Precisiezaai
van
erwten
De aardappelvoorraden
per 20 januari!
Neerslag
en
stikstofbehoefte
5
C.A.R. - Goes
Ing. A. REMIJN, Axel
Specialist landbouwwerktuigen
en Arbeid.
Naast een groot aantal gewassen
die de laatste jaren met precisiezaai-
machines worden gezaaid staat nu
ook de precisiezaai van land bouw-
erwten in de belangstelling. De zeer
hoge prijs voor de zaai-erwten en de
toenemende belangstelling voor dit
gewas verklaren de grotere vraag
naar precisiezaai. In de praktijk blijkt
dat de ervaringen met precisiezaai
van landbouwerwten zeer gering zijn.
Gezien de algemeen vrij ronde vorm
van het zaad, zal het verzaaien van
het zaad weinig problemen opleveren.
Wel komen hierbij vragen naar voren
als welke hoeveelheid zaaizaad er
minimaal nodig is en/of op welke
zaadafstand in de rij er moet worden
gezaaid.
HOEVEELHEID ZAAIZAAD
Op enkele bedrijven zijn de laatste jaren enige ervarin
gen opgedaan met precisiezaai van erwten. De ge
bruikte hoeveelheid zaaizaad is bij precisiezaai afhankelijk
van de zaadafstand in de rij, de rijafstand en de korrelgroot
te. Doordat de korrelgrootte per ras en per partij vaak sterk
varieert, is het niet mogelijk exact de hoeveelheid zaaizaad
per ha aan te geven. In de praktijk is wel gebleken dat door
een goede verdeling in de rij de zaai zaadhoe veelheid dras
tisch kan worden beperkt. 'Er zijn goede ervaringen opge
daan met een zaaizaadhoeveelheid van 110 tot 130 kg per
ha, al naar gelang het aantal korrels per kg.
AANTAL KORRELS PER KG EN ZAADAFSTAND
IN DE RIJ
QOORDAT het aantal korrels per kg sterk kan variëren
is van enkele monsters zaaizaad het aantal korrels
per Kg geteld, wanneer de kleinste korrels uit de partij zijn
verwijderd, zoals dit bij goedgekeurd zaaizaad gebeurt,
schommelt het aantal korrels vaak tussen de 3000 en 3600
stuks per kg. Bij een rijafstand van 33 cm zal men dan op
7 a 7,5 cm zaadafstandi in de rij moeten zaaien om de ge
plande zaaizaadhoeveelheid van 110 kg tot 130 kg per ha
te verzaaien. Er is dan tevens rekening mee gehouden dat
er enkele dubbel vullingen zullen optreden. Wanneer de rij
afstand groter wordt genomen zal de zaadafstand in de rij
evenredig moeten worden verkleind.
GEMENGD UITZAAIEN MET KAR WIJ
pLAATSELUK wordt het gewas erwten gebruikt als dek-
vrucht voor karwij. Wanneer men de karwij apart
zaait met de normale zaaimachine na het precisiezaaien
is dit verder geen probleem. Sommige bedrijven zijn ge
wend om de karwij gemengd met de erwten uit te zaaien.
Dit zal beslist niet met alle precisiezaaimachines mogelijk
zijn. Ervaringen zijn er alleen met de precisiezaaimachines
die een schuinliggende zaaischijf hebben die dwars op de
rijrichting is geplaatst. Doordat steeds kleine hoeveelheden
zaaizaad per bakje worden bijgevuld is de ontmenging te
verwaarlozen. De verdeling van de karwij in de rij was bij
zonder goed. Alvorens men hiertoe overgaat zal men er goed
aan doen vooraf de machine af te draaien en goed te con
troleren op regelmatige zaadafgifte.
Nu de pneumatische precisiezaaimachines steeds meer
opgang maken is het te verwachten dat hiermee ook erwten
In het vroege voorjaar zijn de omstandigheden voor precisie
zaaien niet altijd even mooi. Hier worden tuinbonen gezaaid.
Men moet dan ook wel rekening houden met de mogelijk
heid van een dergelijk zaai bed voor erwten.
zullen worden gezaaid. Door het systeem van aanzuigen van
het zaad aan de zaaischijf mag verwacht worden dat het
gemengd uitzaaien van erwten met karwij hiermee niet mo
gelijk is.
WELKE PRECISIEZAAIMACHINES ZIJN GESCHIKT?
^E mooie vrij ronde vorm van de erwt maakt het moge
lijk om met vrijwel alle precisiezaaimachines dit zaad
te verzaaien. Doordat er tussen de partijen onderling vrij
grote verschillen in korrelgrootte zijn, is het gewenst om
de machine vooraf te draaien met verschillende partijen
zaaizaad. De betreffende importeur van de machine is vaak
bereid dit zelf uit te voeren en de geschikte zaaischijf hier
voor te leveren. Niet alle precisiezaaimachines kunnen op
een rijafstand van 33 cm worden ingesteld. Voor de bedrij
ven die erwten willen zaaien met de precisiezaaimachine
(loonwerk) zal vooraf overleg met de loonwerker noodzake
lijk zijn om niet voor verrassingen te komen staan.
VEELAL APARTE ZAAIMACHINE BESCHIKBAAR
MOETEN STAAN
y^ANNEER wordt overgegaan op precisiezaai van erw
ten zal er eert aanzienlijke zaaizaadbesparing kunnen
worden verkregen van 60 h 70 kg per ha. Bij de huidige zaai-
zaadprijzen is precisiezaai dan zeer aantrekkelijk. Het zaaien
van de erwten valt echter vrijwel gelijktijdig met het zaaien
van de bieten. Dit betekent voor de loonwerker een extra
belasting van werk in de zaaiperiode. Bovendien is het ver
stellen van deze machines op andere rijafstanden vaak een
zeer tijdrovend karwei. Een en ander zal dan ook vaak be
tekenen dat hiervoor een aparte precisiezaaimachine voor
beschikbaar zal moeten ijn. Wanneer hiermede ook voldoen
de andere gewassen zoals stambonen en mais worden ge
zaaid ligt de zaak gunstiger. Alleen voor het zaaien van erw
ten lijkt de aanschaf niet direct verantwoord, mede doordat
het areaal erwten per jaar sterk kan wisselen en de zaai-
zaadprijs niet altijd op het huidige niveau ligt.
Het Produktschap voor Aardappelen heeft de cijfers
van de per 20 januari gehouden voorraadinventarisatie bij
handel en industrie blijkens een persbericht woensdag
bekend gemaakt. Ons bereikte deze gegevens donder
dagochtend en ze waren dus te laat om in ons blad van
vrijdag 15 februari opgenomen te kunnen worden. Het
schijnt te veel gevraagd te zijn dat een produktschap
van en voor de landbouw ook rekening houdt met de
publikatie-mogelijkheden van deze voor de praktijk zo
belangrijke gegevens. Opmerkelijk is dat het vakblad
voor de groothandel in het nummer van 14-2 het aard-
appelvoorraadnieuws wei op de voorpagina kon bren
gen en dus blijkbaar dichter bij het vuur zit! Indien tijdig,
dus vóór of op woensdagochtend ons dit bericht, hetzij
schriftelijk, hetzij telefonisch was doorgegeven, hadden
ook de telers van deze gegevens reeds op vrijdag 15-2
kennis kunnen nemen!
"\A7"AT betreft de voorraadinventarisatie zelf de volgen
de cijfers in 1000 ton:
Totaal
waarvan
zandaard.
De bruto voorraad is:
waarvan af:
voor eigen consumptie 17
voor uitpoot 235
uitschot enz. 151
per 20 jan. '74 beschik
baar aan consumptie-
en pootaardappelen
dit was per 20 januari 1973
20 januari 1972
20 januari 1971
1539
403
1136
1057
1161
1055
De voorraadpositie ulto januari 1974 lijkt dus iets on
gunstiger dan in 1973 en iets gunstiger dan in 1972. Geen
cijfers om, mits de export gehandhaafd kan worden, di-
rekt ongerust om te worden.
De St.U.L.M. voor Zeeland verstrekte óns nog de na
dere gegevens wat betreft de aardappelvoorraden in Zee
land die geschikt zijn voor aflevering als consumptie of
pootgoed. Met ter vergelijking de voorraden van vorig
jaar per 25 januari 1973.
262
184
78
103
112
128
18 jan. 1974 25 jan. 1973
Schouwen-Duiveland
Tholen en Sint Philipsland
Noord-Beveland
Zuid-Beveland
Walcheren
Oost Zeeuws-Vlaanderen
West Zeeuws-Vlaanderen
Totaal Zeeland
39.151
ton
36.222 ton
26.050
ton
28.080 ton
23.180 ton
21.000 ton
59.722
ton
50.026 ton
11.945
ton
8.105 ton
55.497
ton
49.972 ton
27.452 ton
31.090 ton
242.997
ton
224.495 ton
BI.
J. KODDE
C.A.R. Goes
De stikstofbemesting op bouwlandgewassen is een
aanvulling op 'de hoeveelheid die de grond zelf kan leve
ren. De voorraad in de grond wisselt van jaar tot jaar
vrij sterk, vooral onder invloed van de neerslag in de
afgelopen winter. Enkele weken geleden is een voorspel
ling gepubliceerd over de stikstofbehoefte voor het jaar
1974 door het Instituut voor Bodemvruchtbaarheid. In dit
advies wordt aanbevolen het bouwland voor het komen
de jaar zwaarder met stikstof te bemesten dan in 1972
en 1973. Verder wordt gewezen op de binnenkort te ver
wachten resultaten van het op praktijkpercelen uitge
voerde grondonderzoek. Aangezien deze resultaten pas
over enkele weken in de vakbladen kunnen worden ge
publiceerd lijkt het ons nuttig nu reeds de neerslaghoe
veelheden van de laatste winters onderling te vergelij
ken. We beperken ons hierbij tot Zeeland en nemen hier
voor de gemiddelde cijfers van 10 regenwaarnemingspun-
ten verspreid over deze provincie. Tevens vermelden we
hierbij de algemene richtlijn over de stikstofbehoefte die
na de winter werd gepubliceerd In een toeslag of aftrek
in kg N per ha t.o.v. een normale bemesting.
jaar
neerslag in de periode
november t/m februari
N'-advies
1967/68
274
15
1968/69
186
normaal
1969/70
231
normaal
1970/71
218
normaal
1971/72
194
20
1972/73
183
20
1973/74
272
Neerslagperiode november t/m de eerste helft van
februari.
Deze cijfers tonen duidelijk aan dat de afgelopen win
ter natter is geweest dan de beide voorgaande en even
regenrijk als de winter van 1967/68. Het jaar 1968 werd
echter voorafgegaan door enkele zeer natte jaren ter
wijl voor 1974 juist het tegendeel geldt. Op grond hier
van verwachten we voor het komende seizoen een N-be-
hoefte die ongeveer 10 kg per ha hoger ligt dan normaal.
In vergelijking met 1972 en 1973 zou de N-behoefte dan
ongeveer 30 kg of ruim één baal kalkammonsalpeter per
ha hoger zijn.
Dit advies geldt vooral voor granen (voor b.v. suiker
bieten speelt gezien de lengte van de groeiperiode de
winterneerslag een veel minder grote rol) en is niet meer
dan een globale algemene richtlijn. De perceelsomstan
digheden zoals grondsoort, voorvrucht, struktuur, ras en
b.v. bij wintertarwe ook de standdichtheid, e.d. moeten
nog apart worden ingecalculeerd. Om bij tarwe de kans
op fouten zo gering mogelijk te houden verdient het sy
steem van gedeelde giften de voorkeur. De 2e gift, die
in de tweede helft van mei wordt gegeven, kan dan naar
gelang de omstandigheden van dat moment eventueel
nog wat verhoogd of verlaagd worden.