KNLC AVONDLAND Snel veranderende landbouw De maand maart op het zuid-westelijk landbouwbedrijf KORTE WENKEN LANDBOUWPRIJZEN EN E.E.G. CRISIS £~}FS.CHOON het er even wel op leek, zijn de E.E.G.- landbouwministers er vorige week niet uitgeko men. Het gelukte deze keer dus ook niet om, vóór 1 maart a.s. hei nieuwe prijsbeleid 1974/75 vast te stellen. De komende Britse en Belgische verkiezingen stonden in de weg; wat de eerste betreft mochten de consumen ten niet worden verontrust en bij de laatste kon de boeren-achterban nog niet teleurgesteld worden. De ministers zijn natuurlijk altijd gevoelig voor de reactie van het thuisfront, maar dat is nog sterker het geval als de geestdrift voor de Europese zaak in het algemeen tanende is. Er was bepaald geen crisisstemming bij de landbouw ministers, zo werd verklaard. Even moest de pas gemar keerd worden. De Commissie en het voorbereidende ambtenaren-overleg zullen zich bezinnen op compromis sen en hoogstwaarschijnlijk kan op 11/12 maart a.s. dan vruchtbaar verder worden gewerkt. Is het waar, dat de algemene crisis in de E.E.G. nauwelijks merkbaar is bij de landbouwministers? Als sommige collega's van buitenlandse zaken en finan ciën elkaar van verraad en onbeschoftheid zouden heb ben beticht! Laat het zo zijn, dat de landbouwministers het in de omgang nog goed met elkaar kunnen vinden. Feit is wel, dat elk mogelijk uitzicht op voordeel op ander gebied voor het moment ontbreekt. Zo kan b.v. de Italiaan nog geen zicht hebben op komende bijdragen uit een regionaal ontwikkelingsfonds, de Duitser niet op een voor hem plezierig gemeenschappelijk energiebeleid, als hij tegen hogere ramingen voor het landbouwfonds aan kijkt, enz. enz. In deze landbouwprijzenronde moet ieder dus de voor- en nadelen alleen op dit terrein voor zich afwegen en daarnaar manoeuvreren. Op deze wijze zal de algemene t.t.u.-malaise zeKer hinaernjK wernen, ai wmen ae land bouwministers nog zo goedgezind redden wat er van een gemeenschapsbeleid te redden valt. RUNDVLEES, MELK EN ITALIË WANT, crisissfeer of niet, de landbouwministers zijn laatstelijk wel duidelijk tegen elkaar geweest. De bepaald al niet onverwachte meningsverschillen liggen nu wel onmiskenbaar vast, met name bij rundvlees en melk. Aan de ene kant vindt men de 10% slachtrun- derprijsverhoging van de Commissie te hoog en aan de andere kant wil men 18%. Bij de melkrichtprijs liggen de uitersten bij 11 en 12% verhoging. In deze dierlijke sector, ook b.v. wat varkensvlees betreft, zijn er weer de grootste verschillen; bij andere produkten is men het ook nog niet eens, maar daar liggen compromissen direc ter voor de hand. In de akkerbouwsector zal men elkaar wel vinden op een paar procent-punten meer dan de Commissie voorstelde. Italië is nu echt een apart probleem geworden. Het wil, al heeft het door het naar beneden zweven" van de lire nog een prijs-achterstand t.o.v. het Europese peil in te halen, toch de grootste Europese prijsverhoging van rundvlees en melk. Bij deze haast ongelofelijke eis komt nu ook nog dat het zich resoluut tegen het nieuwe Com missie-stelsel voor olijven en durumtarwe (overgang van een vaste toeslag op een beter controleerbaar stelsel) opstelt. Men zou aan een soort onderhandelingsstand punt kunnen denken, maar het lijkt er meer op dat Italië losser van het gemeenschapsbeleid een of andere, meer nationale weg wil gaan. Het wil in elk geval, arm aan grondstoffen als het is, meer uit zijn eigen, door hoge graanprijzen ingekrompen, veehouderij halen. Het zijn geen geringe kloven, die de landbouwministers nog hebben te overbruggen. Hoe echt gemeenschappe lijk zullen hun besluiten (kunnen) zijn? L&-'1 NAAR EEN OPLOSSING, MAAR WELKE TN maart zullen we er wel uit komen, hebben ze verklaard. Waar we in de huidige situatie steeds meer vrees voor hebben is dat men of in de~ prijsbe- sluiten, óf in de marktregelingen oplossingen gaat zoe ken, die zich het laatste jaar steeds meer aandienen. En wel, als gemeenschappelijk beleid gepresenteerde maatregelen, die in wezen een nationaal karakter hebben, passend op de speciale problemen van één of meer lan den. We hebben daar weinig bemoedigende voorbeel den van. In de vorige prijzenronde heeft men voor het toen ook bestaande verschil in melkprijsverlangens de vondst van het negatief correctief toegepast: De Benelux en Duits land, met bescheiden verlangens, kregen toen een 1% lagere melkprijs, door via een verlagende correctie op de melkpoeder-inleveringsprijs de basisprijs lager te hou den. Voortzetting van deze onbillijke, toen als geldpoli tieke toenadering gepresenteerde oplossing, zou ook deze keer weer uitkomst kunnen bieden! De rundvleesmarktordening geeft meer, gewoon eigen lijk als discriminatie te bestempelen maatregelen te zien: Automatische inlevering (permanente interventie) die overal, behalve in Nederland, wordt toegepast. Het later verbeteren van de betreffende inleveringsprijzen in som mige landen. En zojuist een importstop voor vers en ge koeld vlees alleen in Frankrijk en Italië. Zo zal er, met de nodige fantasie én in het prijsbeleid én in het marktbeleid, nu of later, nog wel wat nationaal verschil van opzet en uitwerking van maatregelen te vin den zijn. Italië lijkt gewoon rechtstreeks op uitzonde ringsbehandeling aan te sturen. Tijdelijke (uiteraard al tijd als tijdelijke gepresenteerde!) voorzieningen achter de ove.èlnd gehouden fagade van het gemeenschappe lijk landbouwmarkt- en prijsbeleid. AFBROKKELING VAN GEMEENSCHAPSBELEID EEN van de partners is bewust uit op ontbinding van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Dat is nog in niemands voordeel. Maar er is wel sprake van een beetje renationalisatie, verbrokkeling of hoe men het noemen wil. Die geleidelijk nog een hele poos voort kan gaan. Ongezien kunnen we nu al ons globale oordeel neerschrijven over de besluiten die de E.E.G.-Minister raad half of eind maart a.s. na een marathonzitting zal nemen: We hadden dit en dat graag anders gezien en hier en daar is helaas tijdelijk een principieel verkeerde weg begaan, maar gezien de omstandigheden en de voorgeschiedenis is het nog het minst kwade resultaat. Het is avond geworden in klein-Europa (klein in meer dan één betekenis!). Van ondergang van het avondland mag men niet spre ken. Maar in het donker is het moeilijk om zich te oriën teren. Het werk dat men onderhanden heeft, kan nog wel zo goed en zo kwaad als het gaat worden voortge zet. Perspectief is er echter naast en voorbij onze ge meenschappelijke landbouwpolitiek niet te zien en dat maakt het zoveel moeilijker. STRUIKENKAMP. C.A.R. Zevenbergen dan de gewenste zaaidiepte van het gewas*, waarbij u moet zorgen voor een regelmatige dieptegang van de werktui- gn. Gelet op de vochtvoorziening is het belangrijk dat u direkt na het klaarmaken van het zaaibed het gewas zaait. (Vervolg van pag. 7) AKKERBOUW VOORDAT BEGONNEN WORDT met de voorjaars grondbewerking moet u zich er goed van overtuigen of de grond voldoende droog is voor de uit te voeren grondbe werking. Dit geldt zowel voor de toplaag als voor de on dergrond. Dus niet alleen op de toplaag letten, die het losse zaai- of pootbed zal moeten vormen, maar vooral op de laag enkele centimeters direkt daar onder. DE GROND MOET VOLDOENDE droog zijn tot op de diepte waar nog bewerkt zal worden. Is de grond onder de toplaag onvoldoende droog, dan treedt hier, door de voort slepende of bewegende tanden van de voorjaarswerktui gen gemakkelijk versmering op of vormen zich taaie kluit jes die niet meer verkruimelen. Dit struktuurbederf kan zeer storend werken op de wortelontwikkeling en de vochtvoorzieningPas dus op. VOOR GEWASSEN als bieten, uien, vlas en blauw- maanzaad is de meest gewenste zaaidiepte tussen 1 en 1,5 cm; voor granen 2 a 3 cm en voor erwten en mais 4 tot 7 cm. Alleen bij later zaaien onder droge omstandigheden moet dieper worden gezaaid. Te veel losse grond onder het zaad is bezwaarlijker dan iets dieper zaaien op een ongestoorde ondergrond. VOOR EEN GOED ZAAIBED moet u dus zo weinig mogelijk losse grond maken. De bewerkingsdiepte voor het zaaibed zal dus niet of nauwelijks dieper moeten zijn BEflOORT U OOK TOT DE AARDAPPELTELERS die in verband met de hoge pootgoedprijzen overwegend po ters uit eigen consumptiepartijen uitplanten? Bedenk dan dat knollen uit een in 1973 volledig uitgegroeidé consump tiepartij zwaar met virus besmet zijn, waardoor een aan zienlijke opbrengstverlaging verwacht moet worden. Om deze reden moet u dit jaar zeker NAK gekeurd uitgangs materiaal uitplanten, waarbij ook de laagste klassen goed bruikbaar zijn. VEEHOUDERIJ ALS U IN HET VOORJAAR nog grasland moet inzaai en, probeer dit dan zo vroeg mogelijk te doen. De sla- gingskans is dan het grootst en de opbrengst in het eerste jaar het hoogst. Bedenk echter wel dat een goed en bezakt zaaibed een eerste vereiste is voor een goede aanslag. SPEENBETRAPPEN leidt tot ernstige moeilijkheden. Ook in ligboxenstallen kan dit voorkomen. Dit kan eer der optreden als de boxen niet voldoende gevuld gehouden worden. Vooral in de tweede helft van de staltijd is een goede boxenvulling noodzakelijk. BIJ DE AANKOOP VAN WERKTUIGEN worden vaak onvoldoende afspraken gemaakt over rechten en ver plichtingen van koper en verkoper. Dit kan later tot moei lijkheren leiden. Vele moeilijkheden zijn te voorkomen door steeds te kopen onder de Algemene Handelsvoor- waarden. toezicht bij het droogzetten, afkalven, gezondheidszorg e.d. vereisen een goed toezicht en verzorging. De betref fende gegevens per koe dienen ook in een overzichtelij ke dit hoeft geen ingewikkelde te zijn administra tie te worden vastgelegd. Ben en ander vraagt van de veehouder tijd en nauwlettende arbeid en deze zijn niet altijd aan een vast tijdstip gebonden. Deze punten zijn bepalend voor de gezondheid van het vee c.q. Ket voorkomen van ziektes en ongelukken, het behalen van een goede produktie en voor een goede selektie e.d. TJE daling van het aantal landbouwbedrijven zal zich mede gezien tegen de achtergrond van het afne mende aantal thuis meewerkende zoons in de naaste toe komst blijven voortzetten. Hetzelfde geldt voor het gro ter worden van de produktie-eenheden, werktuigen, stal len e.d. Nu is het wel zo dat elk ontwikkelingsproces niet voortdurend rechtlijnig kan blijven doorgaan. Het wordt op den duur afgebogen. Dit zal voor elk gewas of veesoort wel op een haar karakteristieke wijze naar voren komen. Maar het zal niet uitblijven want ook hier kunnen de bomen niet tot in de hemel groeien. Vooral de Nederlandse boer als ondernemer zal bij het voortbrengen van plantaardige en dierlijke produkten het produktieproces als zodanig ook in de toekomst niet alleen vanuit het oogpunt van kg-produktie moeten blij ven benaderen maar ook en naar mijn mening in de toekomst steeds meer vanuit het oogpunt van kwaliteit en oogstzekerheid. Een domme mechanische produktie zal hierin nooit slagen. Het toezicht van de verstandig werkende ondernemer in de akkerbouw of veehouderij kan niet worden gemist! (Vervolg van pag. 11) GROENBEMESTING GRAS OF KLAVER UIEN VOOR de bestrijding van de uienvlieg zijn verschil- lende middelen in diverse uitvoering beschikbaar. Phytosol in granulaatvorm en als zaaizaadbehande- lingsmiddel wordt het meest gebruikt. By de zaai zaadbehandeling dient men eerst het zaad te bevochti gen. Phytosol heeft het voordeel dat het ook nog enige nevenwerking vertoont tegen het stengelaaltje, dat de zo beruchte kroef veroorzaakt. Op percelen, die bij het grondonderzoek niet helemaal vrij waren, wordt door deze behandeling ook de kans op schade door het stengel aaltje kleiner. Bij het gebruik van de precisiezaai. machine, wat in de praktijk uitstekend blijkt te vol doen, dient in de plaats van Phytosol het granulaat te worden gebruikt. Het uienzaad wordt algemeen afge leverd, behandeld met thiram en met Benlate tegen kop- rotaantasting. De onkruidbestrijding vindt hoofdzakelijk plaats met Ramrod, vanaf direct na de zaai tot een week voor op- koms. Alicep kan, in dezelfde periode alleen gebruikt worden op grond en met meer dan 25 afslibbare de len en ook dan komt plaatselijk soms toch nog groeirem- ming voor. Vlak voor opkomst kan men als scheermiddel Gra- moxone gebruiken, speciaal voor grasachtige onkruiden. Komt er géén gras voor dan is Reglone beter op Zijn plaats. Dit zijn dankbare bespuitingen, daar men na opkomst vrij lang moet wachten eer men het volgende onkruid middel mag gebruiken. Het oude middel zwavelzuur wordt plaatselijk nog gebruikt tot vooropkomst, dit mid del stelt bijzondere eisen aan de sproeiapparatuur en vraagt een grote hoeveelheid water per ha. Wat de stikstofbemesting betreft, geldt ook hier; over daad schaadt. Uit recent onderzoek van het SNUiF bleek dat in drie jarige proeven 120 kg N per ha de hoogste opbrengst gaf en verder dat bij deze N-gift het percentage kale uien na machinale bewerking 22 was, terwijl bij 160 N dit laatste zelfs 35 bedroeg. AM de organische stofvoorziening op peil te houden moet gewezen worden od het nut van groenbemes- ting. In granen worden over 't algemeen goede resulta ten verkregen met 1215 kg noord franse rode klaver. Deze soort is mits tijdig gezaaid, redelijk bestand tegen groeistoffen. De beste zattitijd is op zware grond vanaf half maart en op lichtere grond tot begin april. Velen zijn op grond van de chemische onkruidbestrij ding gedeeltelijk overgeschakeld op grasgroenbemesting. Engels raaigras heeft in vergelijking met Italiaans raai- gras minder bovengrondse delen bij een gelijkblijvende wortelproduktie. Engels raaigras kan gemengd uitge zaaid worden met zomergraan tegen 15 kg per ha. Daar entegen moet Italiaans raaigras in verband met kans op zaadstengelvorming tegen 2025 kg zaad per ha in de dekvrucht gezaaid worden. Suikerbieten blijken het na klaver beter te doen dan na een grasgroenbemesting. Daarom is het raadzaam om bij keuze van de groenbemester zo mogelijk reeds reke ning te houden met het daaropvolgend gewas.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1974 | | pagina 14