De maand februari op het
zuid-westelijk landbouwbedrijf
DE
12
ALGEMEEN
DE LAATSTE VOORBEREIDINGEN
TEELTSEIZOEN 1974 MOETEN WORDEN
GETROFFEN
DEFINITIEVE SAMENSTELLING
BOUWPLAN NU GEREED
GRONDBEWERKING
BEMESTING
Bezoek vergaderingen waarin problemen en
mogelijkheden voor Uw bedrijf worden bespro
ken.
Is de kalveropfok op Uw bedrijf een blok aan
Uw been, tracht dan deze tak af te stoten naar
e»en centraal kalveropfokbedrijf.
Bent U nog geen lid van Melkcontrole, K.l. en
Fokvereniging?
Bedenk dan dat bij Uw collega melkveehouder,
die met deze gegevens weet te werken, de ba
ten hiervan groter zijn dan de lasten.
Voor veel veehouders is een 7-daagse werk
week nog noodzakelijk. Hebt U wel eens over
wogen om samen te w'erken met Uw buurman?
Bij een goede samenwerking in de veehouderij
is het te realiseren om in de minder drukke pe
rioden een 5-daagse werkweek te hebben. Het
devies luidt dan: „Met minder arbeid, evenveel
presteren".
)E maand februari brengt ons alweer aan het eind van de winterperiode met zijn vele vergaderingen en bijeen
komsten. We zullen nu onze blik moeten richten naar het teeltseizoen 1974, dat voor ons ligt en waarvoor
in deze maand de laatste voorbereidingen getroffen dienen te worden. Wat dit jaar ons zal brengen is zeker voor
de boer op dit moment nog niet te overzien. In korte tijd kan er zeer veel veranderen, zie het jaar 1973. Van een
overschotsituatie zijn we in korte tijd terechtgekomen in een schaarstesituatie voor vele produkten en grondstof
fen. Hierbij is dan ook nog de energiecrisis gekomen, met de distributie van benzine en propaangas. De kosten
zullen in 1974 ongetwijfeld belangrijk stijgen. De wereldmarktprijzen van vele grondstoffen zijn onvoorstelbaar ge
stegen. De prijzen van granen en suiker zijn zelfs boven het E.E.G.-prijsniveau gekomen. Door het stelsel van hef
fingen aan de grenzen van de gemeenschappelijke markt merken wij daar, evenals voorheen bij het zeer lage prijs
niveau op de wereldmarkt, weinig van. Tot voor enkele jaren moest de akkerbouwer het vooral hebben van de pro
dukten waarvoor een E.E.G.-prijsregeling gold. Nu lijkt dit juist andersom te gaan worden. Vele vrije produkten en
handelsgewassen zijn sterk in prijs gestegen. De vraag echter, hoe lang dit zal voortduren, is moeilijk te beant
woorden.
De financiële resultaten op de akkerbouwbedrijven zijn, volgens de L.E.I.-boekhoudingen, de laatste twee jaar
gemiddeld aanzienlijk beter dan de voorgaande. De vraag is alleen, kan dit zo blijven doorgaan. Een verbetering
van de inkomenspositie gebaseerd op de prijzen van „vrije produkten" is immers bijzonder labiel!
Met het klaar-leggen van de grond moet men zich kun
nen beheersen. Met de huidige moderne apparatuur is
de verleiding: wel erg groot iets vroeger te beginnen.
Doch wacht tot de grond geschikt is en pas dan een
niet te intensieve grondbewerking toe.
Ing. A. BAKKER
Ing. R. VAN DER MEER
C.A.R. - Goes
BOUWPLAN
BEMESTING
De definitieve samenstelling van het bouwplan dient
deze maand te gebeuren. In hoeverre de sterk in de'be-
langstelling staande „kleine gewassen" als erwten, brui
ne bonen, vlas, karwij en blauwmaanzaad een sterke
uitbreiding gezien hun prijsvorming kunnen ver
dragen, is moeilijk te overzien. Niettemin geven deze
gewassen wat meer armslag bij de samenstelling van het
bouwplan. Het in sterke mate achter de markt aan
zaaien, heeft echter al dikwijls grote teleurstellingen
gegeven. Voor het conservengewas stamslabonen voor
de groene pluk is in onze provincie in 1974 een uitbrei
ding mogelijk. Dit op contract geteelde gewas vraagt
weinig arbeid en geeft een saldo dat goed kan con
curreren met wintertarwe.
Bij de brouwerst spelen de „blindsohot perikelen" in
de Berac ons nog steeds parten. Hoewel dit een kwalijke
raseigenschap is, hoeft dit in 1974 weer niet zo te zijn!
De andere brouwgerstrassen Zephyr en Delisa zijn ge
middeld 5 lager in opbrengst, terwijl er bovendien
niet genoeg zaaizaad an beschikbaar is. Andere brouw
gerstrassen zijn in onderzoek, maar op dit moment nog
niet voor de praktijk beschikbaar.
De voergerstrassen geven gemiddeld geen hogere kg-
opbrengst dan Berac, zodat men bij de teelt van een
brouwgerstras toch altijd nog twee kanten op kan. Met
het samenstellen van het bouwplan moet men ook re
kening houden met een gezonde vruchtwisseling. Bij de
perceelskeuze voor uien en erwten is grondonderzoek
op stengelaaltjes respectievelijk het «"wtencystenaaltje
een eerste vereiste! Bij de tarwe wordt tegen de ge
vreesde vruchtwisselingsvoetziekte, dit jaar mogelijk
een chemische bestrijding toegelaten in het C.C.C.-sta
dium!
GRONDBEWERKING EN KWEEKBESTRIJDING
In februari kan bij nachtvorst een voorbewerking van
de grond goed op zijn plaats zijn, mits de ondergrond
niet te nat is. Bij erg ongelijke ligging van de ploegsne-
den is dit op zware grond des te meer noodzakelijk.
Vooral voor suikerbieten en fijne zaden is 'n goed bezakt
gelijkmatig ondiep losgemaakt zaaibed in het voorjaar
van groot belang. Een goed uitgevoerde voorbewerking
kan hiertoe een belangrijke bijdrage leveren.
De kweek is rond deze tijd van het jaar bijzonder
gevoelig. Daarom is een bewerking over de vorst, in het
bijzonder ook als aanvulling op een TCA-bespuiting dit
najaar, op dit moment heel goed op zijn plaats. Voor de
normale toepassing van TCA is het nu te laat, alleen
waar dit voorjaar bieten gezaaid zullen worden kan nog
een behandeling plaatsvinden. In de eerste helft van
februari kan men op zwaar met kweek besmette plekken
daarbij nog wel tot 30 kg per ha gaan. Daarna op de
zwaardere grond niet meer dan 20 kg, op lichte gronden
hoogstens 15 kg per ha gebruiken tot twee weken vóór
het zaaien op bewerkte grond.
Steeds meer bedrijven gaan ertoe over om de kali in
de'vorm van K 60 in het najaar of zo vroeg mogelijk in
het voorjaar te geven. Bij het nieuwe kali bouwplan-be
mestingsadvies wordt bij 25 aardappelen in het bouw
plan de benodigde hoeveelheid kali voor de komende
vier jaren (exclusief uien) allemaal aan de aardappelen
gegeven, omdat dit gewas er het meeste profijt van
heeft, vooral met het oog op de blauwgevoeligheid. Bij
een kalitoestand van de grond van vrij laag, goed en
vrij hoog is het huidige advies voor aardappelen resp.
280, 230 en 170 kg K2iO per ha. Het nieuwe bouwplan
advies bedraagt nu 1 x per vier jaren vóór de aardappe
len 700, 500 en 310 kg K20 per ha bij resp. toestand
vrij laag, goed en vrij hoog.
Bij deze vorm van kalibemesting past de K 60 vorm
uitstekend. De N-en P-bemesting kan dan voor de mees
te gewassen gegeven worden in de vorm van 23 23
O of 26 14 O, afhankelijk van de fosfaattoestand
van de grond, waardoor het aantal soorten tot een mini
mum kan worden beperkt. Deze vorm van bemesting is
Een zo zuiver mogelijk en goed onder
houden perceel graszaad geeft de teler
een zo hoog mogelijk financieel ren
dement. Tijdig opschonen van een
graszaadperceel brengt later zijn geld
op. Bij pollenbehandeling kan onnauw
keurig spuiten randschade tot gevolg
hebben. Denk daarbij aan een juiste
stand van de beschermkap.
ook nog iets goedkoper dan de diverse N-F-K-mengmest-
stoffen.
Ook de N-P-meststof kan reeds eind februari ge
strooid worde». Vooral voor bieten dient met het oog
op zoutschade qp de lichtere gronden en de noodzaak
van direkt opneembaar fosfaat op de zwaardere gron
den de bemesting bij voorkeur 2 a 3 weken vóór -het
zaaien gegeven te 'worden.
GRASZAAD
De stikstofbemesting op graszaad dient omstreeks
half februari te worden gegeven. Volgens proeven blijkt
dit het beste tijdstip te zijn. De toestand van de grond
moeten deze werkzaamheden toelaten. Het uitstrooien
van stikstof over sneeuw of over diep bevroren grond
kan bij dooi verbranding van het gewas veroorzaken.
Zorg voor een goede verdeling van de stikstof, strooi-
banen kunnen veel moeilijkheden en schade geven. Voor
het vaststellen van de hoeveelheid N is overleg met de
contracterende firma nodig.
Ook kan deze maand begonnen worden met het op
schonen van de graszaadpercelen of pleksgewijze pol
lenbehandeling met prefixkorrels of dalapon (2 op
lossing).
WINTERTARWE
Bemesting. Het strooien van stikstof na het optreden
van een nachtvorst is weinig bezwaarlijk, doch het is
niet aan te bevelen wanneer de grond diep bevroren is.
Het zo vroeg mogelijk als het maar even kan reeds de
stikstof strooien is voor tarwe niet absoluut noodzake
lijk. Het vaststellen van de hoeveelheid stikstof is nog
altijd een moeilijke zaak, maar van essentieel belang.
Rekening houdend met ras, grondsoort, standdichtheid,
voorvrucht, neerslag in de afgelopen winter en jaren
lange ervaring, moet men trachten de voorjaarsgift zo
goed mogelijk vast te stellen. Vooral omdat een ruime
N-gift het optreden van ziekten bevordert, kan de
vroege voorjaarsgift beter aan de matige kant blijven.
Later kan dan nog een tweede bemesting gegeven wor
den. Dit systeem van gedeelde N-giften is vorig jaar in
toenemende mate toegepast met zeer goede resultaten.
De vaststelling van de totale N-gift wordt naar een
later tijdstip verschoven, waarin dit beter te beoordelen
is. Als er geen sprake is van voetziete kan een CCCJbe-
spuiting dikwijls achterwege blijven. Bij het vaststellen
van de juiste N-gift speelt vooral de voorraad N, die
door de grond kan worden geleverd, een belangrijke rol.
Hierover wordt elk voorjaar aan de hand van neerslag-
cijfers en van N-profielonderzoek een advies gegeven
eind februari). Dit wordt te zijner tijd in de land
bouwbladen gepubliceerd.