Over geld en goed VERZEKERINGSINSTELLINGEN VAN DE ZLM Hag c-J risico in ae landbouw f 2,- Olie en aardgas f f f 8 Pi ("\NDER een strak blauwe hemel ('t lijkt de Rivièra wel!) terwijl de natuur zich in al zijn kracht ontplooit, de landbouw :r zich haast het zaai- en pootgoed aan moeder aarde toe te vertrouwen, zetten wij ons aan de schrijftafel om te wijzen op de gevaren, die de nieuwe oogst bedrei gen. Je kunt zich afvragen: moet dat nou? Kan het niet één moment zonder maren of gevaren? We zijn inderdaad meer geneigd een lyrisch epistel te schrijven over al het moois in de natuur en de rest maar te vergeten. De na tuurliefhebbers moeten hun hart nu kunnen ophalen. Za terdag reden we nog even door de Poel; we dachten zo, daar weme't het varï de natuurliefhebbers, maar dat viel tegen. Het was er opvallend rustig, de natuur werd niet gestoord. Zouden zij dan toch ergens op een terrasje ge zeten hebben? Er was overigens op een perceel net gegierd. Laat geen milieubeschermer zeggen, dat het stinkt en slecht voor de gezondheid is. Het is n.l. puur natuur en een uitstekend middel tegen verkoudheid. Maar genoeg hierover. Zoals gesteld, de nieuwe oogst is binnenkort weer al zichtbaar en dat betekent voor de landbouwer, dat het hagelrisico een rol gaat spelen. Als de houtduiven, eenden en fazanten al niet bij voorbaat de helft van zijn oogst opvreten is het nog een hele reis tot de oogsttijd. De vakman in de landbouw, en die zijn er vele, neemt aJle cultuurmaatregelen, die nodig zijn om een goed produkt te verkrijgen. Waar geen cultuurmaatrege len tegen genomen kunnen worden is bijvoorbeeld het hagelrisico! MOET HET HAGELRISICO VERZEKERD WORDEN? TN de landbouw is het verzekeren tegen hagelrisico niet algemeen; dit in tegenstelling tot de fruitteel. Nu dachten wij, dat velen de redenering ophangen, dat er al genoeg aan verzekeringspremies betaald moet worden en dat het hagelrisico, hoewel het niet te verwaarlozen is, als een normaal bedrijfsrisico gezien moet worden. Hoewel wij de reeds bestaande lasten niet willen on derschatten zouden wij tegen bovenstaande redenering dat het ,,een normaal bedrijfsrisico" kan betreffen, protes teren. Het hagelrisico is n.l. juist geen normaal bedrijfs risico en komt ook niet regelmatig voor. Het kan tien jaar niets zijn en één jaar funeste gevolgen hebben. Juist het feit, dat hagelschade een onvoorzienbaar risico is, maakt het zo moeilijk daarvoor b.v. een eigen reservering aan te leggen. Vandaar ook, dat in het verleden onderlingen zijn opgericht om het hagelrisico gezamenlijk te dragen. Van daar ook, dat er praktisch geen particuliere maatschap pijen zijn, die dit risico over het algemeen willen dekken op vaste premie-basis. De grilligheid van het hagelrisico noopt tot het geza menlijk dekken via een onderlinge. Daarbij is dan van be lang, dat deze onderlinge een groot spreidingsgebied heeft. DE ONDERLINGE ZUIDELIJKE Terwijl u als landbouwer dezer dagen zelf moet beslis sen al of niet tegen hagelrisico te verzekeren willen wij u, indien de beslissing positief uitvalt, wel een advies ge ven .omtrent de keuze van maatschappij. Wij hebben n.l. uitgaande van en gesteund door de ZLM de Onderlinge Zuidelijke Hagelverzekering, waarvan de vestiging op het Landbouwhuis te Zevenbergen is en waarvan de alge meen sekretaris der ZLM, de heer A. Korteweg, direkteur is. Daaruit moet toch wel blijken, gezien ook onze andere activiteiten op verzekeringsgebied, dat uw belangen daar qua voorwaarden en tarieven goed worden gediend. PREMIETARIEVEN Om dan metéén maar te illustreren hoe laag de premies zijn volgt hieronder een greep uit de premielijst: per 1.000, Tarwe, gerst en klaver Consumptieaardappelen 3,— Diverse graszaden 4,— Suikerbieten, pootaardappelen en bonen 5,— BI.maanzaad, snijmais en graszaden 6,— Erwten (rijp en conserven) 8,— Vlas, karwij- en koolzaad 10,— Uien 14, Op de premielijst komen uiteraard alle rassen voor. Wij volstaan met de meest voorkomende gewassen. Voor ieder gewas is er bovendien een maximaal te verzekeren bedrag per ha aangegeven. Voor u zelf kunt u ongetwijfeld een berekening maken wat de dekking van het hagelrisico u gaat kosten. Bovendien kunt u, voorzover u elders ver zekerd bent, een vergelijking maken, 't Ligt er aan waar u thans verzekerd bent, maar dan zult u ook een enorm ver schil konstateren. Rekent de zaak voor uw bedrijf maar eens na. En wanneer u niet verzekerd bent, zult u moeten overwegen of 'u voor deze betrekkelijk lage lasten het risico zelf mag dragen! Alle nadere inlichtingen kunt u bekomen op het Landbouwhuis te Goes: tel. 011005010, toestel 31. de L. Vorige we-:-k is bpkend gemaakt wat de overheid wil doen orn df moeilijkheden van de glastuinbouw enigszins te verlichten. Zoals men weet zijn die moeilijkheden vooral ontstaan door de snelle en zeer sterke verhoging van de olieprijs. De overheidssteun komt op het volgende neer: OMSCHAKELING STOOKOLIE OP AARDGAS Tot nu toe kon ƒ3000,subsidie worden verkregen bij omschakeling van olie op aardgas. Tevens werd dat bedrag alleen verstrekt als aan bepaalde voorwaarden werd voldaan. Hel gasdistributiebedrijf mocht b.v. geen kosten it rekening brengen voor de aanleg van de leiding tot aan het bedrijf. Tevens moest er sprake zijn van een kollektiei plan. Vooral de afgelegen bedrijven werden hierdoor gedu peerd. Het c sdistributiebedrijf berekende juist voor die bedrijven v.-ij hoge tot hoge aansluitingskosten, zodat men niet vcor de 3000,subsidie in aanmerking kwam en extra kosten had. Op di; pun> is er gelukkig iets veranderd in gunstige zin. Ten eerste zal de beoordeling voor de subsidie veel soepeler zijn, zodat praktisch iedereen de 3000,om schakelingspremie zal kunnen krijgen. Ten tweede kun nen de bedrijven die meer dan 7500,aansluitingskos ten moeten betalen een extra premie krijgen. Die extra premie bedraagt 50 van hetgeen boven de 7500, moet worden betaald, met een maximum van 12.500, Dat maximum zal zelden worcten overschreden, want dat wordt pas bij 32.500,bereikt. Een paar voorbeelden: a. Aansluitingskosten „normale" premie extra premie Totaal dus b. Aansluitingskosten „normale" premie extra premie Totaal VOORSCHOTREGELING De overheid is bereid garantie te geven voor (bank) leningen die dienen voor aankoop van olie. Geleend kan worden 3 ct per liter lichte olie, of 30,per ton zware olie. Voor de zware olie zal deze regeling van kracht zijn vanaf 1 maart 1974 ,en voor de lichte olie vanaf 1 januari 1974. De regeling loopt tot uiterlijk 1 oktober 1974. Voor het te lenen bedrag zal 5 renterestitutie worden verleend. Als het prijspeil van de produkten daartoe aan leiding geeft zal de aflossing door het Rijk worden over genomen dus in feite worden kwijtgescholden. Drie cent per liter is bij de huidige Lege olieprijzen te weinig. Toch is het raadzaam van de regeling gebruik te maken, althans bij een vrij hoog olieverbruik. Immers, bij eer: teleurstellend prijspeil wordt de lening omgezet in een schenking en onder die omstandigheden kan men dat goed gebruiken! HOGERE AFBRAAKPREMIE Bij bedrijfsbeëindiging middels het O.- en S.-fonds zal in 't vervolg 8,per m'2 afbraakpremie kunnen worden verkregen, inplaats van ƒ5,zoals tot nu toe het geval was. Voor degenen die (noodgedwongen) tot sanering moe ten overgaan is deze verhoging erg belangrijk! RENTESUBSIDIE ENERGIEBESPARENDE INVESTERINGEN De overheid is bereid rentesubsidies te verlenen voor energiebesparende investeringen op de bedrijven. De werkgroep „Energiebesparing" bereidt een onderzoek programma voor. Ejen nog wat vaag bericht, dat in de toe- kems;. waarschijnlijk van vrij veel betekenis kan worden. Op korte termijr. doen we er echter nog weinig mee! HOE EN WANNEER AANVRAGEN? De regelingen zullen zoals gewoonlijk over de D.B.H.'s lopen. Hel: kan echter nog wel een enkele week durerf voor deze de nodige instructies en formulieren hebben gekregen. Als we goed zijn ingelicht is pas per 24 april a.s. bekrachtiging van den en ander door het bestuur van hel O.- en S.-fonds te verwachten. Daarna duurt het nog enigs tijd voor alles is verwerkt in de regio! 10.000,— 99 3.000,— 9» 1.250,— 4.250,— premie 15.000,— 99 3.000,— 99 3.750,— 6.750^ premie 1/ ORIGE week schreven wij over het wetsontwerp nr. 128<)3. dut een nieuwe regeling van het erfrecht be vat voor enkele urgente gevallen. Wij schreven toen dat de verzorgingsplicht van de ene echtgenoot tegenover de andere, die onder de huidige wet alleen via een testa ment vervuld kan worden, als dit ontwerp wet wordt een wettelijk recht van de langstlevende wordt. Deze week willen wij het nog over enkele andere pun ten hebben. Behalve recht op een som ineens, als deze voor de voorziening in het levensonderhoud nodig is, krijgt de langstlevende echtgenoot ook het recht de in boedel tot zich te nemen van de woning die hij of zij bij het overlijden van de erflater bewoont en de kleren en ..kleinodiën'' die hij gebruikt. Dit zonder vergoeding en tot een waarde van ten hoogste 15.000,—. Nu heeft de regering het bij deze regeling niet willen laten. Men heeft zich verdiept in de gang van zaken in de praktijk met betrekking tot de handelwijze van kinderen tegenover de langstlevende ouder. De praktijk leert dat kinderen testamentaire beschikkingen ten voordele van dc langstlevende plegen te eerbiedigen. Zij doen dit ook al zouden zij zich op grond van de wet tegen een testa ment kunnen verzetten. Niet zelden gaan ze zelfs nog veel verder. Als er geen testament is gemaakt laten de kinderen dikwijls aan de langstlevende de gehele nalatenschap in gebruik en laat men ook alle inkomen daaruit aan de overblijvende ouder. EZE, en nog enkele andere omstandigheden, zijn voor de makers van deze regeling aanleiding geweest een nog verder gaande wijziging in het erfrecht voor te stellen. Onder de geldende wet zijn de eerstgeroepenen tot een erfenis de echtgenoot en de kinderen van de erflater. Dit wil men veranderen. In de eerste plaats komt nu de echtgenoot. Let op; de echtgenoot alleen! Alleen als er geen echtgenoot meer is worden de kinderen erfgenaam. Alle bezittingen en alle schulden van de overledene komen dus toe aan zijn ach tergebleven echtgenoot of echtgenote. Krijgen de kinderen dan niets zolang één van de ouders leeft? Zover heeft men niet willen gaan. De kinderen krijgen als de langstlevende ouder enig erfgenaam is recht op uitkering van een bedrag. Dit bedrag is gelijk aan de waarde die zij genoten zouden hebben als zij sa men met de langstlevende ouder erfgenaam zouden zijn. In feite krijgt een kind in waarde dus hetzelfde bedrag als nu. Nu kan het echter eisen dat het goederen uit de nalatenschap krijgt want de legitieme portie is een recht op goederen en niet alleen maar op een geldsbedrag. Dit zal dus in de toekomst, als dit ontwerp wet wordt, anders zijn. JNEN ding zal niet veranderen. De overblijvende echt- genoot wordt geen legitimaris. U weet, een legitima ris is iemand die door de wet erfgenaam wordt, ook als er geen testament was en die niet helemaal onterfd kan worden. Onder de tegenwoordige wet zijn legitimarissen de kinderen en de ouders van de erflater. (De laatste er ven als geen echtgenoot en geen kinderen zijn). De langstlevende echtgenoot is dit dus niet en wordt dit ook niet. De ene echtgenoot kan dus ook in de toe komst de andere gedeeltelijk maar ook geheel onterven. Bij geheel onterven krijgt de langstlevende niets van de eerststervende. Bij gedeeltelijke onterving wel. Gedeeltelijke onterving heeft volgens dit ontwerp wel gevolgen. Dan vervalt n.l. de regeling dat de langstleven de enig erfgenaam is. Hij erft dan, net als nu, samen met de kinderen. Natuurlijk alleen voor het gedeelte waar voor geen onterving heeft plaatsgehad. ff' AT moeten wij nu van dit voorstel denken? Wij stel len dit vragenderwijs, want gelukkigmoeten wij, wat denken betreft, niets! Gedachten zijn vrij! Dit voor opgesteld, want er zullen op dit punt ook nogal wat me ningsverschillen zijn! Persoonlijk spreken de voorstellen ons wel aan. Wij me nen dat het een goede ontwikkeling is in de rechtsopvat tingen dat men het juist vindt dat de ene echtgenoot zorgt dat de andere zijn leven zoveel mogelijk op dezelfde voet en op dezelfde plaats kan voortzetten. Natuurlijk moeten ouders ook zorgen voor hun kinderen. Die zorg moet er echter op gericht zijn hen naar de mate van hun gaven en krachten in staat te stellen een zelfstandig bestaan op te bouwen. Daarbij zal ook financiële hulp in een aan tal gevallen nodig zijn. Dat hoeft, naar onze mening, niet mee te brengen, dat de langstlevende onnodig de beschik king over het vermogen en het inkomen geheel of gedeel telijk verliest door het overlijden van de levenspartner. Blijkens de praktijk, waarover wij het hierboven al had den, staan wij in deze mening niet alleen! Tenslotte: Dit is een wetsvoorstel. Het duurt wellicht nog een lange tijd voor het wet is. Een jaar, twee jaar of langer. Wie weet het? In die tussentijd geldt de wet van vandaag. Die is in vele gevallen niet zoals men op- dit punt het graag zou zien. Bij testament kan men daar iets, nee veel aan doen. Laat er daarom één maken. Hoeveel tijd u daarvoor hebt? Op deze vraag kent iedereen het antwoord! PA AU WE

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1974 | | pagina 3