Hoeveel melkkoeien ha oer Prijsvergelijking rundveevoeders medio januari 1974 Dieptepunt in Italiaanse veeteeltcrisis 8 P. VAN NES C.A.R. - Barendrecht Melkkoeien per ha QOOR allerlei oorzaken krijgt ook de veehouder te ma ken met sterk oplopende kosten bij de produktie van melk en vlees. Momenteel staat vooral bij de post „voerkos ten" het licht op rood. Maar ook voor gebouwen, kunstmest loonwerk en algemene kosten zullen hogere prijzen in reke ning worden gebracht. Hoe men het ook draait of keert, de produktie moet toenemen en/of de kosten moeten afnemen. De produktie per man is op te voeren door meer melk per koe en/of een hogere melkprijs. De kostenpost kan verlaagd worden door een optimaal gebruik van de produktiemidde- len (bijvoorbeeld het grasland. Bij hoge prijzen van het krachtvoer 50,per 100 kg) en voor het aan te kopen ruwvoer wordt het „eigen gewonnen voer" steeds meer waard. |N verband met de hogere kosten is het interessant eens na te gaan hoever de veebezetting kan worden opge voerd. Dus tot het moment waarop de extra kosten de extra opbrengsten overtreffen. Ter vereenvoudiging van de be rekening is gewerkt met een bedrijfsvoering waarbij het jongvee door derden wordt opgefokt. Doch ook bij „eigen jongvee opfok" zal de tendens dezelfde zijn. Bij de bereke ning is uitgegaan van een goede graslandexploitatie (5000 zw), een behoorlijke melkproduktie per koe (5000 1) en een melkprijs van 0,43 per liter. 2,32 2,82 3,32 3,82 Opbrengst /ha 6.206,— 7.543,— 8.881,— 10.218,— Kosten/ha Div. directe kosten 100,per koe) 232,— 282,— 332,— 382,— Gebouwenkosten 300,per koe) 696,— 846,— 996,— 1.146,— Loonwerk (voeder winning) (ƒ400,per te maaien ha) 460, 260,— 80,— Jongvee-opfok 870, 1.058,— 1.245,— 1.433,— Bijkomende voer kosten (krachtvoer 0,75/zw) (ruwvoer 0,50/zw) 1.248, 1.931,— 2.750,— 3.523 Rente geïnvesteerd vermogen 418,— 508,— 598,— 688,— Opbrengst directe kosten 2.282,— 2.658,— 2.880,— 3.046,— yiT de sterke afname van het yerschil tussen opbrengst - directe kosten bij toename van de veebezetting, lijkt dat boven een veebezetting van 4,melkkoeien/ha geen voordeel meer is te verwachten. Vooral niet wanneer door het hogere aantal koeien meer arbeid moet worden verricht. Melkkoeien per ha 2,32 2,82 3,32 3,82 Opbrengst min directe kosten/ha 2.282,— 2.658,— 2.880,— 3.046,— Arbeid 400,per koe) 928,— 1.128, 1.328,— 1.528,— Opbrengst min directe kosten inclusief arbeid 1.354,— 1.530, 1.552,— 1.518, r- r .-V-C,, ,-rvfe. ^^ANNEER de arbeid per koe ten volle moet worden berekend, is bij 3,82 melkkoeien per ha reeds een lager saldo te berekenen dan bij 3,32 melkkoeien per ha. Bovengenoemde berekening toont aan dat bij de huidige prijsverhoudingen niet ongestoord het aantal stuks vee per ha kan worden verhoogd. Als samenvatting kan worden ge steld dat: oppervlakte-vergroting van „kleine" rundveebedrijven een zaak is die het begroten waard is, de melkproduktie per koe uiterst belangrijke rol speelt, evenals de melkprijs een - de keuze van veevoeders en de winning en het gebruik van het „eigen" ruwvoeder een belangrijk onderdeel van het melkveebedrijf vormt, nagegaan moet worden of de laatste koe haar economisch nut nog wel kan bewijzen. P. VAN NES C.A.R. - Barendrecht Uit de op 16 januari 1974 berekende voederwaardeprijs bleek dat de zetmeelwaarde 47 cent en de toeslag voor 1 kg vre 138 cent bedroeg. Ruwvoeders Marktprijs Voeder- Marktprijs incl. ver- waardeprijs in van liezen/100 kg per 100 kg voederwaarde prijs Aardappelen 8,25 10,35 80 Bierbostel 10,12,85 78 Mix 8,50 11,15 77 Spruitekoppen 5,9,35 54 Appelpulp 2,75 3,25 85 Spruitekoppen is het goedkoopste ruwvoeder. De kwali teit van de stokken kan echter nogal variëren. Van mix is bekend dat de voederwaarde zeer veel uiteenloopt. Kopen op voorwaarde van voederwaardebepaling kan zeker nut hebben. Witlofwortelen kunnen verontreinigd zijn met H.C.B. en derhalve gevaarlijk als ruwvoeder. Marktprijs in Marktprijs Voeder- van voeder per 100 kg waardeprijs waardeprijs Mais 47,— 45,30 104 Gerst 45,- 44,25 102 Haver 46,— 41,65 110 Tarwe 46,— 50,65 91 Biètenpulp 37,— 38,15 97 Citruspulp 39,— 34,05 115 Maisvoermeel 44,— 45,10 98 Enkelvoudige voedering van tarwe is niet mogelijk van wege de denaturatie. Daarna is pulp (bieten) het goedkoop ste eiwitarme krachtvoeder. De voederwaarde van pulp is echter nogal wisselend. Onlangs kwam een analyse binnen van binnenlandse pulp met een zetmeelwaarde van 570 in plaats van 671. Het prijsverschil bedraagt bij dit verschil in zetmeelwaarde 4,75 per 100 kg. Granen e.d. Eiwitrijke produkten Markt Marktprijs prijs Voeder- in van die per waardeprijs voederwaarde 100 kg per 100 kg prijs Lijnschilfers 76,— 72,— 106 Sojaschroot 77,— 89,60 86 Maisglutenvoermeel 55,— 55,— 100 Kokosschilfers 65,- 59,50 109 Erwten 64,— 59,30 108 Tarwegries 47,— 49,50 95 Tarwegrint 45,- 44,60 101 Sojaschroot is ondanks de hoge kilo-prijs het aantrekke lijkste eiwitrijke krachtvoeder. Mengvoeders Voederwaard Voederwaarde- gzw gvre prijs Standaard rundveevoeder (A) 660 120 47,50 Energierijk rundveevoeder 690 75 42,75 Eiwitrijk rundvee voeder 650 180 55,40 Het blijkt dat er een ontzettend grote variatie is in samen stelling, voederwaarde en prijs per 100 kg mengvoeder. Prijsverschillen tussen dezelfde soorten mengvoeders van 6,tot 8,per 100 kg komen voor. Tevens komt men de meest vreemde benamingen van grondstoffen tegen. |N de Italiaanse vakbladen kreeg de impasse waarin de veehouderijsector in dat land verkeert, ruime aan dacht. Aldus Landbouwwereld Nieuws. Hoewel deze malaise eigenlijk chronisch is, blijkt er nu toch iets bijzonders aan de hand te zijn. Het bestuur van de bekende beurs van zwartbont vee te Cremona heeft dit jaar de beurs niet zoals gebruikelijk officieel door de Minister van Landbouw willen laten openen. De boeren van hun kant laadden, eveneens uit protest, de eerste dag hun vee weer in, zodat de expositie uitgestorven was. (Later zijn ze weer teruggekomen). De manifestatie „Eurocarne" te Verona stond dit jaar ook in het teken van de malaise. Er waren weinig bezoekers en om nog wat leven in de brouwerij te brengen, werden er een groot aantal praatvergaderingen georganiseerd. Zo meldt Landbouwwereldnieuws. In het verleden heeft de Italiaanse veehouderij vele crises gekend die dan te wijten waren aan binnenlandse oneven wichtigheden die niet goed waren afgestemd op de handel met het buitenland. Een paar voorzieningen waren dan vol doende om de markt aan te passen. Maar wat de Italiaanse veehouderij thans doormaakt is van geheel andere aard en van langere duur. Alle veehouderijbedrijven van welk type of welke omvang dan ook, produceren reeds geruime tijd met verlies. Hier is geen sprake meer van een crisis maar van een catastrofe. In Emilia werden talrijke boerderijen gesloten, zodat bin nenkort een manco aan pluimvee ontstaat; in de varkens- houderijgebieden is het aantal gedekte zeugen sterk afge nomen; het enthousiasme voor de konijnenhouderij neemt af; in Piemonte is de veestapel drastisch ingekrompen; in Sardinië nam het aantal veehouderijbedrijven af met 10%. De veehouderij hebben niet alleen geen inkomen, maar teren in op hun kapitaal, zonder dat zij vaak beschuldigd van hoge produktiekosten en slechte organisatie van pro duktie en afzet hiervoor zelf verantwoordelijk zijn. Voor de oorzaak van de crisis moet men teruggaan tot de zomer van 1972 toen de vleesprijzen voor de consument in Italië van week tot week stegen als gevolg van de toege nomen vraag, vooral binnen de EEG en in de Verenigde Staten, de twee grootste vleesimporteurs van de wereld. De reactie van de consumenten in Europa (in het bijzonder Italië) is merkwaardigerwijs dezelfde geweest als in de Ver enigde Staten, namelijk het boycotten van het rundvlees. In Italië daalde de consumptie sinds 10-12 maanden met ongeveer 20 Hierdoor is de groothandelsprijs van rund vlees in Italië thans 15 lager dan een jaar geleden. De vleesimporteurs echter hebben deze prijsdaling niet voor zien en hebben met verschillende exportlanden leverings contracten afgesloten. Om hun leveranciers niet te verliezen slaan zij nu het vlees op in afwachting van betere tijden. Daardoor is er voor de nationale vleesproduktie minder be langstelling, tenzij tegen verlaagde prijzen. Tegelijk met de prijsval werden de veehouders het laatste jaar geconfronteerd met angstaanjagende kostenstijgingen (voer, arbeidskrachten, gereedschappen). Hierdoor was de situatie reeds zo kritiek geworden dat in ieder ander land onmiddellijk maatregelen zoudén zijn getroffen om aan de moeilijkheden het hoofd te bieden. Helaas echter viel het dieptepunt van de crisis dit keer in Italië juist in de periode van de aangevangen strijd tegen de inflatie. De prijsstop werd afgekondigd ook voor levend vee. En de regering heeft noch op nationaal niveau noch in Brussel ook maar één vin ger uitgestoken om de crisis in de veehouderij op te lossen of af te remmen. De genadeslag werd uiteindelijk gegeven door de toepas sing van de EEG-verordeningen betreffende de monetaire compenserende bedragen. De export van landbouwproduk- ten van andere EEG-landen naar Italië wordt hierdoor ge subsidieerd ten nadele van de Italiaanse veehouderij. Het is echter koren op de molen van de regering die hierin een wapen ziet ter bestrijding van de voortschrijdende inflatie. Inmiddels worden de discussies zonder einde op de con gressen en aan ronde tafelgesprekken voortgezet om de zelfde dingen en dezelfde voorstellen van jaren en jaren te herhalen, terwijl men daarbij de ware doelstellingen en de realiteit uit het oog verliest. Maar nu is het genoeg! De vee houders willen daden, aldus deze vakbladen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1974 | | pagina 8