Nieuws over rundvee-
en schapenhouderij
Handboekje voor de varkenshouderij
Jaarvergadering Schapenstamboek en Wolfederatie Zeeland
8
Het onlangs verschenen jaarver-
Jaar- s,a9 van ^et Proefstation voor de
Rundveehouderij over 1973 beva*
VerSiQ CT zestien beknopte artikelen over on-
derzoek en ontwikkelingswerk op
P.R. het gebied van graslandgebruik,
rundvee- en schapenhouderij,
1973 bedrijfsgebouwen, studiebedrijven
met melkvee in de praktijk, bedrijfs-
begrotingen e.d. In velerlei opzicht
worden interessante resultaten ver
meld. Verder bevat het verslag een
complete lijst van onderzoekprojec
ten, uitgegeven publikaties en een
opsomming van werkgroepen en
commissies waarin het proefstation
is vertegenwoordigd.
Het rijkelijk met foto's geïlustreer-
de verslag is verkrijgbaar door stor
ting van 7,50 op gironr 2307421
van het Proefstation voor de Rund
veehouderij te Wageningen, mei
vermelding van: PR 1973.
De ontwikkeling op het gebied van de rundvee- en
schapenhouderij staat niet stil. Dit blijkt duidelijk uit
de vele onderwerpen die in het jaarverslag 1973 van
het Proefstation voor de Rundveehouderij worden
aangesneden. Op de foto het kantoorgebouw van het
P.R. te Wageningen.
GRASLAND
Uit onderzoek is gebleken dat stikstofgiften boven 80 kg
N per ha per snede in het algemeen weinig zinvol zijn, met
name na de eerste snede. Oogsten van te zware sneden is
schadelijk, zowel door vertraging van de hergroei als door
verlaging van de voederwaarde in het geoogste produkt.
Omdat de voordelen van herinzaai vaak twijfelachtig zijn is
het in de eerste plaats belangrijk dat men verslechtering van
de grasmat tracht te voorkomen door de oorzaken daarvan
weg te nemen zoals een slechte waterbeheersing, oogsten
van te zware sneden, foutieve afstelling van de maaiappara-
tuur en een slechte verdeling van organisohe mest.
VOEDERPROEVEN MET MELKVEE
Te Heino werden proeven genomen met beperkte weide-
gang van melkkoeien waaraan op stal snijmais werd bijge
voerd. De koeien namen gemiddeld 4,9 kg droge stof uit
snijmais op. De melkproduktie per koe per dag was gem.
1,5 kg per dag lager dan van de koeien met volledige weide-
gang. Hoewel bij beperkte weidegang met bijvoeding van
snijmais de veebezetting per ha wel aanzienlijk kan worden
verhoogd lijkt dit systeem todh niet voor algemene toepas
sing aantrekkelijk.
Op de proefboerderij „De Waag" werd een vergelijkende
proef genomen met onbeperkt krachtvoer aan melkvee. Ge
bleken is dat dit nogal wat bezwaren heeft omdat daarbij
de gr zondheid van de dieren niet gewaarborgd is en omdat
de extra melkproduktie te gering is.
MAAGDARMWORMEN BIJ JONG RUNDVEE
Op de proefboerderij „De Vlierd" te Bruchem is op dit
terrein tien jaar onderzoek gedaan. De schade van maag
darmwormen bij jongvee kan zeer groot zijn. Ter voorko
ming daarvan worden een aantal maatregelen genoemd.
Een strak systeem van weiden op graspercelen, waarvan de
vorige snede is gemaaid, levert in het algemeen goede resul
taten op. Wanneer dit uit de hand loopt dient tijdig inge
grepen te worden met wormafdrijvende middelen!
KLAUWEN NIET VERWAARLOZEN
De veterinaire medewerker van het proefstation geeft in
het verslag een overzicht van hetgeen in de praktijk kan
worden gedaan aan klauwgebreken bij rundvee. Een pro
bleem is dat het aantal deskundige veepedicures (klauwbe-
kappers), landelijk gezien, nog veel te klein is. Daarom zal
de boer in bepaalde gevallen zelf het klauwmes ter hand
moeten nemen. Verschillende vormen van klauwaandoenin-
gen worden beschreven en met foto's verduidelijkt.
RUNDVLEESPRODUKTIE
Uitvoerig onderzoek werd gedaan met kruisingen van
Charolais x FH in vergelijking met Nederlandse zwartbonten
en roodbonten. Het verslag bevat een beknopt overzicht van
de in dit opzicht verkregen resultaten met kalfsvleesproduk-
tie, vleesstieren, pinken en met vaarzen die na het afkalven
slachtrijp werden gemaakt. Gesteld wordt dat de Ch x FH-
gebruikskruising in alle categorieën slachtvee een belang
rijke waardeverbetering ten opzichte van zuivere FH-dieren
betekent.
Uit drie jaren onderzoek met vleesstieren in verschillende
staitypen (grupstal, roostervloerstal en ligboxenstal) kwam
de roostervloerstal als de meest geschikte naar voren.
RIJWEIDE VOOR SCHAPEN
In 1973 is op de Waiboerhoeve een uitgebreid onderzoek
met schapen op gang gekomen. Bij dit ondierzoek, waarvoor
ca. 200 ooien beschikbaar zijn, gaat het er in hoofdzaak om
te karnen tot een meer rendabele produktie van lamsvlees.
Voeding, beweidingssystemen, huisvesting en afraSterings-
systemen vormen de hoofdmoot van het onderzoekprogram
ma. Een afrasteringssysteem, dat perspectief lijkt te bieden
voor streken waar sloten ontbreken, is een op kleine zwenk-
wielen geplaatste omheining van 5 x 5 m waarin ca. 20
schapen geplaatst kunnen worden. iDeze rijweide wordt door
de weidende schapen zelf over het perceel verplaatst. Ron
dom de percelen kan dan met een zeer eenvoudige afraste
ring worden volstaan.
STALTYPEN VOOR MELKVEE
Een beknopt overzicht geeft een indruk van de investerin
gen in verschillende staitypen zoals die op de Waiboerhoeve
te Millingen aan de Rijn in beproeving zijn geweest. De
voerligboxenstal komt daarbij nogal gunstig naar voren,
zodat de vraag rijst waarom er in de praktijk naar verhou
ding nog zo weinig stallen van dit type worden gebouwd,
boerhoeve. De proefboerderij werd omstreeks 1 mei 1973
reed of in opbouw) n.l. te Selmien (Friesland, Groningen),
NIEUWE MOGELIJKHEDEN OP WAIBOERHOEVE
LELYSTAD
Veel aandacht wordt in het verslag besteed aan de Wai
boerhoeve. De proefborderij werd omstreeks 1 mei 1973
overgeplaatst van Millingen naar Lelystad. De nieuwe on-
dierzoekaccomodatie bestaat uit ruim 200 ha grond (hoofd
zakelijk grasland), ca. 400 melkkoeien, 200 stuks kalveren
en pinken, 400 vleesstieren en 200 schapen. De proefboer
derij werd op 13 november 1973 officieel geopend door Ir.
E. F. Geessink, direkteur Agrarische Produktie, Verwerking
en Afzet van het Ministerie van Landbouw. De bij de ope
ning gehouden redevoeringen zijn in het verslag opgenomen
evenals een beknopt onderzoekprogramma van de nieuwe
proefboerderij.
REGIONALE ONDERZOEKCENTRA
Het PR ondeihoudt nauwe relaties met de regionale on
derzoekcentra voor de rundveehouderij en doet daar ook
veel onderzoek. Er zijn vijf regionale onderzoekcentra (ge
reed o fin opbouw) n.l. te Selmien (Friesland, Groningen),
Heino (Oostelijke zandgebieden), Zegveld (Centraal weide
gebied), Bruchem (Rivierkleigebied) en Maarheeze (Zuide
lijke zandgronden). De totale oppervlakte van deze proef-
boerderijen gezamenlijk bedraagt thans ruim 230 ha.
BEDRIJFSBEGROTINGEN EN BEDRIJFSRESULTATEN
Het LEI-detachement bij het PR volgt die resultaten van
een groot aantal moderne praktijkbedrijven met rundvee,
die verspreid over ons land zijn gelegen. De bedrijfsecono
mische resultaten van enkele groepen één- en tweemansbe-
drijven met melkvee worden in 'het verslag vermeld. Het
blijkt dat de resultaten van deze bedrijven aanmerkelijk beter
zijn dan gemiddeld in de melkveehouderij zijn verkregen.
De aanpassingsmogelijkhedlen zijn echter niet voor alle
bedrijven gelijk. 'Dit blijkt mede uit de ervaringen van de
regionale voorlichters, die de veehouders in de praktijk bij
het zoeken naar betere mogelijkheden willen helpen. Daar
toe worden per jaar in ons land duizenden bedrijfsbegrotin-
gen gemaakt, waarbij zowel de rentabiliteit als de financie
ring aan de orde komt. De voorlichters worden in dit werk
gesteund en begeleid) door de Afdeling Bedrijfssynthese van
het PR.
Een dezer dagen verscheen het „Handhoekje voor de
Varkenshouderij". In 250 pagina's is daarin een schat
van gegevens op het gebied van de varkenshouderij bij
eengebracht. Aan zo'n naslagwerk bestaat grote behoef
te, bijvoorbeeld bij voorlichter, maar ook bij het on
derwijs en bij de dierenartsen kan' het boekje als een
gewaardeerd naslagwerk worden gezien. Veel mensen
moeten steeds meer weten of op veel vragen een ant
woord geven en dan is het een groot gemak de gegevens
bij de hand te hebben. Ook voor individuele varkens
houders die wat meer achtergrondinformatie willen heb
ben kan het boekje als een belangrijke informatiebron
fungeren. Het formaat van het boekje is zodanig geko
zen dat het gemakkelijk mee te nemen is.
Het boekje bevat een groot aantal gegevens over de
varkenshouderij, die systematisch in zes hoofdstukken
zijn gerangschikt. Feiten en cijfers worden in kort be
stek weergegeven. De zes hoofdstukken zijn: Algemeen,
Economie. Fokkerij, Huisvesting en Arbeid, Voeding en
Gezondheidszorg. Tevens zijn een aantal adressen met
telefoonnummers opgenomen van instellingen op het
gebied van de varkenshouderij. Tussen de hoofdstukken
is een gekleurd schutblad aangebracht waarop de inde
ling van het desbetreffende hoofdstuk is aangegeven.
Hierdoor kan men snel en efficiënt het gezochte hoofd
stuk en een onderdeel daarvan opzoeken. Het zou te ver
voeren een volledige beschrijving van elk hoofdstuk te
geven. Daarom in het kort enkele belangrijke onderwer
pen.
In het hoofdstuk Algemeen wordt onder andere aan
dacht besteed aan de rechtsvormen van de onderneming
en de wettelijke aspecten van de varkenshouderij. Het
landbouwveiligheidsbesluit mag uiteraard in zo'n hand
boekje niet ontbreken, terwyl ook „verzekeringen" niet
vergeten zijn.
In het hoofdstuk Economie worden feiten en cijfers
vermeld over de produktiestruktuur van varkenshoude
rij. Kosten en opbrengsten en alles wat daar bij te pas
komt werden uitvoerig uit de doeken gedaan.
In het hoofdstuk Fokkerij komen vele aspecten naar
voren van de varkensfokkerija Een greep daaruit: orga
nisatie, werkwijze van de seiectiemesterijen, kruising
systemen en kunstmatige inseminatie.
In Huisvesting en Arbeid vele gegevens over gebou
wen en inrichting voor zowel mest- als fokvarkens,
mestafvoer en -opslag, mestbanken enz. Technische in
formatie over standaardmaten, bouwmaterialen en het
toepassen van beton bij het bouwen van stallen. Met de
taaktijden in varkenshouderij wordt dit hoofdstuk af
gesloten.
In het hoofdstuk Voeding wordt de samenstelling van
de mengvoeders weergegeven, waarbij mineralen, vita
mines en antibiotica een belangrijke rol spelen. Groei
en voederschema's ontbreken evenmin.
In het hoofdstuk Gezondheidszorg worden de belang
rijkste ziekten en de bestrijding daarvan beschreven.
Hygiënische maatregelen zijn daarbij zeer belangrijk.
De wettelijke aspecten van de gezondheidszorg (vee
wet) ontbreken evenmin in dit hoofdstuk.
Het „Handboekje voor de Varkenshouderij" is te ver
krijgen door storting van 12,50 op postrekening 2307221
van het Consulentschap i.a.d. voor de Varkenshouderij,
Willemsplantsoen 6 te Utrecht met vermelding van
„Handboekje Varkenshouderij". Op hetzelfde adres is
informatie te krijgen over een kortingregeling voor
kwantum-afname.
Algemene ledenvergadering van Schapenstamboek voor
Zeeland-en Afdeling Zeeland van de Nederlandse Wolfedera
tie G.A. te houden op maandag 11 februari 1974 om 13.30
uur in het Landbouwcentrum Zeeland, Westsingel 58 te Goes
(zaal 123). De agenda vermeldt ojn.:
Overzicht wolinname 1973.
Financieel overzicht omzet boekjaar van de Wolfederatie
1972/1973.
Financieel overzicht van het Sohapenstamboek, balans
per 31 december 1973 en de begroting 1974.
Verslag en benoeming financiële commissie Schapenstam.
boek.
Vaststelling contributie en inschrijfgelden van het Scha
penstamboek. Het bestuur stelt voor het inschrijfgeld
van ooien te verhogen tot 6,per stuk en van defini
tief ingeschreven rammen tot 6,
Jaaroverzicht van het Schapenstamboek.
Verkiezingen.
a. Afdeling Zeeland van de Nederlandse Wolfederatie
G.A. Periodiek aftredend zijn de heren J. Nieuwen-
huyse, Lewedorp (herkiesbaar) en A. v. d. Voorde,
IJzendijke (niet herkiesbaar).
b. Schapenstamboek voor Zeeland. Periodiek aftredend
zijn de bestuurs- en plaatsvervangende bestuursleden
voor Tholen en St. Philipsland, Schouwen-Duiveland
en Noordi-Beveland. Tholen: M. A. Geuze; plaatsver
vanger: C. Burgers. Schouwen-Duiveland: C. J. Zoe-
GEZONDHEIDSDIENST VOOR DIEREN
IN NOORD-BRABANT TE BOXTEL
ENTING RUNDVEEBESLAGEN
TEGEN MOND- EN KLAUWZEER
Zoals bekend moeten in de periode van 1 februari t/m 15
april wederom alle rundveebeslagen, die op het moment van
enting 4 maanden of ouder zijn, tegen mond- en klauwzeer
worden ingeënt. Enten van runderen die nog geen 4 maanden
oud zijn heeft geen enkele zin, daar deze toch geacht wor-
dien niet geënt te zijn!
In de afgelopen jaren is het vrij veel voorgekomen dat
een veehouder, nadat hij zijn rundveebeslag had laten enten,
een rund aankocht van een bedrijf waar de enting nog niet
had plaatsgevonden. Dit bracht dan met zich dat het aange
kochte rund op het nieuwe bedrijf bijgeënt moest worden
omdat anders een dergelijk bedrijf na 15 april niet meer als
een geënt bedrijf kon wordlen aangemerkt. Bovenvermelde
kwam vrij veel voor, omdat toen ook nog tot en met 14 april
verklaringen mochten worden afgegeven voor runderen
welke dat jaar na 1 februari nog niet geënt waren.
Teneinde nu tijdens de entperiode het toevoegen van nog
niet geënte runderen aan reeds geënte rundveebeslagen tot
een minimum te beperken is thans een regeling van kracht
geworden, op grond waarvan na 15 maart 1974 geen ver
klaringen mogen worden afgegeven voor runderen welke
na 1 februari 1974 nog niet tegen mond- en klauwzeer geënt
zijn.
Na 15 april geldt dan weer de normale regeling en mogen
er alleen verklaringen worden afgegeven indöen het rund
afkomstig is uit een rundveebeslag hetwelk in de periode
van 1 februari tot en met 15 april 1974 tegen mond- en
klauwzeer geënt is.
Bij de enting van uw runderen wordt U door de dieren
arts een entbriefje verstrekt. Neem dit entbriefje, indien U
vrij kort na de enting een verklaring voor een of meerdere
runderen bij de ibedrijfsvoorlichter moet halen, mee naar de
zitdag, opdlat op de verklaring zoveel mogelijk de laatste
mond- en klauwzeeremtdatum vermeld kan worden.
ter; plaatsvervanger: J. J. A. v. d. Velde en Noord-
Beveland: J. C. J. v.vd Velde; plaatsvervanger: A. P.
Steendijk.
„Actualiteiten op het gebied van de schapen gezondheids
zorg" door Drs. J. J. Pekelder, dierenarts bij de Prov.
Gezondheidsdienst voor Dieren. Hierbij wordt tevens een
film getoond.
„Schapenfokkerij en de rammencirkel" en de uitreöking
van de bekroningen van de Provinciale Fokschapendag
1973 door Ir. M. C. Verboon, C.A.R. - Goes.