenoemd instituut. MINDER PARASIETEN EN ONKRUIDEN |N graslandgebieden is het verdwijnen van greppels en verlagen van de grondwaterstand een zeer effektieve maatregel bij de bestrijding van parasieten zoals leverbot en onkruiden zoals moeraspaardestaart. In de rivierkleigebie den waar de laatste jaren vele verkavelingen zijn gereed gekomen zijn deze belagers van het rundvee drastisch terug gedrongen. Grote oppervlakten grasland, welke voorheen slechts „geschikt" waren voor paardeweiden, zijn omge vormd tot melkveeweidien met zeer hoge produktiviteit. Be drijven welke naar deze gebieden werden verplaatst ver keren daardoor nagenoeg in ideale omstandigheden voor elk bedrijfssysteem. Het nieuwe toedelingsplan heeft tot gevolg dat het aantal kavels per bedrijf vermindert en de afstand tussen grond en bedrijfsgebouwen korter wordt. De moeilijkheden bij het verscharen van het vee en verplaatsen van werktuigen zijn de laatste jaren door het toegenomen verkeer steeds groter geworden. Een herverdeling kan het noodzakelijk landbouw- verkeer aanmerkelijk verminderen en maakt het bedrijf tevens overzichtelijker. DE ONTSLUITING IN een bepaald gebied is in de loop der jaren een wegen stelsel opgebouwd dat vroeger nuttige diensten heeft bewezen doch later onvoldoende is aangepast aan de huidi ge graad van mechanisatie. De toestand van de landbouw- wegen is in de meeste gevallen voor uitvoering van de ruil verkaveling zodanig dat deze een belemmering vormt voor de uitoefening van moderne landbouw. Vaak zijn er wel veel wegen, waardoor de totale weg- lengte per ha groter is dan noodzakelijk. Dit kan een reden zijn tot nalaten van onderhoud omdat dit door die grote lengte extra duur wordt. Met handhaving van het bestaande percelenpatroon kan deze weglengte niet bekort worden; een algehele verkaveling met vergroting van de percelen is daar voor nodig. Zo zal hv. in de ruilverkaveling „Zonzeel" een gebied gelegen tussen Zevenbergen en Oosterhout, de totale weg lengte met landbouwkundig ontsluitingseffekt worden ver laagd van 26,6 m per ha tot 20,9 m per ha. Het is duidelijk dat dit voor het onderhoud een belangrijke besparing gaat opleveren. Veel landbouwwegen zijn voor de huidige werktuigen te simal om vlot te kunnen werken. In RVK worden landbouw wegen gekonstrueerd met kruinbreedten van 4,5-, 3,5- en 2,5 m al naar de funktie welke zij in de nieuwe situatie ver vullen. De kleinste breedte geldt voor wegen van beperkte betekenis, waar geen doorgaand verkeer plaats vindt. Over de meest gewenste breedte van de wegen is reeds veel gediskussieerd. Uiteraard moet bij de planning het nut en de kosten tegen elkaar worden afgewogen. Naast boven genoemde direkte voordelen kunnen bij de opzet van een nieuw wegenpatroon enige verbeteringen worden bereikt die van belang zijn voor iedereen die van de wegen gebruik gaat maken, waardoor het overige bedrijfsleven en rekreatie Bij ruilverkaveling streeft men naar behoud van het landschap. is daarom veelal een geheel nieuw systeem van waterbe heersing nodig. Als regel kan met veel minder sloten wor den volstaan als deze de juiste afmetingen hebben. Het ver schil tussen kadastrale en gemeten oppervlakte van de per celen wordt hierdoor verkleind; de nuttige oppervlakte neemt toe. Dit is ook het geval als door de mogelijk gewor den drainage bestaande greppels kunnen verdwijnen. HOGERE OPBRENGSTEN EN ARBEIDSBESPARING ^E invloed van het verdwijnen van greppels op het ar beidsinkomen werd door het Instituut voor Kuituur techniek en Waterhuishouding te Wageningen nagegaan. Hierbij werd vastgesteld dat de grond langs de greppels achterblijft in opbrengst door een afwijkende bemesting, een ongunstigere watehuishouding, een grotere vertrapping en een minder intensieve graslandverzorging. Op 50 cm van de greppel was de opbrengst 47 van het midden van het per ceel; op 1.50 m afstand 80 De opbrengstverlaging langs sloten en perceelskanten is belangrijk groter. In gebieden met slechte verkaveling is men meestal geheel vertrouwd geraakt met deze lagere opbreng sten en men schenkt daar dan geen aandacht aan. De in vloed op het arbeidsinkomen kan echter wel 300,tot 400,per ha bedragen ten opzichte van een goed verka KONKLUDEREND kan gesteld worden dat ruilverka veling een komplex van maatregelen is welke de landbouwkundige toestand sterk kunnen verbeteren. Hoe wel deze verbeteringen niet alle nauwkeurig op gelds waarde zijn te waarderen moge uit het bovenstaande blij ken dat een goede ontsluiting, waterbeheersing, perceels vorm, -grootte en -konsentratie van zodanig belang zijn voor de bedrijven dat de kosten van verbetering, welke na ruilverkavelingen betaald moeten worden, altijd ver antwoord zijn. De gunstige vorm van financiering door de Overheid draagt daartoe het hare bij. De betekenis van ruilverkaveling voor de exploitatie van landbouwbedrijven in ruime zin neemt niet af doch steeds meer toe! De ontwikkeling van de bedrijven is in hoge mate af hankelijk van de externe produktieomstandigheden. De gestelde vraag bij de aanvang van dit artikel kan daar om zonder voorbehoud positief worden beantwoord. AKKERBOUW C.A.R. Zevenbergen VOLGENS EEN BOEREN GEZEGDE mogen stamsla- bonen de meimaand niet zien. Zaaien tussen half mei en half juni gaf op proefvelden de hoogste opbrengst aan peulen. Stamslabonen mag men pas gaan zaaien wanneer de grond heel goed geschikt is om te worden bewerkt en het voldoende warm weer is. Het zaaizaad wordt heel ge makkelijk beschadigd door wat wild met de zakken te smijten en met verkeerde zaaischijven in de precisiezaai- machine. Het gevolg hiervan kan zijn een gescheurde zaadhuid, kiembeschadiging enz. waardoor het gewas te dun opkomt. STAMSLABONEN voor de groene pluk geven bij 25 cm rijenafstand ongeveer 10 procent meer opbrengst dan bij 50 cm rijenafstand. Machinaal plukken van op 25 cm rijenafstand gezaaide slabonen is alleen mogelijk met een dwarsplukker. De precisiezaaimachine moet voor zaaien op 25 cm rijenafstand aangepast worden. BIJ EEN TE DUNNE OPKOMST van suikerbieten be staat al gauw de neiging om het gewas uit te rijden en over nieuw te zaaien. Dit brengt extra kosten mee aan zaaizaad en zaaien, terwijl de tweede zaai ook bijna nooit een volledige opbrengst geeft. Globaal kan worden ge steld, dat bij meer dan 40.000 plantplaatsen per ha het gewas moet blijven staan. Dit komt overeen met 20 plant plaatsen per 10 m rij. Alle bietenplantjes binnen 10 cm rij worden voor 1 plantplaats geteld. OM KORT LANGS EEN BIETENRIJ te kunnen schof felen mogen de schoffels hoegenaamd geen zijdelingse speling vertonen. Wanneer het schoffelraam zijdelingse speling vertoont en de parallelogrammen gammel zijn is nauwkeurig schoffelen onmogelijk. Veel zijschoffels zijn door jarenlang gebruik en minder oordeelkundig uitsme- den dermate vervormd, dat er onmogelijk nog goed mee kan worden geschoffeld. Wanneer bijstellen niet meer mogelijk is moet aan vernieuwing de voorkeur worden gegeven. SCHURFT IN AARDAPPELEN wordt veroorzaakt door verschillende Streptomy ces-soorten. Bestrijding van schurft op het nu te velden staande aardappelgewas is mo gelijk door bij-droogte tijdens begin van de knolvorming één of twéé keer te beregenen. De doorsnede van de knol letjes is dan 0,5 cm. De grond moet op veldkapaciteit wor den natgemaakt. VEEHOUDERIJ OP VEEL BEDRIJVEN zijn de kuilen bijna niet te be reiken. Door verharding aan te brengen onder de kuil, kan dit euvel worden opgelost. Het wordt dan nu echter wel hoog tijd, want over enkele weken zal er al worden gekuild. HOUDT DE JONGE KALVEREN nog binnen en wacht met inscharen totdat er een perceel grasland beschikbaar komt dat vooraf gemaaid is. U voorkomt dan een ernstige besmetting van maagdarmwormen. De extra arbeid die het binnen houden meebrengt wordt goed beloond. HET VOORJAAR EN DE VOORZOMER zijn de perio des, dat de ruwvoedervoorziening voor de volgende win ter veilig moet worden gesteld. Op veel bedrijven lukt dit niet, omdat er in mei een te grote oppervlakte grasland voor beweiding wordt bestemd. Per stuks grootvee is in de maand mei maar 15 are nodig voor beweiding. Wordt er 's nachts opgestald en bijgevoerd, dan kan er volstaan worden met 10 are per stuks grootvee. WAT TE DOEN BIJ BOERDERIJBRAND Het Nationaal Brandpreventie Instituut te Den Haag neemt met vrij grote zekerheid aan, dat het merendeel van de totale brandschade in de landbouw- en veeteeltsektor (in 1972 bedroeg diie bijna 36 miljoen gulden) te wijten is aan onvoorzichtigheid van de mens. Onder het motto: Voorkomen is beter dan blussen, zegt het NBPI dat met weinig extra inspanning de direkt betrok kenen het verlies tot de helft terug zouden kunnen brengen. Brandoorzaken die op het platteland meer voorkomen dan elders, zijn blikseminslag en hooihroei. Het is van groot belang de kans op brand zo klein moge lijk te houden. Hierdoor werken U, uw huisgenoten en me dewerkers in een veilige omgeving, maar een absolute ze kerheid! dat er bij' U geen brand ontstaat is er niet. Vandaar dat hier enkele raadgevingen volgen, in het geval er onver hoopt brand uit zou breken. 1. Tracht de beginbrand met de beschikbare blusmiddelen te blussen en laat huisgenoten of buren de brandweer waarschuwen. 2. Breng huisgenoten, vee en andere dieren in veiligheid. 3. Sluit zo mogelijk hoofdkranen van gas en elektra af en sluit ramen en deuren bij het verlaten van de woning. 4. Geef de brandweer als die ter plaatse is duidelijke aan- wijzigingen waar U de brand hebt ontdekt. Tot slot nog deze tip: Vraag uw verzekeringsmaatschappij of de plaatselijke brandweer om advies voor bijv. aanschaf van geschikte blustoestellen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1974 | | pagina 9