Stamslabonen voor de verse markt
Goed saldo per ha te behalen
DE aanvoer van bonen van de vollegrondi begint in de eerste week van juli en kan doorgaan tot in oktober. De
groei van bonen wordt sterk beïnvloed door de weersomstandigheden, zodat er van jaar tot jaar grote verschillen
zijn in het aanvoerpatroon en in de prijsvorming. Dit blijkt uit onderstaande tabel.
De toepassing
van chloormequat
(CCC)
7
T uinbouwconsulentschap
Goes
F, VADER
In Nederland worden de laatste 5.000 a 6.000 ha stamslabonen geteeld. Het grootste deel hiervan, n.1. 4.000 a 5.000
ha, wordt gevormd door contractteelt voor de conservenfabrieken. De overige 1.000 ha wordt geteeld voor de verse
consumptie.
De bonen voor de fabriek worden machinaal geplukt. Machinaal geplukte bonen moeten binnen 24 uur verwerkt
worden, zodat ze niet geschikt zijn om verhandeld te worden voor de verse markt. De voor verse consumptie bestem
de bonen moeten nog steeds met de hand worden geplukt. In Zeeland komt naast eontractteelt van bonen voor de
fabriek ookl dq teelt van bonen voor afzet via de veiling voor, vooral op Zuid-Beveland en Walcheren. Het kan daarom
nuttig zijn, enkele punten van deze teelt hier nader toe te lichten.
AANVOER EN PRIJSONTWIKKELING
Stamslabonen: aanvoer in tonnen per week en prijs in ct per kg gemiddeld van de grootste 6 veilingen
Periode
van
tot
1971
1972
1973
Opp.: 1000 ha
Opp.: 750 ha
Opp.: 900 ha
Aanvoer
Prijs
Aanvoer
Prijs
Aanvoer
Prijs
2 juli
7 juli
11
406
8
280
9
14
13
434
93
165
16
21
308
122
16
404
444
94
23
28
352
142
134
225
587
67
30
4 aug.
379
103
315
147
510
75
6 aug.
11
288
89
397
126
340
85
13
18
259
81
332
125
270
99
20
25
275
87
212
111
202
111
27
-
1 sept.
274
69
176
84
195
119
3 sept
8
261
'69
189
106
170
101
IC
15
234
84
216
103
202
120
in iy/z kwam de aanvoer iaat op gang, waardoor de prijzen lang goed bleven. Dit in tegenstelling tot 1973 toen er
in de 3e week van juli al een topaanvoer was, waardoor de prijs snel zakte tot onder ƒ1,per kg. De hoogste prijzen
worden steeds gemaakt in het begin van het seizoen als de aanvoeren nog klein zijn. Het kan daarom voordelig zijn te
proberen vroeg aan de markt te zijn, waarvoor in Zeeland bijv. het klimaat gunstig is.
GROND EN BEMESTING
gONEN wortelen; slechts oppervlakkig. De structuur van
de grbnd en de ontwatering moeten daarom goed zijn.
De algemene vruchtbaarheidstoestand van de grond moet
dus voldoende zijn om een goed gewas bonen te kunnen
telen. De zuurgraad van de grond mag ook niet te hoog zijn-;
de plH moet minstens 6.5 zijn. Bonen stellen geen speciale
eisen wat betreft de vruchtopvolging.
Hoewel bonen tot de vlinderbloemige gewassen behoren,
stellen ze een stikstofgift op hoge prijs. Een gemiddeld goe
de hoeveelheid is 300500 kg kalkammonsalpeter per ha.
De hoeveelheid hangt af van de grondsoort, het ras en de
zaaitijd. Ails er vroeg gezaaid wordt, kan iets meer gegeven
worden om een flink gewas te krijgen.
Ook voor fosfaat zijn bonen zeer dankbaar. Bij een goede
fosfaattoestand van de grond als voor aardappelen 500
kg superfosfaat wordt geadviseerd is het advies voor
bonen 750 kg superfosfaat per ha. De behoefte aan kali
is bij een goede kalitoestand 100 kg K2O per ha. Bonen
zijh gevoelig voor chloor; daarom moet men deze meststof
dus liefst geven in de vorm van patentkali of chloorarme
mengmest.
ZAAIEN
QiE beste zaaitijd voor bonen is van half mei tot half
juni. Om echter in die eerste helft van juli al te kun
nen plukken, moet men vroeger zaaien. In Zeeland wordt
daarom al eind april buiten gezaaid om vroeg te kunnen
beginnen. De risico's zijn dan wel groter dan wanneer eind
mei wordt gezaaid. Voor deze vroege zaai moeten rassen
worden gekozen die dit kunnen verdragen.
Voor handpluk moet gestreefd worden naar 30 planten
per m2. Bij een gemiddelde opkomst van 80 moet men dus
35 zaden per ni2 wegleggen. Dit komt neer op 70 k 80 kg
zaad per ha. Omdat de grofheid van het zaad per jaar en
ook per ras sterk verschillend kan zijn, is de zaadhoeveel-
heid niet precies aan te geven. Bij vroeg zaaien kan beter
iets meer zaaizaad worden gebruikt. Het zaaien wordt in
veel gevallen met een precisiezaaimachine uitgevoerd.
De rijafstand ligt meestal tussen 40 en 50 cm. Op een be
schut perceel kan goed 50 cm worden aangehouden. Als het
perceel meer in het open veld ligt, is een kleinere rijafstand
om vlugger een dicht gewas te krijgen, waardoor de kans
op windbeschadiging kleiner wordt.
RASSEN
£R zijn veel bonenrassen in de handel. In de „Rassen-
lijst" worden er ongeveer 30 aanbevolen. Er kunnen
grote verschillen in eigenschappen voorkomen, zoals vroeg
heid, stevigheid en hoeveelheid van het stro, gevoeligheid
voor ziekten, e.d. Het is daarom van groot belang bij het uit
zoeken van een ras deze verschillen tegen elkaar af te wegen
om voor de eigen omstandigheden de juiste keus te doen.
Omdat het te ver zou voeren al deze gegevens hier op te
noemen, wordt volstaan met te verwijzen naar de Rassen-
lijst.
ONKRUIDBESTRUDING
QNKRUIDBESTRIJDING in bonen is een noodzakelijk
kwaad. Zowel bij wieden als bij chemische onkruid-
bestrijding kan het gewas schade lijden, maar een behoor
lijke onkruidbezetting kan nog meer schade geven. Er wordt
daarom meestal een chemische onkruidbestrijding uitge
voerd. Het meest gebruikte middel is Ivorin, dat gespoten
wordt na het zaaien. Het is gebleken dat er tussen de ras
sen grote verschillen zijn in gevoeligheid voor Ivorin. Dit
wordt ook in de Rassenlijst aangegeven. In het algemeen
zijn stamslabonen gevoeliger dan bruine bonen, zodat men
zeer voorzichtig met dit middel moet omgaan. De grootste
kans op schade is er op lichte, humusarme grond, vooral als
na het zaaien veel regen valt. Op lichte grond is de hoeveel
heid die gespoten kan worden 4l/2 kg/ha. Op zwaardere
grond met meer humus kan men tot 6 a 7 kg/ha gaan.
ZIEKTEBESTRIJDING
gONEN kunnen door verschillende ziekten \vorden aan
getast. De bestrijding hiervan kan op verschillende
manieren plaatsvinden, n.1. door:
1. Het gebruiken van gezond zaaizaad. Hiermee in verband
is het niet aan te raden om zelf te winnen.
2. Het kiezen van resistente of weinig gevoelige rasseit
3. Bespuiting met een chemisch middel
Vlekkenziekte en vetvlekkenziekte kunnen vooral met het
zaad overgaan, terwijl er ook rassen zijn die resistent zijn
tegen vlekkenziekte. Virusziekten die kunnen optreden zijn:
bonevirus-1, bonevirus-2 en stippelstreepvirus. Bonevirus-1
gaat met het zaad over, zodat gezond zaad gebruikt moet
worden. Bonevirus-2 overwintert o.a. op gladiolen en wordt
van daaruit verspreid door bladluizen. Als men dus bonen
wil telen in de buurt van gladiolen, moet men er extra op
letten een weinig gevoelig ras te gebruiken. Stippelstreep
virus blijft over in de grond zodat men, als deze ziekte voor
komt, een ruime vruchtwisseling moet toepassen. Verschil
lende rassen zijn resistent of weinig gevoelig voor de/
virusziekten, zodat ook hier een goede rassenkeu./ b0'ai*gi;ii
is.
Een lastige ziekte is soms het optreden van rotte peul
Dit wordt veroorzaakt door de schimmel Botrytis. Dn
komt vooral voor bij vochtig, koel weer. De aantasting be
gint op plaatsen waar de afgevallen bloempjes blijven liggen.
Ook hierbij zijn versohillen in gevoeligheid tussen de rassen.
Tot vorig jaar was hiertegen geen bestrijding mogelijk.
In 1973 is echter het gebruik van systemische fungiciden
toegestaan, wat een goed resultaat kan geven. Er moet ge
spoten worden als de eerste bloemblaadjes gaan afvallen
met per ha 1 ha Benlate of 1.5 kg Topsin M. Er moet met
veel druk in het gewas worden gespoten. Het spuiten moet
gebeuren uiterlijk 4 weken vóór de oogst.
RENTABILITEIT
kosten die men maakt om een ha stamslabonen te
kunnen telen (de zgn. toegerekende kosten) zijn als
volgt te begroten:
Zaaizaad 80 kg k f 140,per 10 kg
Precisiezaaien
Bemesting 400 kg k.a.s.
750 kg super
400 kg patentkali
ƒ100,—
150,—
70,—
1120,—
120,—
Onkruidbestrijding 4l/2 kg Ivorin
Ziektebestrijding 1 kg Benlate
Sproei loon 2 keer
Rente omlopend kapitaal
320,—
60,—
110,—
40,—
80,—
Toegerekende kosten 1850,-
De opbrengst is afhankelijk van de manier van plukken.
In veel gevallen wordt er door losse arbeidskrachten, bijv.
scholieren, geplukt tegen een prijs van 35 k 40 ct per kg
bij een plukprestatie van 1215 kg bonen per uur. Dit komt
het gewas niet ten goede, zodat met een lagere opbrengst
rekening moet worden gehouden.
Ook de tijd van plukken en het aantal keren plukken zijn
van belang. Een gemiddeld goede opbrengst is 14.000 kg
per ha.
De prijs is sterk wisselend, maar kan voor juli tijdens de
vakanties toch wel op 1,per kg worden gesteld.
Opbrengst: 14.000 kg k f 1,14.000,
af: Veilingprovisie 5 700,
Vracht en kisthuur 5 ct/kg 700,
Losse arbeid 40 ct/kg 5600,
Toegerekende teeltkosten 1850,
Saldo
8.850,-
5.150,—
Uit het bovenstaande blijkt dat er bij een gemiddelde op
brengst en prijs een goed saldo is te behalen met stamsla
bonen. De mogelijkheid hangt echter geheel af van de be
schikbaarheid van los personeel en het vermogen van de
ondernemer om dit te organiseren.
P. VERHAGE
C.A.R. - Goes
OP WINTERTARWE
De wintertarwe heeft zich in de loop van maart/begin
april snel ontwikkeld. Op de vroege perceljen houdt dit
in dat stadium 5 volgens de ((Feekes-schaal) reeds be
reikt is of eerstdaags zal worden. Men wordt eraan her
innerd dat hiermee ook het meest juiste stadium voor de
toepassing van CCC (5 a 6) is aangebroken. Zodra men
van onderen aan de plant duidelijk de eerste knoop kan
voelen en er min of meer sprake is van stengelvorming,
kani de CCC met succes worden toegepast. Aangeraden
wordt in zo'n geval de behandeling met CCC op de daar
voor in aanmerking komende percelen niet uit te stellen.
Ook niet wadneer men reeds een begin van voetziekte-
aantasting zou waarnemen en van plan is hiertegen met
een systemisch fungicide te gaan spuiten. Men loopt an
ders het risico dat mlen de CCC te laat en de systemische
fungiciden (Bavistin, Benlate, Derosal en Topsin) te vroeg
spuit.
DAAROM spuit tijdig CCC en ga begin mei na, aan
de hand van de mate van aantasting, of U
nog een behandeling tegen de voetziekte
moet uitvoeren.
TENSLOTTE: op de meer laat ontwikkelde percelen win
tertarwe kan CCC eventueel gemengd wor
den verspoten met een systemisch fungi
cide.