Kwaliteit en verwerking van aardappelen Rationalisatie van de aardappelteelt in het licht van een kwaliteitsprodukt concurrentie met Nederlandse bedrijven aankunnen, ter wijl zij bovendien veelal groter van omvang zijn. Groeiregulatoren zoals bij granen worden ook reeds en kele jaren proefsgewijze op aardappelen toegepast. In de veenkoloniën zouden deze middelen al wel tot iets 'hogere opbrengsten hebben geleid; van een grovere knol was echter geen sprake. De uitslag van het bladonderzoek op blauw wijkt dikwijls weinig tot sterk af van het resultaat met de schudmetho de. Deze afwijkingen zijn naar gelang het groeiseizoen een minder of meer grillig verloop heeft. Bij grote afwij kingen in het groeiseizoen zal daarom ook de schud methode moeten worden toegepast. door de heer L. DOLFING, directeur Aviko B.V. In de loop der jaren vond een belangrijke verschuiving in het consumptiepatroon van aardappelen plaats. Produkten zoals chips, puree, pommes frites, enz. namen een grote vlucht. De voedingsmiddelenindustrie gaat meer en meer een belangrijke plaats innemen in de afzet van aardappelen, zoals duidelijk uit de volgende gegevens blijkt. Aardappelverbruik per hoofd van de bevolking in de laatste 20 jaar oogst verse aardappelen verwerkte aardappelen totaal 1950 120 120 1955 105 1 106 1960 98 2 100 1965 82 8 90 1970 72 13 85 1972 70 15 85 (1950: 120 kg per hoofd van de bevolking, thans 85 kg). Hieruit blijkt dat het totale aardappelverbruik per hoofd belangrijk is afgenomen. Dit geldt overigens niiet alleen voor Nederland doch ook voor andere West-Europese lan den. Deze daling is in Nederland de laatste jaren tot stil stand gekomen. Dit is voornamelijk te danken aan de ont wikkeling van de aardappelverwerkende industrie. De kwaliteitseisen welke in Nederland aan consumptie aardappelen worden gesteld liggen niet altijd gelijk. In be paalde gevallen zijn de normen voor de aardappelverwer kende bedrijven scherper gesteld dan voor de verse con sumptie en in andere gevallen soepeler. Alvorens nader in te gaan op de kwaliteitseisen etc. gaf de heer /Dolfing een overzicht over de hoeveelheden ver werkte aardappelen in Nederland 'betreffende de jaren 1969, 1971 en 1972. Verwerkte aardappelen in tonnen Resultaat van de onderzochte partijen in aangegeven jaar 1971/1972 1972/1973 1-10 t/m 31-12 1973 600 partijen 100 partijen 230 partijen omschrijving (18.000 ton) (3.000 ton) (230 ton) zwaar blauw 5.86 3.04 3.95 Icht blauw 8.76 8.66 7.90 zware rooi- en transportbesch. 5.40 5.70 3.68 lichte rooi- en transportbesch. 9.70 13.70 10.23 totaal 29.72 31.10 25.76 Met het trekken van conclusies in de vergelijking van jaar tot jaar moet men voorzichtig zijn. Immers het aantal partijen verschilt sterk en de periode waarin het onderzoek plaats vond is ook niet gelijk. Het zijn gemiddelden, dit be tekent dus dat er flinke uitschieters naar boven en beneden kunnen zijn. Verder is in deze drie jaren duidelijk naar voren gekomen dat het meestal dezelfde leveranciers zijn die de beste kwaliteit aardappelen leveren en dat het ook steeds dezelfde bedrijven zijn die de minder goede tot slechte par tijen bezorgen. Dit onderzoek moet gezien worden in het licht van een betere kwaliteitsbeheersing, die zowel voor de „teler" als voor de „verwerkende industrie" van groot belang is. Kwa liteitsbewaking geldt uiteraard niet alleen voor de aard appelen die bestemd zijn voor de aardappelverwerkende in dustrie doch ook voor de aardappelen voor de gewone con sumptie. Speciaal voor de aardappelen die bestemd zijn voor klein-verpakking, zowel gewassen als ongewassen. De hoeveelheid aardappelen die in Nederland in klein- verpakking wordt afgezet bedroeg in 1971 /'72 350.000 ton. Verder werd in dezelfde periode 300.000 ton geëxporteerd De totale klein-verpakking bedroeg in 1971/'72 dus 650.000 ton. Ongeveer 380 bedrijven zijn voor klein-verpakking in gericht. Door onderzoek 'zijn een aantal factoren die bij het op treden van blauw een rol spelen bekend geworden. Afgezien van rasverschillen is het duidelijk geworden dat meer blauw mag worden verwacht indien: het droge stofgehalte van de knollen hoger is (invloed 'bemesting, lengte groeiseizoen, droogte enz.); de temperatuur van de knollen bij sorteren en transport lager is; door vochtverlies tijdens de bewaring meer drukplekken zijn opgetreden. HOE KUNNEN WE DEZE BLAUWPROBLEMEN VOORKOMEN OF VERMINDEREN? Het zal duidelijk zijn dat dit geen klaar recept kan zijn. Immers van een aantal factoren die blauw in de hand wer ken is nog onvoldoende bekend. Er zijn echter wel een aan- het belangrijkste punt, aldus inleider, is dat de aardappe len binnen 24 uur van begin tot einde verwerkt kunnen worden. D.w.z. 's morgens opscheppen, direkt daarna sorteren en zonder tussenopslag in een zgn. oplegger met wisseitruck draaien. Volle oplegger direkt afvoeren naar verwerkingsbedrijf. Bij een goede organisatie is de tijds duur tussen laden bij de teler en verwerking 17.00 uur tot 24.00 uur. Om dit te bereiken is nodig: A. goede plan ning en B. een aapgepast transportsysteem: atrekker; b. wisselopleggers; c. 2 chauffeurs (2 ploegen). - een goede bijdrage tot de kwaliteitsverbetering kan zijn uitbetaling naar kwaliteit. Hierbij zij opgemerkt dat dit alleen mogelijk is wanneer flinke partijen van goede kwaliteit worden aangevoerd. In de discussie kwam naar voren: de uitbetaling naar kwaliteit door de aardappelverwer kende industrie kan moeilijk plaatsvinden, indien slechts verspreide vrachtjes van goede kwaliteit worden aange boden. Een bundeling van het aanbod van egale partijen zou er zeker toe leiden, dat een premiestelsel met succes kan worden uitgevoerd. Telers in groepsverband m over leg met de verwerkende industrie kunnen zo tot een op lossing hiervan komen. om tot grotere zekerheid te komen van de beschikking over voldoende hoeveelheid aardappelen van goede kwa liteit, denkt de verwerkende industrie ook aan de maat vanaf 45 mm opwaarts. Hierdoor zou 10 15 meer grondstof beschikbaar komen, terwijl een kleine maal pommes frites zeer geschikt is voor kleinverpakking (bakjes van 450 gram voor huishoudelijk gebruik). Wat betreft de verwerking van aardappelen gedurende het gehele jaar wordt opgemerkt dat er vanaf ca. half juli tot begin half augustus geen aardappelen van de oude oogst meer voorradig zijn, terwijl de omzet van pommes frites dan juist het grootst is. Vroege rassen als Climax moeten in die tijd met hoge transportkosten uit zuide lijke landen (Italië) worden aangevoerd. Men is bezig met vergroting van de activiteiten vroege rassen van goede kwaliteit te laten telen op kontrakt in eigen "land. de perspectieven van de afzet van verwerkte aardappel- produkten zijn hoopgevend volgens de heer Dolfipg, in dien zich ook hier dezelfde tendenz zou voortzetten als in de Verenigde Staten; per hoofd van de bevolking con sumeert de U.S.A. 52 kg aardappelen, waarvan 27 kg in verwerkte vorm; in Nederland is dit nog slechts 15 kg, terwijl dit in Duitsland 6 a 7 kg bedraagt. Als argument voert hij aan, dat steeds meer gehuwde vrouwen in het arbeidsproces komen. Het inkomen van het gezin wordt hierdoor groter, terwijl anderzijds de vrouw te weinig tijd overhoudt om de aardappelen zelf geheel te bereiden. Rationalisatie, d.w.z. de produktiemiddelen met verstand aanwenden, zal in de toekomst zeer belangrijk zijn om de kosten binnen de perken te houden. De toenemende aandacht voor beschadigingen roept de vraag op of vroeger geen be schadiging voorkwam, of dat men er alleen niet op lette. Nu wordt er vooral sneller gewerkt. Dat betekent niet, dat 'beschadiging onvermijdelijk is. aar 969 971 972 gedroogde aardappelen chips x) voorgebakken pommes frites overige produkten aard. prod. aard. prod. aard. prod. 60.000 73.000 67.000 10.000 11.500 10.500 51.000 56.000 62.000 12.750 14.000 16.000 99.975 156.100 190.000 50.490 73.300 93.000 totaal aard. prod. aard. prod. 2500 1250 214.500 74.700 5000 4000 290.000 102.800 4000 1500 325.000 121.000 t) Van de totale produktie voorgebakken frites werd resp. in 1969 15 in 1971 23 en in 1972 27 diepgevroren. door A. REMIJN van het C.A.R. te Goes KWALITEITSEISEN De aardappelen bestemd voor de aardappelverwerkende industrie moeten vrij zijn van in- en uitwendige gebreken. De belangrijkste gebreken zijn die, welke bij normaal schillen niet wegvallen. 'De twee belangrijkste hiervan zijn: inwendig blauw rooi- en transportbeschadigingen. Waarom zijn deze gebreken funest? Omdat blauw- en rooi en transportibeschadigingen: a. zeer grote schil- en pitverliezen geven; b. in ernstige mate de verwerkingscapaciteit van de fabriek aantasten; c. een zeer slecht eindprodlukt geven. Deze punten gelden voor de gehele aardappelverwerkende industrie. Dat het blauw resp. rooi- en transportbeschadi ging geen fabeltje is moge blijken uit het volgende overzicht. tal richtlijnen te geven die bij navolging het blauwprobleem belangrijk kunnen terugdrukken: deelnemen aan het blauwonderzoek, tijdens de groei van het aardappelgewas (zgn. bladonderzoek) en voor he rooien (zgn. schudmethode). Dit onderzoek is in het oogstjaar 1972 op praktijkschaal gestart. De 'belangstel ling tot deelname is helaas tot op heden matig tot zeer matig! juiste bemesting (kali-stikstof): volg het advies op! bij de opslag van de aardappelen, ook in de herfst, reke ning houden met de mogelijkheid tot opwarmen. Ook in de herfst: de praktijk leert dat tijdens een koude periode in de maand november en december aardappelen worden aangevoerd met een hoog percentage licht en zwaar blauw. partijen waarmee moeilijkheden zijn te verwachten 8 dagen voor de verwerking op blauw laten controleren (schudmethode). Om een kwaliteitsprodukt af te leveren moet het gewas van het begin tot het eind op de juiste manier worden ver zorgd: dus van een juiste bemesting (let op het gewijzigde advies) tot en met een juiste bewaring, wat betreft stort- hoogte, beluchting, opwarmen enz. Tussen deze punten hoort een juiste teeltmethode. Deze moet gericht zijn op een onge stoorde groei van het gewas. Het poten vindt plaats na een grondbewerking op 'het juiste tijdstip, d.w.z. bekwame grond, droog, voldoende dragend vermogen. De basis voor dit pootbed is een ploegwerk, dat VLAK, VROEG en DROOG moet plaats vinden. De bewerking moet gelijkmatig en even diep plaats vinden. Met de huidige aangedreven eggen kan men echter oük een te intensieve bewerking uitvoeren. Op lichtere grond wordt zelfs in de ploegsneden gepoot met goed resultaat. Het is aantrekkelijk iets minder intensief te werken, met een grotere werkbreedte (sporen). (Zie verder pag. 15). IA Rhizoctonia vraagt de aandacht ook van de consumptieteler. De valhoogte bij het rooien mag niet groter zijn dan 30 cm.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1974 | | pagina 13