k
UIT DE
PRAKTIJ K
Dit jaar wintertarwe vroeg met CCC behandelen
Zal koolzaadteelt voorlopig verdwijnen?
Meer muziek in de aardaopelprijzen oogst '73?
Enorm droog
Onregelmatige opkomst door droogte
Rond de
Schelde
6
Hf
Een beetje regen, zo'n 4 a 5 mm van 11 op 12 april, is
niet van invloed geweest op de veldwerkzaamheden op
ZUID-BE VEL AND. Het wordt nu al een heel lange
„droge" periode sinds de daarvoor laatste regendagen
van 16 tot 21 maart. Het gebeurt niet zo dikwijls dat
we al het veldwerk zo in één adem af kunnen werken.
Toch gaan er nu velen komen die hopen dat we nu
spoedig wat regen zullen krijgen. De opkomst van zo
mergranen, vlas, erwten, suikerbieten en uien is op
meerdere percelen gewoon goed, zonder dat deze door
de minder goede struktuur veel problemen te zien gaf.
Daarnaast zijn er toch heel wat percelen waar de op
komst veel te wensen overlaat, waar duidelijk van een
onregelmatige opkomst sprake is. Bij de suikerbieten
zijn er een aantal percelen waarvan nu reeds gezegd
kan worden dat de opkomst zeer goed was, waar men
nu reeds met het doorslaan kan beginnen. Hierbij zijn
zelfs percelen waarop een afstand van 12 tot 15 cm in
de rij is gezaaid.
Op een aantal andere percelen, vooral op zwaardere
gronden, waar soms nog wat ondiep gezaaid werd, is
de opkomst van de bieten zeer slechit. Krijgen we op
deze percelen niet snel wat regen, dan worden dit moei
Reeds begin april was er in WEST ZEEUWSCH-
VLAANDEREN een grote bezetting van de koolzaad-
glanskever in het koolzaad. Enerzijds was dit insekt
erg vroeg, terwijl anderzijds wellicht door het geringe
aantal percelen ten opzichte van voorgaande jaren de
aantasting per perceel of plant veel hoger dan normaal
was, of dan wat te verwachten kon zijn.
De mening dat koolzaadglanskevers over het alge
meen genomen hooguit maar geringe schade kunnen toe
brengen, kunnen we wel achterwege laten als de be
zetting per plant 20—50 exemplaren is, zoals dit jaar!
Er blijven dan weinig bloemknoppen onaangetast, zeker
als dan ook nog te laat wordt gespoten. Dit vooral om
dat het middel de kevers niet voor 100 doodt en er
wordt volstaan met 1 x spuiten! Als men echter derge
lijke grote aantallen meemaakt, raakt men gemakke
lijk in paniek. En wellicht terecht. Misschien mag wel
gesteld worden dat ongeveer 50°/o van de bloemknop
pen is verloren gegaan en dat van de overgeblevenen
er nog een meer of minder grcot deel zal sneuvelen door
de snuitkevers en galmuggen. oor de meeste percelen
ziet het er dan ook niet best uit. We kunnen verder sig
naleren dat reeds enkele percelen werden gemaaid of
gehakseld en omgeploegd. Waarschijnlijk zullen we dan
toch eens enkele jaren moeten stoppen om koolzaad te
telen.
Door het droge weer is het met de opkomst van
verschillende gewassen niet zo best gesteld. Vooral daar
waar bet zaaibed te diep is losgemaakt en dan tevens
het zaad niet op een vaste vochtige ondergrond werd
aangelegd, is het met de opkomst mis.
Zo zitten menige collega's weer op de bekende knie-
en te kijken waar bieten, vlas en blauwmaanzaad blij
ven. Ook de werking van de gebruikte bodemherbiciden
is niet goed door de droogte na de toepassing hiervan.
Voor enkele gewassen is dit behalve dan de grote kosten,
verder niet zo'n groot probleem, daar er ook na de op
komst van het gewas nog chemische middelen kunnen
worden toegepast.
Toch brengt het allemaal zorgen met zich mee en ook
al wordt dan door velen altijd gezegd: „Een boer klaagt
altijd!" tocb is het zo dat wij in grote mate van de
weersomstandigheden afhankelijk zijn en dat het dan
begrijpelijk moet zijn dat dit weer niet altijd voldoet
aan de eisen van onze gewassen.
Op THOLEN en ST. PHILIPSLAND zitten we, na de
uitermate gunstige inzaaiperiode, waarin alles mooi op
tijd gezaaid en gepoot is kunnen worden, nu toch wel
verlangend uit te kijken naar enkele regenbuien!
Door het aanhoudend schrale en droge weer en ook
door het minder gunstige zaaibed dit voorjaar, is de
opkomst van de fijne zaden erg onregelmatig en liggen
ook veel bietenzaadjes voornamelijk op de zwaardere
gronden droog. Ook voor de goede werking van de
bodemherbiciden in diverse gewassen, is het van groot
belang dat er vlug wat neerslag gaat vallen!
Door deze omstandigheden zijn er t.o.v. andere ja
ren in onze omgeving, veel percelen met de Cambridge-
rol en gladde rol bewerkt. Naar onze overtuiging wordt
er wat te vlug naar dit werktuig gegrepen, omdat men
door deze bewerking ook maar moeilijk vocht in de
grond kan brengen.
De hoge temperatuur in de eerste week van april
hebben wel veroorzaakt dat de kieming van de zaad
jes vlot is verlopen, binnen een week na 't zaaien
hebben we bietenplantjes boven zien staan. Enkele
collega's die hun onikruidbespuiting niet direkt na het
zaaien hebben toegepast, zijn verrast of bijna verrast ge
worden door de vlugge opkomst.
Op de lichtere gronden, waarop een goed zaaibed is
verkregen, is de opkomst en de stand van de bieten goed.
Ook op de percelen die op eindafstand zijn gezaaid,
d.wjz. in onze omgeving oP 16 cm, blijken voldoende bie
tenplantjes te staan.
Ondanks de koude nachten van vorige week en de
beperkende faktor van vocht, blijkt de vroege groei dit
voorjaar van o.a. de granen, grassen en koolzaad, zich
door te zetten. Ook zagen we al enkele percelen vroe
ge aardappelen, die goed voorgekiemd waren, boven
staan.
Voor de opbouw van de aardappelruggen is de rijen-
frees dit jaar een veel gewaardeerd werktuig. Daar de
meeste bedrijven niet over een frees beschikken, hebben
de loonwerkers veel uren met dit werktuig kunnen
draaien. Voor een goed resultaat is gebleken dat op
diverse percelen meer dan 1 keer frezen noodzakelijk
is.
Hoewel in de prijzen van die aardappelen oogst 1973
nog niet veel verandering is gekomen, lijkt de onder
grond voor het prijsniveau op langere termijn, iets vas
ter te worden. Hopenlijk gaat het met het prijsverloop
van de aardappelen, zoals vorige week met de prijzen
van de uien, waar onverwachts muziek in kwam, en die
dan ook met 10 ct per kg in prijs stegen.
Nu alles is ingezaaid, zijn we benieuwd of er zich
grote verschuivingen in het bouwplan anno 1974 heb
ben voltrokken! Voor onze streek is onze voorzichtig
prognose: meer uien, graszaad, erwten, een kleine uit
breiding van het blauwmaanzaad, minder tarwe en iets
minder aardappelen en suikerbieten.
lijke gevallen. Hier en daar is nog naaf de gladde- of
Cambridgerol gegrepen, of dit nu altijd een bewerking
voor een succesvolle opkomst is geweest, willen we al
leen maar hopen. Het idee is wel dat het in verschil
lende gevallen toch al te laat is geweest.
Typisch is wel dat meerdere percelen uien zeer vlot
van opkomst waren, zelfs op zwaardere gronden, zodat
niet eens meer met Gramoxone tegen het onkruid kon
worden gespoten.
De wintertarwe geeft in het algemeen op dit moment
een zeer goede stand te zien. De ontwikkeling is dus
danig vroeg, dat in verschillende gevallen aanmerkelijk
vroeger dan anders een behandeling met CCC noodzake
lijk zal zijn. Dit is zeer zeker noodzakelijk op die per
celen die nu al een welige stand hebben. Verder kan
ook worden gedacht aan die percelen waar mogelijk de
oogvlekkenziekte voor kan komen. De oogvlekken kun
nen nu al op het onderste deel van de tarwestengels
aangetroffen worden. Komen te veel oogvlekken voor,
dan kan hiertegen ook een bestrijding uitgevoerd wor
den; dit is pas noodzakelijk na de 1ste mei. Een
vroegere toepassing is in verband met de wat korte
werkingsduur van de middelen ongewenst.
't Is enorm droog in de WESTHOEK, wanneer we dit
schrijven. Eerlijk gezegd hopen we toch wel dat er nu
toch echt eens een behoorlijke hoeveelheid neerslag zal
komen, want anders is het toch wel een heel slechte
start. Niet alleen de vruchten, die dit voorjaar aan de
grond zijn toevertrouwd, hebben er onder te lijden, ook
de tarwe, karwij en graszaad laten tekenen van droogte
zien. Onder zulke omstandigheden is de boer machte
loos en moet hij toezien en afwachten wat de natuur hem
eindelijk zal geven. En eerlijk gezegd, moeten we dik
wijls weer constateren dat het achteraf nogal eens mee
kan vallen ook. (Wanneer u dit leest zijn we misschien
al weer zo ver.)
Wanneer de weersomstandigheden zouden veranderen,
zitten we meteen weer in de drukte ook. Want wan-
meer we de velden overzien, groeien de zaken die we
niet zo graag zien groeien wél goed! Vooral aardappelen
laten op sommige bietenpercelen bepaald geen mis
gewas zien! Zelfs op plaatsen waar twee jaar geleden
aardappelen gestaan hebben, is het goed prijs! 't Is
plezierig te weten dat we wat het werk betreft, we
voorlopig nog niet in de W.W. moeten.
Wat de 'bomen en planten betreft, blijft 'het vroeg.
We kunnen rustig zeggen dat de bomen wel vol in
't blad staan en ook de struiken en heesters in onze
tuinen doen het goed. Met de aardappelen blijft de
malaise aanhouden en daar worden flinke klappen
mee uitgedeeld. Het risico dat de boer iedere keer op
nieuw draagt, is niet klein en dat ondervonden we nogal
eens een keer. Te weinig trekt de overheid zich daarvan
aan en wanneer er een goed jaar is, wordt er dermate
aan de top afgeroomd, dat het totaal dan toch weer
tegenvalt. Meestal komt de nasleep van zo'n jaar ook
nog op een tydstip, dat het nog slecht uitkomt cok! Maar
zo is nu eenmaal het leven!
(Zie verder pag. 7.)
Het aanhoudend droge weer vanaf eind maart, had tot
gevolg dat op NOORD-BEVELAND alle gewassen vóór
Pasen gezaaid en gepoot waren. Daar waar de voohit-
voorziening van het zaad goed was, had men mede door
de vrij hoge temperatuur een bijzonder vlotte opkomst.
Na een dag of tien stonden de eerste bietenplantjes al
boven. Enkele uientelers werden verrast door de vlotte
opkomst, waardoor het niet meer mogelijk was om nog
een bespuiting tegen het onkruid toe te passen. Over
het algemeen is de opkomst nogal onregelmatig. Op
menig perceel liggen bieten- en uienzaad, maar ook
erwten, gerst en vlas droog. Bij het poten van de aard
appelen was het veelal geen eenvoudige zaak om een
goed pootbed te verkrijgen. Nu bij de ruggenopbouw is
het nog steeds moeilijk om voldoende mul op de ruggen
te krijgen.
Door de droogte is niet alleen de opkomst nogal on
regelmatig, maar bovendien kunnen de reeds verspo
ten bodemherbiciden «hiun werk niet naar behoren doen.
Voor de onkruid'bestrij ding in aardappelen, waarvoor nog
maar weinig is gespoten, verdienen nu de langwerken-
de middelen met contactwerking, zoals Ivorin, Topogard
en Sencor de voorkeur. Reeds aanwezige jonge on
kruiden worden door de contactwerking van deze mid
delen nog gedood, waardoor een trage aanvangswerking
vanwege de droge omstandigheden, van het bodemher
bicide wordt opgevangen. Het is nu vrijwel zeker dat
voor de bestrijding van de voetziekte enkele systemische
fungiciden zu'llen worden toegelaten. Faktor en die een
rol spelen bij het optreden van voetziekte zijn de
struktuur, de vruchtwisseling en het weer. Het droge,
schrale weer met een vrij hoge temperatuur van de afge
lopen maand heeft er toe geleid dat er geen verdere
infectie heeft plaats gevonden. Begin mei moet men
aan de hand van de mate van aantasting nagaan of een
bespuiting tegen voetziekte moet worden uitgevoerd. De
door voetziekte (oogvlekkenziekte) aangetaste planten
zijn te herkennen aan de oogvormige vlek, met een
vrij scherp begrensde donkere rand, aan de stengelvoet.
Een uitzonderlijk voorjaar beleven we thans toch wel.
Gedurende een groot aantal weken vinden er bosbran
den plaats en vele natuurgebieden gaan er in ons mooie
landje verloren. De extreme droogte is van dit alles
de oorzaak en ook deze droogte speelt de landbouw in
erge mate parten. De opkomst van uien en bieten is
hierdoor maar matig en op sommige percelen zelfs
heel slecht te noemen. Ervaren uientelers spreken hier
en daar zelfs van een ramp en zo zien we weer welke
risico's we ongewild wel kunnen lopen. Ook met de
werkzaamheden komen we wel ver achter op het
schema te liggen. Normaal kunnen we begin mei met
het bietendoorslaan beginnen en dat zal nu als we ten
minste regen krijgen zeker pas in de tweede helft van
mei kunnen plaats vinden. Deze late opkomst gaat on
getwijfeld de top van onze opbrengst kosten. Nog erger
i9, dat de chemische werking van de toegepaste bo
demherbiciden steeds meer in het gedrang gaat komen.
We zullen dus veel onkruid kunnen verwachten en meer
dan ooit zullen we dus dit voorjaar met contactmiddelen
op de loer moeten liggen om het onkruid in jong sta
dium te lijf te gaan. Dit brengt weer extra kosten met
zich mee en dat woord „kosten" wordt steeds meer een
pijnlijke post in onze boekhouding, want uiteindelijk
moeten ze weer gedekt kunnen worden, maar de vraag
is hoe? Misschien is er van de nood wel een deugd te
maken nu ook in de ons omringende landen de droogte
zo erg speelt. Ongetwijfeld zal dit van invloed zijn op
de groei van de nieuwe aardappelen elders en logisch
geredeneerd moet dit de prijs van de oude aardappelen
todh wel ten goede komen. Meerdere collega's geloven
daarom, dat er in aardappelhandel nog wel muziek zit
en daarom willen ze het bij deze lage prijzen nog wel
even uitzingen.
In de erwten kan met schoffelmachines en onkruid
eggen nog heel wat onkruid teniet worden gedaan.
Vooral op de wat zachtere gronden kunnen we .hierme
de al gauw aan de slag, want de grootste klap kunnen
we eigenlijk hiermede geven aan onkruid dat we nog
net niet zien. Bieten waarin een rijenbespuiting tegen
het onkruid is toegepast, moeten eigenlijk al geschoffeld
worden voordat de bieten volledig op rij staan en daar
bij kan dan het spoortje van de drukrollen als mar
kering dienen. Het lijkt misschien allemaal wat al te
modern en vooral nu bij dit droge weer, maar onder
normale omstandigheden is het toch het geheim van de
smid. In onze huidige bedrijfsvoering past geen teveel
aan onkruid meer en slechts in jong stadium zijn we
nog bij machte het te vernietigen. De kans is dit voor
jaar bijzonder klein en daarom moeten we er eens op
studeren en ook gerust eens wat durven improviseren.
Typisch is, dat de bladrandkevers en de thrips juist
bij dit droge en schrale weer het meest aktief zijn. Door
hun vraat- en zuigzucht kunnen ze aan de jonge kiem-
planten al heel wat schade doen. Voor jonge landbouw
kundigen ligt nog een heel terrein braak om door stu
die de leefwijze van deze insecten te doen veranderen,
want het zou veel logischer zijn, dat de jonge onkruid-
planten als lokaas zouden kunnen dienen. Misschien
gaat het in de toekomst nog wel eens die kant op! Mo
menteel zien we echter nog vele collega's geknield op het
land zitten en in die houding worden dikwijls grote
chemische en mechanische beslissingen genomen. Let
terlijk wordt de boer door de natuur met de neus op
de feiten gedrukt en deze zijn elk jaar weer anders.
Buiten zijn wil kunnen overschotten en schaarste hier
van het gevolg zijn en dit alles maakt hem kwetsbaar.
Economen weten hier soms zelfs geen raad mee, maar
weten, dat na zonneschijn weer regen komt en daar
hebben we gelukkig nog gelijk in ook!