Insecten- en aaltjesbestrijding bij het zaaien van de bieten UIT het voorgaande is duidelijk gebleken dat beide systemen van zaaivoorbehandeling zeer nauwkeurige 1 uitvoering vereisen. De belangrijkste problemen die bij de i toepassing naar voren kunnen komen zijn hier in het kort weergegeven. KORTE WENKEN 8 (MIDDELEN EN APPARATUUR) CA.R. - Goes Ing. A. REMIJN, P. VERHAGE. I ALGEMEEN |N de meeste gevallen zal de routinebehandeling met 5 gram lindaan 20 per kg zaad voldoende zijn. Naar schatting kan op 80 90 van de percelen hiermede wor den volstaan en biedt dit op normaal bouwland tegen die koperworm (ritnaalden) voldoende zekerheid. Steeds het middel goed door het zaad mengen vóórdat het in de zaadbakjes van de zaaimachine gaat, b.v. in een blik ken bus. GESCHEURD GRASLAND De kans op schade dioor ritnaalden en vaak ook emelten, is hier van dien aard dat geadviseerd wordt (naast de zaad behandeling) een zaaivoorbehandeling met 1 liter lindaan 21 of een grondbehandeling met 3,5 liter lindaan 21 uit te voeren. De techniek van de zaaivoorbehandeling wordt verder in ddt artikel nader beschreven. Voor de grondbehan deling geldt: vóór het zaaien spuiten over reeds bewerkte grond en direct inwerken. Eventueel ikan dit gemengd ver spoten worden met Ro Neet of Avadex en dan tegelijk inge werkt. gVENALS bij de granulaatstrooiers is ook hier een zeer nauwkeurige verdeling in de rij noodzakelijk. Doordat bij een zaaivoorbespuiting het middel lindaan 21 tegen 1 liter per ha wordt verdund met een naar verhouding grote hoeveelheid water, is een goede verdeling in de rij gemak kelijker te bereiken. Het middel wordt evenals bij granulaten gelijk met het precisie zaaien toegepast in de open zaaivoor. Het spuiten in de open voor moet dus ook hier geschieden achter het zaaikouter en vóór de toestrijkers. Om kiembeschadiging van het jonge bietenplantje te voor komen is het gewenst dat het middel wordt verspoten over een breedte van 3 tot 5 cm. Dit houdt in dat slechts 6 tot 10 van de totale oppervlakte wordt bespoten. In principe zou dit betekenen dat men met een zeer kleine hoeveelheid vloeistof per ha zou kunnen volstaan. Vooral voor het be houd van een grote zaaicapaciteit per dag en het voorkomen van het nat worden van de drukrol is dit van belang. Door dat do rijsnelheid bij het precisie zaaien beperkt is, wordt de vloeistofafgifte per dop echter zeer gering. Bij een rij snelheid van 4 km per uur en een rijafstand van 50 cm is bij een vloeistofhoeveelheid van 60 liter per ha de vloeistof afgifte per dop 66% m x 0,50 m x 60 liter i1 1 0,2 liter per minuut. 10000 In de tabellen van diverse fabrikanten van spuitdoppen, vinden we dat deze hoeveelheden slechts bereikt kunnen worden met zeer kleine spuitplaatjes en een zeer lage druk. In de praktijk gaan er zelfs stemmen op om deze zaaivoor bespuiting te gaan uitvoeren met hoeveelheden van slechts 30 liter per ha. Bij deze hoeveelheden wordt de kans op ver stopping van de spuitdoppen echter wel groot. Er zullen daarom extra voorzieningen moeten worden ge- i troffen om deze problemen te voorkomen: i Een extra fijnregelaar na de normale drukregelaar is e noodzakelijk om de gewenste lage druk te verkrijgen, s Om het verstoppen te voorkomen is een extra fijn filter en een bezinkselglas gewenst. Bij de montage van de spuitdoppen dient er op te worden gelet dat het zaaikouter niet wordt nat gespoten. De spuitvloeistof dient iets achterwaarts te worden ge richt waardoor het noodzakelijk kan zijn dat de toestrij- 3 kers iets naar achteren moeten worden geplaatst. i TENSLOTTE Alvorens men echter overgaat tot de toepassing in de 1 praktijk, is proefdraaien en daarbij een uitgebreide controle van de afgifte per rij noodzakelijk. Ook aan de verdeling in de rij moeten zeer hoge eisen worden gesteld). Bij de zaaivoorbehandeling kan volstaan worden met 1 liter lindaan van 14,en bovendien is het middel veel minder giftig dan Temik. NJB. Waar bij de zaadfoehandeling met lindaan gebruik ge maakt wordt van de kleinverpakking van AAgrunol, zal bij de bestrijding van het bietekevertje en spring- staarten één zakje lindaan (14 gram) per eenheid bie tezaad van plm. 1,4 kg, aangehouden kunnen worden. Waar het om de gewone behandeling tegen de koper worm gaat, kan met minder worden volstaan. Een zakje van 14 gram zal dan veelal voldoende zijn voor twee eenheden bietezaad AALTJES ^pEMEK bestrijdt niet alleen insecten maar pok aaltjes, althans het voorkómt schade, zowel bij aanwezigheid van bietencystenaaltjes als van het (vrij levende) wortel aaltje Triohodorus. 'Dit laatste komt onder anderen voor in de Braakmanpolder en plaatselijk op Sint Philipsland en Duiveland. In die gevallen dat Temik werd gebruikt op met bieten cystenaaltjes besmette percelen viel in de loop van de zomer vrijwel steeds een regelmatiger stand en een wat gullere loofontwikkeling waar te nemen. Lang niet altijd) had dit op het oog gunstige effect ook een hogere kg-opbrengst tot ge volg, zelfs niet onder voor de aaltjes gunstige omstandig heden. En dit terwijl de meeropbrengst toch al zeven ton moet bedragen om alleen al uit de kosten aan middel te komen. Hier komt bij dat in de loop van de zomer en het najaar de aaltjespopulatie zich zodanig kan herstellen dat er aan het eind; van het groeiseizoen nauwelijks verschil in aaltjes bezetting bestaat met de situatie bij bietenteelt zonder be strijding. Naar onze mening is de toepassing van Temik vooral daar op zijn plaats waar men gedwongen is om b.v. bij herinde ling van zijn percelen of anderzins, bieten te zaaien op flink met aaltjes besmette grond. Ter bestrijding van het Trichodorusaaltje kan mogelijk worden volstaan met 15 a 20 kg Temik; per ha. Wat het bie- tencystenaaltje betreft lijkt het ons vooralsnog minder juist om veel minder dan 25 kg te gaan gebruiken. Vooral op zware grond en onder droge omstandigheden zou de wer king wel eens kunnen tegenvallen. Schadebeeld aan blad en wortel van het bietekevertje. De schade beperkt zich hoofdzakelijk tot die percelen waar bieten naast bieten gezaaid worden. nulaten en de precisie van de granulaatstrooiers bijzonder hoge eisen moeten worden gesteld In het verleden is geble ken dat niet alle machines deze zeer kleine hoeveelheden met de nodige precisie konden verzaaien. Gelukkig wordt er door verschillende fabrikanten hard gewerkt om de strooiregelmaat (nog) te verbeteren. Een andere belangrijke eis die moet worden gesteld is, dat de granulaten in de zaaivoor goed moeten zijn afgedekt en dat ook bij het in en uitzetten van de machine geen granu laten boven op de grond komen te liggen. Hiervoor is het noodzakelijk dat de aandrijving van het strooimechanisme van de granulaatstrooier bij het uitzetten van de zaaimachi ne eerder wordt uitgeschakeld en bij het inzetten léter wordt ingeschakeld. Hierdoor kan worden voorkomen dat op die kopakker de granulaten boven op de grond komen te liggen. ZAAIVOORBESPUITING Precisiezaaimachine met opgebouwde granulaatstrooier. Springstaart (35 x vergroot). BIETENKEVERTJE EN/OF SPRINGSTAARTEN ^EZE zijn beide minder gemakkelijk te bestrijden. Gead viseerd wordt dan ook om in plaats van 5 gram zoals bij ritnaalden, 10 gram per kg zaadi te gebruiken. Daarnaast zal men op plekken waar een zware aantasting van één van beide verwacht kan worden, b.v. een strook tegen het bietenland van vorig jaar, een zaaivoorbehandeling met 1 liter lindaan moeten uitvoeren, eventueel een grond- behandeling tegen 5 liter per ha vóór het zaaien inwerken. Tenslotte bestaat de mogelijkheid om tegen bietekevertje en ook tegen springstaarten 6 kg Temik-granulaat aan te wen den. Uit de proeven bleek in vorige jaren een zaaivoorbe handeling met lindaan en die met Temik tegen bietekevertje ongeveer gelijkwaardig te zijn. Als voordeel van Temik kan genoemd worden dat de nawerking van dien aard is dat een thripsbestrijding kort na opkomst meestal overbodig blijkt. Ook de bietevlieg (overigens zelden schadelijk) wordt be streden terwijl een eerste optreden van de luis wordt tegen gegaan zonder te mogen stellen dat een bespuiting tegen de vergelingsziekte b.v. in de tweede helft van juni dan achterwege kan blijven. Het nadeel van Temik is die prijs 19,per kg, bij 6 kg meer dan 100,per ha. Temik is onwerkzaam tegen de koperworm, dus de zaadbehandeling moet normaal worden uitgevoerd. DE APPARATUUR gINDS enkele jaren is de zaaivoorbehandeling met in secticiden ook in ons land bekend geworden. Ii Frankrijk waar een grote verscheidenheid van insecticide! in de vorm van granulaten) op de markt is, heeft vooral dez< methode van toepassing ingang gevonden. In ons land ii tot nu toe slechts op beperkte schaal met „Temik" in gra nulaatvorm ervaring opgedaan. Mede door de goede resul taten dlie verkregen zijn met een zaaivoorbespuiting met iin daan, is echter ook de belangstelling voor deze methode toe genomen. Doordat bij beide methoden met zeer kleine hoe veelheden wordt gewerkt, moet aan de apparatuur voor di toediening in beide gevallen bijzondere aandacht wordei besteed. GRANULAATSTROOIERS £EN zeer nauwkeurige verdeling van de granulaten ii dé zaaivoor is noodzakelijk. Bij een toepassing vai 610 kg granulaat per ha moet bij een rijafstand van 5( cm deze hoeveelheid worden verdeeld over 20.000 meter rij lengte. Dit houdt in dat er per meter rijlengte slechts 0,ï tot. 0,5 gram granulaten moeten worden gestrooid. Het be hoeft geen nader betoog dat er aan de fijnheid van de gra C.A.R. - Zevenbergen AKKERBOUW KWEEKGRAS IN SUIKERBIETEN geeft veel werk en bezorgt daarmee veel narigheid bij de teelt. Een voor- jaarsbestrijding van kweek met behulp van TCA kan alleen op kleigronden met de nodige voorzichtigheid wor den toegepast. Een behandeling dient tenminste 3 weken voor het zaaien van uw bieten te gebeuren. Anders is het middel erger dan de kwajal. OP HEEL WAT AKKERBOUWBEDRIJVEN is in de eerste helft van maart nog niet veel te doen. Het graszaad is onder de gunstige weersomstandigheden van de laatsfte weken al volop met de hergroei begonnen, zodat de ver keerde graspollen al goed zijn te onderscheiden. Nu kunt U al met de selektie beginnen, straks heeft U het te druk, waardoor dit werk steeds weer wordt uitgesteld. EEN TE LATE TOEPASSING geeft kans op groeirem- ming en het wegvallen van bietenplantjeü, vooral bij latere zaai en droog weer. Wilt U op eindafstand zaaien dan is het nemen van dergelijke risiko's nauwelijks of niet verantwoord. Beter is het als U tot het gebruik van TCA besluit een nauwere zaaiafstand in de rij te nemen, dit om het risiko van een te dunne eindstand zoveel mo gelijk te beperken. EEN REGELMATIGE KALKBEMESTING op zand- bouwland is noodzakelijk. Vooral de lichtere zandgronden waar de uitspoeling het grootst is, zijn gemakkelijk te zuur. Niet alleen bieten en conservengewass\en, maar ook mais is hier erg gevoelig voor. De meest gewenste pH- KC1 voor mais is 5,25,5 en alleen op dergelijke gronden kan mais hoge opbrengsten leveren. OM DE SUIKERBIETEN TE BESCHERMEN tegen ver spreiding van het ver geling sziektevirus door bladluizen, geldt nog steeds dat voederbietenkuïlen voor 1 april moe ten zijn opgeruimd. Werk hieraan mee, en geef bij grote voorraden de komende weken extra bieten in het rantsoen aan het vee. Zijn uw voederbieten op 1 april geruimd dan voorkomt U een verspreiding van het virus en bij kontro- le een bekeuring. VEEHOUDERIJ ROOSTERBALKEN VOOR MESTKELDERS moeten ten aanzien van konstruktie aan hoge eisen voldoen. Deze eisen zijn omschreven in de zgn. normbladen. Bij aankoop is het steeds gewenst overeen te komen dat de balken aan de omschreven eisen in de normbladen voldoen. BIJ DE OPFOK VAN JONGVEE met snijmais en inge kuild bietenblad kunnen de dieren er op het oog goed uit zien, terwijl er onvoldoende eiwit in het rantsoen wordt verstrekt als meer dan de helft van het rantsoen uit bo vengenoemde produkten bestaat. Voor een goede ontwik keling is aanvulling met 1 a lVz kg eiwitrijk krachtvoer noodzakelijk. DE VERSLAGEN VAN DE FOK- en kontroleverenigin- gen kunnen een goede aanwijzing zijn omtrent de situatie van uw bedrijf ten opzichte van andere bedrijven. Neem geen genoegen met een lage plaats als er mogelijkheden tot verbetering zijn. Gebruik de stieren die uw bedrijf op hoger peil brengen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1974 | | pagina 8