Kippevlees
wordt
tijdelijk
heel
goedkoop
Nogmaals
de vastzadige karwij
Een goede greep
of niet?
De maand april op het zuid-westeljjk landbouwbedrijf
19
Grote voorraden opgeslagen diepvrieskippen, snel da
lende verkoopprijzen en een niet meer stijgende con
sumptie van braadkuikens vormen de problemen die
de Nederlandse pluimveeslachterijen en hun collega's in
de andere EBG-landen ernstig zorgen baren. Tot begin
maart heerste alom de opvatting dat de ophoping van
voorraden door een" toeneming van de uitvoer wel zou
kunnen worden weggewerkt. Dat is echter tot nu toe
niet gebeurd, met als gevolg een sterke daling van de
prijs voor de diepvrieskip.
Er zijn de laatste weken al enige slachterijen in moei
lijkheden igeiraakt vooral op de Veluwe en het ziet
er naar uit dat ook elders in het land pluimveehouders
tot ontslagen of verkorting van de werktijd moeten be
sluiten. De lage prijzen hebben al in enkele grote win
kelbedrijven en filialen van supermarkten tot een begin
van een prijzenoorlog geleid, waarbij diepvrieskippen
worden aangeboden tegen prijzen van ongeveer 2,70
per kilo. Dit betekent dat slachterijen met aanzienlijke
verliezen moeten werken bij het verminderen van hun
grote voorraden.
Geschat wordt dat in Nederland 10.000 ton kip in de
koelhuizen ligt opgeslagen, buiten de gewone werk-
voorraden om. De kostenprijs per kilo komt voor een
pluimveeslachter op ongeveer 3,20 uit. De afzet ge
schiet de laatste maanden tegen prijzen die ver onder
die kostprijs liggen. „Hoelang deze situatie nog zal
voortduren, valt nog met geen mogelijkheid te zeg
gen", heeft de heer J. T. Mellema, voorzitter van het
produktsp pxuunvee en eieren, gezegd.
Voij.. - nc.:;n u 'i/ ikt van de huidige situatie
niet geheel duidelijk aan te geven. De grootste markt
voor die Nederlandse pluimveehouderij is West-Duits-
land, waar men te maken heeft met de vermindering
van de bevolking en ook met een achterblijven van de
kippenconsumptie per hoofd van de bevolking. Boven
dien is de produktie van Duitsland zelf enigszins toe-
igenomen en proberen ook de Denen sinds hun toetre
ding tot de EEG een markt in West-Duitsland te vinden.
„Het surplus in ons land is bijzonder groot en is op
het ogenblik tweemaal de normale voorraad. Het weg
werken van die voorraden is nu de grootste zorg en zal
een pijnlijke operatie worden", zei de heer Mellema.
Als mogelijke oplossing van de problemen ziet hij een
produktievermindering binnen de EEG (in de negen
landen heeft men 50.000 ton kippevlees in voorraad) en
het continueren van het restitutiebeleid. Deze zaak is
in Brussel aanhangig (gemaakt. Eind maart zullen ver
tegenwoordigers van enkele EEG-landen op Schiphol
bijeenkomen om te 'bezien of en afspraken tot produk
tievermindering kunnen worden gemaakt.
De export heeft de laatste malen ook nog moeilijkhe
den ondervonden door strengere eisen van enkele lan
den bij de invoer van vlees. De uitvoer naar landen bui
ten de EEG is op een lager niveau gekomen, wat tot
gevolg heeft dat hiervoor binnen de EEG een markt
wordt gezocht.
De consumptie van jraadkuikens (diepvries) n Ne
derland zal volgens voorlopige berekeningen ongeveei
dezelfde zijn als in '1972 (toen was het verbruik t>,2 kilo
pev 'boute'.isrwi... .ie 'aren daarvoor spi ake was var.
een stijging van het verbruik. „Vergeleken met de con
sumptie in andere landen Amerika heeft een ver
bruik van 23 kilo kip, kalkoen en dergelijke per hoofd
moet een groei van de consumptie mogelijk zijn", meent
de heer Mellema.
INGEZONDEN
De Vereniging van Nederlandse Exporteurs van Gra
nen, Zaden en Peulvruchten plaatst de volgende kant
tekeningen bij het ingezonden stuk van de heer Dr. Ir.
E. van Roon als reaktie op haar schrijven: „Vastzadige
karwij een goede greep?".
De Vereniging en herhaalt dit maakt bezwaar
tegen het onverhoeds plaatsen van de rassen „Mansholt's
Karwijzaad" en „Volhouden" in de Rubriek „B" van de
47e Rassenlijst 1974, terwijl tegelijkertijd het ras „Bleya"
gewaardeerd wordt onder Rubriek „A", en dit ras in
de praktijk nog niet voldoende zijn waarde heeft be
wezen.
De stelling van Dr. Ir. van Roon, dat de angels met
de juiste dorsmethode te verwijderen zijn, gaat volgens
de Vereniging in de praktijk niet op. De verbouwer
heeft immers ten tijde van de afrij ping op stam de tijd
niet om het oogsten met de nodige zorg te begeleiden,
aangezien he maaidorsen dan midden in de graanoogst
valt.
In de praktijk zullen dan ook de angels bij dorsing
niet voldoende verwijderd worden en zal de handel
ermee te maken krijgen. Tot op 'heden is echter nog
geen machinale bewerking bekend die de zaadhuid niet
beschadigt.
Het schonen van zaad met angels geeft bovendien een
zeer groot schoningsverlies, daar veel goed zaad bij het
afval terecht komt.
Het door Dr. Ir. van Roon geziene voordeel van het
van stam af dorsen gaat naar het inzicht van de Ver
eniging verloren om tweeërlei redenen:
1. Het produkt komt pas ten tijde van de Poolse oogst
ter beschikking, waardoor onze zo gunstige vroege
leveringsmogelijkheden van de nieuwe oogst in het
gedrang komen;
2. De karwij -oogst valt later, t.w. in de oogst periode
van de granen. Boer èn handelaar hebben dan niet
voldoende de tijd om dit gewas met de nodige zong
te oogsten, eventueel te drogen en te schonen.
Betreffende zijn opmerking te naanzien van het ge
halte aan etherische oliën vraagt de Vereniging zich af,
of geachte schrijver er wel bij heeft stilgestaan dat een
analyse zonder portikosten al 65 per monster kost. Af
gezien dan nog van de tijd die hiermede gemoeid is.
De Vereniging heeft begrip voor de situatie te lande.
Dit mag echter niet leiden tot het rubriceren onder „A",
zonder voldoende stil te staan bij de vele problemen
verbonden aan de verbouw en de commercialisatie van
het ras „Bleya".
De stelling die gehoord wordt dat „een poging wordt
gedaan een nieuw ras de grond in te boren voordat er
enige praktij ervaring is opgedaan" (óók door de teler),
onderstreept het standpunt van de vereniging van Ne
derlandse Exporteurs van Granen, Zaden en Peulvruch
ten, dat het onjuist is om een dergelijk ras wel als „A"-
ras in de Rassenlijst op te voeren, terwijl de rassen die
wel hun sporen verdiend hebben afgevoerd worden als
„B"-rassen, aldus het schrijven van de secretaris van de
Verenig'inge Drs. W. G. M. Waanders.
(Vervolg van pag. 13).
Soms komt het voor dat de koeien het gras slecht op
willen nemen. Oorzaak hiervan kan zijn een laag na-
triumgehalte van het gras. Door op het gras 100150 kg
landbouwzout per ha te strooien zal het gras meestal sma
kelijker worden.
OPRUIMEN VAN VOEDERBIETEN
JkE voederbieten die na 1 april nog op het bedrijf aan-
wezig zijn moeten spruit vrij zijn om te voorkomen
dat het vergelingsziektevirus door bladluizen overge
bracht wordt op de jonge bieteplantjes.
De voederbieten die nog op het bedrijf zijn moeten zo
diep gekopt zijn dat geen spruitvorming meer mogelijk
is.
BIJ VOED ERING VAN
KRACHTVOER IN DE WEIDE
TODRA het vee in de weide gaat, denken velen dat
dan de krachtvoertoediening onmiddellijk gestaakt
kan worden. --
Om de melkproduktie bij hoog produktieve dieren bo
ven 25 kg melk op peil te houden is aanvulling van zet-
meelrijk krachtvoer noodzakelijk, daar anders die hoge
produktie snel zal gaan dalen met als gevolg een te lage
jaarprodüktie.
Om de rentabiliteit van Uw bedrijf te verhogen dient
de gemiddelde melkgift van Uw melkveestapel boven de
4800 a 5000 kg melk per jaar te zijn. Om deze melkgift
te kunnen behalen dienen de slecht producerende koeien
vervangen te worden.
Deze selectie kunt U alleen maar toepassen indien u
door lid te worden van een melkcontrolevereniging, kunt
beschikken over melkproduktiegegevens. Pas dan kunt
U met een goede stierenkeus een goede selectie toepas
sen.
MESTVEE
jyiESTVEE dat al te ver afgemest is om in de weide
1TI gedaan te worden, verdient extra zorg in de laat
ste afmestperiode. Zorg dan voor een smakelijk rant
soen met een hoge voederwaarde in de droge stof.
winning mits deze vroeg bemest zijn geweest met 100
kg zuiver N per ha kunnen meestal eind april al ge
maaid worden voor het laten drogen tot grasbrok; of
voor het maken van een voordroogkuil.
Voor het maken van een goede voordroogkuil moet U
uiterst secuur te werk gaan. Door vroeg te maaien is de
voederwaard het hoogst en is de hergroei het snelst. De
cyclomaaier dient goed afgesteld te worden zodat langer
gemaaid wordt dan met een maaibalk 5 cm). Na het
maaien dient het gras onmiddellijk geschud te worden en
dit dagelijks 1 a 2 keer herhalen. Zodra het gras tot
40 ingedroogd is kan het ingekuild worden. Aan
gezien er op verschillende bedrijven nogal moeilijkhe
den voorkomen met de pakjeskuil; zo kan ook het gras
los ingekuild worden. Met een opraapwagen kan het gras
aan de kuil gebracht worden. De kuil dient dan zeer goed
aangereden te worden met een zware trekker die voor
zien is van een veiligheidscabine. Om het kantelen van
de trekker te voorkomen is het ook mogelijk de trekker
te voorzien met dubbellucht of. kooiwielen. Voorkom dat
U het slachtoffer wordt van een gekantelde trekker.
Ook is het mogelijk het gras in te kuilen met een hakse-
laar. Het aanrijden dient op dezelfde manier te gebeu
ren; alleen het uithalen van het kuilvoer zal dan veel
gemakkelijker zijn. Op de grond dient plastic gelegd te
worden om te voorkomen dat er door capillaire opstij
ging vocht in de kuil komt. Na het inkuilen wordt de
kuil afgedekt met plastic van 0,15 mm of 0,2 mm dik.
Het plastic dient 20 cm diep in de grond gegraven te
worden. De kuil mag niet te hoog gemaakt worden._Door
de kuil af te dekken met 30 cm grond worden de risico's
van het bewaren kleiner. Zorg dat het plastic niet stuk
gaat. Om broei te voorkomen dient elk gaatje onmiddel
lijk dicht geplakt te worden. Controleer regelmatig of
er geen gaatjes in het plastic komen aangezien lucht en
water de grootste vijanden zijn voor het slagen van een
voordroogkuil.
Diegenen, die een pakjeskuil willen maken en de kuil
alleen maar ff willen dekken met plastic, dienen twee
lagen plastic van 0,2 mm dik goed strak te spannen en
ook 20 cm diep in de grond te graven.
Om het klapperen van het plastic te voorkomen kunt
U aan beide kanten van de kuil zakjes met grond aan
triverabanden hangen.
SNIJMAIS
VOEDERWINNING
TIE koeien staan nog op de stal en de boer heeft weer
al zorgen met de voederwinning voor de volgen
de winter. Temeer nog nu de krachtvoerprijzen zeer
hoog zijn. Om ruwvoer met een hoogwaardige kwaliteit
te winnen dient zo vroeg mogelijk gemaaid te worden
voor hooi en voordroogkuil en wel hiermee beginnen
een week na het begin van de weidetijd. In de praktijk
wordt nog veel te laat gemaaid.
Voor de voorjaarsbeweiding is 20 are per g.v.e. no
dig. De rest van het grasland kan benut worden voor
het maaien. De percelen Italiaans raaigras voor zaad
I\E oppervlakte snijmais zal dit jaar weer aanzienlijk
uitbreiden in Zeeland. Land dat besmet is met uien-
stengelaaltjes is niet geschikt voor maisteelt. De grond
dient voor het zaaien goed bezakt te zijn. Om de hoogste
opbrengst te kunnen behalen moet de mais, mits de
grond het toelaat, gezaaid worden tussen 20 april en 1
mei. Snijmais vraagt een vrij zware bemesting 200 a 220
kg N/ha; 90160 kg P-Or, en 40150 kg K-O per ha naar
gelang het analyserapport van Uw grondonderzoek.
Op maisland kunnen zonder bezwaar flinke hoeveel
heden. drijfmest gebracht worden. Hogere giften dan
50 ton/ha zijn echter niet gewenst. Bij een hoge drijf-
mestbemesting kunt U rekening houden met de kunst-
mestbemesting.
Samenstelling in kg zuivere meststoffen per 10 ton mest
Vaste mest Drijfmest
rund- var- kip- rund- var- kip
vee kens pen vee kens pen
kg N 55 75 110 45 70 100
kg P205 35 90 160 20 40 87
kg K2O 35 45 70 50 40 55
kg magnesium 15 25 25 10 10 14
kg org. stof 1400 1600 2300 600 630 1200
Bij voorjaarsbemesting komt het eerste jaar 40
van de stikstof beschikbaar. Bij najaarsaanwending 20
a 25 Het fosfaat en de kali komen geheel beschikbaar.
Het verdient aanbeveling het fosfaat in de vorm van
triplesuper (43%) als rijenbemesting gelijk met het
zaaien te geven. Ook wordt aangeraden het zaaizaad te
laten ontsmetten met Mesurol tegen vogelschade en de
fritvlieg.
Het land moet diep losgewerkt worden zodat de mais
op een diepte van 57 cm gehaaid kan worden.
De rijenafstand dient 7580 cm te zijn. In de rij een
korrelafstand van 12 a 13 cm.
Na het zaaien kan tegen onkruid gespoten worden. Op
humusarme grond <2% humus IV22 kg Atrazin per
ha. Op grond met 25 humus 2V2 kg Atrazin per ha.
Op grond met 5 humus 3 kg Atrazin per ha.
Verwacht U op bepaalde percelen veel zwarte nacht
schade dan kunt U beter tegen opkomst spuiten met 6
kg DNOC 80 of 10 kg DNOC 50 en na opkomst met
Atrazin gemengd met 1IV2 liter Citowett of 1 liter
Luxan uitvloeien H per ha. Het verdient aanbeveling
de bespuitingen uit te voeren met 600 liter water per ha.
SAMENVATTING
Blijf goede aandacht schenken aan de veevoe
ding en zorg voor een goede z.w.: v.r.e.-verhou
ding.
H(r Schenk aandacht aan de klauwv er zorging.
Zorg dat de afrastering en de electrische
voeideinstallatie in orde zijn.
Zorg voor een goed grasbestand en geef de on
kruiden geen kans.
Tracht kopziekte bij de koeien te voorkomen
door tijdig magnesium bij te geven.
Waarschuw onmiddellijk de dierenarts zodra
U vermoedt dat er kopziekteverschijnselen
voorkomen.
Zorg dat er vanaf 1 april geen voederbieten met
spruitvorming meer op Uw bedrijf zijn.
Houd Uw koeien in de wei in goede conditie
door zetmeelrijh krachtvoer bij te voeren.
Door lid te worden van een melkcontrolever
eniging kunt U een goede selectie op Uw vee
stapel toepassen.
■afc Zorg voor een goede afmestperiode van het
mestvee.
Tracht de voederwinning zo goed mogelijk uit
te voeren voor een hoogwaardig voer voor a.s.
winter.
Zorg dat de voordroogkuil goed afgedekt wordt
en controleer regelmatig of het plastic nog
dicht is.
Maak het land voor snijmais goed klaar en zorg
voor een goede bemesting.