Te Fijnaart komt een
knolselderijopslag- en
verwerkingsbedrijf
Onderlinge Zuidelijke Hagelverzekering
17
Knolselderij wordt geleidelijk een
„landbouwprodukt". Tot voor enkele
jaren was vooral het met de hand
rooien zo'n tijdrovende bezigheid, dat
de teelt vrijwel alleen op tuinbouw
bedrijven voorkwam. Nu wordt ma
chinaal geplant en machinaal gerooid,
waardoor men op het grotere akker
bouwbedrijf zelfs met 45 ha geen
problemen heeft.
De teelt is vooral geconcentreerd in
het zuid-westen van ons land, waar
schijnlijk mede doordat het gevaar
voor schade door vroeg invallende
wintervorst hier het kleinst is. Pas in
oktober-november komt de groei van
de knol op gang en een paar weken
vroeger of later rooien kan tientallen
procenten in produktie schelen. Daar
om wordt zo lang mogelijk gewacht
met rooien, tot het risico voor vorst
te groot wordt
Meestal wordt geteeld op kontrakt.
In dit verband is het belangrijk dat
voor de firma Kloosterboer, één der
bekendste handelaren in knolselderij,
op het industrieterrein te Fijnaart een
groot koelhuis zal worden gebouwd
voor opslag en sortering van het pro-
dukt
Ter informatie hadden we betreffende deze bouw een
gesprek met directeur P. Kloosterboer. We bezochten
hem in zijn royale, semi-luxe kantoor te Barendrecht. Op
het industrieterrein aldaar exploiteert hij o.a. een diep
vriesveem me een kapaciteit van 4000 ton.
De heer Kloosterboer bleek (zoals we hadden ver
wacht) een vlotte zakenman te zijn, die goed weet hoe
hij een „man van de krant" te woord moet staan en wat
hij aan zo iemand moet vertellen. Een dynamische figuur,
die in oktober 1962 met een zeer bescheiden kapitaal
begon en zo te zien in de volgende 11 jaar niet over suc
ces had te klagen.
Het belangrijkste uit het gesprek dat we met hem had
den is hieronder weergegeven, in vraag- en antwoord
vorm.
Als ik de zaak hier zie meneer
Kloosterboer, dan kunt u ook zonder
knolselderij het dagelijks brood wel
verdienen.
Zo'n diepvriesbedrijf levert inderdaad een goed inkomen
op, maar er zit weinig aktie in. Ik kan mijn energie er niet
voldoende in kwijt en dat .lukt met de knolseldierijhandel
beter. 'Die geeft meer spanning, is meer enerverend.
Wat die knolselderij betreft hebt u
grote plannen voor koelhuisbouw in
Fijnaart, naar we hebben vernomen.
Dat klopt. Het wordt een investering van circa drie mil
joen gulden. Er komt een gebouw met een vloeroppervlakte
van 3600 m2, waarin 2 maal 3 miljoen kg knolselderij me
chanisch gekoeld kan worden opgeslagen. Bij de inventaris
behoren o.a. reinigingsmaohines, voorraadkisten, sorteer-
machines en een kleinverpakkingslijn.
U praat over sorteermachines en
kleinverpakking. Waar is dat voor? U
levert de knollen toch aan fabrieken?
Sorteren wordit ook voor de fabrieken een eis in verband
met de verschillende vormen van verwerking. Voor schijven
is b.v. een bepaalde maat nodig. Er wordt straks in 4 maten
gesorteerd: 810 om doorsnee, 1013 cm, 1316 cm en
groter dan 16 cm. De kleinverpakkingslijn komt er omdat
ik ook voor de „verse" consumptie, dus aan de groentehan
delaren en winkelbedrijven wil gaan leveren. Daarbij wil ik
er op wijzen dat de opslagruimte ook voor deelname door de
kontrakttelers is bedoeld. Ik dtenk daarbij aan een gedeelde
pool, b.v. voor de consumptieverkoop. Mede daarom worden
voorraadkisten aangeschaft, dan kunnen de partijen gemak
kelijk apart worden gehouden met de namen van de telers
op de kisten.
Er wordt door u thans gekontrak-
teerd voor 16 ct per kg. Dat is voor
tuinbouwbedrijven duidelijk te laag. U
mikt dus in feite alleen op de akker
bouw.
Dat is juist. Vooral voor de fabrieksteelt, die 80 van
het totale areaal uitmaakt, moet de knolselderij nu als een
landbouwgewas worden gezien. Dat is met diverse andiere
gewassen, die voorheen uitsluitend op tuinbouwbedrijven
werden geteeld, ook het geval. Die verschuiving gaat ge
woon door.
Voor de fabriek speelt de prijs echter
een ondergeschikte rol. Of die 16, 20
of 30 cent per kg moet betalen maakt
weinig uit, gezien de prijs die na ver
werking voor het eindprodukt wordt
verkregen.
Tot op zekere hoogte is dat waar. Zelfs een prijs van 30
ct zou voor de fabriek geen problemen opleveren. De hoofd
zaak is voor de fabrikant dat hij in voldoende mate en op
het gewenst tijdstip over knolselderij kan 'beschikken. Het
is voor hem een vrij goedkope grondstof. Maar iedere han
delaar en fabrikant probeert uit konkurrentieoverwegingen
zo goedkoop mogelijk in te kopen. Zakelijk gezien moet hij
dat trouwens ook doen om zich te handhaven.
Door de oppervlakte te beperken
tot b.v. 900 ha zou dus een hogere prijs
kunnen worden bedongen?
Een klein aanbod heeft ongetwijfeld een gunstige invloed
op de prijs. We weten uit ervaring dat het knolselderij areaal
in Nederland onder normale teeltomstandigheden niet gro
ter dan 1000, hoogstens 1200 ha mag zijn. Anders is er over-
produktie en zakt de markt in elkaar. Weliswaar wordt het
grootste deel van de produktie op kontrakt geteelt tegen
een overeengekomen prijs en heeft de handel op zijn beurt
doorverkocht aan de fabrieken, maar er zweeft dan een te
groot aanbod van niet gekontrakteerde „vrije" knollen boven
de markt en die zorgen voor de problemen. De fabrikant
krijgt goedkope knollen aangeboden en wordt erg kritisch
bij de aflevering van de dure knollen die hij in voorverkoop
kocht. Daardoor zal de handel weer wat scherper keuren
bij de ontvangst van de kontraktknollen en al met al wordt
voor ieder de situatie uiterst onplezierig. Maar vraag en
aanbod steeds precies op elkaar afstemmen is in de praktijk
onmogelijk. Evenmin als dat lukt bij uien, aardappelen, enz.
Bovendien groeit er buiten Nederland ook knolselderij. We
hebben bij de teelt wel een voorsprong op b.v. Frankrijk en
West-Duitsland, maar als in ons land door produktiebeper-
king te hoog zou oplopen, zou men daar toch de kans waar
nemen om uit te breiden.
Maar bij het afsluiten van kontrak
ten met de boeren zult u wel de vinger
aan de pols houden en afremmen als
u denkt dat in ons land de 11001200
ha wordt overschreden. Wat verwacht
u voor het komende seizoen?
Ik krijg nogal veel aanbod, soms zelfs van boeren die het
met 7 ha tegelijk willen proberen. Als 'het zo doorgaat is het
gevaar voor overproduktie niet denkbeeldig. En daar is 'be-
Eén gedeelte van het diepvriescomplex op het industrie
terrein te Barendrecht
slist niemand mee gebaat. Dat zal dan ook de leidraad zijn
bij de verdere afsluiting van kontrakten.
Het knolselderijvirus vormt een ern
stige bedreiging voor de teelt. We heb
ben gelezen dat u voelt voor een pro
ducentenvereniging van knolselderij-
telers, die zich gedurende een aantal
jaren verplichten regelmatig een be
paalde oppervlakte knolselderij te
telen. Maar de kans is groot dat zo'n
kontraktant na een paar jaar door het
virus niet meer rendabel kan telen.
Wij zijn niet zo bikkelhard dat we dan zouden eisen dat
de gekontrakteerde oppervlakte toch werd geplant. Ik zie
trouwens meer in een vereniging van knolselderijtelers, die
min of meer de taak van de veilingen overneemt ten aan
zien van de prijsvorming, de kwaliteitscontrole en de beta
ling. Het bepalen van de tarra geeft nu b.v. wel eens wrij
ving en in 't verleden zijn er soms moeilijkheden geweest
omdat de koper niet solvabel was en dus niet kon betalen.
De vereniging die ik bedoel zou o.a. de kredietwaardigheid
van de kopers kunnen nagaan en geschillen bij de tarrebe-
paling kunnen oplossen. Gedacht kan worden aan een soort
onderafdeling van die Nederlandse Kontrakttelersvereniging.
Hoe denkt u over het knolselderij
virus? Acht u bestrijding mogelijk?
Het virus wordt verspreid via de wilde pastinaak, een
schermbloemig onkruid dat overal voorkomt. Bestrijding
De Onderlinge Zuidelijke Hagelverzekering houdt een
algemene ledenvergadering op
woensdag 27 februari as.
des n.m. 2 uur in hotel-restaurant Van der Put, Bloemen
markt 9a te Roosendaal. De agenda voor deze vergadering
luidt als volgt:
1. Opening.
2. Notulen.
3. Ingekomen stukken.
4. Mededelingen inzake:
a. de samenwerking in Wafimij-verband
b. vaststelling van premie- en gewassenlijst.
De heer Kloosterboer snijdt met een mes in een selderijknol
van flink formaat om de kwaliteit te keuren. Vaag op de
achtergrond ziet U zijn kantoor.
door middel van bespuitingen acht ik daarom onmogelijk.
Nieuwe, resistente rassen zullen echter waarschijnlijk binnen
niet al te lange tijd de oplossing geven. Er zijn nu ook al
resistente rassen, maar de kwaliteit van de knol laat nog
te wensen over.
Op Zuid-Beveland (Kruiningen) is het virus eerst waar
genomen. Geleidelijk is het verergd en nu is op 't hele eiland
een rendabele teelt vrijwel onmogelijk. Maar het is verder
opgedrongen en komt nu ook in de Hoekse Waard, in West
Noord-Brabant en zelfs in het noorden van ons land voor.
Het droge, warme zomerweer in 1973 heeft de verspreiding
weer extra bevorderd. Het optreden is op de Z.-H. eilanden
en in de Westhoek van Noord-Brabant nog zo beperkt dat
we daar nog wel een aantal jaren vooruit kunnen. In ge
noemde gebieden sluit ik graag kontrakten af omdat grond
en klimaat daar erg gunstig zijn, evenals trouwens op Schou-
wen-Duiveland en Tholen. In het zuidwesten is tot nu toe in
hoofdzaak Zuid-Beveland door het virus een moeilijk ge
bied, althans tot nu toe.
Hoe staat het met het selderijvirus
in het buitenland?
Daar wordt het ook aangetroffen, maar men teelt er ras
sen die er weinig gevoelig voor zijn. Deze rassen zijn echter
voor ons niet aantrekkelijk, omdat ze minder produktie
geven of kwalitatief onvoldoende zijn.
Hoeveel personeel hebt u in Fijnaart
nodig? Is daar het hele jaar door vol
doende werk?
Er zal een vaste bezetting zijn van acht man. Deze hebben
een groot deel van het jaar werk met het schonen, sorteren
en verzendklaar maken van knollen. Ik sluit kontrakten met
fabrieken en moet dan regelmatig afleveren, gespreid over
een lange periode. Vandaar dat koelhuis.
De aflevering duurt tot mei. Daarna komt er opslag van
andere produkten, zodat het toch een „jaar rond" bedrijf
kan worden.
We hebben nu al heel wat besproken.
Hebben we nog veel belangrijks ver
geten?
Graag wou ik nog een tip geven aan de plantentelers. Dit
jaar heb ik de ervaring opgedaan dat planten in bakken met
lichte grondverwarming veel beter resultaten gaven dan
planten uit onverwarmde bakken. Met de zware planten uit
de verwarmde bakken (temp. ca. 3° hoger) kreeg men soms
een produktieverhoging van 7 ton per ha in vergelijking met
lichtere planten uit koudie bakken. Overigens moet men na
tuurlijk oppassen voor overdrijving, want anders krijgt men
te veel schieters.
Nog meer waardevolle wenken?
Als slot wou ik nog een optimistisch geluid laten horen.
Dat is dan een goede afsluiting voor het artikel. Het is mijn
overtuiging dat er voor de agrariër betere tijden zullen aan
breken. We komen nu in een tijd dat geïmporteerde grond
stoffen zo duur worden, dat we totaal andere verhoudingen
krijgen. Straks wordt bij wijze van spreken de margarine
zo duur dat die roomboter minder kost. Door de overheve
ling van enorme bedragen aan geld naar de olielanden komt
er elders in de wereld meer koopkracht en dat zal leiden
tot voedselschaarste. Er is vaak geschreven over „wat kost
ons een Nederlandse boer", maar dan zal de consument
tot de conclusie gekomen zijn dat de boer altijd voor een
goedkoop voedselpakket heeft gezorgd!
A. v. O.
5. Rekening en balans over het jaar 1973.
6. Begroting voor het jaar 1974.
7. Jaarverslag over 1973.
8. Bestuursverkiezing i.v.m. aftredend zijn van de heren
A. P. Timmers te Klundert, A. B. Snoek te Aimkerk en
A. H. Timmers te Breda.
9 Vaststelling lijst van schatters.
10. Rondvraag.
11. Sluiting.
Namens het bestuur,
E. L. DE KOEIJER, voorzitter.
A. P. TIMMERS, secretaris.