WEBO SYSTEEMWONINGEN Boffen's Houtbouw n.v. Snijmais in de rundveevoeding in Frankrijk KORTE WENKEN 7 PROEFSTATION VOOR DE RUNDVEEHOUDERIJ In diverse streken van ons land neemt het aandeel snij mais in het rantsoen voor rundvee snel toe. Daarbij doen zich veel vragen voor met betrekking tot de aanvulling van het rantsoen met eiwit, mineralen en met ander ruwvoer. Vooral de aanvulling van een overwegend uit snijmais be staand rantsoen met ureum is nog al eens een punt van dis cussie. Verder is het nog steeds de vraag of en wanneer het ruwvoerrantsoen van melkkoeien volledig uit snijmaissilage kan bestaan. Bij zelfvoedering van snijmaiskuil is meer inzicht gewenst in de toepasbaarheid van dit systeem voor diverse groepen rundvee, de praktische uitvoering ervan, aanvulling van het rantsoen enz. De studiereis van 2 t/m 6 april 1973 naar Frankrijk en het bezoek 'aan diverse landbouwkundige in stellingen aldaar door Ir. D. Oostendorp, Dr. Ir. LI. S. Rijp- kema en Ir. S. Schukking had ten doel van onderzoekers en andere specialisten onderzoekresultaten en ervaringen betreffende het gebruik van snijmaissilage bij rundvee té vernemen en met hen over deze materie van gedaohten te wisselen. De resultaten van de studiereis zijn vermeld iri PR-rapport nr. 18 dat verkrijgbaar is door storting van 4, op giro 2307421 van het Proefstation voor de RundveehouJ dierij te Wageningen (vermeldt: Rapport nr. 18). OPBRENGST EN GEHALTE HOGER DAN IN NEDERLAND Ook in Frankrijk is het areaal snijmais de laatste jaren enorm toegenomen: van ca. 350.000 ha in 1967 tot ca. 600.000 ha in 1972. De belangrijkste rassen zijn Inra 258, Anjou 210 en Dekalb 216. De gemiddelde opbrengst per ha ligt wat hoger dan in Nederland en ook het ds-gehalte (ca. 30 is wat hoger. Men streeft ernaar de mais voldoende rijp te oogsten omdat volgens proefresultaten de ds-produk- tie tijdens de rijping normaal doorgaat. De mais wordt door gaans geoogst met 1 of 2-rijige veldihakselaars terwijl de oppervlakte van de percelen wat groter is dan hier, zodat het inkuilen van een bepaald perceel veelal enkele dagen duurt. Om broei te voorkomen wordt geadviseerd kort te hakselen (de lengte van de deeltjes gemiddeld niet groter dan 1 cm) en goed vast aan te rijden. De hoeveelheid droge stof per m3 in sleufsilo's zou daardoor vaak hoger zijn dan 200 kg. De in sleufsilo's ingekuilde mais wordt afgedekt met alleen plastic. Ondanks het feit dat volgens de Fransen torensilo's 510 minder verlies geven dan sleufsilo's, vindt men ze te duur. Voor zelfvoedering zijn sleufsilo's de aangewezen silo's. Rijkuilen van snijmais treft men in Frank rijk niet veel aan. ZETMEELWAARDE VAN SNIJMAISKUIL IN FRANKRIJK LAGER Voor snijmaissilage werd een gemiddelde verteringscoëf ficiënt van de organische stof gevonden van 70,5 die on afhankelijk was van het rijpingsstadium. De hierbij bereken de zetmeelwaarde bedraagt gemiddeld ca. 525 gram per kg. In Nederland zouden we voor dezelfde maiskuil een zetmeel waarde berekenen van 605 gram per kg. Het verschil in zet meelwaarde van snijmaiskuil tussen Frankrijk en Nederland is deels een gevolg van verschillen in verteringscoëfficiën*- ten en deels een gevolg van verschillen in de berekenings wijze van de voederwaarde uit de verteerbare bestanddelen. De vraag welke schatting van de zetmeelwaarde nu het dichtst bij de werkelijke voederwaarde ligt is nog niet te beantwoorden. BIJ ONBEPERKT SNIJMAISKUILVOERÖPNAME BLEEF MELKGIFT VAN KOEIEN MINDER GOED OP PEIL De opname bleek sterk afhankelijk te zijn van het ds-ge halte van de kuil en ook van het levendgewicht van de die ren. Kort gehakselde mais wordt beter opgenomen dan ge kneusde. Te fijn hakselen moet ontraden worden omdat dan een aiwijxenae gisting in üe pens kan ontstaan. Uit diverse proeven is verder gebleken dat krachtvoer een sterk ver dringingseffect heeft op snijmais. Van een snijmaiskuil met 30 of meer droge stof werd, indien daarnaast slechts een matige hoeveelheid krachtvoer (max. 45 kg) werd ver strekt, voldoende zetmeelwaarde opgenomen voor onder houd en ca. 15 kg melk. Bij onbeperkt snijmais groeiden de dieren iets meer maar bleef de melkgift op wat langere ter mijn minder goed op peil dan bij traditionele rantsoenen. Rantsoenen met fijn gehakselde snijmais en niet veel krachtvoer hadden een gunstige invloed op het vet- en eiwitgehalte van de melk. UREUM KAN GEDEELTE VAN EIWITBEHOEFTE DEKKEN In Frankrijk worden ureum mineralenmengsels in kor relvorm, poedervorm en in opgeloste vorm in de handel ge bracht. Vooral de korrelvorm heeft opgang gemaakt en werd in 1971 en 1972 bij ca. 16.000 ha toegepast. Geadviseerd wordt 1,6 1,7 ureum per kg ds toe te voegen. Bij mais met minder dan 25 droge stof wordt toevoeging afgera den. De conservering en die inkuilverliezen worden slechts in zeer geringe mate door ureum beïnvloed. Uit de eerste proe ven met melkvee, waar ca. 17 van het vre in de vorm van ureum werd verstrekt, bleek de produktie op eenzelfde peil te blijven als op een rantsoen met alleen plantaardig eiwit. Bij proeven met vleesstieren bleek dat naast snijmais kuil ureum en graan 150200 gram verteerbaar ruweiwit in de vorm van sojaschroot of luzernemeel verstrekt moest worden om een optimale groei te 'bereiken. BIJ ZELFVOEDERING OPNAME VAN 12 KG DS UIT SNIJMAIS PER DIER PER DAG De koeien zijn hierbij vaak gehuisvest in open ingestrooi- de loopstallen met een loopruimte waarop de sleufsilo's staan. De silo's, veelal van hout, zijn niet luchtdicht en de verliezen zijn naar schatting 510 hoger dan bij goed afgewerkte brood- of rijkuilen met een gronddek of bij torensilo's. Als voederkering fungeert vaak een zwaar hek met dak. Bij het inkuilen wordt aan de mais veelal 1,5 ureum op ds-basis toegevoegd. Er wordt maximaal 6 kg krachtvoer met 15 vre bijgevoerd. Uit waarnemingen is gebleken dat bij zelfvoedering ruim 12 kg ds uit mais kan worden opgenomen. De melkproduktie van de koeien op be drijven met zelfvoedering in N.W.-Frankrijk is ongeveer 4500 kg per koe per jaar. Omdat zich tot nu toe geen pro blemen met de gezondheid van de dieren hebben voorgedaart en de boeren in het algemeen goed te spreken zijn over het systeem, wordt verwacht dat de methode zich geleidelijk aan zal uitbreiden. STIEREN GROEIEN OP SNIJMAISKUIL 1000—1300 GRAM PER DAG In Frankrijk is men er van overtuigd dat snijmais het voer bij uitstek is voor vleesvee en dat het andere ruwvoeders steeds meer uit het rantsoen zal verdringen. Ingekuilde snij mais is het belangrijkste, al neemt de belangstelling voor maiskolvensilage, gedroogde maiskolven en geplette of ge malen maiskorrels (gedroogd of met propionzuur geconser veerd) toe. Bij rantsoenen met snijmaiskuil wordt doorgaans een groei van 1000 tot 1300 gram per dier per dag bereikt. Met maiskolven en korrelmais kan dit oplopen tot 1400 1500 gram per dier per dag. In vergelijking tussen pellets, hakselbrok en wafels van kunstmatig gedroogde snijmais, gaf de hakselbrok de beste resultaten. In proeven met kunst matig aedroogde mais en snijmaiskuil bleek dat de groei van stieren op snijmaiskuil beter was en dat ze meer vet aanzetten dan op gedroogde snijmais. C.A.R. Zevenbergen AKKERBOUW TARWE IN WATER GEDIJT maar zeer slecht en gaat spoedig tot rotting over. Op heel wat ongelijk liggende, slempige of niet goed ontwaterde percelen, staan plassen water. Tap dit water zo snel mogelijk af door het maken van een afvoergreppéltje. Beter is het zo'n afvoergreppel- tje te maken, voordat er water op het land komt te staan. Denk hier eensi aan wanneer U zomertarwe of gerst hebt gezaaid. KOMT IN DE KAR WIJ GEEN duis't maar alleen kleine zaadonkruiden voor dan moet U voor de bestrijding hier van 5 kg Campagard per ha gebruiken. De karwij mag op het moment van spuiten niet noemenswaardig zijn uitge lopen. Tussen het uitlopen van het gewas en een lengte van 15 cm verdient Aresin de voorkeur, maar wel zo vroeg mogelijk aanwenden. Campagard en Aresin zijn bodemherbiciden die onvoldoende werken tegen grote on kruiden. DE AANWEZIGHEID VAN voldoende water in de grond is van groot belang. Zonder water is geen groei mogelijk. Het is immers nodig voor het oplostsen en transport van de voedingsstoffen in de planten en voor de verdamping. Maar alleen van water kan een plant niet leven, daarvoor is ook lucht nodig. Een te veel aan water in de grond levert een tekort aan lucht, wat meestal een slechte groei van het gewas tot gevolg heeft. VOOR HET VERKRIJGEN VAN een optimale groei van de gewassen is een juist evenwicht tussen lucht en water in de grond nodig. Een goede ontwatering kan daartoe in belangrijke mate bijdragen. Na het aanleggen van een drainage bent U echter nog niet klaar. Regelmatig kon- troleren op een goede werking en geregeld schoonspuiten is nodig voor het goed funktioneren van uw drainage. HET ZIET ER NAAR UIT, dat ten gevolge van de he vige wateroverlast verschillende percelen wintertarwe pleksgewijs bijgezaaid moeten worden met zomertarwe. Bijzaaien is een nare zaak, maar kies in elk geval een ras, waarvan U kunt verwachten dat de afrijping zoveel mo gelijk samenvalt met de wintertarwe De vroegst rijpende rassen Bastion en Fundus zijn nog het meest geschikt. VEEHOUDERIJ VEEL GRASLAND WORDT beschadigd doordat te grote hoeveelheden drijfmest in een keer worden ge geven. Het gras verstikt en moet ruimen voor muur en andere onkruiden. Geef daarom per keer hoogstens 20 ton drijfmest per ha. MUUR GROEIT HET hele jaar. Ook in de winter als het niet vriest neemt dit onkruid snel in omvang toe. In een groot aantal percelen grasland komt nu vrij veel muur voor. Vrij spoedig zal een gedeelte van de grasplanten af sterven door overwoekering door de muur. Voer nu een bestrijding uit voordat het zo ver is met 1 a l 'A l 2,4,5-Tp per ha. DE OPPERVLAKTE SNIJMAIS zal dit jaar weer gro ter zijn. Om het uw gewenste ras te hebben moet U nu reeds zaaizaad bestellen. Als U tijdig besteld, dan weet U zeker dat U het bestelde ras krijgt. Bent U met het be stellen te laat dan zult U misschien met een minder ge wenst ras tevreden moeten zijn. UITBREIDING TOELATING DIPTEREX Voor het Bayer-middel Dipterex, dat reeds door tal rijke telers wordt toegepast voor een effektieve bestrij ding van de bietevlieg, is thans een uitbreiding van de toelating verkregen. In de bieteteelt kan Dipterex nu ook worden toegepast tegen wantsen en rupsen. Dose ring: 1 kg per hektare. Praktijkproeven hebben duide lijk aangetoond, dat Dipterex ook tegen deze parasieten een voortreffelijke werking heeft. Aldus Bayer Neder land B.V. te Arnhem. verrassend korte bouwtijd keuze uit meerdere modellen indeling eventueel naar eigen ontwerp bijdrage op grond van Rijkspremiere geling mogelijk Vraagt vrijblijvend inlichtingen of bezoek. Postbus 15 Mill Telefoon 08860-1474 Na kantoortijden: 1648-1289

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1974 | | pagina 7