DE NIEUWE WEEK- EN BASISUURLONEN IN DE AGRARISCHE SECTOR PER I APRIL 1974 akker- en weidebouw en veehouderij b. uurlonen losse werknemers (tevens basis-uurloon overwerk- beloning vaste en losse werknemers) K. N. L. c. Euromarkt goed beheren varkens en pluimvee inkomensbeleid niet ondergraven Prijscompensatie. In de volgende loontijfers is het voorschot van 3 op de prijs compensatie, met een minimum van 8,65 per week, verwerkt. De basisuurlonen en die vakantiebonwaarden zijn hierbij aangepast. Toeslag. De sinds 1 maart j.l. geldende toeslag van 30,per maand 6,92 per week) is per 1 april verhoogd tot f 46,—10,38 per week). Deze toeslag is niet in de lonen verwerkt. De looneijfers moeten dus nog worden verhoogd met een bedrag van 10,38 per week voor volwassenen. Voor jeugdige werknemers gelden de volgende bedragen: 21 jaar ƒ9,65 20 jaar 8,72 19 jaar 7,79 18 jaar ƒ6,75 17 jaar 5,71 Leeftijd Vakarb. A Vak arbeider Seizoen arbeider Onge schoolde A. WEEKLONEN VASTE WERKNEMERS 1. Vakarbeiders A. overeengekomen arbeidstijd van: Leeftijd 2175 uur per jaar 2235 uur per jaar 2428% uur per j aar 2357 uur per jaar 22 t/m 64 jaar 21 jaar 20 jaar 19 jaar 18 jaar 17 jaar 65 jaar e.o. 272,- 252,95 ƒ228,50 204,- 176,80 ƒ149,60 ƒ236,35 281,10 261,40 ƒ236,10 210,80 182,70 154,60 ƒ244,20 324,50 ƒ301,80 272,60 243,40 210,90 178,50 ƒ281,- ƒ309,55 287,90 260,— 232,15 201,20 170,25 ƒ268,50 2. Vakarbeiders. Leeftijd 2175 uur per jaar overeengekomen arbeidstijd van: 2235 2428% uur uur per jaar per jaar 2357 uur per jaar 22 t/m 64 jaar 21 jaar 20 jaar 19 jaar 18 jaar 17 jaar 65 jaar ex>. ƒ265,35 ƒ246,80 ƒ222,90 ƒ199,— ƒ172,50 145,95 230,55 274,15 254,95 ƒ230,30 ƒ205,60 176,210 150,80 ƒ238,15 316,20 ƒ294,05 ƒ265,60 237,15 205,55 173,90 274,05 301,75 280,65 ƒ253,45 ƒ226,30 196,15 165,95 ƒ261,90 Voor hen, die bij de aanvang van het contractjaar de 18-jarige leeftijd nog niet hebben bereikt CAO TUINBOUW zie verder pag. 8 WIJZIGING IN VERZEKERINGSPLICHT PER 1 JANUARI 1974 VAN SCHOLIEREN VAKANTIEWERKERS EN Z.G. GELEGENHEIDSWERKERS, DIE TIJDENS DE SEIZOENDRUKTE IN DE AGRARISCHE SECTOR WERKZAAM ZIJN Door 't A.S.F. is een schrijven rond gezonden met betrekking tot boven genoemd onderwerp. Daar hierover nogal eens vragen worden gesteld en het bovendien een wijziging be treft komt het ons nuttig voor deze informatie ook via ons blad door te geven. ANDERSON ker volkomen vrij is in het bepalen van de tijdstippen van komen op en gaan van het werk en ook vrij is om in het geheel niet op het werk te verschijnen. Op grond van een per 1 januari 1974 gewijzigde regeling zijn ook deze gelegenheidswerkers echter verplicht ver zekerd mits: a. de betrokkene bij de betreffende werkgever persoon lijk arbeid verricht op doorgaans tenminste twee da gen per week tegen een bruto-vergoeding, die door gaans over een week tenminste 2/5 deel van het wet telijk minimum-loon bedraagt; de arbeidsverhouding wordt aangegaan voor een pe riode van langer dan een maand. b. TTEN aanzien van deze hulpkrachten bestaat verzeke ringsplicht ingevolge de bij ons in uitvoering zijnde wetten, t.w. de Ziektewet, de Wet op de arbeidsonge schiktheidsverzekering, de Werkloosheidswet en de Zie kenfondswet, indien deze hulpkrachten in dienstbetrek king werkzaam zijn. Volgens jurisprudentie van de Cen trale Raad van Beroep kan echter niet van een dienstbe trekking worden gesproken, indien de gelegenheids wer IGT er een periode van langer dan een maand tussen twee arbeidsverhoudingen in dan wordt voor elke periode aain de hand van bovenvermelde criteria beoor deeld of al dan niet verzekeringsplicht bestaat. Volgen meerdere arbeidsverhoudingen bij dezelfde werkgever elkaar met tussnpozen van korter dan een maand op, dan bestaat alleen geen verzekeringsplicht indien de geza menlijke duur van die arbeidsverhoudingen korter is dan 23 dagen. Het meest kenmerkende verschil tussen de oude en de nieuwe regeling is, dat voorheen eerst verzekeringsplicht bestond nadat gedurende tenminste een volle kalender maand aan de vereisten daarvoor was voldaan, terwijl bij de vanaf 1 januari 1974 geldende regeling de verzeke ringsplicht direct ingaat bij de aanvang van de werk zaamheden, doch dat deze gelegenheidswerkers niet ver zekerd zijn indien tevoren vaststaat dat het werk korter dan één maand zal duren. Voor werkgever en werknemer beiden is het voortaan dus van belang, dat direct bij de aanvang van het werk zo mogelijk duidelijke afspraken worden gemaakt omtrent de duur van de werkzaamheden en deze afspraken schrif telijk worden vastgelegd. Tenslotte wijzen wij er u op, dat met betrekking tot de toepassing van de inhouding van loonbelasting deze scho lieren/vakantiewerkers en de - z.g. gelegenheidswerkers veelal wel geacht worden in dienstbetrekking werkzaam te zijn, zodat in principe van hun loon wel loonbelasting, premies volksverzekeringen en premie K.W.L. verschul digd is. Met de inspecteur der belastingen kan hiervoor echter een bijzondere regeling worden getroffen. (Zie blz. 9 van de handleiding voor loonbelasting en premiehef fing, welke u door de belastingdienst is verstrekt). Het minimumloon bedraagt vanaf 1 april 1974 voor 23- jarigen en ouderen f 248J.0 per week en voor 22-jarigen f229,50, 21-jarigen f210,90, 20-jarigen f 192,30, 19-jari- gen f 173,70, 18-jarigen f 155,10, 17-jarigen 136,50, 16- jarigen f 117,80, 15-jarigen f 99,20 per week. (Vervolg van pagina 3.) TARWE EN SUIKER WE doen hier niet weer het hele relaas van het falen- de tarwebeleid van dit seizoen. Na en naast een prohibitieve verbiedende) exportheffing kwam er een inschrijvingsstelsel op de exportheffing, waardoor een klein exportstroompje in stand mocht blijven. De denaturatievergoeding werd afgeschaft, toen de voer- markt ook al weer daalde. Onlangs heeft het dalende wereldmarktprijsverloop de exportheffing doen verdwij nen en is beduidend meer export naar derde landen ge gund. Maar de Nederlandse tarweprijs werd ondertussen wel tot op het interventieprijspeil gedrukt, de richtprijs is voor onze telers een fictie. Als er echt sprake is van een kwaliteitsverschil tus sen de Nederlandse tarwe en die uit zuidelijke EEG- streken, dat bij de afzet, hetzij voor verwerking hetzij voor export tot uiting komt, dan moet dat helaas aan vaard worden. Het zou een aansporing zijn hier met z'n allen naar een betere kwaliteit te streven. Maar onze tarwe zat op de bodem omdat Brussel de richtprijs/ drempelprijs ongeveer als maximumprijs hanteerde en dat is onaanvaardbaar. Hetzelfde doet zich nu bij de suiker voor, zij 't eigen lijk nog onbillijker. Want de „magiere" suiker of C-sui- ker moest zich zelf maar zien te redden op de wereld markt, moest daar in verleden tegen zeer lage prijzen worden gesleten. Nu die wereldmarkt hoog is wordt ex port feitelijk onmogelijk gemaakt, met de bedoeling, dat de exportheffing duurt totdat de wereldprijs weer op ons drempelpeil is. Dit alles gebeurt zo maar in de loop van het seizoen. Welk vertrouwen kunnen de tarwe- en bie tentelers voor de nieuwe oogst in Brussel stellen? RUNDVLEES ÜEN te lang volgehouden tariefschorsing (wegens in- flatiebestrijding) deed vorig jaar veel rundvlees de EEG binnenstromen en daarna kwam het grotere eigen aanbod. Rundvlees is een moeilijk artikel onj markt- en prijsbeleid mee te voeren vanwege de variatie in cate gorieën van slachtvee en kwaliteiten en vormen van vlees. Het verloop van de gewogen gemiddelde prijs van negen verschillende nationale rundvleespakketten was in hoge mate bepalend voor het beleid. Sinds ruim een jaar is er permanente interventie mogelijk (een soort automatische inlevering als ergens het interventieprijs- peil wordt ondersohreden). Nederland is daar nu ten slotte ook aan mee gaan doen. Maar de keuze van de hiervoor in aanmerking komende categorieën en de pre- ciese vaststelling van aankoopprijzen is feitelijk haast een nationale zaak. Ein de Nederlandse overheid wil eigenlijk alleen via een bodem voor een paar betere kwaliteiten enige vastigheid geven aan echte kwaliteits vleespro duktie, maar niet langs deze weg het veehou derij-inkomen in het algemeen ondersteunen. De gemiddelde EEG-prijs is na de 12 verhoging van de oriëntatieprijs (zwakkere uitdrukking voor richt prijs) onder het niveau voor de algemene, verplichte aankoop komen te liggen (die Nederland o.a. wel voor meer soorten slachtvee zou willen laten gelden). Brussel aarzelt echter om de inlevering nog verder aan te moedigen, de Duitse koelhuizen schijnen al vol te zit ten. Waarom dan niet geforceerd ruimen door b.v. in blikken of door goedkope afgifte aan strijdkrachten of sociaal zwakkeren? Exportrestituties schijnen weinig te helpen. Of beter nog: voorkomen van aankoopinterven- tie. Hoognodig moeten de speciale akkoorden met derde landen over gemakkelijke rundvee- en -vleesinvoer wor den herzien. De conclusie dringt zich op dat de rund- vleesinvoer (levend, vers of bevroren) niet meer zon der in het algemeen regelingen-in-hoeveelheden te be heersen is. Er was even een invoerstop voor versvlees, maar die gold weer niet b.v. in Duitsland en Neder land. De oriëntatieprijs van slachtrunderen is voorlopig voor de producenten een onbereikbaar ideaal geworden; het rund'vleesmarktbeleid is nogal lek en allesbehalve gemeenschappelijk: eigenlijk gewoon een janboel. Q^VERWACHT snel heeft de rundvleesmisère zich a.h.w. uitgebreid tot bijna alle vleessoorten, met na me gevogelte en nu ook al varkensvlees. Er is sprake van een groter aanbod, zeker van slachtpluimvee en rund vlees, ook geleidelijk aan van varkensvlees. Daar is ook aanbod bij vanuit derde landen, dat on voldoende beheerst kan worden met het import-en-hef- fingsmechanisme dat de EEG hanteert. In zekere mate beconcurreren de drie vleessoorten elkaar, terwijl aan de andere kant een vermindering van de vraag, binnen en buiten de EEG, is opgetreden, omdat het hogere prijs peil als gevolg van energiecrisis etc. tot een wat ander bestedingspatroon van de consumenten leidde. De varkensmarktordening kent een basisprijs (die per 1 november a.s. 8 omhoog gaat); als die prijs bena derd wordt in de markt, dan gaat men besluiten nemen over wat er ter ondersteuning v^n de markt moet ge beuren. Dat punt is nog niet bereikt, ondanks de enorme prijsdalingen van de laatste tijd. Tenminste officieel nög riiet; een moeilijkheid is n.l. dat Brussel afhankelijk is van nationale statistieken (die niet altijd even vlot en goed zijn!). Er is met kracht aangedrongen om nu al vast tijdig de nodige maatregelen te nemen, d.w.z. uit breiding van exportrestituties en extra invoerheffingen wegens aanbiedingen onder de sluisprijs (eén soort mi- nimumimportprijs, zijnde eigenlijk de scherp berekende kostprijs op de wereldmarkt). Niet alleen de landbouw- d'ienst, maar ook de dienst handelspolitiek van de Com missie heeft een vinger in de pap. Die koestert de be trekkingen met derde landen; restituties bij export mo gen, vindt men, de invoerheffing niet te boven gaan (en die heffing gaat per 1 mei a.s. omlaag vanwege de hoge wereldmarktprijs van voergraan in het jongste ver leden). En extra restitutie komt pas aan bod als de markt al duidelijk slecht is. Hetzelfde probleem speelt bij 'het slachtpluimvee. Het is te hopen dat het gezonde inzicht, dat voorkomen be ter is dan genezen, toch ook snel in dit stuk marktbe heer tot uiting zal komen. WAAROM voert men in Brussel zo'n zwak marktbe- leid, daarbij het gestelde prijspeil van basisland- bouwprodukten en dus 'het landlbouwinkomensdoel mis kennende? Drie redenen zullen daar wel voor zijn: be perking van uitgaven van het landbouwfonds, zorg om het consumentenprijspeil en het bevorderen van goede handelsbetrekkingen met derde landen, met name de V.S. en Oost-Europa. Het markt- en prijsbeleid ter bescherming van het landbouwinkomen staat niet apart. Het mag en moet ook verantwoord afgewogen worden tegen andere be langen. Dat is, moeten wij aannemen, uitvoerig gebeurd tijdens de prijzenronde. De eenmaal verkregen wijsheid ma'g dan niet achteraf bedrogen worden door zuinigheid, kortzichtig consumentenbelang of grote politiek. STRIUTKENKAMP 22 t/m 64 jaar ƒ6,30 ƒ6,13 ƒ6,10 ƒ5,74 21 jaar ƒ5,86 5,70 5,67 f 5,34 20 jaar 5,29 ƒ5,15 ƒ5,12 ƒ4,82 19 jaar 4,73 ƒ4,60 ƒ4,58 ƒ4,31 18 jaar ƒ4,10 ƒ3,98 3,97 3,73 17 jaar 3,47 ƒ337 ƒ3,36 ƒ3,16 65 jaar e.o. (vast) ƒ5,47 5,33 ƒ0,00 ƒ4,99 65 jaar e.o. (los) 5,26 ƒ5,11 5,09 ƒ4,79 VAKANTIEBONWAARDEN In verband met de toeslag van 45,— - per maand dient aan losse werknemers ook een extra vakantiebonwaarde te worden verstrekt. Deze is in de volgende vakantiebon waarden al verwerkt. Vakantiebonwaarden - -■ Leeftijd Vakarb. Vak Seizoen Onge A arbeider arbeider schoolde 22 t/m 64 jaar ƒ56,10 54,70 54,40 ƒ51,30 21 jaar ƒ52,20 ƒ50,90 50,60 47,70 20 jaar 47,10 ƒ45,90 45,70 ƒ43,10 19 jaar ƒ42,10 ƒ41,- ƒ40,80 ƒ38,50 18 jaar 36,50 ƒ35,60 ƒ35,40 ƒ33,30 16 jaar ƒ40,30 39,20 ƒ39,- f36,80 17 jaar ƒ34,10 ƒ33,20 ƒ33,- f 31,10 65 jaar e.o. 47,20 45,90 ƒ45,70 ƒ43,10

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1974 | | pagina 4