Varkensprijzen
nog niet op dieptepunt
Interventieprijzen voor
slachtvee vastgesteld
VEE EN VLEES
Slachtveemarkt nog maar matig
gestemd
Grote
moeilijkheden
voor export
Zorg over
uitbreiding
eierproduktie
8
PRODUKTSCHAP VOOR VEE EN VLEES
Gemeten aan de verwerkingswaarde liggen de varkens-
prijzen momenteel zeker nog 15 tot 20 cent per kg te hoog.
Dat is die mening van de heer S. Homburg lid van het be
stuur van het Produktschap voor Vee en Vlees dat woensdag
27 maart in openbare vergadering in Rijswijk bijeen was.
Bij de bespreking van de marktsituatie wees de heer J. J.
Koch erop dat het aanbod in slachtrijpe varkens momenteel
rond de 220.000 stuks per week ligt, wat iets hoger is dan
vorig jaar. De prijzen zijn de laatste weken opnieuw ge
daald.
Was in de week van 7 tot 12 januari van een topprijs
sprake van 4,05 per kg, thans ligt de prijs op 3,45, ge
baseerd op varkens van 75/90 kg kl. I. 'De afzet is moeilijk.
In het binnenland blijkt het verbruik te stagneren. Ondianks
een bescheiden uitbreiding van de produktie en beduidend
lagere prijzen, ligt het verbruik beneden vorig jaar, aldus
de algemene indruk. Daarbij komt dat een dergelijke ontwik
keling ook in de partnerlanden is op te merken. Voorts
wordt de export van hammen en schouders in blik, naar de
Verenigde Staten ernstig bemoeilijkt. De varkensprijzen in
de Ver. Staten zijn sterk gedaald, de voorraden hammen
zijn groot en er is een scherpe concurrentie o.a. van Polen.
De lage en nog verder te verlagen restitutie maken export
vrijwel onmogelijk. Daarbij komt dat de prijzen van de ham
men in hoge mate bepalend zijn voor de verwerkingswaarde
van het varken.
De heer Homburg wees erop dat de voorraden bij de han
del gering zijn. In een aflopende markt wil men zijn voor
raden zo klein mogelijk houden. Eerst dan als de handel van
mening is dat de prijzen niet verder zullen dalen komt men
weer in de markt en kan de prijs zich herstellen. De heer
Homburg was van mening dat dit moment nog niet aange
broken is.
MAATREGELEN
In de adviescommissie heeft men zich beraden op maat
regelen die zouden kunnen leiden tot het opwerpen van een
„dam" zodat de prijzen niet verder dalen. Stimulering van
het verbruik door dure propaganda-acties werden vrijwel
algemeen als weinig nuttig beschouwd.
Een afleveren op lager gewicht zou leiden tot een vergro
ting van de aanvoer en daardoor het effect weer teniet doen.
Daarbij komt diat door de technologie het verwerken van
een varken van 90 kg bepaald geen ongunstiger verwer
kingswaarde heeft dan een lichter varken. Bovendien ziet
men in Nederland niet „op een eiland". De ontwikkeling
van de Amerikaanse varkensmarkt is van directe invloed
op het marktgebeuren hier. In feite komt het er op neer
dat men de hele zaak maar op zich af moet laten komen en
ervan maken wat ervan te maken is. Duidelijke maatregelen
die als het ware een dam zouden opwerpen werden niet aan
gegeven.
Van interventie behoeft men voorlopig niets te verwach
ten. De huidige interventieprijs ligt duidelijk beneden de
kostprijs.
SLACHTVEE
In maart was de aanvoer van slachtrunderen op 9 grote
veemarkten 51 groter dan vorig jaar. Er zal steun aan de
markt verleend worden in het kader van de zg. Permanente
interventie. Daarmee is op 1 april een aanvang gemaakt.
Ingeleverd kan worden vlees van stieren van le en 2e kwa
liteit, waarvan het marktaandeel voor elke categorie 5
bedraagt en voor vaarzen van le kwaliteit, waarvan het
marktaandeel 18 bedraagt. De desbetreffende aankoop
prijzen zijn vastgesteld Voor vaarzen van le kwaliteit be
draagt de aankoopprijs 318; stieren le kw. 346; 2e kw.
306 per 100 kg levend gewicht. In de week tot 21 maart
waren de marktprijzen resp. 332; 332 en 297. Voor
stieren zou dus reeds interventie mogelijk zijn. In de loop
van de eerstvolgende 14 dagen zal de Europese Commissie
bezien in hoeverre de marktsituatie aanleiding geeft tot het
eventueel nemen van verdergaande maatregelen. Dit is mo
gelijk als de marktprijs komt op 93 van de oriëntatieprijs,
waarmee de fase van de verplichte interventie ingeluid
wordt. De interventie zou zich dan uitstrekken over alle
categorieën slachtrunderen.
HANDELSVERKEER IN RUNDVLEES
MET EEG-LANDEN
De hoofden van de Missies van Argentinië, Paraguay^ëS
Uruguay zijn deze dagen door de EEG-landbouwcommissa-
ris Lardinois ontvangen. Vergezeld van de vertegenwoor
digers van de Argentijnse en Uruguese instanties voor de
sektor rundvlees hebben de hoofdien van de missies de wens
geuit inzake de totstandkoming van een gereguleerde in
voer van rundvlees uit hun landen, zonder dat daarbij af
breuk wordt gedaan aan de belangen van de producenten
binnen de Gemeenschap. Zij hebben er voorts op gewezen
dat zij grote betekenis hechten aan een redelijk inkomen
voor hun producenten en aan die handhaving van een nor
male bedrijvigheid in hun diepvriesindustrie om te voor
komen dat zich op sociaal vlak problemen voordoen. Zij zijn
van oordeel dat de wederzijdse belangen niet tegenstrijdig
behoeven te zijn maar dat een grotere samenwerking juist
gunstiger mogelijkheden voor de voorziening van de Ge
meenschap kan bijdragen.
STIJGENDE RUNDVLEESPRÖDUKTTE
IN GROOT-BRITTANNIfi
In Groot-Brittanriië zal naar raming van de Britse Meat
andi Livestock Commission de produktie van rund- en kalf-
vlees runm 1 miljoen ton gaan bedragen. Vergeleken met
vorig jaar is dat 146.00G ton meer en vergeleken met 't ge
middelde van de laatste 4 jaren 103.000 ton meer. Voor 1975
rekent men met een verdere uitbreiding. Voor schape- en
lamsvlees rekent men met een toeneming van 231.600 ton
in 1973 tot 245.000 ton in 1974, terwijl ook hier voor 1975
een verdere toeneming van de produktie waarschijnlijk is.
Tot medio 1974 zal het aantal varkensslachtingen dat in de
overeenkomstige periode van 1973 overtreffen.
VARKENSHOUDERIJ GROOT-BRITTANNIË BEDREIGD
Indien het aantal varkensslachtingen in Groot-Brittannië
zich in het huidige tempo blijft voortzetten zal de fokstapel
in september van dit jaar tot het peil van 1967 zijn gedaald,
aldus mr. R. F. Ridgeaor. van de Cambridge University's
Pig Management Scheme. De uitbreiding in de varkenshou
derij die in een periode van 6V2 jaar tot stand is gekomen,
dreigt in een half jaar geheel teniet gedaan te worden. De
nieuwe landbouwminister is, evenals zijn voorganger van
mening dat een gemakkelijke of onmiddellijke oplossing niet
voor de handi ligt. Hij deed evenwel de toezegging de ont
wikkelingen nauwkeurig te volgen...
v. d. W.
In de week tot 29 maart bleven de slachtveemarkten ge
kenmerkt door een matige handel. Later dan anders zijn de
officiële marktprijzen uit Brussel bekendgemaakt, doch de
algemene indruk is dat er weinig verandering is gekomen
vergeleken met voorgaande week. Dat is althans voor Ne
derland het geval, waar met een vrijwel gelijkblijvende aan
voer er weinig mutaties in de prijzen voorkwamen. In de week
tot 22 maart werd 509 ton rundvlees uitgevoerd. Ingevoerd
werd 642 ton, alsmede 159 ton bevroren vlees. Aan levende
runderen kwamen 208 stuks binnen. In 1973 werden er in
Nederland globaal ongeveer 30.000 runderen uit de binnen
landse veestapel méér geslacht dan in 1972. Daarentegen
daalde het aantal slachtingen van ingevoerde runderen met
eveneens een 30.000 stuks. Per saldo was daarmee het aan
tal slachtingen in 1973 vrijwel gelijk aan 1972.
KALVERMARKT
De handel was matig, doch veelal waren de prijzen iets
hoger dan voorgaande week. Overigens werd een onbevre
digende handel gemeld. In een stugge markt waren in vele
gevallen de prijzen voor nuchtere kalveren ook lager. Uit
Nederland werd in de week tot 22 maart 1988 ton kalfs
vlees uitgevoerd. Daarvan ging 1153 ton naar Italië; 575
ton naar Duitsland; 205 ton naar Frankrijk. Aan levende
kalveren gingen 710 mestkalveren naar Italië. Aan nuchtere
kalveren werden 1699 stuks uitgevoerd, 1050 naar Duits
land; 400 naar Italië en 249 naar Portugal.
WOLVEE
De markt voor wolvee was in het algemeen prijshoudend
in een overigens kalm gestemde markt. De belangrijkste
noteringen waren de volgende: Sneek weidelammeren 140
—185 <135—180); vette lammeren 7,00—7,75 (7,50—8,00);
vette schapen 4,505,00 (4,004,50). Purmerend weide-
lammeren 90145 (100145); vette lammeren 160250
(onver.); vette schapen 145205 (125205); Leiden vette
lammeren 160235 (175235); vette schapen 125190
(150—200).
DE VARKENSPRIJZEN
De Coveco heeft per 29 maart de uitbetalingsprijzen aan
de mesters voor de in de week tot 29 maart overgenomen
varkens achteraf met 10 cent ten opzichte van voorgaande
week verlaagd. Uitgangsprijs werd 3,49 per kg voor ge
slachte varkens van 75/90 kg, kl. I af-mesterij. Voor andere
kwaliteiten en gewichten gelden de gebru'kelijke toeslag en
kortingen. Bovendien wordt V/2% korting toegepast voor
dekking van kosten van transport en commissie.
De NCB-coöperatie (Boxtel), de VAKO (Oss) en de HOVA
(Cuyk) hebben per 29 maart de uitbetalingsprijzen voor de
in de week tot 5 april over te nemen varkens ten opzichte
van voorgaande week met 15 cent verlaagd. Voor varkens
van 75/90 kg, kl. I is de prijs geworden 3,30 per kg ge
slacht gewicht, af-mesterij. Voor varkens van de kl. E geldt
een toeslag van 5 cent, voor varkens van die kl. II, III en IV
gelden kortingen van 5, 10 en 15 cent per kg. Voor varkens
van 91/100 kg geldt een korting van 2 cent per kg voor elk
kg boven de 90; HOVA kort hier 3 cent per kg.
In de week tot 23 maart werden ongeveer 210.000 var
kens geslacht, dat is 8000 meer dan in de voorgaande week
en in de week tot 29 maart werden 20.244 levende en 35.587
geslachte varkens uitgevoerd. Daarvan gingen naar Duits
land resp. 8840 en 16.076 stuks; Italië 6695 en 9950 stuks;
Frankrijk 3995 en 9561 stuks; België 764 levende. Er gingen
nog 361 biggen die grens over. Aan magere deelstukken wer
den 1447 ton uitgevoerd, alsmede 375 ton buikspek en 81 ton
rugspek. In de week tot 22 maart ging 240 ton bacon naar
Engeland. Ingevoerd werden 6201 slachtvarkens en 968 big
gen uit Duitsland alsmede een 15 ton carbonades uit België.
De groothandelsprijzen voor varkensvlees waren de af
gelopen week weer lager dan voorgaande week. Desondanks
was het verbruik nog maar weinig beter. De markt stagneert
in de gehele Gemeenschap, terwijl bovendien de export van
hammen naar de Verenigde Staten weer moeilijk is. In die
week tot 18 maart was de gemiddelde EG referentieprijs
3,62 (3,63). In de lidstaten waren de referentieprijzen de
volgende: Nederland 3,38 (3,46); België 3,61 (3,68); Duits
land 3,43 (3,48); Frankrijk 3,87 (3,96); Italië 4,29 (4,42);
Denemarken 3,57 (3,30); Ierland 3,54 (onver.); Engeland
3,32 (3,30). v. d. W.
PRODUKTSCHAP
VOOR PLUIMVEE
EN EIEREN
In de openbare bestuursvergadering van het Produktschap
voor Pluimvee en Eieren heeft voorzitter J. T. Mellema ge
wezen op de te verwachten uitbreiding van de eierproduktie
in een aantal landen. Daaronder noemde hij Engeland,
Frankrijk, Italië en ook Duitsland. Ook in Nederland is een
tendens tot uitbreiding te constateren, welke ontwikkeling
naar opvatting van de heer Mellema toch wel met enige
zorg tegemoet gezien moet worden. Er zijn voldoende rede
nen om aan te nemen, dat het aanbod in de tweede helft van
dit jaar zal gaan toenemen bij stijgende produktiekosten.
Er zijn evenwel geen duidelijke aanwijzingen van een toe
nemend verbruik per hoofd van de bevolking in de EEG.
Wanneer deze produktieuitbreiding niet gepaard gaat met
redelijke opbrengstprijzen kan de rentabiliteit van de leg-
pluimveehouderij wel eens in gevaar komen. Opgemerkt is
nog dat in de toekomst ernstig rekening gehouden moet
worden met het optreden van Frankrijk als exportland.
In de discussies over de moeilijkheden in de slachtsektor
en de dreigende moeilijkheden in de legsektor merkte de
heer H. van Vlokhoven op dat de legpluimveehouders als
het ware met de rug tegen de muur staan. Hij vroeg zich af
wat men nu moet doen. Hij meende dat contingentering en
de controle daarop in de Gemeenschap tot de onmogelijke
zaken behoort.
Toch wil men wel „wat" maar wat werd niet duidelijk,
al stelde de heer J. M. Verkuil dat de legpluimveehouderij
rijper is geworden voor regelingen. Hij toonde zich overi
gens verbaasd over het onbegrip dat bij velen bestaat ten
aanzien van de dreigende catastrofe in de legsektor die
zeker in de 2de helft van 1974 zal komen.
De heer Van Ree wilde zich niet direct distanciëren van
enige regeling. Zo lang echter elders in de Gemeenschap
subdidies, al dan niet verkapt verleend worden, is elke rege
ling van de produktie bij voorbaat tot mislukken gedoemd.
Hij maakte de vergadering attent op die toeslag die vorig
jaar export van eieren uit Frankrijk naar het Midden Oos
ten mogelijk maakte, waardoor de Franse markt ontlast
werd. Dan zijn er in Duitsland zeer grote bedragen beschik
baar voor de inrichting van bedrijfsgebouwen. Daar staat
dan tegenover dat de pluimveehouderij in Nederland geheel
op zichzelf is aangewezen. Zo lang Brussel niet in staat
blijkt de al dan niet verkapte toeslagen te voorkomen zal
men elke twee drie jaar in de misère terecht komen.
Wordt elders de pluimveehouderij door de regering uit de
misère geholpen, hier moet men zichzelf redden.
Een delegatie uit het Bestuur zal met de minister van
landbouw op 23 april een onderhoud hebben over de moei
lijkheden in de legsektor en in de slachtsektor. Moeilijk
heden die vooral toegeschreven worden aan het gedaalde
verbruik van rond 5 van gevogelte in Duitsland waarbij
de restitutie bij uitvoer naar derde landen komt, die mo
menteel 1cent per kg bedraagt en die enige afzet van
betekenis naar derde landen onmogelijk maakt.
MOEILIJKHEDEN SLACHTSEKTOR
|^E slaöhtkuikensektor in zijn totaliteit maakt de laatste
twee maanden een zeer moeilijke periode door. Het
is een opeenvolging van faktoren, die een zeer slechte
situatie hebben geschapen. De moeilijkheden zijn feitelijk
reedis begonnen eind 1973. Nederland en in mindere mate
België verzorgen samen met de Westduitse slachtpluimvee-
industrie de Westduitse markt van slachtkuikens. In dae
markt is een duidelijke vertraging in de consumptie opge
treden. In Duitsland namelijk hebben de grootwinkelbedrij
ven in de tweede helft van 1973 totaal geen acties onder
nomen om de verkoop van braadikuikens te stimuleren, aldus
de heer Mellema. Daardoor is het verbruik per hoofd van
de bevolking zeker met 5 gedaald, terwijl men had ge
rekend op een jaarlijkse uitbreiding van de consumptie met
4 5 De gezamenlijke produktie van slachtkuikens in
België, Nederland en Duitsland heeft in 1973 ten opzichte
van 1972 vrijwel geen uitbreiding ondergaan.
VOORRAADVORMING
HET teruglopen van die consumptie in Duitsland heeft
geleid tot een belangrijke voorraadvorming. Daarbij
komt dat Denemarken steeds meer op de Duitse markt ope
reert. Oorzaak daarvan is een stagnatie van de uitvoer naar
derde landen, door een onvoldoende restitutiebeleid naar
derde landen. Denemarken had) voor toetreding tot de EEG
een uitvoer naar derde landen van 35.000 40.000 ton. Ook
Denemarken komt, ondanks dat daar geen produktieuitbrei
ding heeft plaatsgevonden in moeilijkheden. Voorts heeft
Frankrijk zijn produktie van slachtkuikens in 1973 met
10,6 ten opzichte van 1972 opgevoerd.
Bovendien is in 1973 de inleg van broedeieren in Frank
rijk aanmerkelijk groter geweest dan vorig jaar. Dat was
vooral het geval in Bretagne, waar momenteel van een be
langrijke voorraadvorming sprake is. De feitelijke situatie
kenschetste de heer Mellema als volgt:
Denemarken heeft een belangrijk exportoverschot; ex
port vanuit de lidstaten naar Denemarken kan niet
plaatsvinden wegens een veterinair invoerverbod